5-5 | 5-5 |
M. le président. - La parole est à M. Boogaerts pour un rapport oral.
De heer Frank Boogaerts (N-VA), rapporteur. - Het voorliggende optioneel bicameraal wetsontwerp werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend als wetsontwerp van de regering. Het werd op 14 oktober 2010 aangenomen door de plenaire vergadering met 121 tegen 12 stemmen bij 1 onthouding en op 15 oktober 2010 overgezonden naar de Senaat.
Het ontwerp strekt ertoe de Koning te machtigen deel te nemen in het kapitaal van de naamloze vennootschap European Financial Stability Facility en de staatswaarborg te verlenen aan de financiële instrumenten die ze uitgeeft, in het kader van de gemeenschappelijke verklaring van 9 mei 2010 van de Raad en de staats- en regeringsleiders van de lidstaten van de eurozone over een reeks te nemen maatregelen ter bevordering van de Europese financiële stabiliteit, die betrekking hebben op een globale enveloppe van 500 miljard euro.
De commissie voor de Financiën en de Economische Aangelegenheden heeft het wetsontwerp besproken op 20 oktober 2010 in aanwezigheid van de ontslagnemende vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen.
In zijn inleidende uiteenzetting stelt minister Reynders dat, als gevolg van de financiële problemen van Griekenland, leningen aan het land werden verstrekt die gebaseerd waren op bilaterale akkoorden.
Dat precedent heeft aangetoond dat het belangrijk is binnen Europa een meer algemene regeling in te stellen waarmee nieuwe crisissen kunnen worden opgevangen en hulp kan worden geboden aan één of meerdere Europese landen. In die zin wordt binnen Europa een nieuwe vennootschap opgericht waarin de eurolanden participeren. De totale verbintenis die België voor de waarborg aangaat, zal in geen geval het bedrag van 15 292 180 000 euro overschrijden.
Er wordt verder opgemerkt dat de hier voorgestelde werkmethode van Europese solidariteit, de best mogelijke is die aan de financiële markten de wil tot Europese samenwerking kan aantonen indien één van de eurolanden in moeilijkheden zou komen. Het is bovendien ook een oplossing die voorwaarden kan opleggen aan het land dat de steun zal genieten. Die Europese solidariteit wordt georganiseerd in samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds.
Bij de bespreking herinnert mevrouw Van dermeersch eraan dat haar fractie niet akkoord ging met de steun die aan Griekenland werd verleend. Verder betreurt zij dat Europa nog steeds geen strenge en automatische sancties heeft ingevoerd voor die landen die de begrotingsregels overtreden. Voor problemen als overdreven overheidsschulden en onderkapitalisatie van de financiële instellingen helpen de voorgestelde maatregelen volgens haar niet. De hier voorgestelde blanco cheque is dan ook geen oplossing.
Daarnaast heeft mevrouw Van dermeersch nog andere vragen. Hoe wordt het maximumbedrag van de staatswaarborg van 15, 292 miljard euro bepaald? Wat als dat bedrag onvoldoende blijkt te zijn om een land te stabiliseren? Wat na drie jaar? Hoever staat het met de nieuwe begrotingsformule, zoals die beloofd werd door de Special Task Force onder leiding van Europees voorzitter Van Rompuy?
De heer Deprez erkent de pijnpunten in het Europese financiële bestel die de hier voorgestelde maatregelen rechtvaardigen en daarom steunt hij het wetsontwerp. Hij vraagt waarom België zal intekenen ten belope van 3,47549% van het kapitaal van de nieuwe nv EFSF, terwijl het land slechts ten belope van 2,4256% heeft ingetekend op het kapitaal van de Europese Centrale Bank.
De heer Miller benadrukt dat het wetsontwerp een zeer belangrijke daad van Europese solidariteit en een sterk politiek signaal van België inhoudt op het ogenblik dat ons land de Europese Unie voorzit. Zijn fractie steunt dan ook ten volle de tekst van het wetsontwerp. De voorgestelde regeling zal er volgens hem toe bijdragen om op korte en lange termijn de financiële markten te stabiliseren en om de investeerders gerust te stellen over het vermogen van de lidstaten om hun schulden af te lossen. Ten slotte is het een waardevol instrument om speculatieve aanvallen tegen de overheidsschuld van EU-lidstaten te neutraliseren. Hij wenst van de minister echter meer verduidelijking over de financieringswijze van de operatie, met name of ze zal geschieden via de uitgifte van financiële instrumenten.
De heer A. De Croo verklaart dat zijn fractie van oordeel is dat met het wetsontwerp een tijdelijke, maar urgente en noodzakelijke facility in het leven wordt geroepen om financiële crisissen binnen de Europese Unie het hoofd te bieden.
Hij heeft evenwel aanmerkingen bij twee voorwaarden die gesteld worden aan het verstrekken van de financiële steun, met name dat de marktfinanciering onvoldoende moet zijn en dat met unanimiteit moet worden beslist.
Ten eerste vraagt hij zich af hoe zal worden bepaald wat onvoldoende marktfinanciering is? Marktfinanciering vinden is op zich niet het probleem, de prijs die ervoor moet worden betaald kan dat wel zijn.
Ten tweede vraagt hij zich af of de verplichte beslissing bij unanimiteit niet zal leiden tot een mogelijke verlamming van de toepassing van het nieuwe systeem.
De heer P. Van Rompuy benadrukt de noodzaak van de voorgenomen regeling die een evenwichtige combinatie vormt van welbegrepen eigenbelang en van verantwoordelijke solidariteit met die EU-lidstaten die echt in nood zijn. De stabiliteit van de eurozone komt ook België ten goede. Daarnaast is het echter van belang dat alle landen binnen de eurozone geresponsabiliseerd worden.
Ook de heer Laaouej verklaart dat deze algemene Europese regeling een gezonde maatregel is, maar hij dringt erop aan dat verder wordt gewerkt aan het gezond maken van de financiële markten. Hij wenst van de minister te vernemen wat de laatste stand van zaken is betreffende de screening van de financiële operatoren en producten.
Zoals de vorige leden betreurt de rapporteur dat de financiële crisis heeft plaatsgehad en stelt hij dat de in het wetsontwerp opgenomen regeling noodzakelijk is. Zijn fractie juicht toe dat strikte voorwaarden zijn verbonden aan het toekennen van de financiële steun en dat een duidelijk Europees signaal wordt gegeven dat op internationaal niveau als vertrouwenwekkend zal worden onthaald. Zijn fractie zal het wetsontwerp dan ook goedkeuren in de hoop dat de erin vervatte regeling nooit hoeft te worden toegepast.
In zijn antwoord herinnert de minister de leden eraan dat hij, als Belgisch minister van Financiën, op het ogenblik van de financiële crisis, voor 100 miljard euro waarborgen heeft ondertekend, en hij verheugt er zich dan ook over dat de evolutie op Europees niveau ertoe heeft geleid dat hij nu een mogelijke waarborg mag ondertekenen ter waarde van `slechts' 15 miljard euro voor alle landen die lid zijn van de eurozone. Hij betreurt dat de voorgestelde regeling beperkt is tot drie jaar. Het was immers zeer moeilijk op Europees niveau oplossingen uit te werken voor Griekenland. Na drie jaar zal een evaluatie nodig zijn en zal men moeten beslissen of de regeling wordt verlengd, dan wel of een andere instelling moet worden opgericht.
Met de nieuwe regeling is een interventiecapaciteit voorhanden ten belope van 750 miljard euro.
Op een vraag of dat voldoende is, antwoordt de minister dat hij verheugd is vast te stellen dat er een positieve evolutie is op het niveau van de Europese Unie: zo werd tussen de 27 EU-lidstaten unanimiteit bereikt over de nieuwe architectuur voor het Europese financiële toezicht en de nieuwe Europese richtlijn betreffende de beleggingsfondsen (hedge funds) en de andere alternatieve fondsen.
Op de opmerking dat financiële instellingen beduidend meer eigen kapitaal moeten bezitten om een nieuwe financiële crisis te voorkomen, antwoordt de minister door te verwijzen naar het door toezichthouders en centralebankdirecteuren bereikte akkoord over het zogeheten Basel III-pakket. Dat pakket voorziet in een aanscherping van de kapitaalvereisten van de financiële instellingen.
Op de vraag van de heer Deprez antwoordt de minister dat in de eerste fase het de eurolanden zijn die zullen deelnemen. Dat verklaart waarom tijdens de overgangsfase België ten belope van 3,47549% heeft ingetekend op het kapitaal van de nv EFSF.
Hoe zal het mechanisme functioneren? In de eerste plaats moet er een aanvraag zijn vanwege een EU-lidstaat. Vervolgens is er de voorwaarde van onvoldoende marktfinanciering: die voorwaarde zal door de Europese Centrale Bank worden onderzocht. De ECB zal moeten aangeven of de rentevoeten aanvaardbaar zijn en of een terugbetaling van de voorgestelde financiering via de markt door het betrokken land haalbaar is.
De voorwaarde om tot unanieme beslissingen te komen met de 27 EU-lidstaten zou inderdaad een obstakel kunnen vormen. Maar er zijn precedenten om tot oplossingen te komen: EU-lidstaten zouden zich akkoord kunnen verklaren met een interventie zonder zelf deel te nemen. Zo heeft men bijvoorbeeld voor de steun aan Griekenland in twee fases gewerkt om Slowakije te kunnen overtuigen.
Tenslotte wijst de minister erop dat het op het Europese niveau niet eenvoudig zal zijn om tot een nog sterkere Europese oplossing te komen. Hij pleit er dan ook voor om op de nu ingeslagen weg verder te gaan, vooral nu de laatste maanden belangrijke hervormingen bij unanimiteit mogelijk zijn gebleken. Het is belangrijk om ook op de internationale fora te kunnen bewijzen dat de Europese Unie in de bestrijding van de financiële crisis eendrachtig optreedt.
Mevrouw Van dermeersch blijft erbij dat haar fractie niet gelooft in de voorliggende oplossing. Speculaties zullen hiermee niet kunnen worden tegengegaan. Zij gelooft ook niet in een performant Europees monetair beleid zolang er ook nog nationale toezichthouders zijn. Het principe van Europese solidariteit moet op een meer structurele wijze worden gegarandeerd.
De heer Laaouej benadrukt nogmaals het belang om tot een efficiënte Europese regeling te komen voor het screenen van financiële producten.
Het wetsontwerp werd in zijn geheel aangenomen met 10 stemmen tegen 1 stem.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het uitbrengen van een mondeling verslag aan de plenaire vergadering.
De voorzitter. - Ik feliciteer de heer Boogaerts met zijn maidenspeech (Applaus)
M. François Bellot (MR). - Le projet que nous allons adopter aujourd'hui est bien entendu important. En effet, la stabilité économique et par conséquent la croissance économique ainsi que l'emploi en Europe en dépendent.
Je souligne cette avancée du gouvernement, cruciale pour la stabilité financière de la zone euro. Le Fonds européen de stabilité financière doit contribuer à garantir la stabilité de la zone euro et à protéger un État membre de la zone face à des événements exceptionnels qui échapperaient à son contrôle. Grâce aux mécanismes mis en place, c'est en fait 750 milliards de moyens qui sont disponibles pour assurer la stabilité financière de la zone euro et pour empêcher des mouvements spéculatifs contre les obligations des États membres. Ce nouvel instrument financier comble une lacune puisque, lors de la préparation et de la conclusion du Traité de Maastricht, la possibilité d'une crise majeure des dettes souveraines dans la zone euro n'avait pas été envisagée, même pas imaginée un seul instant.
En outre, le fonds en question repose sur un équilibre entre la nécessaire solidarité entre les pays de la zone euro et l'obligation, pour celui qui devrait faire appel aux mécanismes d'assistance, de se prendre résolument en charge. Autrement dit, l'État qui recevra éventuellement l'assistance du fonds devra s'engager parallèlement à remettre de l'ordre dans sa situation budgétaire et économique ainsi qu'à rétablir ses équilibres macro-économiques.
Par ailleurs, le Fonds européen de stabilité financière est un mécanisme temporaire. Il doit s'accompagner de progrès notables en matière de politique fiscale et structurelle des différents États membres de la zone euro et de l'Union européenne. La création du fonds doit être considérée comme un élément d'un nouveau cadre de gouvernance économique visant à empêcher la répétition des crises comparables à celles que l'on a connues à la suite des mésaventures de la Grèce et d'autres pays européens.
L'accord du 9 mai dernier créant le Fonds européen a sauvé in extremis l'euro de la débâcle et a permis d'endiguer les effets potentiels de la crise grecque sur les marchés des obligations d'État.
Il faut toutefois insister sur le fait qu'à moyen et à long termes, seule une discipline budgétaire stricte de tous les États membres de la zone euro permettra d'éviter la répétition du drame grec. La crise qui a secoué la Grèce mais aussi d'autres pays de la zone euro, heureusement dans une moindre mesure, et qui a ébranlé la confiance dans l'euro ne peut évidemment pas se reproduire.
Espérons que les négociateurs de notre prochain gouvernement prendront les mesures qui s'imposent en matière budgétaire de façon à ce que la Belgique reste un bon élève et contribue à la stabilité des marchés financiers et à la stabilité économique de la zone euro.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Onze fractie heeft het steunplan voor de Helleense Republiek indertijd niet goedgekeurd om redenen die vandaag nog altijd gelden. Het steunplan steunde op een bilaterale overeenkomst waarmee we niet konden instemmen omdat het geen structurele oplossing bood voor de problemen.
De problemen zijn nog altijd dezelfde. De oplossing die vandaag voorligt in de vorm van een European Financial Stability Facility is evenmin een goede oplossing. Wij vinden dat andere maatregelen nodig zijn.
Solidariteit binnen Europa is zeer belangrijk. Als een staat in de problemen komt, zullen we `omwille van een welbegrepen eigenbelang', zoals de heer Van Rompuy het in de commissie formuleerde, uiteraard solidair zijn met de andere Europese staten, ook al wegens het gemeenschappelijke monetaire beleid in de eurozone.
Daarnaast is het echter ook belangrijk dat er een streng handhavingsregime komt voor de begrotingsregels in de eurolanden. Dat is heel wat anders dan het slappe compromis dat vandaag voorligt. Het handhavingsbeleid waaraan aanvankelijk werd gedacht, werd niet uitgewerkt. Men is beginnen marchanderen en de politieke besluitvorming die eruit voortvloeide, heeft geleid tot dit special purpose vehicle, zijnde de nv EFSF.
Dat is niet wat wij willen. Wij mogen het beleid niet laten verwateren. De schrik die ons om het hart sloeg toen een mondiale financiële crisis uitbrak, die ook in Europa voelbaar was, mogen we niet vergeten. We moeten duidelijk zeggen dat strenge en structurele regels nodig zijn en geen politieke lapmiddelen.
Het zou veel beter geweest zijn mochten we vandaag sancties op de overtreding van begrotingsregels door landen uit de eurozone kunnen goedkeuren. Dat is niet het geval.
Politieke besluitvorming door de Europese Commissie in deze materie is geen goede oplossing. Men had ons beloofd dat er een automatische sanctie zou komen op de overtreding van begrotingsregels. En nu zou het een politiek besluit worden door de Europese Commissie. Dat maakt een groot verschil, wetend dat Frankrijk en Duitsland het enkele dagen geleden al op een akkoord hebben gegooid om het tegen te houden.
De structurele problemen binnen Europa moeten worden aangepakt. Binnen de eurozone doet men nog altijd alsof er geen vuiltje aan de lucht is. De mondiale financiële crisis heeft geleid tot een crisis van de overheidsschuld in de eurozone, met als dieptepunt de Griekse overheidsfinanciën. Men is niet ingegaan op het reële probleem. De Griekse overheidsfinanciën vertegenwoordigen maar twee procent van de Europese economie. Niettemin was het probleem in Griekenland zeer groot en had het een domino-effect kunnen teweegbrengen.
De Senaat heeft het bijvoorbeeld nog niet gehad over de Spaanse vastgoedsector. Franse en Duitse banken, die veel belangrijker zijn voor de Europese economie dan Griekenland, hebben massaal leningen verstrekt aan Spaanse projectontwikkelaars in de Spaanse vastgoedsector. Daar zitten de echte problemen.
Europa moet toegeven dat er problemen zijn in Griekenland en Spanje, maar ook in andere landen zoals Portugal en Ierland. In plaats van een EFSF op te richten, moet Europa dringend overgaan tot de publicatie van de stresstests van 91 Europese banken, die kunnen aangeven waar zich structurele problemen voordoen.
Voorstanders van de regeling hebben, onder meer in de commissie, opgemerkt dat de nv EFSF, een nv naar Luxemburgs vennootschapsrecht, ertoe kan bijdragen dat er minder wordt gespeculeerd tegen staatsobligaties en staatswaarborgen. Dat klopt niet. Als de Senaat vandaag geen blanco cheque uitschrijft voor de deelname in de nv EFSF, dan betekent dat niet dat de nv EFSF niet in werking kan treden. Die nv werkt momenteel al, maar ze houdt alleszins de speculatie tegen de Spaanse staatsobligaties niet tegen. De rente op die Spaanse staatsobligaties blijft ook na de oprichting van de nv EFSF alsmaar stijgen.
De nv EFSF biedt ook geen oplossing voor de onderkapitalisatie van het Europese bankensysteem. In het bankensysteem van de Eurozone bedraagt de schuld/kapitaal-verhouding 20 tegen 1. De nv EFSF biedt dan wel een financiële steun in de vorm van leningen of kredietlijnen ter waarde van 440 miljard voor eurolanden in de problemen. Dat bedrag is echter volstrekt onvoldoende. Mocht het Europese bankensysteem met ernstige problemen worden geconfronteerd, dan zal veel meer geld nodig zijn dan die 440 miljard. Sommige berekeningen schuiven een bedrag van 2 000 miljard euro naar voren; zeer pessimistische berekeningen gaan uit van een bedrag tot 9 000 miljard. De onderkapitalisatie van de Europese banken is te groot.
In plaats van een financieel steunfonds dat 440 miljard ter beschikking heeft, had men beter de resultaten van de stresstests voor de Europese banken openbaar gemaakt. Men had moeten erkennen dat er problemen zijn in het Europese bankensysteem. Ook zouden de banken moeten worden verplicht tot herkapitalisatie, waarbij moet worden afgestapt van de schuld/kapitaal-verhouding van 20 tegen 1. De machtiging aan de Koning om een blanco cheque uit te schrijven voor een deelname in de nv EFSF is absoluut geen oplossing.
Dat geldt des te meer omdat de nv EFSF geen structurele of zelfs geen blijvende oplossing is. De deelname in de nv is maar voorzien voor een periode van drie jaar. Welnu, iedereen weet dat de problemen met de overheidsschulden in de eurozone binnen drie jaar niet zullen zijn opgelost. De blanco cheque voor de deelname aan de nv EFSF is dan ook een zeer slecht idee.
Het gaat wel degelijk om een blanco cheque. Het is immers helemaal niet duidelijk voor welk bedrag België in de nv EFSF zal deelnemen. Er wordt beweerd dat ons land een staatswaarborg geeft aan de financiële instrumenten die de nv EFSF zou uitgeven voor een maximum van 15,292 miljard euro. Waarom juist dat bedrag? Solidariteit is belangrijk, maar wat als dat bedrag onvoldoende blijkt en de nv EFSF meer middelen nodig heeft? Wat als er een crisis is en een Europees land moet worden gered om het gemeenschappelijke monetaire beleid en de stabiliteit van de euro in stand te houden?
Bovendien wordt in het wetsontwerp de prijs per aandeel vastgelegd op 1 077,40 euro. Ook wordt de maximale deelname in het toegestane kapitaal bepaald op 1 042 648,46 euro. Op basis van welke parameters zijn die bedragen vastgesteld? In ieder geval is niet uitgegaan van de zeer pessimistische redenering dat de 440 miljard van de nv EFSF absoluut onvoldoende is, maar dat een bedrag van 2 000 tot 9 000 miljard nodig is.
Het stemt me wel tevreden dat sinds de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer de aanpassing van het derde lid van artikel 4 moet worden goedgekeurd bij wet en worden bekrachtigd binnen een korte termijn. Dat stond niet in het ontwerp voor het in de plenaire vergadering van de Kamer werd besproken.
Er blijven dus heel wat vragen rijzen. In feite geven we een blanco cheque, indien we de Koning machtigen deel te nemen in de nv en een staatswaarborg geven aan de door deze vennootschap uitgegeven financiële instrumenten.
Het EFSF is een pleister op een grote stinkende wonde. Een pleister is goed, maar er is meer solidariteit nodig dan wordt voorgesteld. Daarom zullen we het wetsontwerp niet goedkeuren, zoals we indertijd van mening waren dat Griekenland wel degelijk steun nodig had, maar dat die niet kon worden verleend middels een bilateraal akkoord. Er is georganiseerde steun en solidariteit nodig. Bijna iedereen is het erover eens dat orde op zaken moet worden gesteld, maar dit is niet de aangewezen manier.
De heer Frank Vandenbroucke (sp.a). - De heer Boogaerts heeft in zijn uitstekende verslag weergegeven dat de commissie aan dit wetsontwerp een grondig debat heeft gewijd. De sp.a steunt het wetsontwerp, over de grenzen van de huidige regering en oppositie heen. Wij vinden het belangrijk dat ons land zijn Europese verbintenissen gestand doet. Bovendien is stevig weerwerk tegen speculatie en landenrisico's noodzakelijk.
We zijn het eens met wat onder meer collega Deprez in commissie heeft opgemerkt. Dit is inderdaad niet het ideale Europese schema dat wij zouden uitdenken, maar het is het resultaat van politieke negotiatie en compromis. Daarom achten we het van belang het wetsontwerp onverkort en snel te steunen. We hopen, deels in samenwerking met de kamerleden en voor het overige met de senatoren, de problematiek van de financiële crisis in commissie verder te kunnen volgen.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Veuillez m'excuser de ne pas avoir assisté à l'intégralité des travaux de la commission. Je devais en effet assister à la réunion de la commission des Relations extérieures lors de laquelle était examiné le rapport de la Coopération au développement.
Comme à la Chambre, les verts soutiendront ce projet de loi. Il constitue en effet un bon signal pour la solidarité entre pays de l'Union européenne et une bonne stabilité de l'euro sur la scène internationale.
C'est la crise grecque qui a servi de déclencheur à cette réflexion en Europe. La décision n'a pas été facile à prendre. Il aura fallu des mois de négociations entre les pays membres pour aboutir à la mise en point de ce mécanisme de solidarité financière entre États membres. Cette solidarité s'accompagne évidemment d'une rigueur beaucoup plus grande, sous surveillance, de la gestion des budgets par ces États. Malheureusement, aujourd'hui, cette plus grande rigueur passe surtout par des vagues d'austérité. On l'a encore vu hier au Royaume-Uni avec l'annonce du plan d'apurement budgétaire. Il implique des suppressions de postes et des restrictions sociales et budgétaires qui feront mal.
Comme les autres écologistes en Europe, je constate que des pans de ce qu'on a appelé la crise grecque sont totalement absents de cette réflexion. Ainsi, rien n'est prévu au sujet de la spéculation financière. C'est pourtant la spéculation sur la monnaie et la dette grecques qui est à l'origine des graves problèmes et qui a débouché sur la création de ce fonds de solidarité. Rien non plus sur les agences de notation qui décernent des bons et des mauvais bulletins aux États membres sur la base de leur capacité de remboursement de leurs dettes. Et rien sur l'éventualité de créer une agence de notation publique européenne. Enfin, rien sur la séparation des métiers bancaires entre, d'une part, les banques de dépôt et de prêt et, d'autre part, les banques d'affaires et de spéculation. Aucune clarté n'est faite à ce sujet. Il y a confusion totale des comptes de ces deux métiers. Il s'agit d'une situation malsaine qui a engendré une partie du problème que nous avons vécu.
Rappelons-nous qu'une partie du récent dérapage budgétaire de la Belgique, qui était en train d'assainir ses finances publiques depuis au moins 15 ans, est due aux fonds publics que l'État a dû mobiliser dans l'urgence pour sauver les banques et les dépôts de leurs épargnants et que ces banques avaient eu des comportements pour le moins imprudents sur les marchés en gérant certains produits à risques. Aujourd'hui, elles sont à l'abri de l'austérité qui s'abat sur les budgets des États membres et, malgré les avancées qu'a réussi à engranger la task force réunie par M. Van Rompuy lundi soir, on est encore loin d'une gouvernance économique européenne. Il s'agit pourtant de la seule voie pour espérer faire de la prévention face à une éventuelle nouvelle crise financière, bancaire et donc budgétaire des États membres.
Néanmoins, le projet qui nous est proposé constitue un pas important vers une plus grande gouvernance européenne. C'est pourquoi nous le soutiendrons sans hésiter.
De heer Frank Boogaerts (N-VA). - Onze fractie zal het wetsontwerp ook goedkeuren. Ideaal is het misschien niet, maar in de gegeven omstandigheden is het wel de best mogelijke oplossing, onder andere omdat het gebonden is aan strikte voorwaarden. We zijn eveneens van oordeel dat hiermee een sterk Europees signaal wordt gegeven, zowel binnen Europa als wereldwijd. We hopen dat de hele constructie die nu wordt opgezet, een eenmalig feit blijft en we hopen zelfs dat ze nooit hoeft te worden toegepast.
-La discussion générale est close.