3-145

3-145

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 12 JANVIER 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Stefaan Noreilde à la vice-première ministre et ministre de la Justice et au vice-premier ministre et ministre des Finances sur «les mesures pour lutter contre les opérations bancaires clandestines» (nº 3-1244)

Mme la présidente. - M. Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'État à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre, répondra.

De heer Stefaan Noreilde (VLD). - Ondergronds bankieren werkt als volgt. Een migrant levert een som geld bij een lokale ondergrondse bankier. Die bankier - die normaal een commissie van enkele procenten vraagt, maar voor crimineel geld vaak veel meer aanrekent - neemt contact op met zijn vennoot in het land waar het geld naartoe moet. De klant ontvangt een bewijsstuk, bijvoorbeeld een doormidden gescheurd bankbiljet of treinticket, of een code waarmee de ontvangende partij in het buitenland het geld kan ophalen.

Er zijn diverse redenen voor het bestaan van ondergrondse banken: ze zijn relatief goedkoop, laagdrempelig omdat de diensten worden aangeboden binnen de eigen bevolkingsgroep en identificatieverplichtingen ontbreken. Ondergrondse banken zijn niet per definitie `crimineel'. `Gewone' migranten maken van deze vorm van bankieren gebruik omdat er bijvoorbeeld in hun land van herkomst geen banken bestaan en omdat ze meer vertrouwen hebben in de diensten van de eigen bevolkingsgroep. Ook het taalprobleem valt daarbij weg. Anderzijds geeft ondergronds bankieren criminelen en terroristen de mogelijkheid om, vaak zonder nalaten van een papieren spoor, buiten het zicht van de autoriteiten geld van het ene naar het andere land te verplaatsen. Vooral het ontbreken van de identificatieplicht is een stimulans.

Het IMF schat dat er op dit moment jaarlijks wereldwijd voor ongeveer 100 miljard dollar via ondergrondse banken naar het buitenland wordt overgemaakt. Het gaat daarbij zowel over crimineel geld, als over inkomensoverdrachten van migranten naar het land van herkomst. Toch is sinds de terreuraanslagen van 11 september 2001 wereldwijd al 147 miljoen dollar aan terreurgeld geblokkeerd. Een regulering, wereldwijd, dringt zich op.

Op 19 juli 2005 stuurden de Nederlandse minister van Financiën Zalm en zijn collega minister van Justitie Donner een brief naar de Tweede Kamer met uitleg over `ondergronds bankieren' of `hawala' en de maatregelen die de overheid neemt om dit verschijnsel tegen te gaan in het kader van de strijd tegen het terrorisme. In Nederland vallen geldtransfers onder de wet inzake de Geldtransactiekantoren. Die wet gaat misbruik van geldtransacties voor het witwassen van criminele gelden en financiering van terrorisme tegen. Aanbieders van geldtransactiediensten moeten geregistreerd zijn en aan verschillende voorwaarden voldoen. De Nederlandse overheid plant een reeks maatregelen waaronder een internationaal onderzoek onder leiding van de Wereldbank naar de toegankelijkheid en het aanbod van financiële producten voor migranten, een evaluatie van de wet inzake de Geldtransactiekantoren en het efficiënter maken van opsporing en vervolging van ondergrondse banken.

Het fenomeen ondergronds bankieren stopt echter zeker niet bij de grens.

Daarom volgende vragen:

1. Zijn de ministers op de hoogte van het fenomeen `ondergronds bankieren'?

2. Is er zicht op het bedrag dat in België jaarlijks via ondergrondse banken naar het buitenland wordt overgemaakt?

3. Hoeveel terreurgeld is sinds de terreuraanslagen van 11 september 2001 al geblokkeerd in België?

4. Worden er -naar analogie met Nederland- reeds maatregelen genomen of gepland tegen ondergrondse banken? Neemt ons land deel aan het internationaal onderzoek onder leiding van de Wereldbank naar bilaterale geldstromen als gevolg van inkomensoverdrachten van migranten naar het land van herkomst? Welke sancties bestaan in ons land tegen inbreuken op de anti-witwaswet van 11 januari 1993, gewijzigd door de wet van 12 januari 2004, met onder meer de identificatieplicht?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Hawala is een informeel systeem voor de overdracht van fondsen waarvan de benaming verschilt naargelang van de regio waar het wordt toegepast. In India noemt men het ook hundi.

Hawala wordt vaak gebruikt in de diaspora en door etnische minderheden over de hele wereld.

Er wordt inderdaad vaak gezegd dat hawala een belangrijke rol zou kunnen spelen in het witwassen van geld, aangezien het systeem duidelijk buiten elk regelgevend kader en controlekader valt.

Op internationaal vlak werd de praktijk van de door middel van een informeel systeem of netwerk verwezenlijkte geldoverdrachten, zoals bijvoorbeeld de hawala's, door de Financial Action Task Force aangepakt sinds oktober 2001 op het ogenblik van de bekendmaking van de acht speciale aanbevelingen over de financiering van het terrorisme, in het bijzonder de speciale aanbeveling VI.

In België, overeenkomstig speciale aanbeveling VI, beperkt artikel 139bis van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs de dienstverlening van die geldoverdrachten tot de Nationale Bank van België, de Post, de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de wisselkantoren.

Degenen die, ondanks het wettelijke kader, deze activiteit zouden uitoefenen zonder over het vereiste statuut te beschikken, zijn strafbaar op basis van artikel 148, §4, van de wet van 6 april 1995.

De acties van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen hebben geleid tot twee aangiftes bij de procureur des Konings, tot de sluiting van een wisselkantoor, en in de andere gevallen werd de toestand in orde gebracht door het stopzetten van de activiteit, door de overname van de activiteit door een geregistreerd wisselkantoor, door de registratie van de vennootschap als wisselkantoor bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen of door de ontvangst van overtuigende informatie die aantoont dat er geen uitoefening van de activiteit van geldoverdracht is.

Anderzijds, op basis van de anti-witwaswet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, heeft de Cel voor financiële informatieverwerking reeds dossiers aan het parket doorgemeld die verband houden met ondergronds bankieren.

Ten tijde van de onderlinge evaluatie van het Belgische systeem ter voorkoming van het witwassen van geld en van financiering van het terrorisme die in 2005 verwezenlijkt werd, heeft de Financial Action Task Force geacht dat België volledig in overeenstemming is met aanbeveling VI.

De Nationale Bank van België beschikt niet over statistische gegevens over de geldoverdrachten via ondergronds bankieren.

Naast de verplichtingen verbonden aan de strijd tegen de financiering van het terrorisme vervat in de anti-witwaswet van 11 januari 1993, werden 11 rekeningen geblokkeerd op naam van 9 personen of entiteiten voor een totaal bedrag van 6.314 euro, op basis van Europese verordeningen op de bevriezing van de tegoeden van terroristengroepen en -entiteiten (2580/2001) en van personen en entiteiten die banden hebben met Osama bin Laden, het Al-Qaedanetwerk en de Taliban (881/2002).

Heel wat officiële instanties verrichten onderzoek naar de omvang en de kosten van de inkomensoverdrachten van migranten naar hun land van herkomst en naar de impact die deze overdrachten hebben op de ontwikkeling van die landen.

De Belgische reglementering inzake geldoverdrachten zal worden versterkt door de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij geldoverdrachten te voegen informatie over de betaler. De werkzaamheden rond deze tekst worden binnenkort afgerond.

Ook de Wereldbank verricht onderzoek naar dit verschijnsel en heeft reeds een aantal resultaten van die studies gepubliceerd, zoals in de Global Economic Prospects 2006.

Het internationaal onderzoek naar ondergronds bankieren dat door de Nederlandse Overheid wordt aangehaald, betreft een initiatief van de Wereldbank dat een aantal bilaterale geldstromen tussen landen uit verschillende werelddelen in kaart wil brengen.

In 2005 publiceerde de Wereldbank een rapport over de fondsen die zowel door arbeiders als bedienden naar ontwikkelingslanden worden gestuurd. Hierbij werd volgens een specifieke methodologie samengewerkt met de centrale banken van veertig minder ontwikkelde landen.

Bijzondere aandacht werd besteed aan statistieken over dergelijke geldoverdrachten, de kosten verbonden aan het uitvoeren van dergelijke verrichtingen, reglementerende mechanismen voor dergelijke transacties en de inspanningen die in die landen werden geleverd om de overdrachten via gereglementeerde financiële instellingen te doen verlopen.

België werkt mee aan de onderzoeken van de Wereldbank door het leveren van de in het kader van die onderzoeken gevraagde informatie. In België verzamelt de Nationale Bank van België informatie over de inkomensoverdrachten van migranten, die wordt verstrekt door erkende instellingen.

De wet van 11 januari 1993 stelt een bijzonder detectiemechanisme in om geldstromen op te sporen die kunnen wijzen op witwasverrichtingen in verband met ernstige vormen van criminaliteit of op financiering van terrorisme. Hiervoor wordt aan de opgesomde ondernemingen en personen, waaronder de financiële sector, een aantal verplichtingen opgelegd, zoals de verplichting cliënten te identificeren en vermoedens van witwassen en van financiering van terrorisme te melden aan de Cel voor financiële informatieverwerking.

Overeenkomstig artikel 4 moet steeds tot identificatie worden overgegaan wanneer de cliënt wenst over te gaan tot het uitvoeren van een geldoverdracht waarvan sprake in artikel 139bis van de wet van 6 april 1995.

De CBFA kan sanctionerend optreden indien een instelling die onder haar bevoegdheid valt, haar verplichtingen ter zake niet nakomt.

Onverminderd de algemene sancties waarover de CBFA beschikt, voorziet de wet van 11 januari 1993 in twee bijzondere sancties.

De CBFA kan, volgens de regels die ze bepaalt, de beslissingen en maatregelen die ze neemt, openbaar maken en een administratieve geldboete opleggen die niet minder dan 250 euro en niet meer dan 1.250.000 euro mag bedragen. De geldboete wordt geïnd in het voordeel van de Schatkist door de Administratie van de BTW, registratie en domeinen.