2-132 | 2-132 |
Mevrouw Meryem Kaçar (AGALEV). - Het Vlaamse Minderhedencentrum heeft in zijn jaarrapport de cijfers over werkloze allochtonen in Vlaanderen bekendgemaakt. De minister kan misschien straks de federale cijfers bekendmaken.
De Vlaamse cijfers zijn alleszins zorgwekkend. Terwijl de werkloosheid onder de Europese allochtonen met 14% gedaald is, is er bij de allochtonen van niet-Europese afkomst een stijging van 8,9%. In 2000 bedroeg het percentage van werklozen onder de allochtonen 15%. Van die 15% allochtone werklozen zijn er ongeveer 41% jongeren, wat heel zorgwekkend is.
Uiteraard hebben de gewesten terzake een belangrijke taak, maar de bestrijding van de werkloosheid is ook een taak van de federale minister van Werkgelegenheid.
Welke maatregelen heeft de minister totnogtoe genomen om vooral jongeren kansen te geven op de reguliere arbeidsmarkt? Heeft de minister zicht op de taalkennis van de werkzoekende werklozen? Niet alleen cijfers zijn belangrijk, maar ook de redenen waarom mensen werkloos zijn. Beperkte taalkennis kan een reden zijn.
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre de l'Emploi. - Comme j'ai souvent eu l'occasion de le dire, je partage totalement votre analyse. Cela étant dit, les mesures que nous avons prises constituent une première réponse au chômage des jeunes, en général, et des jeunes allochtones, en particulier.
Je ne recommencerai pas l'exposé de ce que nous avons fait, par exemple, dans le cadre du plan Rosetta : quelque 60.000 jeunes bénéficient de ce plan, parmi lesquels, bien entendu, un nombre important d'allochtones, qui se sont vu offrir un contrat.
On a également essayé d'élargir toute une série de mesures, pas nécessairement tournées vers les jeunes mais qui leur profitent sensiblement. Je fais allusion, notamment, aux plans +1, +2 et +3, ainsi qu'aux agences locales pour l'emploi, au niveau « Avantages à l'embauche », et au Fonds budgétaire interdépartemental de promotion de l'emploi dans le secteur des hôpitaux.
Je vous signale également que le champ d'application des mesures précitées va être étendu aux personnes qui bénéficient de l'aide sociale financière et réunissent une des conditions suivantes :
Uit het voorgaande blijkt dat de hoge werkloosheid bij allochtone jongeren niet het gevolg is van de wetgeving. Zonder dat de wet er expliciet naar verwijst, wordt in de federale werkgelegenheidsmaatregelen steeds rekening gehouden met deze categorie jongeren. Om aangeworven te worden in het kader van het Rosettaplan moet een jongere geen recht hebben op een wachtuitkering. Het volstaat dat hij werkzoekende is. Het onderscheid is klein, maar van wezenlijk belang.
Om recht te hebben op een wachtuitkering moet een jongere minstens het lager secundair technisch- of beroepsonderwijs beëindigd hebben. Om tal van sociaal-culturele redenen is dat niet het geval voor allochtone jongeren. Om die jongeren niet te discrimineren wordt de eis van de wachtuitkering niet gesteld in het Rosettaplan.
Dat plan moedigt werkgevers extra aan om laaggeschoolde jongeren in dienst te nemen. In ruil voor die indienstneming geniet de werkgever een aanzienlijke patronale lastenverlaging. Die financiële aanmoediging komt onrechtstreeks de allochtone jongeren ten goede, aangezien hun aandeel hoog is bij de laaggeschoolden.
Veeleer de attitude van de werkgevers dan een onaangepaste reglementering is oorzaak van een hoge werkloosheid bij allochtone jongeren.
Mevrouw Meryem Kaçar (AGALEV). - Ik ben het eens met de minister dat de attitude van de werkgever een belangrijk element is. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat allochtone sollicitanten worden gediscrimineerd, zelfs als ze de Belgische nationaliteit hebben. Een non-discriminatiebeleid op het terrein van de werkgelegenheid is dan ook belangrijk.
Kans op een job hangt sterk af van de opleiding en daarbij staat dan weer de motivatie centraal. Als jongeren in hun omgeving meer werkenden hebben dan werklozen, zijn ze meer gemotiveerd om verder te studeren. De stimulansen vanuit onderwijs en tewerkstelling zijn cruciaal om die motivatie aan te wakkeren en te ontwikkelen.