2-31

2-31

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 2 MARS 2000 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Vincent Van Quickenborne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur «les relations entre la République populaire de Chine et Taiwan» (n° 2-93)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Er verschenen in de media de voorbije week opnieuw verontrustende berichten over de relatie tussen de Volksrepubliek China en Taiwan. Op 21 februari jongstleden heeft de Volksrepubliek China tegenover Taiwan nieuwe en onomwonden militaire dreigementen geformuleerd. Communistisch China beschouwt nationalistisch Taiwan immers nog altijd als een afvallige provincie.

Het hedendaagse Taiwan is een model voor ontwikkelingslanden. Zijn economie is welvarend en heeft een sterke basis. Toen de andere Aziatische tijgers met een zware recessie te kampen hadden, gaf Taiwan bij wijze van spreken geen krimp. Ondanks de zware militaire druk van China is het Taiwanese politieke systeem geëvolueerd van een autoritaire staat onder de krijgswet naar een bruisende democratie waar de burgers hun rechten ten volle kunnen opnemen. Nochtans erkent de wereld alleen de Volksrepubliek China als volwaardig lid van de Verenigde Naties en wordt Taiwan als een paria beschouwd. Ik vind dat onbegrijpelijk.

België maakt er terecht een punt van op te treden tegenover landen die de mensenrechten met voeten treden. Precies het omgekeerde voltrekt zich in Zuid-Oost-Azie. Een duidelijk signaal van de Belgische regering kan deze trend ongetwijfeld doen keren.

China wil de uitslag van de komende Taiwanese presidentsverkiezingen, die op 18 maart plaatshebben, helpen bepalen door de presidentskandidaten onder druk te zetten. De Taiwanese bevolking is zich de afgelopen jaren bewust geworden van haar eigen identiteit en dat wordt weerspiegeld in de houding van de drie presidentskandidaten. China is echter niet gerust in dit Taiwanese zelfvertrouwen. Het voert de militaire druk op door uitspraken te doen zoals "Taiwan onafhankelijk betekent oorlog". De directeur van de CIA heeft voor de Amerikaanse Senaat bevestigd dat er in de Straat van Formosa een duidelijke militarisering aan de gang is. Uit andere bronnen blijkt dat China enorme inspanningen levert om in de kortst mogelijke tijd een arsenaal aan raketten op te bouwen.

In deze context vind ik het dan ook gepast de minister te ondervragen. Welke houding neemt België aan tegenover het de facto onafhankelijke Taiwan? Kan de minister de Chinese militaire bedreigingen aan het adres van Taiwan bevestigen? Hoe reageert België in voorkomend geval? Is er sprake van een betrokkenheid van België of Belgisch ondernemingen bij de wapenwedloop die zich daar afspeelt? Aangezien Taiwan door de Verenigde Naties niet officieel is erkend, heeft het ook geen ambassades, enkel "bureaus". Wat is het statuut van de Taiwanese diplomatieke delegatie in België, als die er al is? Geniet ze diplomatieke onschendbaarheid? Welke rol vervult ze? Onderhouden Belgische en Europese delegaties bilaterale contacten met Taiwanese delegaties?

Ik sluit af met een kort huldeblijk: "Leve Taiwan, de enige echte republiek China."

De heer Jan Remans (VLD). - Zoals collega Van Quickenborne reeds eerder zei, heeft China een witboek gepubliceerd waarin de nieuwe politiek ten opzichte van Taiwan wordt aangegeven. Uit een van de hoofdpunten hiervan blijkt dat China geweld achter de hand houdt als Taiwan niet vlug gesprekken aanknoopt. Dit betekent een wijziging van een vroeger standpunt. Vroeger zegde China immers enkel te zullen aanvallen indien Taiwan echt onafhankelijk wordt of een vreemde macht het land binnenvalt.

In de aanloop naar de komende Taiwanese presidentsverkiezingen heeft geen enkele politieke partij de gesprekken met China afgebroken. Geen van de drie kandidaten voor de presidentsverkiezingen van maart heeft zich in zijn campagne negatief opgesteld ten opzichte van China. Integendeel, ze pleiten allen voor een opener relatie na de verkiezingen. Dit betekent dat ze afstand doen van Lee's go slow-politiek, van een beperking van de investeringen in China en van het verbod op directe betrekkingen.

The Economist meldt deze week dat de agressievere houding van China in voornoemd witboek de Taiwanese presidentskandidaten wegduwt van de dialoog met China. Met het oog op de periode na de verkiezingen wil niemand in Taiwan zich immers nog zacht opstellen of toegeven aan de Chinese druk. Het is dus zeer de vraag of iemand in Taiwan zal plooien voor de eisen van China. Indien niemand toegeeft, is dit voor China een fiasco op het gebied van de public relations. In dit verband kan trouwens worden verwezen naar de fantaisistische Chinese rakettensimulatie bij de vorige verkiezingen, toen Lee toch nog meer dan vijftig percent van de stemmen behaalde en de Verenigde Staten hun vloot naar de regio moesten sturen om de gemoederen te bedaren.

Kortom, wat de openheid naar de wereld betreft, houdt deze situatie dus een groter risico in voor China dan voor Taiwan.

De mensen op het terrein zijn het echter met mij eens dat er ook nog andere argumenten een rol kunnen spelen. Het zou immers kunnen dat China allesbehalve klaar is om zonder gezichtsverlies toe te treden tot de WHO. De harde fracties in Peking zouden zo tweemaal kunnen winnen. Een eerste keer door een harder standpunt in te nemen ten opzichte van Taiwan en een tweede keer door de toetreding tot de WHO zonder gezichtsverlies uit te stellen. Taiwan staat immers te trappelen van ongeduld om lid te worden van de WHO. Er bestaat evenwel een overeenkomst waardoor Taiwan niet vóór China kan toetreden. Zodoende zou de toetreding van zowel China als van Taiwan worden verhinderd. In dit verband wordt in Taiwan trouwens het volgende mopje verteld : "Taiwan will join WTO in April, we just need to see in which year".

Taiwan is Hong Kong niet. Taiwan is geen kolonie, zoals de heer Van Quickenborne terecht opmerkt, het is meer dan dat. Het is een levendige democratie in opbouw en 80% van de bevolking wil niet weten van het huidige Chinese systeem dat in Hong Kong wordt toegepast.

Intussen rijst natuurlijk de vraag of China klaar is om Taiwan succesvol met troepen te bezetten of te omsingelen. China heeft wel troepen, maar geen ervaring. Als alternatief zouden ze kunnen kiezen voor een omsingeling van het eiland met raketten en duikboten om de economie stil te leggen. Geen van beide opties - de verovering noch de omsingeling - lijkt op korte tijd haalbaar. Een gewelddadige aanpak zou alleen maar negatief uitdraaien voor China, want Taiwan is op wereldschaal economisch belangrijk, zeker op korte termijn. De enig denkbare en aanvaardbare reden die China kan hebben om Taiwan effectief aan te vallen is een politieke. Om de aandacht van interne sociale onrust af te leiden en het land in een front te verenigen is er niets zo goed als een oorlogje waarin de nationalistische snaar wordt bespeeld. Het Westen en ook België zullen niet toestaan dat Taiwan wordt geïsoleerd.

Tot zover een paar gedachten die ik onze bezinningskamer en de wijze minister wil meegeven.

De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. - Zowel België als de overige EU-landen gaan akkoord met het door de Volksrepubliek China gehuldigde beginsel "één staat, twee systemen" en onderhouden bijgevolg geen diplomatieke betrekkingen met Taiwan.

De spanning tussen de Volksrepubliek China en Taiwan is sinds juli vorig jaar aanzienlijk toegenomen. President Lee Teng-Hui pleitte toen voor relaties van staat tot staat tussen beide landen, wat meteen scherpe reacties van de Volksrepubliek China uitlokte. Op 18 maart aanstaande worden in Taiwan vrije presidentsverkiezingen gehouden. De drie grote kanshebbers zijn de huidige vice-president Lien Chan, die een voorstander lijkt te zijn van het behoud van het status-quo, James Soong Chu-ju, die voorstander is van een hereniging op termijn, en de onafhankelijkheidskandidaat Chen Shui-bian.

De Volksrepubliek probeert de verkiezingen te beïnvloeden door te wijzen op de voordelen van de hereniging. Taiwan zou dan een statuut in de wacht kunnen slepen dat nog gunstiger zou uitvallen dan de liberale regeling die destijds voor Hong Kong is uitgewerkt. De Volksrepubliek steekt echter ook een dreigende vinger op voor het geval dat de "independentisten" het pleit zouden winnen. Vorige maand publiceerde de Volksrepubliek China een witboek met de titel The one-China principle and the Taiwan issue. Daarin wordt zelfs gedreigd met militaire acties indien de Taiwanese overheid onderhandelingen met het oog op de hereniging verder uit de weg gaat. Waarschuwingen van derde landen, zoals de VS, tegen dergelijk sabelgekletter werden door de Volksrepubliek prompt als inmenging in interne Chinese aangelegenheden afgedaan.

Net zoals de andere Westerse landen neemt België de Chinese dreigingen heel ernstig. Zelf indien een grootschalige militaire confrontatie momenteel weinig waarschijnlijk lijkt, valt de mogelijkheid tot regionale destabilisering met remmende nevenwerkingen op de economieën in de regio, niet te onderschatten. België pleit dan ook voor meer terughoudendheid en verantwoordelijkheidszin bij beide partijen. België is geenszins betrokken bij de bewapeningswedloop tussen de Volksrepubliek en Taiwan.

Taiwan beschikt over de Taipeh Representative Office, die fungeert als onofficiële handelsmissie in België. Het vertegenwoordigingskantoor onderhoudt nauwe contacten met het bedrijfsleven en diverse privé-verenigingen. In geen geval kan het politieke contacten leggen met de federale regering. Parlementaire delegaties van de regio's en gemeenschappen, van Kamer en Senaat en van het Europees parlement bezoeken daarentegen vrij geregeld Taiwan. De leden van het Taiwanese kantoor genieten geen diplomatieke onschendbaarheid, maar kregen wel beperkte faciliteiten uitsluitend met het oog op de praktische werking van het kantoor.

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Het antwoord van de minister laat bij mij toch een gevoel van onbehagen na. Het is nog steeds onduidelijk waarom België en Europa het principe van `één staat- twee systemen' blijven verdedigen en waarom ze wel China erkennen en niet Taiwan. De echte reden is allicht dat de economische belangen in China nog altijd zwaarder wegen dan de naleving van de mensenrechten. De aanpak van de Taiwanese regering is toch duidelijk veel democratischer en eerlijker en respecteert veel beter de mensenrechten dan die van de Chinese regering.

Ik betreur ten zeerste dat de regering en Europa blijven zweren bij relaties met China en niet de moed opbrengen om Taiwan te erkennen.

- L'incident est clos.