De hele wijk rond het Koningsplein en het Park van Brussel werd na de zware brand die in 1731 het Paleis van de Hertogen van Brabant verwoestte, heraangelegd in neoklassieke stijl, volgens de plannen van architect Barnabé Guimard. Het huidige Paleis der Natie maakte deel uit van dit project.

De eerste steen werd gelegd in 1779, tijdens het bewind van keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk. Oorspronkelijk was het paleis bedoeld als zetel voor de Soevereine Raad van Brabant, het hoogste rechts- en bestuurslichaam van het hertogdom Brabant.

Onder het Franse regime (1796 - 1815) hadden rechtbanken er zitting. In een deel van de huidige Senaatsvleugel was gedurende enkele jaren zelfs een 'Hôtel des Étrangers' gevestigd. Vandaag zouden we dit een reizigershotel noemen.

Tijdens het Hollandse regime (1815 - 1830) vergaderde de wetgevende vergadering - de Staten-Generaal der Nederlanden - om de beurt in Den Haag en in dit gebouw. Daarmee deed het voor het eerst dienst als parlement.

In 1830 vestigden het Voorlopig Bewind (= de eerste Belgische regering) en het Nationaal Congres (= de eerste grondwetgevende assemblee) zich in het gebouw. Sedert 1831 vergaderen hier de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat. Het gebouw heet sindsdien het 'Paleis der Natie'.

Het gebouw werd in 1820 en in 1883 door brand geteisterd. Door die branden en door de verschillende bestemmingen die het sinds zijn ontstaan kreeg, werd het gebouw binnenin voortdurend aangepast. De buitenzijde bleef nagenoeg onaangeroerd. Tijdens de restauratie rond 1920 werd de volgens de neoklassieke traditie bepleisterde en witgeschilderde voorgevel wel afgebikt.