In het Paleis der Natie huizen de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers, de twee assemblees die samen het federaal parlement vormen. De Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers zijn twee heel verschillende assemblees die nauw samenwerken en elkaar aanvullen.

In de Senaat zetelen de verkozenen die de deelstaten vertegenwoordigen. In de Kamer zetelen de rechtstreeks verkozenen die de burgers vertegenwoordigen.

Op federaal niveau maken de Senaat en de Kamer wetten en vormen ze de wetgevende macht, samen met de Koning. Voor de belangrijkste wetten (zoals de Grondwet en wetten die de organisatie van de Staat regelen) moeten de Senaat en de Kamer akkoord gaan over precies dezelfde wettekst. De Kamer maakt de meeste andere wetten, controleert de regering en keurt de begroting goed.

De Senaat is de assemblee van de deelstaten. De deelstaten hebben via hun senatoren een zeg in het federale beleid. De Senaat stelt informatieverslagen op over onderwerpen waar de federale bevoegdheden en die van de deelstaten elkaar raken. Hij bemiddelt ook bij conflicten tussen de parlementen in België. Via hun senatoren kunnen de deelstaatparlementen ook deelnemen aan internationale parlementaire vergaderingen. De Senaat staat ook in voor bepaalde voordrachten in hoge rechtsorganen.