Naast de 40 rechtstreeks verkozen senatoren telt de Senaat 21 gemeenschapssenatoren. Het Vlaams Parlement en het Parlement van de Franse Gemeenschap wijzen elk onder hun leden 10 gemeenschapssenatoren aan, het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap 1. Deze 21 senatoren hebben een dubbel mandaat: zij zetelen gelijktijdig in een gemeenschapsparlement en in de Senaat. Daardoor zorgen zij voor de vertegenwoordiging van de deelgebieden in het Federale Parlement. Zij kunnen hun mandaat van senator pas uitoefenen na de eedaflegging in de Senaat. De verdeling van de 10 Vlaamse en 10 Franstalige Gemeenschapssenatoren over de verschillende partijen gebeurt op basis van de uitslag van de verkiezingen voor de rechtstreeks verkozen senatoren en aan de hand van het systeem D'Hondt. Na de openingsvergadering van de Senaat waarop de rechtstreeks verkozen senatoren de eed afleggen, deelt de griffier van de Senaat aan de voorzitters van het Vlaams Parlement en het Parlement van de Franse Gemeenschap het aantal gemeenschapssenatoren mee die aan de politieke fracties van die parlementen toekomen. De Duitstalige gemeenschapssenator wordt niet volgens hetzelfde systeem toegewezen aan een bepaalde fractie. Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wijst hem vrij aan bij meerderheid van stemmen. Partijen zonder rechtstreeks verkozen senator hebben geen recht op gemeenschapssenatoren. De gemeenschapsparlementen beschikken over maximum 10 dagen om de namen van de gemeenschapssenatoren mee te delen aan de Senaat. In de praktijk gaat het meestal sneller en leggen de gemeenschapssenatoren de eed af een week na de rechtstreeks verkozen senatoren. Ook de gemeenschapssenatoren mogen de eed slechts afleggen na het onderzoek van hun geloofsbrieven. In de praktijk gaat de commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven vooral na of elke fractie evenveel kandidaten heeft aangewezen als waar ze recht op had. Het is niet nodig na te gaan of de betrokkenen voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Zij zijn immers al lid van een gemeenschapsparlement waarvoor dezelfde verkiesbaarheidsvoorwaarden gelden als voor de Senaat. |