Familiezaken: behandeling achter gesloten deuren in een aantal gevallen

De openbaarheid van de terechtzittingen is een grondwettelijk beginsel. Deze openbaarheid garandeert de rechtzoekende een billijk proces en beschermt hem tegen een geheime rechtspraak die aan de publieke controle zou ontsnappen. De Senaat is echter van oordeel dat er voor familiezaken uitzonderingen moeten zijn om het recht op eerbiediging van het privé-leven te vrijwaren en voor een menselijkere justitie te zorgen.

Familiezaken zijn vaak conflictueus en hebben meestal weinig gevolgen voor derden. Dankzij een zitting met gesloten deuren die door de rechter 'aanpasbaar' is, zouden de partijen en hun kinderen zich vrijer kunnen uitspreken over zeer persoonlijke aangelegenheden zonder voor de nieuwsgierigheid van het publiek te moeten vrezen. Het debat zou aan sereniteit winnen, wat op zijn beurt zou moeten leiden tot gerechtelijke beslissingen die beter door de partijen aanvaard worden.

De Senaat stelt daarom voor de behandeling met gesloten deuren toe te passen in een beperkt aantal gevallen, zoals de procedures inzake het ouderlijk gezag, de huisvesting of het persoonlijk contact met de grootouders. Hetzelfde geldt nu al voor adoptie-, voogdij- en echtscheidingsprocedures (met inbegrip van de voorlopige maatregelen).

Naargelang de omstandigheden van de zaak kan de rechter op elk moment besluiten om opnieuw over te gaan tot een openbare zitting. Het wetsvoorstel verandert overigens niets aan het principe dat de rechter zijn beslissing in openbare zitting uitspreekt.

De voorgestelde tekst maakt het Gerechtelijk Wetboek terzake ook duidelijker. In artikel 757 worden voortaan alle procedures gegroepeerd waarvoor de terechtzitting met gesloten deuren in familiezaken van toepassing is. Verder worden gehuwde en ongehuwde koppels op dezelfde manier behandeld.

De Senaat nam het wetsvoorstel op 21 januari 2010 eenparig aan. Het wordt momenteel behandeld door de Kamer.

Wetgevingsdossier nr. 4-1211