Als 17-jarig verzetslid in de hel van de concentratiekampen
een overlever vertelt

10 mei 1940. Het Duitse leger overweldigt België en vestigt een keiharde bezetting.

15 oktober 1943. Duitse soldaten vallen midden in de nacht binnen in het huis van het bakkersgezin Baeten in Lier. Het enig kind, Pieter-Paul, 17 jaar, leerling in het laatste jaar van de humaniora, wordt uit zijn bed gelicht en meegenomen. Hij had zich durven verzetten tegen de verstikkende dictatuur. Het is het begin van een tocht doorheen de hel van meerdere concentratiekampen.

Pieter-Paul Baeten

19 april 1945. Pieter-Paul komt eindelijk terug thuis. Hij weegt nog 36 kilo. Een terugkeer uit de hel – zo onbeschrijfelijk erg dat niemand zijn verhalen gelooft. Hij zwijgt.

Pas jaren later begint hij weer zijn verhaal te vertellen. Steeds opnieuw. Een eerbetoon aan allen die het leven lieten in hun strijd voor de vrijheid. Een smeekbede aan de jeugd om de democratie niet als vanzelfsprekend te beschouwen - maar haar dag na dag te bewaken.

Pieter-Paul Baeten overleed in 2017. Twee jaar eerder deelde hij nog zijn verhaal in het halfrond van de Senaat.

De COVID-19-crisis verhindert ook dit jaar de traditionele ontmoeting op 8 mei tussen jongeren en oud-strijders, verzetslieden en leden van vaderlandslievende verenigingen uit het hele land. Daarom deze montage uit Pieter-Paul Baetens getuigenis van 8 mei 2015.