8‑11 Belgische Senaat Gewone Zitting 2024‑2025 Plenaire vergaderingen Vrijdag 20 juni 2025 Ochtendvergadering |
8‑11 Sénat de Belgique Session ordinaire 2024‑2025 Séances plénières Vendredi 20 juin 2025 Séance du matin |
|
|||
Voorlopig verslag
Nog niet
goedgekeurd door de sprekers. |
Compte rendu provisoire
Non encore approuvé
par les orateurs. |
|
|||
Inhoudsopgave |
Sommaire |
||||
Inoverwegingneming van voorstellen
|
Approbation de l’ordre du jour Prise en considération de propositions
|
||||
Voorzitter: de heer Vincent Blondel (De vergadering wordt geopend om 10.00 uur.) |
Présidence de M. Vincent Blondel (La séance est ouverte à 10 h 00.) |
|
|||
Goedkeuring van de agenda |
|
||||
De voorzitter. – De agenda zoals vastgesteld door het Bureau werd elektronisch meegedeeld. Aangezien er geen opmerkingen zijn, is de agenda goedgekeurd. |
M. le président. – L’ordre du jour établi par le Bureau a été communiqué par voie électronique aux sénateurs. Puisqu’il n’y a pas d’observations, l’ordre du jour est approuvé. |
|
|||
Wetsvoorstel tot uitlegging van de artikelen 1, 3, 8, 10 en 13 van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek (van mevrouw Valérie De Bue; Doc. 8‑70) |
|||||
Algemene bespreking |
|||||
Mevrouw Griet Vanryckegem (N‑VA), rapporteur. – Namens de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden breng ik verslag uit van de werkzaamheden van de commissie rond het wetsvoorstel tot uitlegging van de artikelen 1, 3, 8, 10 en 13 van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek. Het voorstel is er gekomen naar aanleiding van de rechtsonzekerheid over de geheimhouding van documenten en processen-verbaal uit parlementaire onderzoekscommissies. Het wetsvoorstel wil verduidelijken of gerechtelijke autoriteiten beslag mogen leggen op documenten van gesloten vergaderingen van een parlementaire onderzoekscommissie wanneer deze commissie het geheimhoudingsprincipe niet expliciet heeft opgeheven. Deze interpretatieve wet bevestigt dat in dergelijke gevallen de geheimhouding absoluut is. De concrete aanleiding was een arrest van 5 oktober 2022 van de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van Beroep te Brussel in het kader van de inbeslagname van processen-verbaal van getuigenverhoren afgenomen tijdens vergaderingen met gesloten deuren van een parlementaire onderzoekscommissie. Het recht op parlementair onderzoek is sinds 1881 grondwettelijk verankerd. De wet van 30 juni 1996 verduidelijkt de geheimhoudingsplicht. De interpretatieve wet die we nu bespreken, steunt op artikel 84 van de Grondwet en heeft terugwerkende kracht met als doel de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever te verduidelijken en rechtsonzekerheid weg te nemen. De commissie besprak het wetsvoorstel voor een eerste maal op 3 februari 2025 en besloot enkele hoorzittingen te organiseren. De volgende personen werden gehoord. Op 10 maart 2025 waren dat mevrouw Céline Romainville, hoogleraar grondwettelijk recht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Université catholique de Louvain (UCLouvain), de heer Julian Clarenne, postdoctoraal onderzoeker aan de McGill University in Montreal, en de heer Marc Uyttendaele, hoogleraar grondwettelijk recht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Université libre de Bruxelles (ULB). Op 24 maart 2025 luisterden we naar de heer Koen Muylle, staatsraad, en de heer Patrick Gaudius, ondervoorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel en onderzoeksrechter. Ook het College van procureurs-generaal werd uitgenodigd voor een hoorzitting, maar verkoos ons een schriftelijk advies te bezorgen. Tegelijk heeft het Studiecentrum Oorlog en Maatschappij (CegeSoma) van het Rijksarchief uit eigen beweging aan de commissie een advies over dit wetsvoorstel bezorgd. Op verzoek van de commissie heeft de juridische dienst van de Senaat een nota geredigeerd die een overzicht biedt van de rechtsvragen die rijzen bij de geheime gegevens van een parlementaire onderzoekscommissie, en die uiteenzet hoe de verschillende wetgevende initiatieven in de Senaat en in de Kamer van volksvertegenwoordigers zich tot elkaar verhouden. Men vindt deze adviezen en deze nota als bijlage bij het verslag. Namens de commissie wil ik alle experten en de diensten danken voor hun waardevol advies en heldere analyses. De commissie besprak het wetsvoorstel tijdens haar vergaderingen van 2 en 16 juni 2025. Tijdens deze laatste vergadering vonden ook de stemmingen plaats. Alle partijen namen aan de commissievergaderingen deel en stelden vragen aan de experten. Alle partijen, met bijvoorbeeld mevrouw De Bue, de initiatiefneemster van het voorstel, benadrukten het belang van een duidelijk wettelijk kader. Vanuit N‑VA benadrukte ikzelf ook de soevereiniteit van het Parlement en vanuit cd&v benadrukte de heer Dalle het belang van rechtszekerheid. Ook Vooruit steunde het voorstel na de antwoorden van de experten. Vanuit Les Engagés stond voorzitter Blondel positief tegenover het voorstel. Hij stelde ook vragen over de gevolgen na de ontbinding van een commissie. Vanuit Open Vld benadrukte mevrouw D’Hose dat vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor getuigen. Ook Vlaams Belang, PVDA/PTB, PS en Ecolo-Groen namen deel aan de commissievergaderingen en hoorzittingen en stelden pertinente vragen. Omdat het voorstel terugwerkt tot vóór 2014, toen de Senaat nog een onderzoeksbevoegdheid had, valt het onder de verplichte bicamerale procedure van artikel 77 van de Grondwet. |
Mme Griet Vanryckegem (N‑VA), rapporteuse. – |
||||
Een identieke tekst werd dus ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers, eerst door mevrouw Tillieux, voorzitster tijdens de vorige legislatuur, en recenter door de heer De Roover. De diensten van de Kamer zijn op de hoogte van ons wetsvoorstel en hebben gevraagd om geïnformeerd te worden over de besprekingen hier. Hoewel de Senaat sinds 2014 niet meer bevoegd is voor parlementair onderzoek, bewaart hij wel archieven van vroegere onderzoeken. Daarom is het wetsvoorstel ook voor onze instelling relevant, zeker gezien de retroactiviteit ervan. Als conclusie kunnen we dus zeggen dat het wetsvoorstel een noodzakelijke juridische verduidelijking aanbrengt, het parlementaire werk en de vertrouwelijkheid van getuigenissen beschermt en de grenzen tussen de wetgevende en de rechterlijke macht bevestigt. Het wetsvoorstel in zijn geheel werd met eenparigheid van stemmen aangenomen. |
|
||||
Mevrouw Valérie De Bue (MR). – |
Mme Valérie De Bue (MR). – Nous examinons aujourd’hui un texte juridiquement modeste, mais institutionnellement fondamental. Cette proposition de loi interprétative vise à rétablir la clarté nécessaire sur un point central du droit parlementaire : le respect du secret des commissions d’enquête lorsqu’elles siègent à huis clos. L’objectif est clair : rappeler que conformément à la volonté du législateur initial, aucun juge ne peut saisir les documents d’une commission d’enquête tenue à huis clos, sauf si celle-ci a décidé de lever le secret. Il ne s’agit pas d’un privilège, mais d’un principe de séparation des pouvoirs destiné à protéger la capacité du Parlement à exercer pleinement ses missions de contrôle et d’évaluation politique. Cette nécessité s’est imposée à la suite d’un arrêt de la chambre des mises en accusation de la Cour d’appel de Bruxelles, rendu en 2022, qui affirmait que l’article 1er de la loi de 1880 ne faisait pas obstacle à la saisie judiciaire de procès-verbaux confidentiels. À notre sens, cette lecture trahit à la fois la lettre et l’esprit de la loi. En réponse, nous proposons une clarification interprétative conforme à la Constitution et à l’intention du législateur initial, comme l’a reconnu le Conseil d’État. Il s’agit de garantir la souveraineté des commissions d’enquête. Elles seules peuvent décider en toute indépendance de lever ou non le secret sur leurs travaux. Ce pouvoir cesse dès leur dissolution. Mais au-delà de la technique juridique, ce débat touche à la confiance que les citoyens, et en particulier les témoins, peuvent avoir dans nos institutions. Lorsqu’un témoin est entendu à huis clos, il le fait souvent avec la garantie expresse que ses propos resteront confidentiels. Cette promesse engage le Parlement. Comme l’ont souligné le Conseil d’État et l’avocat général près la Cour de cassation dans leur avis, ce secret constitue un contrat moral et institutionnel fondamental. Il ne peut être trahi après coup sans porter atteinte à la crédibilité même du travail parlementaire. Selon ces avis, tout mécanisme de déclassification des documents confidentiels ne peut s’envisager que pour l’avenir, à condition que les témoins soient informés à l’avance. Vouloir imposer rétroactivement une levée de secret reviendrait à briser la parole donnée. Et une institution qui ne tient pas ses engagements est une institution qui se fragilise. Enfin, cette proposition n’empêche pas, bien au contraire, une réflexion approfondie sur l’avenir des archives parlementaires. Il nous reviendra donc, peut-être en concertation avec la Chambre, de mener à terme une réflexion spécifique sur le devenir des archives des commissions d’enquête parlementaire passées, dans une optique de transparence historique mais dans un cadre juridiquement clair, historiquement rigoureux et institutionnellement responsable. Ce texte, que nous nous apprêtons à voter, vise donc à préserver un équilibre fondamental entre transparence et efficacité, entre contrôle démocratique et sécurité juridique. Il ne nie pas la justice, mais il réaffirme que le judiciaire et le législatif ont des sphères d’autonomie qui ne doivent pas se confondre. Il consolide notre cadre légal sans le modifier, en garantissant que notre parole, celle du Parlement, reste fiable et digne de confiance. Pour toutes ces raisons, le groupe MR soutient pleinement cette initiative. Nous voterons donc en faveur de cette proposition de loi interprétative. |
||||
Mevrouw Alice Bernard (PVDA‑PTB). – |
Mme Alice Bernard (PVDA‑PTB). – Il y a évidemment de très bons arguments pour soutenir cette proposition de loi interprétative, l’élément essentiel à cet égard étant celui de la confidentialité, en particulier dans les dossiers sensibles. Certaines personnes pourraient en effet ne pas oser témoigner devant une telle commission d’enquête si la confidentialité n’était pas garantie. Pensons, par exemple, à la commission d’enquête sur les abus au sein de l’Église. Il est normal que les témoins veuillent avoir la garantie de la confidentialité. Il y a toutefois un revers à la médaille, en ce sens qu’en rendant certaines informations inaccessibles, on risque de restreindre les prérogatives du pouvoir judiciaire. La proposition de loi à l’examen fait suite à un arrêt de la Cour d’appel de Bruxelles dans lequel celle-ci a indiqué que certains procès-verbaux de séances à huis clos pouvaient être saisis. Il s’agissait en l’occurrence de la commission d’enquête sur l’assassinat de Patrice Lumumba, dans lequel, on le sait maintenant, l’État belge était impliqué. Si la proposition de loi à l’examen était appliquée, cela pourrait aboutir à ce que la responsabilité de l’État belge reste dissimulée. C’est la raison pour laquelle nous pensons qu’il faut clarifier certaines choses pour pouvoir garantir un meilleur équilibre entre les différents aspects en jeu, à savoir l’enquête parlementaire, d’une part, et l’enquête judiciaire, d’autre part. Vu l’importance de la justice sociale, de la transparence, de la vérité historique et de la lutte contre les abus de pouvoir, il est essentiel que la justice puisse, sous des conditions strictes, avoir accès aux documents confidentiels des commissions d’enquête parlementaire, et ce sans préjudice du droit au témoignage à huis clos et de la possibilité d’anonymat pour les témoins. Les conditions strictes que nous proposons d’instaurer par voie d’amendement en les ajoutant à l’article 2 de la proposition de loi sont les suivantes : l’autorisation de saisir les documents doit être accordée par un juge indépendant, l’anonymat des témoins doit pouvoir être garanti – c’est le contenu des témoignages qui compte, pas l’identité des témoins – et le caractère confidentiel des pièces qui ne sont pas utiles pour l’enquête judiciaire doit rester garanti. Nous pensons que cet amendement permettra de mieux préserver l’équilibre entre la confidentialité promise de l’enquête parlementaire et la possibilité pour la justice de mener ses investigations. |
||||
Mevrouw Anne Lambelin (PS). – |
Mme Anne Lambelin (PS). – Cette initiative s’inscrit dans la continuité d’une proposition qui avait été déposée par ma collègue Eliane Tillieux et qui avait pour ambition d’assurer une interprétation cohérente des dispositions concernées, tant pour les archives passées que futures des commissions d’enquête de la Chambre et du Sénat. Nous nous réjouissons que la proposition à l’examen ait pu être examinée en commission et soit aujourd’hui en cours de validation. Nous remercions Mme De Bue d’avoir pris l’initiative de ce texte. Pour nous, socialistes, une telle cohérence institutionnelle est à la fois légitime et indispensable. Le texte, adapté à la suite de l’avis du Conseil d’État du 6 mai reprend le contenu de la proposition précédente de Mme Tillieux. Les articles visés s’interprètent comme garantissant qu’aucune pièce ni aucun procès‑verbal afférent à une réunion non publique d’une commission d’enquête parlementaire, dans l’hypothèse où celle‑ci n’aurait pas décidé de lever l’obligation de secret, ne peut être saisi par un juge. Cette précision, ajoutée à l’issue de l’avis du Conseil d’État, confère aux commissions le pouvoir exclusif, en toute indépendance, de lever ou de maintenir le secret Les auditions à huis clos constituent un moment privilégié, où témoins et experts s’expriment en toute confiance. Si une quelconque incertitude subsistait après ces auditions, cela risquerait d’éroder la confiance dans nos institutions. Nous avons auditionné des experts de renom : Mme Romainville, M. Uyttendaele, M. Clarenne et M. Muylle. Nous avons aussi reçu l’avis du Conseil d’État. Tous ont unanimement validé la constitutionnalité et la portabilité de ce dispositif. Ils confirment que ni l’indépendance judiciaire, ni les droits fondamentaux des témoins, ni l’autorité du Parlement n’en souffrent, mais qu’au contraire, ils en ressortent renforcés. Nous voterons donc en faveur de ce texte, qui assure justice, transparence et confiance dans nos mécanismes d’enquête. |
||||
De heer Benjamin Dalle (cd&v). – Het gaat inderdaad om een belangrijk thema. Heel wat passages uit de Belgische geschiedenis hebben ook aanleiding gegeven tot parlementaire onderzoekscommissies. Denk maar aan dossiers als Dutroux, Sabena, Fortis, COVID, de moord op Lumumba. De afgelopen maanden hebben we over het voorstel heel wat bijzonder interessante hoorzittingen gehouden, met topdeskundigen in de materie. Namens de cd&v-fractie willen wij hen graag hartelijk danken voor hun inzet. Het is immers vaak toch een kleine drempel om naar de Senaat te komen, gelet op de hele discussie over onze instelling. Dit dossier toont echter wel degelijk aan dat we ons werk vandaag nog bijzonder grondig kunnen doen, met de gewaardeerde bijdrage van deskundigen. In de commissie was er veel steun voor het interpretatieve wetsvoorstel en hier en daar ook wel wat bezorgdheden. Het is belangrijk dat we vandaag duidelijkheid scheppen voor alle betrokkenen, en met dit wetsvoorstel expliciteren dat geen enkel stuk of proces-verbaal dat betrekking heeft op een niet-openbare vergadering van een parlementaire onderzoekscommissie, door een rechter in beslag kan worden genomen indien de commissie niet heeft beslist om de geheimhoudingsplicht op te heffen. Zo heeft de wetgever het, volgens ons, oorspronkelijk ook bedoeld. Het lijkt ons tevens een verantwoorde interpretatie. Ze zorgt er namelijk voor dat we de legitieme verwachtingen van getuigen die achter gesloten deuren hun verhaal deden, respecteren. Het vergt immers vaak moed om voor een dergelijke onderzoekscommissie te komen getuigen. Het is dan ook belangrijk dat getuigen op absolute discretie kunnen rekenen. Daarnaast denken wij dat deze interpretatie de efficiëntie en geloofwaardigheid van het parlementair onderzoek en van het uitzonderingsregime van getuigen achter gesloten deuren maximaal in stand houdt. Parlementair onderzoek is een krachtig instrument van onze parlementaire democratie, dat ons de kans geeft de waarheid te achterhalen in vaak complexe en soms pijnlijke dossiers. In die zin is het belangrijk dat de slagkracht van een dergelijk parlementair onderzoek gewaarborgd blijft. Tot slot wil ik nog een kleine persoonlijke, kritische noot toevoegen over de manier waarop ons onderzoek vaak verloopt. Ik heb het dan niet over het parlementair onderzoek, maar over het onderzoek waar het hier indirect over gaat, namelijk het politioneel en gerechtelijk onderzoek. Het valt mij op dat er in ons land bij dat soort onderzoek heel vaak indiscreties zijn. Ik wil niemand met de vinger wijzen – gaat het om loslippigheid van politiediensten, het openbaar ministerie, de rechtbank, advocaten of nog anderen? – maar dergelijke indiscreties zorgen er in elk geval voor dat het vertrouwen in de vertrouwelijkheid van het onderzoek – politioneel, door het parket of op gerechtelijk niveau – niet altijd honderd procent is. Voor mij is ook dat een werkpunt en het verantwoordt a fortiori waarom wij als cd&v-fractie dit voorstel vandaag steunen. Ik wil graag iedereen bedanken die hieraan heeft bijgedragen: de experten, collega Debue, de rapporteur en iedereen die dit dossier in de commissie mee heeft voorbereid en gesteund. |
M. Benjamin Dalle (cd&v). – |
||||
Mevrouw Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés). – |
Mme Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés). – Je tiens tout d’abord à remercier Mme De Bue d’avoir déposé ce texte, qui permettra de renforcer la clarté juridique concernant l’accès aux travaux non publics d’une commission d’enquête parlementaire. Cette proposition de loi interprétative précise qu’à défaut de décision explicite de la commission d’enquête de lever le secret, l’accès aux pièces liées à cette réunion non publique ne sera pas autorisé, y compris pour l’autorité judiciaire. Cette précision est importante pour préserver le caractère spécifique parlementaire et politique des commissions d’enquête dans le respect de la séparation des pouvoirs. Le texte qui nous occupe prévoit notamment que si la commission d’enquête a été dissoute au moment où un juge sollicite l’accès auxdits documents, aucune consultation ne sera autorisée. C’est pourquoi nous rappelons, dans le respect évidemment des prérogatives de la Chambre, que combiner le traitement du présent texte bicaméral avec le texte monocaméral qui a été déposé par M. Peter De Roover ferait en fait pleinement sens. Je tiens aussi à remercier les experts juridiques et constitutionnalistes qui ont nourri notre réflexion par leurs précieuses analyses. J’adresse également mes remerciements au Collège des procureurs généraux et aux services d’archives, qui ont remis un avis écrit. Cela permettra également de contribuer à la réflexion que la Chambre des représentants mènera sur chacun de ces deux textes. Notre groupe Les Engagés soutiendra donc cette proposition qui permet de consolider le régime juridique des commissions d’enquête parlementaire, et ce dans le respect des principes institutionnels. |
||||
Mevrouw Celia Groothedde (Ecolo-Groen). – Dit voorstel gaat inderdaad over een belangrijke kwestie, namelijk of en onder welke voorwaarden een onderzoekscommissie al dan niet zelf beslist beslissen of en hoe onderzoeksactiviteiten worden opengesteld. Daar bestaan verschillende standpunten over en wij hebben inderdaad in de commissie ook opmerkingen geformuleerd bij het voorstel. De argumenten zijn divers. Het gaat om menselijke argumenten, maar ook institutionele en praktische, zoals bijvoorbeeld de eventuele retroactiviteit van het voorstel, en ook punten rond democratie en rond de scheiding der machten. Dit voorstel is bovendien niet zo evident als het lijkt. Zoals eerder al is aangegeven in de discussie, zijn er kwesties waarover achter gesloten deuren worden gediscussieerd, maar die de wens van een meerderheid en de wens van een moment overstijgen, zodat er later op een volledig andere manier naar kan worden gekeken. De moord op Patrice Lumumba is er daar zeker eentje van. Dat zijn kwesties van algemeen belang, van diepgaande rechtvaardigheid en op dat punt voelen we toch enige aarzeling bij dit voorstel. We hebben nog twee andere aarzelingen van meer procedurele aard. Want dit is toch wel een bijzondere manier van werken. Dit is nu mijn tweede zittingsperiode in deze instelling. Uiteraard vindt onze fractie dat de Senaat volheid van beslissing heeft en dat, zolang de Senaat bestaat, er hier moet worden gewerkt. Ook tijdens de vorige legislatuur hebben we trouwens diepgaand werk verricht en aangemoedigd, rond democratisering, klimaat, gezondheid. Zo werd bijvoorbeeld het informatieverslag rond lichamelijke zelfbeschikking – daar was ik ook zelf bij betrokken als hoofdindiener – unaniem aangenomen. Maar ik moet toegeven dat de afwezigheid van bepaalde fracties toen wel zeer frappant was. Ofwel weigerden ze over bepaalde kwesties te stemmen, ofwel zeiden ze dat een voorstel niet konden steunen omdat ze de Senaat niet steunden. En daarom is het toch wel bijzonder dat bepaalde fracties die die overtuiging zijn toegedaan, dit voorstel wel eerst in de Senaat bespreken. Tweede bedenking. In de Kamer is een ander voorstel ingediend dat de interpretatieve wet aanvult met een wijziging van de wet van 1880, namelijk het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek, teneinde een wettelijk mechanisme in te voeren voor de declassificatie van geheime gegevens. Ook hierover was er geen debat in de Kamer. Er zijn daar wel adviezen van het Raad van State over de gegevensbescherming op gekomen. Instinctief hebben wij de democratische reflex om te bepleiten zulke voorstellen samen te bespreken. Daarom zullen wij ons bij de stemming over het voorstel onthouden. |
Mme Celia Groothedde (Ecolo-Groen). – |
||||
Mevrouw Griet Vanryckegem (N‑VA). – Namens de N‑VA‑fractie wil ik nog even meegeven dat dit voorstel eveneens door de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers is ingediend. Het is belangrijk dat de geheimhouding wordt gerespecteerd en dat de rechterlijke macht niet zomaar kan ingrijpen in de soevereiniteit van de wetgevende macht. Beide wetsvoorstellen houden rekening met het advies dat de Raad van State uitbracht over dit wetsvoorstel, dat ook al tijdens de vorige legislatuur in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd ingediend. Ook al heeft de meerderheid onlangs beslist de werkzaamheden van de Senaat af te ronden, toch moeten we ervoor zorgen dat alles ook juridisch correct wordt afgerond en afgesloten, ook wat de archieven van de Senaat betreft. |
Mme Griet Vanryckegem (N‑VA). – |
||||
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
|
|||
Artikelsgewijze bespreking |
|
||||
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden, zie stuk 8‑70/3.) |
(Pour le texte adopté par la commission des Affaires institutionnelles, voir document 8‑70/3.) |
|
|||
– Artikel 1 wordt zonder opmerking aangenomen. |
– L’article 1er est adopté sans observation. |
|
|||
De voorzitter. – Op artikel 2 heeft mevrouw Bernard amendement nr. 1 ingediend, luidende: |
M. le président. – À l’article 2, Mme Bernard a déposé l’amendement no 1, libellé comme suit : |
|
|||
“Een uitzondering wordt hierop voorzien indien aan volgende voorwaarden is voldaan: a) onafhankelijke rechter heeft toestemming
gegeven; |
« Une exception est prévue si les conditions suivantes sont remplies : a) un juge indépendant a donné son
autorisation ; |
|
|||
– De aangehouden stemmingen en de stemming over het wetsvoorstel in zijn geheel hebben later plaats. |
– Il sera procédé ultérieurement aux votes réservés ainsi qu’au vote sur l’ensemble de la proposition de loi. |
|
|||
Inoverwegingneming van voorstellen |
|
||||
De voorzitter. – De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd elektronisch meegedeeld. Zijn er opmerkingen? Aangezien er geen opmerkingen zijn, beschouw ik die voorstellen als in overweging genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen. |
M. le président. – La liste des propositions à prendre en considération a été communiquée par voie électronique. Y a-t-il des observations ? Puisqu’il n’y a pas d’observations, ces propositions sont considérées comme prises en considération et renvoyées à la commission indiquée par le Bureau. |
|
|||
(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.) |
(La liste des propositions prises en considération figure en annexe.) |
|
|||
Stemmingen |
|
||||
(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.) |
(Les listes nominatives figurent en annexe.) |
|
|||
Wetsvoorstel tot uitlegging van de artikelen 1, 3, 8, 10 en 13 van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek (van mevrouw Valérie De Bue; Doc. 8‑70) |
|
||||
De voorzitter. – We stemmen eerst over amendement nr. 1 van mevrouw Bernard. |
M. le président. – Nous votons d’abord sur l’amendement no 1 de Mme Bernard. |
|
|||
Stemming nr. 1 |
Vote no 1 |
|
|||
Aanwezig: 49 |
Présents : 49 |
|
|||
– Het amendement is niet aangenomen. |
– L’amendement n’est pas adopté. |
|
|||
De voorzitter. – We stemmen nu over artikel 2. |
M. le président. – Nous votons maintenant sur l’article 2. |
|
|||
Stemming nr. 2 |
Vote no 2 |
|
|||
Aanwezig: 50 |
Présents : 50 |
|
|||
– Artikel 2 is aangenomen. |
– L’article 2 est adopté. |
|
|||
De voorzitter. – We stemmen ten slotte over het voorstel in zijn geheel. |
M. le président. – Nous votons enfin sur l’ensemble de la proposition. |
|
|||
Stemming nr. 3 |
Vote no 3 |
|
|||
Aanwezig: 50 |
Présents : 50 |
|
|||
– Het wetsvoorstel is aangenomen. – Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– La proposition de loi est adoptée. – Elle sera transmise à la Chambre des représentants. |
|
|||
Regeling van de werkzaamheden |
|
||||
De voorzitter. – De agenda van deze vergadering is afgewerkt. De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 18 juli 2025. |
M. le président. – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé. La prochaine séance aura lieu le vendredi 18 juillet 2025. |
|
|||
(De vergadering wordt gesloten om 10.40 uur.) |
(La séance est levée à 10 h 40.) |
|
|||
Berichten van verhindering |
|
||||
Afwezig met bericht van verhindering: de heren Verheyden en Dodrimont, om gezondheidsredenen, de dames Burssens, Claes, Van Walle en Van dermeersch, de heren De Brabandere en Deckmyn, wegens andere plichten. |
MM. Verheyden et Dodrimont, pour raison de santé, Mmes Burssens, Claes, Van Walle et Van dermeersch, MM. De Brabandere et Deckmyn, pour d’autres devoirs, demandent d’excuser leur absence à la présente séance. |
|
|||
– Voor kennisgeving aangenomen. |
– Pris pour information. |
|
|||
Bijlage |
|
||||
|
Naamstemmingen |
|
|||
|
Stemming nr. 1 |
Vote no 1 |
|||
|
Aanwezig: 49 |
Présents : 49 |
|||
|
Voor |
Pour |
|||
|
Ammi Jamila, Bernard Alice, Cocciolo Antonio, Van Gestel Raf |
||||
|
Tegen |
Contre |
|||
|
Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Buysse Yves, Capoen An, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Koyuncu Hasan, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Scholzen Liesa, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Teitelbaum Viviane, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Verreyt Hans, Wahl Jean-Paul, Witsel Thierry |
||||
|
Onthouding |
Abstention |
|||
|
El Hajjaji Hajib, Platteau Eva |
||||
|
Stemming nr. 2 |
Vote no 2 |
|||
|
Aanwezig: 50 |
Présents : 50 |
|||
|
Voor |
Pour |
|||
|
Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Buysse Yves, Capoen An, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Koyuncu Hasan, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Scholzen Liesa, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Teitelbaum Viviane, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Verreyt Hans, Wahl Jean-Paul, Witsel Thierry |
||||
|
Onthouding |
Abstention |
|||
|
Ammi Jamila, Bernard Alice, Cocciolo Antonio, El Hajjaji Hajib, Groothedde Celia, Platteau Eva, Van Gestel Raf |
||||
|
Stemming nr. 3 |
Vote no 3 |
|||
|
Aanwezig: 50 |
Présents : 50 |
|||
|
Voor |
Pour |
|||
|
Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Buysse Yves, Capoen An, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Koyuncu Hasan, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Scholzen Liesa, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Teitelbaum Viviane, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Verreyt Hans, Wahl Jean-Paul, Witsel Thierry |
||||
|
Onthouding |
Abstention |
|||
|
Ammi Jamila, Bernard Alice, Cocciolo Antonio, El Hajjaji Hajib, Groothedde Celia, Platteau Eva, Van Gestel Raf |
||||