8‑10

Belgische Senaat

Gewone Zitting 2024‑2025

Plenaire vergaderingen

Vrijdag 23 mei 2025

Ochtendvergadering

8‑10

Sénat de Belgique

Session ordinaire 2024‑2025

Séances plénières

Vendredi 23 mai 2025

Séance du matin

 

Voorlopig verslag

 

Nog niet goedgekeurd door de sprekers.
Niet citeren zonder de bron te vermelden.

Compte rendu provisoire

 

Non encore approuvé par les orateurs.
Ne pas citer sans mentionner la source.

 

Inhoudsopgave

Sommaire

Goedkeuring van de agenda. 2

Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van een nieuw lid. 2

Benoeming van een lid van het Bureau. 3

Ontwerp tot herziening van artikel 151, § 6, van de Grondwet teneinde de evaluatie van korpschefs in de magistratuur mogelijk te maken (Doc. 8‑99) 3

Bespreking. 3

Benoeming van een afgevaardigde van de Senaat bij de Internationale Vergaderingen en Raden. 8

Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa (OVSE) 8

Inoverwegingneming van voorstellen. 8

Stemmingen. 8

Ontwerp tot herziening van artikel 151, § 6, van de Grondwet teneinde de evaluatie van korpschefs in de magistratuur mogelijk te maken (Doc. 8 ‑99) 8

Regeling van de werkzaamheden. 9

Berichten van verhindering. 9

Bijlage. 10

Naamstemmingen. 10

 

Approbation de l’ordre du jour 2

Vérification des pouvoirs et prestation de serment d’un nouveau membre. 2

Nomination d’un membre du Bureau. 3

Projet de révision de l’article 151, § 6, de la Constitution en vue de permettre l’évaluation des chefs de corps de la magistrature (Doc. 8‑99) 3

Discussion. 3

Nomination d’un délégué du Sénat auprès des Assemblées et Conseils internationaux. 8

Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE) 8

Prise en considération de propositions. 8

Votes. 8

Projet de révision de l’article 151, § 6, de la Constitution en vue de permettre l’évaluation des chefs de corps de la magistrature (Doc. 8‑99) 8

Ordre des travaux. 9

Excusés. 9

Annexe. 10

Votes nominatifs. 10

 

Voorzitster: mevrouw Valérie De Bue

(De vergadering wordt geopend om 10.00 uur.)

Présidence de Mme Valérie De Bue

(La séance est ouverte à 10 h 00.)

 

Goedkeuring van de agenda

Approbation de l’ordre du jour

 

De voorzitster. – De agenda zoals vastgesteld door het Bureau werd elektronisch meegedeeld.

Aangezien er geen opmerkingen zijn, is de agenda goedgekeurd.

Mme la présidente. – L’ordre du jour établi par le Bureau a été communiqué par voie électronique aux sénateurs.

Puisqu’il n’y a pas d’observations, l’ordre du jour est approuvé.

 

Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van een nieuw lid

Vérification des pouvoirs et prestation de serment d’un nouveau membre

 

De voorzitster. – Wij gaan over tot het onderzoek van de geloofsbrieven van mevrouw Fatima Ahallouch.

Het Bureau is op maandag 19 mei bijeengekomen voor het onderzoek van de geloofsbrieven.

Ik stel u voor onmiddellijk het verslag van het Bureau te horen.

Mme la présidente. – L’ordre du jour appelle la vérification des pouvoirs de Mme Fatima Ahallouch.

Le Bureau s’est réuni le lundi 19 mai pour la vérification de ces pouvoirs.

Je vous propose d’entendre immédiatement le rapport du Bureau.

 

Mevrouw Alice Bernard (PVDA‑PTB), rapporteur. – Bij brief van 19 maart 2025 heeft de heer Malik Ben Achour zijn ontslag ingediend als gecoöpteerd senator, met ingang van 29 april 2025.

De griffier van de Kamer heeft aan de voorzitter van de Senaat de verklaring bezorgd bedoeld in artikel 220, § 2, van het Kieswetboek.

In die verklaring hebben de verkozenen van de politieke formatie B (PS) in de Kamer de volgende deelstaatsenatoren vermeld als behorend tot hun politieke formatie: mevrouw Nadia El Yousfi, de heer Hasan Koyuncu, de dames Anne Lambelin en Özlem Özen en de heer Thierry Witsel.

De bovengenoemde deelstaatsenatoren hebben vervolgens mevrouw Fatima Ahallouch als gecoöpteerd senator aangewezen.

Mevrouw Ahallouch heeft de bewijsstukken bezorgd die staven dat zij voldoet aan de bij artikel 69 van de Grondwet voorziene voorwaarden om tot senator aangewezen te kunnen worden.

Het Bureau stelt dan ook voor mevrouw Ahallouch toe te laten als lid van de Senaat.

Mme Alice Bernard (PVDA‑PTB), rapporteuse. – Par lettre du 19 mars 2025, M. Malik Ben Achour a démissionné de son mandat de sénateur coopté avec effet au 29 avril 2025.

La greffière de la Chambre a communiqué au président du Sénat la déclaration visée à l’article 220, § 2, du Code électoral.

Dans cette déclaration, les élus de la formation politique B (PS) de la Chambre ont déclaré que les sénateurs d’entité fédérée suivants appartenaient à leur formation politique : Mme Nadia El Yousfi, M. Hasan Koyuncu, Mmes Anne Lambelin et Özlem Özen et M. Thierry Witsel.

Les sénateurs d’entité fédérée susmentionnés ont ensuite désigné Mme Fatima Ahallouch en tant que sénatrice cooptée.

Mme Ahallouch a transmis les justificatifs qui prouvent qu’elle répond aux conditions prescrites par l’article 69 de la Constitution pour être désignée comme sénatrice.

Le Bureau propose dès lors l’admission de Mme Ahallouch comme membre du Sénat.

De voorzitster. – Wij gaan nu over tot de stemming over de besluiten van het verslag.

Mme la présidente. – Nous passons au vote sur les conclusions de ce rapport.

 

  De besluiten van het verslag worden aangenomen bij zitten en opstaan.

  Les conclusions du rapport sont adoptées par assis et levé.

 

De voorzitster. – Ik roep mevrouw Fatima Ahallouch uit tot senator en verzoek haar de grondwettelijke eed af te leggen.

Mme la présidente. – Je proclame Mme Fatima Ahallouch sénatrice et l’invite à prêter le serment constitutionnel.

 

  Mevrouw Fatima Ahallouch legt de eed af.

  Mme Fatima Ahallouch prête serment.

 

De voorzitster. – Ik geef aan mevrouw Fatima Ahallouch akte van haar eedaflegging en verklaar haar aangesteld in haar mandaat van senator.

M. la présidente. – Je donne à Mme Fatima Ahallouch acte de sa prestation de serment et la déclare installée dans son mandat de sénateur.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

 

Benoeming van een lid van het Bureau

Nomination d’un membre du Bureau

 

De voorzitster. – Aan de orde is de aanwijzing, met toepassing van artikel 77‑3 van het reglement, van een nieuw Bureaulid.

Vraagt iemand het woord?

Mme la présidente. – L’ordre du jour appelle la désignation d’un nouveau membre du Bureau, et ce en application de l’article 77‑3 du règlement.

Quelqu’un demande-t-il la parole ?

 

Mevrouw Anne Lambelin (PS). – Ik stel voor mevrouw Fatima Ahallouch aan te wijzen.

Mme Anne Lambelin (PS). – Je propose la désignation de Mme Fatima Ahallouch.

 

(Instemming)

(Assentiment)

 

Ontwerp tot herziening van artikel 151, § 6, van de Grondwet teneinde de evaluatie van korpschefs in de magistratuur mogelijk te maken (Doc. 8‑99)

Projet de révision de l’article 151, § 6, de la Constitution en vue de permettre l’évaluation des chefs de corps de la magistrature (Doc. 8‑99)

 

Bespreking

Discussion

 

De heer Marc Hendrickx (N‑VA), rapporteur. – De commissie voor de Institutionele Aangelegenheden heeft het onderhavige ontwerp besproken tijdens haar vergadering van 19 mei, in aanwezigheid van de heer Patyn, vertegenwoordiger van de eerste minister.

M. Marc Hendrickx (N‑VA), rapporteur. – La commission des Affaires institutionnelles a examiné le projet qui fait l’objet du présent rapport lors de sa réunion du 19 mai, en présence de M. Patyn, représentant du premier ministre.

De heer Patyn heeft meegedeeld dat het gaat om de wijziging van artikel 151, § 6, dat dient te worden herzien. Het betreft de evaluatie van de magistraten en de ambtenaren van het openbaar ministerie, een van de checks-and-balances van ons staatsrechtelijk bestel. De Grondwetgever hecht terecht een groot belang aan de onafhankelijkheid van rechters, maar dat betekent niet dat deze niet zouden kunnen worden geëvalueerd in de uitoefening van hun functie.

Artikel 151, § 6, van de Grondwet bepaalt dat de rechters en de titularissen van de functies bedoeld in § 5, vierde lid, worden onderworpen aan een evaluatie, op de wijze bij de wet bepaald. Het gaat om de voorzitter en de afdelingsvoorzitters van het Hof van Cassatie, de kamervoorzitters van de hoven, de ondervoorzitters van de rechtbanken en de ambtenaren van het openbaar ministerie. De titularissen van de functies bedoeld in § 5, eerste lid, zijn er weliswaar niet in opgenomen. Dit betekent dat de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, de eerste voorzitters van de hoven en de voorzitters van de rechtbanken dus niet aan evaluatie kunnen worden onderworpen. Dit werd indertijd door de Grondwetgever onverenigbaar geacht met de onafhankelijkheid van de korpshoofden die zij in de uitoefening van hun mandaat moeten kunnen genieten. Aanvankelijk was er dan ook niet voorzien in een evaluatie van de korpshoofden.

Dat was een lacune waar de wet van 18 december 2006 verandering in wou brengen. In de artikelen 259novies en 259undecies van het Gerechtelijk Wetboek werd voor de korpshoofden een evaluatiesysteem ingeschreven, maar in een arrest van 1 september 2008 vernietigde het Grondwettelijk Hof de desbetreffende bepalingen omdat de Koning zich een te ruime delegatiebevoegdheid had toegemeten. Het Grondwettelijk Hof was immers van oordeel dat de wetgever die een evaluatie van de korpsoversten doorvoert, daarmee een identieke behandeling invoert tussen twee categorieën van magistraten voor wie de Grondwetgever een verschillende behandeling had voorzien. Die verschillende behandeling wegwerken, vereist een aanpassing van artikel 151, § 6, van de Grondwet door toevoeging van de functies van het eerste lid. Het is dit wat het voorliggende ontwerp tot wijziging van de Grondwet beoogt.

 

 

Cette modification à première vue technique présente néanmoins une forte motivation sociétale. Elle rencontre une demande étayée également par les proches de Mme Julie Van Espen, qui ont souligné la nécessité de l’évaluation des chefs de corps dans une lettre ouverte adressée à la Chambre des représentants. Après avoir reçu cette lettre, la commission de la Justice de la Chambre a procédé, les 4 et 5 juillet 2023, à plusieurs auditions d’experts de terrain. Au cours de ces auditions, la délicate question de l’impossibilité d’évaluer les chefs de corps depuis 2008 a été évoquée.

Deze grondwetswijziging heeft dus niet alleen voor ogen om de werking van Justitie te verbeteren, maar ook tegemoet te komen aan een maatschappelijk eis. Een eis die de Hoge Raad voor Justitie ook meermaals heeft geuit in diverse adviezen, alsook aan de formateur – ondertussen eerste minister – tijdens de onderhandelingen,. De eerste minister, die deze aanbeveling ter harte nam, is dan ook tevreden dat deze herziening tot de Grondwet Kamerbreed wordt gedragen, aldus de heer Pattyn.

Het werk eindigt niet bij deze grondwetsherziening. Er zullen nog noodzakelijke wijzigingen aan de wet dienen te gebeuren om de mogelijkheid de korpsoversten te evalueren, zoals nu voorzien door de Grondwetgever, ook in de praktijk om te zetten. De huidige minister van Justitie werkt in dat opzicht aan een ontwerp om het nodige te doen.

Het voorliggende ontwerp vloeit voort uit het voorstel tot herziening van artikel 151, § 6 van de Grondwet teneinde de evaluatie van korpschefs in de magistratuur mogelijk te maken. De plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft deze herziening van de Grondwet, na amendering, eenparig goedgekeurd op 30 april jl.

Krachtens artikel 77, eerste lid, 1º, van de Grondwet, zijn de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers gelijkelijk bevoegd voor de herziening van de Grondwet. Ook de Senaat dient zich dus uit te spreken over het ontwerp tot herziening van artikel 151, § 6, van de Grondwet.

Tijdens de bespreking in de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden van vorige maandag waren er diverse juridische en technische vragen en opmerkingen van de leden Dalle, Slootmans, Goffinet, Scholzen, Vanlouwe en Segers. Daar werd telkens gezegd dat het evalueren van een korpschef bijdraagt tot het vertrouwen van de burger in Justitie, naast het feit dat het een element is in de beoordeling van een aanvraag tot hernieuwing van diens mandaat. Dat was net een van de gebreken die aan het licht kwamen na de moord op Julie Van Espen.

In zijn antwoorden verklaarde de heer Pattyn, vertegenwoordiger van de eerste minister, dat de stappen die na deze herziening van de Grondwet moeten worden genomen buiten de bevoegdheid van de eerste minister vallen. Hij verwees hiervoor naar de minister van Justitie, die aan een wetsontwerp werkt om de evaluatie van de magistraten in haar geheel te herbekijken. Dat neemt niet weg dat ook het Parlement een initiatief kan nemen. Er werden reeds verschillende wetsvoorstellen ter zake ingediend, die vooral betrekking hebben op de wijziging van het Gerechtelijk Wetboek. Het is aan de commissie Justitie van de Kamer van volksvertegenwoordigers om deze al dan niet te bespreken.

De ontwerptekst werd eenparig aangenomen door de 15 aanwezige leden.

 

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Le groupe MR votera bien entendu résolument en faveur de cette révision de l’article 151, § 6, de la Constitution, qui vise à permettre l’évaluation des chefs de corps de la magistrature.

Il s’agit en effet d’une réforme nécessaire, raisonnable et attendue depuis longtemps. Elle corrige une incohérence institutionnelle, renforce la gouvernance judiciaire et répond aux attentes légitimes en matière de transparence et de responsabilité.

Aujourd’hui, les magistrats du siège et du parquet sont évalués, à l’exception des chefs de corps. Ce traitement différencié n’a pas de justification solide, ni sur le plan juridique, ni sur le plan institutionnel. Il est d’autant plus difficile à défendre dans un système démocratique où l’exemplarité est exigée à tous les niveaux de l’autorité publique.

Soyons clairs, cette réforme ne remet nullement en cause l’indépendance du pouvoir judiciaire. Elle ne vise pas les décisions juridictionnelles, mais bien l’exercice de responsabilités managériales. Être à la tête d’une juridiction ou d’un parquet implique des fonctions de coordination, de gestion des ressources humaines, d’organisation du travail et d’animation d’équipes. Ces responsabilités, comme dans toute haute fonction publique, doivent faire l’objet d’un suivi, d’un accompagnement et d’une évaluation.

Ce texte offre enfin une base constitutionnelle claire pour légiférer sur ce point. Il vient combler un vide juridique persistant depuis l’annulation partielle de la loi de 2006 par la Cour constitutionnelle, faute de fondement constitutionnel suffisant.

Cette révision est aussi porteuse d’améliorations concrètes. L’évaluation permettra de soutenir plus efficacement la formation continue et d’objectiver les décisions liées au renouvellement des mandats. Elle contribuera à terme à un meilleur fonctionnement de notre Justice.

Nous saluons également le large consensus politique qui s’est construit autour de ce projet. L’adoption à l’unanimité en séance plénière à la Chambre, et en commission du Sénat ce lundi, témoigne d’un vrai sens des responsabilités.

Enfin, il est important de souligner que cette réforme est soutenue par les plus hautes autorités judiciaires du pays : le Conseil supérieur de la Justice, le Collège des procureurs généraux et le Collège des cours et tribunaux. Ce soutien démontre que cette réforme n’est pas imposée de l’extérieur, mais répond à une demande interne du corps judiciaire lui-même. Dans un contexte où la confiance dans les institutions est fragile, cette réforme va dans le bon sens. Elle rappelle que l’indépendance judiciaire va de pair avec l’exigence de responsabilité.

Pour toutes ces raisons, le groupe MR soutient pleinement cette initiative. Nous voterons bien évidemment en faveur de cette révision constitutionnelle.

De heer Klaas Slootmans (Vlaams Belang). – Wij zullen net als in de Kamer dit ontwerp tot herziening van de Grondwet steunen, omdat het de deur opent naar een rechtvaardiger en integerder justitieapparaat. Het feit dat bepaalde magistraten wel en anderen niet geëvalueerd konden worden, is een lacune die op deze manier met een grondwettelijke basis kan worden rechtgezet. Dit geeft ook gehoor aan een eis die al vijftien jaar wordt geformuleerd door de Hoge Raad voor de Justitie.

Het is ook, zoals de heer Hendrickx al aangaf, op zijn minst een gedeeltelijk antwoord op de oproep van de nabestaanden van Julie Van Espen, die meermaals de pijnlijke gevolgen hebben aangekaart van het falende toezicht op justitie. Uit respect voor de slachtoffers en de nabestaanden van dergelijke systeemfouten zullen wij dit herzieningsontwerp goedkeuren.

M. Klaas Slootmans (Vlaams Belang).

De heer Benjamin Dalle (cd&v). – Dit is toch wel een bijzonder moment voor de Senaat. Het is de eerste keer tijdens deze legislatuur dat er een voorstel – intussen is dat een ontwerp – tot herziening van de Grondwet komt, dat we hopelijk unaniem zullen kunnen goedkeuren, net zoals in de commissie. Ik hoop ook dat het lang niet het laatste voorstel of ontwerp tot herziening van de Grondwet zal zijn dat we zullen goedkeuren. Binnenkort kunnen we hopelijk ook de noodzakelijke Grondwetsartikelen over onze instelling zelf goedkeuren. De cd&v-fractie zal dit ontwerp uiteraard goedkeuren. Wij steunen dit, want we vinden dit belangrijk. Minister van Justitie Verlinden zal het ook in een wetgevend kader uiteenzetten en verder uitwerken.

Voor ons is natuurlijk de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht essentieel. Het is een hoeksteen van de rechtsstaat, een hoeksteen van de democratie. Je merkt echter – en dat zeggen we uiteraard al sinds de oprichting van dit land – dat dit principe internationaal en soms ook in eigen land meer en meer onder druk staat. Als je ziet wat Donald Trump doet in de Verenigde Staten, de manier waarop hij omgaat met rechterlijke beslissingen, de manier waarop hij kijkt naar de rechterlijke orde en hoe hij daarover spreekt, hoe hij organisaties, die nochtans het recht aan hun kant hebben, onder druk zet. Of kijk bijvoorbeeld naar het nieuws over Harvard, die op alle mogelijke manieren gedwongen wordt om te beantwoorden aan de eisen van de uitvoerende macht, terwijl de rechterlijke macht heel duidelijk zegt dat daar grenzen aan zijn. Dit alles moet ons tot nadenken stemmen. Ook op ons eigen continent zijn we hiervan getuige, zoals in Rusland, in sommige landen in Oost-Europa, in Hongarije, waar de rechterlijke macht geïnstrumentaliseerd wordt. Kijk wat er gebeurt in Turkije, waar de democratisch verkozen burgemeester van Istanbul vervolgd wordt door de rechterlijke macht, waarbij iedereen zich afvraagt of hier wel nog een onafhankelijkheid bestaat ten aanzien van het bestuur. Het gaat hier met andere woorden om een essentieel element en dat willen we hier ook heel duidelijk herhalen.

Ten tweede betekent onafhankelijkheid van de rechterlijke macht niet dat moderne principes van personeelsmanagement, van hr, van objectiviteit, geen doorgang zouden moeten vinden in de rechterlijke macht. Principes rond functioneren, werklastmetingen en evaluatie zijn essentieel voor een goed werkende justitie. Vandaar dat ook het aspect evaluatie, ook van de korpschefs, van cruciaal belang is. De rapporteur heeft goed uitgelegd waarom hier nog een grondwettelijk probleem bestond, dat we nu gaan bijsturen. De noodzakelijke wetgevende teksten zullen de komende periode volgen in de Kamer. Wij zullen vanuit de cd&v-fractie dit ontwerp bijgevolg met volle overtuiging steunen.

M. Benjamin Dalle (cd&v).

Mevrouw Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés).

Mme Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés). – La réforme qui est proposée aujourd’hui est une réforme juste et qui était attendue. Le fait de permettre l’évaluation des chefs de corps de la magistrature constitue en effet une avancée indispensable pour pouvoir renforcer la transparence et la qualité de la justice, sans compter sa légitimité, puisqu’elle représente une fonction essentielle dans un État démocratique.

Cette réforme est attendue depuis déjà 2008 et s’inscrit pleinement dans la volonté de bâtir une justice plus moderne et plus responsable sans remettre en cause l’indépendance du pouvoir judiciaire. Il s’agit d’un pas nécessaire pour restaurer la confiance des citoyens dans les institutions et pour répondre aux recommandations formulées par diverses instances nationales, comme le Conseil supérieur de la Justice, et par le GRECO.

Le groupe Les Engagés soutiendra donc cette proposition de révision de la Constitution.

Mevrouw Eva Platteau (Ecolo-Groen). – De Ecolo-Groen-fractie is ook verheugd dat dit lang aanslepende probleem eindelijk wordt opgelost. De discussie heeft al plaatsgevonden in de Kamer en net als daar zullen we ook hier in de Senaat dit ontwerp goedkeuren.

Mme Eva Platteau (Ecolo-Groen).

  De bespreking is gesloten.

  La discussion est close.

  De stemming over het enig artikel heeft later plaats.

  Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’article unique.

Benoeming van een afgevaardigde van de Senaat bij de Internationale Vergaderingen en Raden

Nomination d’un délégué du Sénat auprès des Assemblées et Conseils internationaux

 

Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa (OVSE)

Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE)

 

De voorzitster. – De volgende wijziging wordt voorgesteld in de samenstelling van de delegatie in de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa (OVSE).

Mme la présidente. – La modification suivante est proposée dans la composition de la délégation auprès de l’Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE).

 

  Mevrouw Fatima Ahallouch vervangt de heer Malik Ben Achour als plaatsvervangend lid.

  Mme Fatima Ahallouch remplace M. Malik Ben Achour comme membre suppléant.

 

(Instemming)

(Assentiment)

 

  Hiervan zal kennis worden gegeven aan de minister van Buitenlandse Zaken en aan de voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa.

  Il en sera donné connaissance au ministre des Affaires étrangères et au président de l’Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe.

 

Inoverwegingneming van voorstellen

Prise en considération de propositions

 

De voorzitster. – De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd elektronisch meegedeeld.

Zijn er opmerkingen?

Aangezien er geen opmerkingen zijn, beschouw ik die voorstellen als in overweging genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen.

Mme la présidente. – La liste des propositions à prendre en considération a été communiquée par voie électronique.

Y a-t-il des observations ?

Puisqu’il n’y a pas d’observations, ces propositions sont considérées comme prises en considération et renvoyées à la commission indiquée par le Bureau.

 

(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.)

(La liste des propositions prises en considération figure en annexe.)

 

Stemmingen

Votes

 

(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)

(Les listes nominatives figurent en annexe.)

 

Ontwerp tot herziening van artikel 151, § 6, van de Grondwet teneinde de evaluatie van korpschefs in de magistratuur mogelijk te maken (Doc. 8 ‑99)

Projet de révision de l’article 151, § 6, de la Constitution en vue de permettre l’évaluation des chefs de corps de la magistrature (Doc. 8‑99)

 

De voorzitster. – We stemmen over het enig artikel.

Mme la présidente. – Nous votons sur l’article unique.

 

Stemming nr. 1

Vote no 1

 

Aanwezig: 42
Voor: 42
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Présents : 42
Pour : 42
Contre : 0
Abstentions : 0

 

  Het quorum en de meerderheid, zoals artikel 195, laatste lid, van de Grondwet vereist, zijn bereikt.

  De bepaling is eenparig aangenomen.

  Ze zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

  Le quorum et la majorité requis par l’article 195, dernier alinéa, de la Constitution sont atteints.

  La disposition est adoptée à l’unanimité.

  Elle sera soumise à la sanction royale.

 

Regeling van de werkzaamheden

Ordre des travaux

 

De voorzitster. – De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 20 juni 2025.

Mme la présidente. – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.

La prochaine séance aura lieu le vendredi 20 juin 2025.

 

(De vergadering wordt gesloten om 10.30 uur.)

(La séance est levée à 10 h 30.)

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Afwezig met bericht van verhindering: mevrouw Van dermeersch en de heren Dodrimont en Verheyden, om gezondheidsredenen, mevrouw Tombeur en de heren Vanlouwe, Blondel, Gryffroy en Deckmyn, met opdracht in het buitenland, de dames D’Hose, Ammi, Burssens, Groothedde, Scholzen, Teitelbaum en Thoron en de heren Diallo en De Roo wegens andere plichten.

Mme Van dermeersch et MM. Dodrimont et Verheyden, pour raison de santé, Mme Tombeur et MM. Vanlouwe, Blondel, Gryffroy et Deckmyn, en mission à l’étranger, Mmes D’Hose, Ammi, Burssens, Groothedde, Scholzen, Teitelbaum et Thoron et MM. Diallo et De Roo, pour d’autres devoirs, demandent d’excuser leur absence à la présente séance.

 

  Voor kennisgeving aangenomen.

  Pris pour information.

 

Bijlage

Annexe

 

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

 

Stemming nr. 1

Vote no 1

 

Aanwezig: 42
Voor: 42
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Présents : 42
Pour : 42
Contre : 0
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ahallouch Fatima, Bernard Alice, Buysse Yves, Capoen An, Claes Allessia, Cocciolo Antonio, Coel Arnout, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Brabandere Bob, De Bue Valérie, Desalle Caroline, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Hendrickx Marc, Koyuncu Hasan, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Platteau Eva, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Gestel Raf, Van Goidsenhoven Gaëtan, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Van Walle Patricia, Verduyckt Kris, Verreyt Hans, Wahl Jean-Paul, Witsel Thierry