4-78 Belgische Senaat Gewone Zitting 2008-2009 Plenaire vergaderingen Donderdag 28 mei 2009 Namiddagvergadering |
4-78 Sénat de Belgique Session ordinaire 2008-2009 Séances plénières Jeudi 28 mai 2009 Séance de l’après-midi |
Voorlopig verslag Nog niet goedgekeurd door de sprekers. |
Compte rendu provisoire Non encore approuvé par les orateurs. |
Voorzitter: de heer Armand De Decker (De vergadering wordt geopend om 15.10 uur.) |
Présidence de M. Armand De Decker (La séance est ouverte à 15 h 10.) |
De voorzitter . – De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd rondgedeeld.Leden die opmerkingen mochten hebben, kunnen die vóór het einde van de vergadering mededelen. Tenzij er afwijkende suggesties zijn, neem ik aan dat die voorstellen in overweging zijn genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen. (Instemming) |
M. le président . – La liste des propositions à prendre en considération a été distribuée.Je prie les membres qui auraient des observations à formuler de me les faire connaître avant la fin de la séance. Sauf suggestion divergente, je considérerai ces propositions comme prises en considération et renvoyées à la commission indiquée par le Bureau. (Assentiment) |
(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.) |
(La liste des propositions prises en considération figure en annexe.) |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – Sinds 1996 is bekend dat de vossenlintworm in ons land voorkomt bij vossen. Net als andere dieren is de vos een gastheer voor een aantal ziekteverwekkende organismen zoals virussen, bacteriën en wormen.De vossenlintworm is een kleine lintworm van 2 tot 6 millimeter groot die voorkomt in de dunne darm van de vos. De vos kan net zoals alle wildlevende knaagdieren een drager van de parasiet zijn. In de ontlasting van een besmette vos komen stukjes lintworm met eitjes voor. De algemene volksgezondheid kan in het gevaar komen door de consumptie van wilde bosvruchten als bramen, frambozen en bosbessen, zelfgeplukte paddestoelen en valfruit, door het eten met bevuilde handen of door tuinieren, waarbij met eitjes besmette gronddeeltjes aan de handen blijven kleven. Ook de consumptie van groenten uit de tuin kan een infectie veroorzaken, net als het contact met de vacht en uitwerpselen van geïnfecteerde vossen en het contact met honden en huisdieren die met die lintworm zijn besmet. Na de opname van de lintwormeitjes duurt het vijf tot vijftien jaar vooraleer de eerste ziekteverschijnselen zich voordoen. Die verschijnselen zijn weinig specifiek en kunnen bestaan uit buikpijn, kortademigheid en/of geelzucht. Voorlopig biedt medicatie of operatief ingrijpen en soms een levertransplantatie in het beste geval een stabilisering van de toestand. De prognose is zonder behandeling doorgaans zeer slecht, met de dood tot gevolg in 70 tot 90 % van de gevallen. In de Ardennen zijn gebieden bekend waar tot 78% van alle vossen vermoedelijk drager zijn van de vossenlintworm. De streek tussen Samber en Maas en enkele plaatsen op het Ardeens plateau worden als endemisch gebied beschouwd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook in Vlaanderen de helft van de vossenpopulatie met de vossenlintworm is besmet. Daarenboven volstaat één vos om een hele regio van algauw tien vierkante kilometer te besmetten. Bovendien is de vos een zeer vruchtbaar dier dat per jaar vier tot vijf nakomelingen kan hebben. Die nakomelingen zorgen voor de verspreiding van de ziekte over heel het land, tot in het hartje van onze steden toe. Zelfs op de Louizalaan in Brussel zijn vossen opgemerkt. Veel burgers worden meer en meer ongerust. De heer Michel Servais, voorzitter van de vereniging Amicale des chasseurs de la Région Wallone, heeft uit wanhoop wegens het uitblijven van dringende en noodzakelijke maatregelen bij het parket van Brussel tegen de vice-eerste minister en andere verantwoordelijken een klacht ingediend wegens nalatigheid. Ik ben me ervan bewust dat de Gewesten of zelfs de gemeenten in dit dossier eerder bevoegd zijn om concrete maatregelen te nemen, maar de vrijwaring van de algemene volksgezondheid is een federale materie en elke coördinatie moet alleszins op nationaal vlak gebeuren. De gevolgen van besmetting met vossenlintworm zijn nefast en het aantal potentiële ziekteverspreiders neemt almaar toe. Welke maatregelen zal de minister om die reden nemen om de bevolking in te lichten? De vos is een predator die zelf geen natuurlijke vijanden heeft. Het ligt dan ook voor de hand dat hier een taak voor de jagers is weggelegd. Zij zijn het best op de hoogte van de situatie in hun jachtrevieren en dus het best geplaatst om de verdere uitbreiding van de vos en deze voor de mens zeer gevaarlijke parasiet te voorkomen door vooral jonge vossen te bestrijden wanneer ze zeven tot acht maanden oud zijn. Is de minister bereid haar collega’s van de gewestregeringen aan te manen maatregelen te nemen teneinde de jagers ter zake te mobiliseren en te responsabiliseren? Zal ze dit dossier aankaarten op een door haar georganiseerde interministeriële conferentie, tussen de federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen, met het oog op de coördinatie van eventuele andere preventieve maatregelen van technische aard? Zo ja, welk standpunt zal ze naar voren brengen? Of zal ze de zaken verder op hun beloop laten? Zal ze de politieke verantwoordelijkheid op zich nemen wanneer zich nieuwe gevallen met een dramatische afloop voordoen? In Europa zijn er al elf sterfgevallen en in negenentwintig gevallen moest een levertransplantatie worden gedaan. |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
Mevrouw Laurette Onkelinx , vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. – Zoals u weet, is de informatie van het publiek en in het bijzonder het plaatsen van waarschuwingsborden langs wegen en paden in bossen en velden geen federale bevoegdheid. Mochten de regionale besturen of de gemeentebesturen het nuttig achten, kunnen zij informatie vinden op de website van het WIV, het Belgische Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid, waar een kant-en-klare brochure over echinococcose beschikbaar is.Het specifieke bejagen van de vos om humane alveolaire echinococcose te verminderen lijkt niet zinvol te zijn. De jachtreglementering is trouwens een bevoegdheid van de Gewesten, bijvoorbeeld bij lokale overlast door een te grote populatie van een bepaalde diersoort. De federale regering kan hier niet tussenbeide komen. Als minister bevoegd voor dierenwelzijn zou ik trouwens eerst aan diervriendelijke manieren denken om een probleem op te lossen. In dit geval zijn nog andere initiatieven mogelijk, zoals het gebruik van wormdrijvende middelen. In Frankrijk loopt een dergelijk project en ik vind het dan ook nuttig die conclusies door mijn diensten grondig te laten onderzoeken. Tussen 2004 en 2008 werden door het referentielaboratorium in Brussel meer dan 1250 bloedstalen onderzocht op Echinococcus multilocularis en alle positieve stalen – in totaal een vijftigtal - werden in Bern grondiger onderzocht. Slechts twee nieuwe gevallen van humane alveolaire echinococcose werden in die vijf jaar vastgesteld. Zoals eerder vermeld, behoren de preventieve maatregelen tegen deze aandoening tot de bevoegdheden van de Gewesten en zijn de Gemeenschappen bevoegd voor de voorlichting. De gespecialiseerde instituten van de federale overheid staan ter beschikking om elk initiatief in die zin te ondersteunen. De zeer lage incidentie van de besmetting, namelijk twee nieuwe gevallen in vijf jaar, rechtvaardigt niet dat het probleem door het federaal niveau ter sprake wordt gebracht op de overlegvergaderingen tussen de federale regering en de regeringen van de Gemeenschappen en Gewesten. De reactie van de jagers verbaast me, want ze hebben eind vorig jaar al een vergadering gehad met mijn diensten als aanzet om de verschillende aspecten van deze problematiek te verkennen. |
Mme Laurette Onkelinx , vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. – |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – Elke zieke is er een te veel. Bij een aantal levertransplantaties luidde de aanvankelijke diagnose leverkanker, maar bleek het post hoc om echinococcen te gaan. Ik vraag me dan ook af of de statistiek van twee gevallen in vijf jaar de werkelijkheid wel weergeeft. Men zou dus ook bij de anatome pathologen navraag moeten doen. |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
De voorzitter . – De heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken, antwoordt. |
M. le président . – M. Guido De Padt, ministre de l’Intérieur, répondra. |
De heer Josy Dubié (Ecolo) . – |
M. Josy Dubié (Ecolo) . – La délivrance de licences d’exportation d’armes est une matière régionale. Toutefois, notamment à la suite de l’affaire controversée de l’octroi, par la Région wallonne, d’une licence d’armes pour la construction d’une usine de munitions en Tanzanie – décision finalement annulée –, un accord de coopération a été conclu entre les régions et le pouvoir fédéral. Cet accord impose qu’une concertation ait lieu entre les différents niveaux de pouvoir avant de décider d’une exportation d’armes, surtout vers des régions sensibles. Il s’agissait, en effet, de veiller à la cohérence de la politique étrangère de notre pays dans cette matière délicate qu’est la vente d’armes à l’étranger.Un débat a lieu actuellement quant à l’octroi d’une licence d’exportation d’armes légères vers la Libye. Cette licence est d’ailleurs bloquée au niveau du gouvernement wallon. Avez-vous été consulté par vos collègues wallons au sujet de la délivrance de cette licence d’armes vers ce pays sensible ? Si oui, quelle est la position du gouvernement fédéral ? Rappelons que la Libye, dictature mégalo-maniaque, n’est pas un pays banal. Quelles garanties avez-vous que les différentes clauses du code de bonne conduite européen concernant les exportations d’armes sont bien remplies par la Libye ? En particulier, considérez-vous que ce pays satisfait à la clause concernant le respect des droits humains ? La Libye a servi, et sert peut-être encore, d’arsenal pour une série de groupes et mouvements terroristes, notamment l’IRA et le groupe intégriste musulman Abu Sayyaf au sud des Philippines. Considérez-vous dès lors que la clause de non-réexportation des armes éventuellement fournies sera respectée ? L’octroi éventuel de la licence est-elle en accord avec le code de conduite européen qui interdit l’exportation d’armes vers un pays tiers lorsqu’un autre pays européen l’a lui-même refusée ? En effet, en 2008, la Grande-Bretagne a refusé l’exportation de 130.000 fusils d’assaut vers la Libye. |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – Je vous lis la réponse du ministre.La loi spéciale du 12 août 2003 attribue aux régions des compétences concernant l’importation, l’exportation et le transit d’armes, de munitions et de matériel devant servir spécialement à usage militaire ou au maintien de l’ordre, ainsi que des biens et technologies à double usage. En vertu de l’accord de coopération du 7 mars 2007 entre le SPF Affaires étrangères et les régions (publié au Moniteur belge du 20 décembre 2007), les régions peuvent, dans le cadre de l’exercice de leurs compétences spécifiques, consulter les informations dont dispose mon département, notamment des fiches d’information par pays et des rapports sur la situation des droits de l’homme. Les régions peuvent, à tout moment, introduire une demande de consultation individuelle en ce qui concerne un cas précis. En application du dernier paragraphe de l’article 8 de l’accord de coopération, ces consultations ont un caractère confidentiel que je me vois obligé de respecter. |
De heer Josy Dubié (Ecolo) . – |
M. Josy Dubié (Ecolo) . – Je voulais savoir si le ministre avait été consulté par le gouvernement wallon à ce sujet, mais je n’ai pas obtenu de réponse à cette question essentielle. Si la Libye n’est pas un cas limite, je ne vois pas à quoi sert cet accord de coopération. |
De voorzitter . – De heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken, antwoordt. |
M. le président . – M. Guido De Padt, ministre de l’Intérieur, répondra. |
Mevrouw Anne Delvaux (cdH) . – |
Mme Anne Delvaux (cdH) . – L’organisation de défense des droits humains Amnesty International vient de publier son rapport annuel 2009.La Belgique est épinglée notamment en ce qui concerne la violation des droits des étrangers à différents niveaux, en particulier pour la détention des personnes souffrant de problèmes de santé mentale dans les centres fermés, où les possibilités d’accès à des services et à des soins psychiatriques risquent d’être insuffisantes. L’organisation dénonce également les expulsions musclées de familles demandeuses d’asile par les forces de l’ordre. Pour illustrer son propos, elle relate l’histoire d’une famille dont l’opération de renvoi a été interrompue lorsque d’autres passagers ont protesté contre des méthodes policières qui s’apparentaient à de la maltraitance. Enfin, est également dénoncée la question de l’enfermement des familles dans les centres de transit. Quelles leçons tirez-vous du rapport annuel 2009 de l’organisation de défense des droits humains Amnesty International ? Envisagez-vous d’entreprendre des démarches afin d’améliorer la situation des étrangers détenus, par exemple lorsqu’ils souffrent de déficiences mentales ? Que comptez-vous faire pour éviter les méthodes d’expulsion qui font un usage disproportionné de la force ? Comment envisagez-vous de les contrôler ? Le système de coaching mis en place en octobre dernier exclut les familles séjournant dans les centres de transit. Ne serait-il pas opportun d’étendre la mesure aux familles dans les centres de transit ? |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – La ministre de la politique d’asile et d’immigration a appris les accusations d’Amnesty International par les médias et a répondu ce qui suit :J’ai veillé à ce que la Belgique soit le premier pays d’Europe où les enfants d’étrangers appréhendés en situation illégale sur le territoire, soient accueillis dans des maisons où ils sont accompagnés par un coach. La famille peut ainsi continuer à fonctionner en tant que telle en attendant de rentrer dans son pays d’origine. La Suède est le seul pays où les enfants ne sont pas détenus dans des centres fermés. Ils sont accueillis dans des structures ouvertes où ils peuvent se déplacer librement. Le projet où les familles résident dans des maisons à Zulte et Tubize est un succès puisque la majorité de ces familles retournent dans leur pays d’origine. Des instances internationales et européennes ont montré leur intérêt pour ce projet. Huit maisons sont occupées et la ministre espère pouvoir annoncer, dans les semaines à venir, l’ouverture de nouvelles maisons. Dès le début du projet, j’ai clairement indiqué au parlement et aux médias que je ferais une exception pour les familles qui se présentent à la frontière et qui n’ont pas encore accédé au territoire d’un point de vue juridique. Si je n’agissais pas ainsi, la voie serait ouverte au trafic et à la traite des êtres humains. En vertu de cette exception, trois familles avec enfants sont maintenues, depuis le début de l’année, au centre de transit de Steenokkerzeel, où elles sont encadrées par des assistants sociaux, des médecins et des professeurs. Je lance un appel à Amnesty International pour développer ce modèle en Europe, et convaincre les autres pays qu’il s’agit de la manière la plus humaine de préparer les familles avec enfants en situation illégale à rentrer dans leur pays. Je souhaite également que les familles demandeuses d’asile soient accueillies dans de telles structures dès l’introduction de leur demande d’asile. De cette façon, dès le premier jour, la famille est informée de tous les cas de figure qui peuvent se présenter et auxquels elle doit se préparer : la demande d’asile peut être acceptée mais elle peut aussi être rejetée, auquel cas il faut envisager le retour au pays. |
Procéder de cette manière permettrait d’offrir une solution aux familles avec enfants en séjour illégal qui demeurent pendant des années dans des centres ouverts et contribuent à leur saturation. Amnesty International mentionne aussi le cas d’un migrant expulsé qui aurait été maltraité pendant la procédure de retour. Sur la base de ce cas concret, l’organisation tire des conclusions très poussées au sujet de la politique de retour. Je connais très bien ce cas et je puis vous dire que les informations d’Amnesty International sont erronées. L’organisation n’a d’ailleurs pas fait l’effort de nous contacter à propos de ce cas. |
|
Mevrouw Anne Delvaux (cdH) . – |
Mme Anne Delvaux (cdH) . – Je suis étonnée d’entendre que la ministre lance un appel à Amnesty International pour développer un modèle d’accueil plus humain des demandeurs d’asile. Je crois qu’il y a là confusion de rôles. J’aimerais obtenir des précisions.Par ailleurs, la ministre n’a pas répondu à la question relative aux personnes souffrant de problèmes de santé mentale détenues dans des centres fermés et qui n’ont pas accès au suivi médical dont elles ont besoin. Je reposerai donc cette question. |
De voorzitter . – De heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken, antwoordt. |
M. le président . – M. Guido De Padt, ministre de l’Intérieur, répondra. |
Mevrouw Christiane Vienne (PS) . – |
Mme Christiane Vienne (PS) . – La presse et les blogs font état de nombreux témoignages de personnes surprises par la hausse du montant de leurs factures téléphoniques à la suite de l’acquisition d’un i-Phone.Un des avantages de ce moyen de communication combinant la téléphonie mobile et l’Internet est le nombre de fonctions automatiques, parmi lesquelles la connexion à Internet pour vérifier l’état du réseau. Cette connexion pose problème. En effet, la vérification automatique du réseau se fait, par défaut, plusieurs fois par jour, plusieurs fois par heure parfois. L’opération étant facturée, la note grimpe alors que l’appareil n’a pas été utilisé. Il n’est d’ailleurs pas indiqué que l’appareil se connecte toutes les deux heures, voire toutes les heures, à l’insu de l’utilisateur. Le ministre a-t-il connaissance des faits ? Compte-t-il prendre des mesures ? Proximus vient de m’envoyer un courrier évoquant une proposition d’offre globale qui permettrait d’éviter ces frais. Je suis un peu étonnée mais il se peut que le hasard faisant bien les choses, ma question vienne à point nommé. Quoi qu’il en soit, la situation actuelle pose d’énormes problèmes de coûts aux jeunes, qui sont les premiers utilisateurs de cet appareil, et à leurs familles. |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – Je vous lis la réponse du ministre.Je n’ai pas connaissance de tels faits. Le Service de médiation ne dispose pas d’informations claires en la matière et n’a pas reçu un nombre significatif de plaintes. Il me semble invraisemblable que le polling mechanism, c’est-à-dire la fonction automatique de chaque appareil mobile de données qui établit une connexion toutes les x minutes avec le réseau afin de signaler exactement où se trouve l’appareil sur le réseau, implique une augmentation significative de la consommation. De nombreuses applications téléchargent semi-automatiquement des mises à jour via le réseau 3G, mais elles ont d’abord été activées consciemment par l’utilisateur. |
Le fait est que l’i-Phone est un appareil 3G. Il est, par conséquent, capable de télécharger l’information plus rapidement. Le confort de navigation et d’utilisation est précisément l’une des raisons pour lesquelles les utilisateurs acquièrent un i-Phone. Tous les opérateurs proposent des abonnements spécifiques en fonction des données. Les coûts peuvent dès lors être fortement limités, en comparaison avec les abonnements qui ne se prêtent pas à l’application de ces données. |
|
Mevrouw Christiane Vienne (PS) . – |
Mme Christiane Vienne (PS) . – Je transmettrai au ministre les articles de presse ainsi que les nombreuses réclamations des consommateurs. Je prends note du fait qu’il renvoie la responsabilité vers le consommateur lui-même, ce qui me paraît un peu léger. Je reviendrai ultérieurement sur le sujet. |
De voorzitter . – de heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken, antwoordt. |
M. le président . – M. Guido De Padt, ministre de l’Intérieur, répondra. |
De heer Alain Courtois (MR) . – |
M. Alain Courtois (MR) . – Le débat relatif aux tarifs de terminaison mobile avait déjà retenu mon attention précédemment, notamment lors des travaux du Parlement Benelux.Le 14 mai, Belgacom a annoncé que la Cour d’appel de Bruxelles avait en grande partie annulé les décisions de l’IBPT concernant la réglementation large bande. C’est la deuxième fois qu’une réglementation imposée par l’IBPT ne franchit pas le contrôle exercé par les autorités judiciaires. En effet, le 4 avril 2008, une autre décision très importante de l’IBPT a été suspendue, concernant les tarifs de terminaison mobile, c’est-à-dire les tarifs facturés par les opérateurs mobiles aux autres opérateurs pour terminer les appels vers les clients mobiles sur leur propre réseau. Le 29 avril 2008, l’IBPT a pris une décision provisoire, annonçant que sa précédente décision était à nouveau applicable, et cela afin d’éviter le chaos total sur le marché mobile. Depuis lors, l’IBPT n’a pas fixé de nouveaux tarifs. Par conséquent, les différences entre les tarifs de terminaison mobile figurent parmi les plus importantes de l’Union européenne. Un même service peut coûter 60 % de plus selon l’opérateur. Ces considérations m’amènent à vous poser plusieurs questions. Partagez-vous avec la Commission européenne le sentiment que cette situation devient inacceptable ? Dans l’affirmative, pourquoi l’IBPT tarde-t-il depuis plus d’un an à proposer une solution ? L’inertie de l’IBPT a pour effet que BASE et Mobistar, qui appartiennent respectivement à KPN, aux Pays-Bas, et à France Telecom, reçoivent indûment des subsides. En effet, les utilisateurs finaux paient trop cher leurs appels vers ces deux opérateurs. Estimez-vous aussi que l’IBPT doit trouver une solution au plus vite ? Dans l’affirmative, quand peut-on attendre celle-ci ? |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – Je vous lis la réponse du ministre.Tout d’abord, je voudrais souligner que je ne suis pas satisfait des procédures d’appel systématiques dont font l’objet les décisions de l’IBPT, auquel je réitère toute ma confiance. J’ai eu de nombreux contacts tant avec l’IBPT qu’avec les opérateurs pour faire évoluer la situation. Un premier accord important a pu être conclu pour les offres de gros relatives aux appels vocaux sur ligne fixe. |
La sécurité juridique a ainsi pu être rétablie pour le passé et pour les deux années à venir. J’encourage tous les acteurs à trouver d’autres accords car les décisions en justice n’apportent des réponses aux opérateurs qu’a posteriori, ce qui n’est pas favorable aux investissements. Parfois, c’est un opérateur qui gagne, comme pour les offres de gros sur la large bande, parfois un autre opérateur comme pour les MTR. Une chose est certaine: chaque procédure crée une incertitude pour toutes les parties. En ce qui concerne plus spécifiquement les MTR, l’IBPT travaille actuellement à un nouveau projet de décision portant sur la régulation future des charges de terminaison MTR sur les réseaux des trois opérateurs mobiles en Belgique. Ce projet de décision requiert l’élaboration d’un nouveau modèle de coût des trois opérateurs mobiles. Ce projet complexe qui a fait l’objet, au cours des derniers mois, d’une étroite coopération et d’une consultation des trois opérateurs concernés est actuellement en voie de finalisation. De plus, la Commission européenne a pris, en 2008, une initiative importante en matière de fixation des principes de régulation des charges de terminaison que l’IBPT doit prendre en compte pour préparer la nouvelle décision MTR. La Recommandation en question n’a été toutefois que très récemment adoptée par la Commission, en date du 7 mai dernier. Il existe encore à l’heure actuelle un obstacle majeur au lancement d’une consultation sur un projet de décision visant à réguler les tarifs en question. La Cour d’Appel de Bruxelles n’a en effet pas encore statué au fond sur la requête en annulation de la décision initiale du 11 août 2006 relative au marché 16, laquelle constitue le fondement des tarifs MTR actuellement en vigueur. Tant que la teneur de cet arrêt n’est pas connue, il semble exclu, eu égard aux exigences de sécurité juridique, de pouvoir finaliser un projet de décision en la matière, et ce d’autant plus que la jurisprudence préliminaire que vous évoquez paraît incompatible avec certains principes de régulation prônés par la Commission européenne. Votre question sur d’éventuels subsides à des «opérateurs qui sont dans les mains d’entreprises étrangères» m’étonne au plus haut point. Vous n’êtes pas sans savoir que, conformément au droit européen applicable, la nature, l’identité ou encore la nationalité des actionnaires des opérateurs de En ce qui concerne votre troisième question, je répète que l’IBPT est tributaire du calendrier de la Cour d’Appel de Bruxelles. L’arrêt est toutefois attendu avant l’été. |
|
De heer Alain Courtois (MR) . – |
M. Alain Courtois (MR) . – Je constate que la différenciation des tarifs restera d’application, ce qui est préjudiciable au consommateur. Je note par ailleurs que l’IBPT attend la décision de la Cour d’Appel pour prendre une initiative, ce qu’elle aurait pu faire bien avant.Je reviendrai sur ce problème très prochainement. |
De voorzitter . – De heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken, antwoordt. |
M. le président . – M. Guido De Padt, ministre de l’Intérieur, répondra. |
Mevrouw Freya Piryns (Groen!) . – De organisatie Kif Kif plaatste samen met Vluchtelingenwerk Vlaanderen en de gevluchte kunstenaar Kito Sino dinsdag jongstleden een meterslang kunstwerk op het Brusselse Schumanplein om aandacht te vragen voor de maar liefst 13.250 vluchtelingen die de afgelopen 15 jaar stierven aan de grenzen met Europa. Die mensen verdienen inderdaad onze aandacht, want 13.250 is een cijfer waar ik alvast erg van geschrokken ben en dat ons tot nadenken moet stemmen. Velen van die mensen zijn op de vlucht voor oorlog en vervolging, in de meest mensonwaardige en penibele omstandigheden, die ze vaak met hun leven bekopen. Wekelijks lezen we berichten over bootvluchtelingen die sterven op de Middellandse Zee. En wie de overtocht wel haalt, krijgt vaak niet eens de mogelijkheid om in Europa bescherming te vragen en te krijgen. Een triest voorbeeld hiervan vormen de 230 bootvluchtelingen die op 6 mei 2009 door Italië naar Libië werden teruggestuurd, zonder dat hun asielaanvraag zelfs maar werd onderzocht. Volgens de organisaties die het kunstwerk plaatsten, is dat een flagrante schending van de mensenrechten waarop Europa nauwelijks heeft gereageerd.Aan de vooravond van de Europese verkiezingen schuiven de organisaties dan ook een politiek eisenpakket naar voor. Ik weet wel dat het een Europees eisenpakket is, maar onze eigen minister van Migratie- en Asielbeleid kan en moet toch via de Europese Ministerraad een belangrijke rol spelen en daarom wil ik hun eisen aan haar voorleggen. De vraag hierbij is uiteraard in welke mate en op welke manier de minister de eisen steunt en zal trachten te verwezenlijken? De eerste eis die de vluchtelingenorganisaties naar voren schuiven, is dat Europa een toegangspoort moet blijven bieden aan vluchtelingen waarlangs ze veilig kunnen binnenkomen en bescherming kunnen krijgen. Ten tweede investeert Europa almaar meer in de controle en versterking van de buitengrenzen, maar garandeert het daarbij niet dat mensen op de vlucht ook altijd toegang hebben tot een asielprocedure. Men moet er dan ook voor zorgen dat mensen die nood hebben aan bescherming, die bescherming in alle omstandigheden kunnen vragen en ook krijgen. Ten derde is het een feit dat de lidstaten aan de grenzen van Europa door hun ligging meer asielzoekers ontvangen. De verantwoordelijkheid voor die asielzoekers moet eerlijk over alle lidstaten van Europa worden verdeeld. Hierbij moeten we benadrukken dat alle lidstaten hun verplichtingen onder internationaal en Europees recht moeten nakomen. Ten slotte krijgen mensen op de vlucht die erin slagen Europa te bereiken, te maken met asielsystemen die erg verschillen van lidstaat tot lidstaat. In het ene land hebben ze tot tachtig procent kans op bescherming, in het andere land nul procent. Er moet dan ook een einde worden gemaakt aan die gevaarlijke asielloterij en er moet een echt gemeenschappelijk Europees asielstelsel worden ingevoerd met dezelfde hoge standaarden in elke lidstaat. Graag kreeg ik de reactie van de minister van Migratie- en Asielbeleid op dit eisenpakket. |
Mme Freya Piryns (Groen!) . – |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – Ik lees het antwoord van minister Turtelboom.De vier eisen die mevrouw Piryns hier naar voren brengt zijn geen nieuwe eisen en over de principes die eraan ten grondslag liggen is men het ook binnen de Europese Unie ten gronde eens. Alleen vraagt het omzetten van de principes in beleidslijnen en acties op het terrein tijd terwijl de realiteit razendsnel evolueert. Het geval met de teruggestuurde bootvluchtelingen toont echter aan dat de klok tikt en dat de situatie in het Middellandse Zeegebied steeds verontrustender wordt. Een echte Europese aanpak, gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten is dan ook nodig. Die aanpak moet wel de internationale verplichtingen van de EU respecteren en de verschillende aspecten van het fenomeen dekken. Er zijn initiatieven nodig, zowel op het vlak van asiel, als op dat van buitengrenzen, illegale immigratie en terugkeer. Die initiatieven moeten bovendien kaderen in een globale aanpak van migratie. Daarom zal de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken of JBZ op 4 juni samenkomen om hierover te discussiëren en te bekijken welke maatregelen mogelijk zijn om zowel de bescherming van de asielzoekers te verhogen als de druk op de mediterrane landen beter aan te pakken. Inzake de bescherming stellen we inderdaad te veel divergenties tussen de lidstaten vast, zowel op het vlak van opvang als op het vlak van erkenning. Ik ben dus verheugd dat er een fundamenteel debat op de volgende JBZ zal worden gehouden. Europa moet weten welke asielpolitiek het wil, ofwel 27 nationale systemen ofwel een echte harmonisering voor een betere bescherming. Persoonlijk hoop ik dat de tweede fase van het asielregime een aanleiding zal zijn voor meer Europa. Wij willen eenzelfde hoge graad van bescherming en evenwichtige erkenningscijfers over heel Europa. We rekenen eveneens veel op de oprichting van een efficiënt ondersteuningsbureau voor asiel dat via operationele samenwerking de toenadering zal versnellen en vergemakkelijken. Inzake de problematiek van de illegale immigratie in het Middellandse Zeegebied is het inderdaad zo dat de druk op de zuidelijke staten zeer groot is. Daarom moeten wij ons solidair tonen met die eerstelijnslanden. Daarvoor zijn meerdere mogelijkheden, zoals Frontex, Europese fondsen, opschorting Dublin-transferten, snelle interventieteams, intra-EU-relocatie van vluchtelingen. Al die mogelijkheden zullen op de volgende JBZ besproken worden. Dat mag echter de problemen die de staten in de tweede lijn, zoals België, met illegale immigratie hebben, niet verhullen. Dus solidariteit met de eerstelijnslanden, maar zonder ze te deresponsabiliseren. Ook die landen moeten hun verantwoordelijkheden aan de grenzen nemen. Onder de illegale migranten zijn er zeker asielaanvragers en we moeten onze verplichting tot niet-terugdrijving respecteren, maar er zijn ook economische migranten die geen asiel aanvragen. Een evenwichtige politiek impliceert daarom de nodige investeringen in betere controle en versterking van de buitengrenzen en een efficiënt terugkeerbeleid. België zal daarnaast vooral ook de nadruk leggen op meer samenwerking met de landen van oorsprong en transit. We moeten zeker in de eerste plaats werken aan die dimensie van de globale aanpak en dat betekent een betere controle van hun buitengrenzen, respect voor internationale conventies en het zeerecht en vooral het instellen van asielprocedures die naam waardig. |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – |
Mevrouw Freya Piryns (Groen!) . – Het verheugt me natuurlijk dat minister Turtelboom de eisen van de vluchtelingenorganisaties lijkt de steunen en dat ze de wantoestanden die ze aan de kaak stellen, erkent.Ze heeft ook gelijk als ze zegt dat de grenslanden hun verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar ook zijzelf heeft een verantwoordelijkheid. Als de toestanden die ik beschreven heb en waarover de minister zegt geschokt te zijn, voortduren en als bootvluchtelingen zonder enige procedure worden teruggestuurd, dan moet België dit duidelijker afkeuren en die grenslanden in alle scherpte laten horen dat zoiets voor ons niet kan. Verder moeten we zelfkritisch blijven nadenken over de manier waarop wij omgaan met vluchtelingen die vanuit die grenslanden uiteindelijk toch naar België komen, de zogenaamde Dublin II-gevallen. Heel wat rapporten melden dat in Griekenland mensenrechten met de voeten worden getreden. Daarom dring ik erop aan dat wij niet zomaar, in het kader van Dublin II, mensen naar dat land terugsturen vooraleer er op Europees niveau voor wordt gezorgd dat ook dat soort landen verantwoordelijkheid opneemt. |
Mme Freya Piryns (Groen!) . – |
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke) . – De afgelopen week werd ik gecontacteerd door een dove persoon die was opgeroepen om bij de aanstaande verkiezingen te fungeren als bijzitter in een stembureau. De dame in kwestie wilde graag haar burgerplicht vervullen en nam contact op met het betrokken Antwerpse kantonhoofdbureau met de vraag om een tolk Vlaamse gebarentaal ter beschikking te stellen. Tot haar en ook tot mijn verbazing kreeg ze als antwoord dat op haar verzoek niet kon worden ingegaan omdat dit niet tot de opdracht van het kantonhoofdbureau behoorde. Er werd haar geadviseerd om een dokters- of invaliditeitsattest op te sturen, zodat ze als bijzitter kon worden ontslagen.Dit is geen alleenstaand geval. Bij vorige verkiezingen waren er gelijkaardige incidenten. Ik ben ervan op de hoogte dat de minister samen met toegankelijkheidsorganisaties uit de beide landsdelen zich heeft ingespannen om de verkiezingen ook voor mensen met een handicap toegankelijk te maken. Concreet werd een rondzendbrief naar de gemeenten gestuurd met aanbevelingen om de stemlokalen en stemhokjes voor mensen met een motorische, visuele of auditieve beperking toegankelijk te maken. Ik apprecieer dat initiatief ten zeerste. Het geschetste voorbeeld toont echter aan dat er nog problemen blijven. Elke burger moet zijn burgerplicht kunnen vervullen. Zetelen als bijzitter of desgevallend als voorzitter van een stem- of stemopnemingsbureau moet ook voor mensen met een beperking mogelijk zijn, wanneer een redelijke aanpassing de beperking in kwestie kan ondervangen. De antidiscriminatiewet uit 2007 stelt expliciet dat het niet zorgen voor aanpassingen een discriminatie vormt. Dat het ter beschikking stellen van een tolk als een redelijke aanpassing geldt, staat buiten kijf. Is de minister het met me eens dat de opdracht van de kantonhoofdbureaus moet worden gewijzigd zodat ze verplicht zijn om te zorgen voor redelijke aanpassingen wanneer een opgroepen voorzitter of bijzitter met een beperking erom verzoekt? Is de minister bereid om een initiatief ter zake te nemen? Een mogelijkheid is misschien dat het kantonhoofdbureau de vraag om een redelijke aanpassing doorstuurt aan de gemeente, die dan verder instaat voor de praktische uitvoering. De gemeentes staan nu immers ook al in voor de toegankelijkheid van de stemlokalen door te zorgen voor parkeerplaatsen voor mensen met een handicap, hellende vlakken, voldoende brede doorgangen en stemhokjes, vergrootglazen in de stemhokjes, enzovoort. Het wordt echt tijd om toegankelijkheid ruimer te zien en niet te beperken tot louter fysieke toegankelijkheid. |
Mme Helga Stevens (Indépendante) . – |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – Samen met de staatssecretaris voor Personen met een handicap heb ik er inderdaad voor gezorgd dat voor de verkiezingen van 7 juni 2009 in de instructies aan de gemeenten al heel wat praktische richtlijnen zijn opgenomen die ervoor moeten zorgen dat personen met een motorische, visuele of auditieve beperking hun kiesrecht optimaal kunnen uitoefenen.In het licht van de antidiscriminatiewet uit 2007 lijkt het mij dat inderdaad eveneens redelijke aanpassingen moeten worden gedaan voor personen met een handicap die aan de kiesverrichtingen zelf – weten het zetelen als voorzitter of bijzitter in een stembureau of stemopnemingsbureau – deelnemen of wensen deel te nemen. De aanwijzing van voor- en bijzitters is evenwel een bevoegdheid die volgens de kieswet soeverein aan de magistraat-voorzitter van het kantonhoofdbureau toekomt. Het komt deze laatste dan ook toe de antidiscriminatiewet toe te passen, maar ik laat mijn administratie eveneens onderzoeken op welke manier ze mee kan bijdragen om daaraan tegemoet te komen. De suggestie van mevrouw Stevens dat de magistraat-voorzitter de medewerking vraagt van de gemeente zelf, is goed. |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – |
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke) . – Mag ik aannemen dat het probleem tegen 7 juni zal zijn opgelost? |
Mme Helga Stevens (Indépendante) . – |
De heer Guido De Padt , minister van Binnenlandse Zaken. – Natuurlijk. |
M. Guido De Padt , ministre de l’Intérieur. – |
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke) . – Ik kijk benieuwd uit naar het resultaat.Ik dank u nogmaals voor uw medewerking. Voor personen met een handicap is dat alles zeer belangrijk. |
Mme Helga Stevens (Indépendante) . – |
De heer Paul Wille (Open Vld) . – Bijna wekelijks moet ik de minister over deze problematiek ondervragen, want elke week is er wel iets aan de hand.Beleggingen in herverpakte kredieten, de zogenaamde CDO’ s, brachten sommige banken onlangs opnieuw in de problemen. Die ene grootbank die voor meer dan 22 miljard overheidssteun had gekregen, heeft inmiddels 17 programma’s voor CDO’s gelanceerd. Van diverse particulieren, bedrijfsleiders en zelfs van beursgenoteerde ondernemingen verneem ik dat ze vaak op aanraden van hun bank in die CDO’s hebben belegd. Op die manier werden toxische producten, die totaal niet in een beleggersportefeuille thuishoren, in de echte economie verspreid. Naast de CDO’s zouden ook zogenaamde Ifima’s, met een looptijd tot 2017, aan bedrijven en zelfs aan particulieren zijn verkocht. Het duurt even voor de letterlijke frank valt, maar velen voelen zich nu ongerust en sommigen zelfs bedot. De gedupeerden hebben een advocaat onder de arm genomen en laten weten dat ze niet correct geïnformeerd werden over de mogelijke risico’s die aan deze producten waren verbonden. Eén grootbank die over een staatsgarantie beschikt, heeft nu in de pers aangegeven bereid te zijn een dading aan te gaan. Het risico is dus niet denkbeeldig dat de factuur van de door de bank begane fouten aan de belastingbetaler wordt gepresenteerd. Kan de minister aangeven voor welk bedrag aan CDO’s de banken die een beroep deden op de overheid, hebben doorgeschoven naar bedrijven en particulieren? Kan hij dat uitvoerig toelichten? Voor welk bedrag aan Ifima’s met een lange looptijd hebben banken die een beroep deden op de overheidsgarantie, aan bedrijven en particulieren doorverkocht? Wat vindt de minister van die verkoop van CDO’s aan bedrijven en particulieren? Hebben de betrokken banken de vigerende wetgeving en reglementering wel nageleefd? Onderzoekt het CBFA de zaak en hoe kan een en ander in de toekomst worden voorkomen? Is hij het ermee eens dat, mochten de banken een dading aangaan omtrent de doorverkoop van CDO’s aan particulieren, ze die volledig voor hun rekening moeten nemen en dat de Staat in geen geval rechtstreeks of onrechtreeks voor de gevolgen van die dading moet instaan? |
M. Paul Wille (Open Vld) . – |
De heer Didier Reynders , vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen. – De heer Wille zal begrijpen dat het niet mogelijk is een gedetailleerd antwoord te geven op zijn vragen, die ik pas vanmorgen om elf uur heb ontvangen.Ik neem me wel voor er uitvoeriger op terug te komen, op voorwaarde dat ze relevant blijken en ik voor de materie bevoegd ben. Overigens spelen verschillende aspecten van het beroepsgeheim een rol bij het beantwoorden van zijn vragen, die betrekking hebben op een bepaalde onderneming en niet uitsluitend handelen over een beleidskwestie waarover parlementaire vragen kunnen worden gesteld. In de conferentie van voorzitters van de Kamer hebben we een bespreking gehad om een follow-upcommissie op te richten voor de aanbevelingen van de bijzondere commissie in verband met de financiële crisis. Dat wordt een gemengde commissie van Kamer en Senaat. We hebben het ook gehad over de oprichting van een commissie belast met het onderzoek van de diverse banken in de toekomst. Het is misschien nuttig een dergelijk debat te voeren in een commissie in de volgende weken of maanden. Ik heb toch een begin van antwoord. Eerst en vooral werden de CDO’s verkocht vóór de overheid de betrokken grootbanken financieel heeft gesteund. We hebben beslist om op te treden toen sommige banken op het randje van het faillissement stonden, maar na een aantal activiteiten met CDO’s en andere gestructureerde producten. Zoals in de pers is verschenen, heeft de CBFA sinds enige tijd het initiatief genomen om de voorwaarden waarin de plaatsingen van CDO’s door de KBC-groep bij particulieren en bedrijven hebben plaatsgevonden, grondig te onderzoeken. Ik ben bereid de heer Wille een schriftelijk antwoord te sturen, rekening houdend met het beroepsgeheim van de mensen van het CBFA. De overheidsinterventie bij de grote banken heeft tot doel de stabiliteit van het Belgische bankwezen te garanderen. Ik zie dus twee mogelijkheden om de heer Wille tegemoet te komen,. Eerst zal ik een schriftelijk antwoord sturen met de specifieke antwoorden betreffende de KBC. Vervolgens kunnen wij de zaak bespreken in de follow-upcommissie die de Kamer en de Senaat eventueel zouden oprichten. De bijzondere commissie heeft met gesloten deuren kunnen vergaderen en misschien is het goed om dat ook te doen wanneer het om specifieke gevallen in specifieke banken gaat. |
M. Didier Reynders , vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles. – |
De heer Paul Wille (Open Vld) . – Uiteraard viseer ik met mijn vraag helemaal niet de Groep, maar wel het fenomeen.Ik ben tevreden met het antwoord van de minister en de verwijzing naar de bijzondere commissie. We hebben het daar in het Bureau ook over gehad. Ik hoop dat we de daarvoor noodzakelijke expertise rond zullen krijgen. Het is een feit dat de rust en geloofwaardigheid rond deze zaak moeten terugkomen, gelet op de perceptie ervan bij de consument en de belastingbetaler. Op die manier kan de overheid op overtuigende wijze hard maken dat dit in ons land van heel dichtbij en op heel bekwame wijze wordt gevolgd en dat de juiste beslissingen worden genomen. |
M. Paul Wille (Open Vld) . – |
De voorzitter . – Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming) |
M. le président . – Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment) |
De heer Richard Fournaux (MR) . – |
M. Richard Fournaux (MR) . – En ma qualité de bourgmestre de la ville de Dinant, j’ai été associé aux différentes opérations de secours menées lors de l’accident ferroviaire survenu en gare de Dinant ce samedi 23 mai 2009. À cette occasion, je me suis longuement entretenu avec plusieurs membres du personnel de la SNCB, avec les témoins directs de l’accident ainsi qu’avec des collègues de l’accompagnateur de train blessé.Une enquête judiciaire ayant été ouverte afin de déterminer les circonstances précises de l’accident, il convient évidemment de se garder de toute conclusion hâtive. Je souhaite cependant attirer l’attention du ministre sur les mesures de sécurité en vigueur lorsqu’un train quitte le quai d’une gare dans notre pays. Depuis l’accident, la presse a relayé de très nombreux commentaires de membres du personnel de la SNCB et des organisations syndicales. Ces dernières seraient intervenues à de très nombreuses reprises auprès de la direction de la SNCB pour réclamer une modification des procédures de sécurité relatives à l’embarquement des passagers dans les trains. La Belgique serait l’un des derniers pays où existe encore la zone qualifiée de zone grise, à savoir les quelques secondes pendant lequelles une porte du train reste ouverte afin que l’accompagnateur de train puisse monter à bord, avec le danger que certains passagers en retard tentent d’en profiter pour s’engouffrer dans le train. L’accident aux conséquences dramatiques survenu à Dinant s’est précisément produit pendant cette zone grise. Est-il exact qu’un débat est mené au sein des organes de concertation de la SNCB sur les conditions de sécurité au moment du départ d’un convoi ? Compte tenu de l’accident survenu à Dinant, le ministre est-il disposé à tenter d’inciter la SNCB à clarifier au plus vite cette situation afin d’améliorer encore la sécurité des passagers mais aussi des membres du personnel de la SNCB ? Le ministre compte-t-il mettre tout en œuvre pour supprimer la zone grise dans les procédures d’embarquement ? |
De heer Philippe Mahoux (PS) . – |
M. Philippe Mahoux (PS) . – Je ne reprendrai pas l’exposé qui vient d’être fait des circonstances de l’accident qui s’est produit à Dinant. Mon objectif est de tenter d’en tirer des conclusions générales valant pour l’ensemble des travailleurs de tout le pays et des usagers de la SNCB.Les conséquences de l’accident sont dramatiques, tant pour l’accompagnateur amputé des deux membres inférieurs que pour le passager concerné. Je présume qu’une enquête interne est en cours au sein de la SNCB et il est probable, vu la présence de victimes, qu’une enquête est diligentée par les autorités judiciaires. Il est clair, monsieur le ministre, que les questions que je vous pose ont trait à l’enquête interne et non à l’enquête judiciaire éventuellement en cours. Tout d’abord, qu’en est-il de cette enquête ? Disposez-vous déjà d’informations à cet égard ? Ensuite, la « zone grise » serait une spécificité de la Belgique. Est-ce exact ? Existe-t-elle dans d’autres pays ? Pour rappel, il s’agit du laps de temps s’écoulant entre la fermeture de toutes les portes, sachant que l’une d’entre elles reste ouverte pour permettre à l’accompagnateur de train d’y accéder, et le départ du train. Pouvez-vous nous fournir des explications au sujet de cette « zone grise » ? Enfin, des débats sont-ils en cours sur le maintien ou non de cette « zone grise » ? Quel est l’état d’avancement des discussions et quand peut-on attendre une décision à ce propos ? Je présume que le moment de la prise de décision dépendra de l’enquête actuellement en cours et de l’évaluation exacte des risques liés au maintien ou à la disparition de ladite zone. Ce problème a hélas été porté à la connaissance de l’ensemble de la population à l’occasion d’un tragique accident. Nous attendons donc des explications et des informations sur les décisions qui seront prises pour améliorer la sécurité des travailleurs et des usagers de la SNCB. |
De heer Steven Vanackere , vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen. – |
M. Steven Vanackere , vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles. – Neuf collègues de la Chambre viennent de m’interroger sur le même sujet. Cela prouve que nous partageons tous l’émotion que suscite un tel drame et que l’on ne peut rester insensible face à une telle catastrophe, où des personnes ont été grièvement blessées dans des circonstances qui ne sont pas encore clarifiées à l’heure actuelle. Malheureusement, chers collègues, je ne pourrai pas vous éclairer davantage aujourd’hui, vu que l’instruction judiciaire et l’enquête menée par le SPF Mobilité et Transports doivent encore être finalisées.Il ne serait pas sage d’en divulguer des éléments partiels, ne fût-ce que parce qu’un certain nombre de témoins, encore sous le choc de l’événement, éprouvent de grandes difficultés à préciser les conditions dans lesquelles s’est produit cet accident. |
Les questions posées ce jour témoignent de la volonté de la Chambre et du Sénat de s’associer au mouvement de sympathie envers les victimes et leur famille. Toutes les mesures doivent être examinées afin que ne se reproduise pas semblable accident. Quelle que soit la procédure suivie, il est évident que le départ d’un engin pesant plusieurs tonnes présente des risques. On parle de « zone grise » qui peut, le cas échéant, être éliminée. Cela étant, le fait que la porte reste ouverte permet actuellement à l’accompagnateur d’intervenir si des voyageurs veulent sortir du train en utilisant le système de l’ouverture automatique ou se faire ouvrir la porte par une personne se trouvant à l’intérieur. Le fait que l’accompagnateur soit aujourd’hui le dernier à pouvoir intervenir si ce type de situation se présente est une procédure destinée à limiter les accidents. En juillet 2007, la direction de la SNCB a demandé à la SNCB Holding un rapport d’audit sur la procédure de départ des trains. À la suite de ce rapport, un groupe de travail multidisciplinaire a été mis en place. Des essais de procédure de départ alternative – avec portes fermées – ont été menés en avril 2008 et suivis au sein de plusieurs réunions par le groupe de travail multidisciplinaire et les organisations syndicales. En octobre 2008, une analyse de risque comparée entre les différentes procédures de départ a été demandée. Ironie du sort, les résultats de cette analyse devaient être transmis le 16 juin. Un mois avant ses conclusions, nous avons malheureusement eu à déplorer cet accident. Les résultats de cette analyse seront transmis le 16 juin aux membres de la Commission nationale de prévention et protection du travail. En attendant, nous avons tout intérêt à garder notre sang-froid. Le choix d’une procédure de départ doit se faire en fonction du risque global minimum et certainement pas aboutir à atténuer un risque existant en créant un nouveau risque. Une décision prise dans la précipitation et sous le coup de l’émotion n’est assurément pas la garantie de prendre la bonne disposition, celle qui assure la sécurité maximale de tous au départ d’un train. |
|
De heer Richard Fournaux (MR) . – |
M. Richard Fournaux (MR) . – Dans cette assemblée, il nous arrive souvent de dénoncer des situations difficiles, mais quand les choses fonctionnent bien, il faut aussi le dire.En ma qualité de bourgmestre de Dinant, j’ai en effet eu l’occasion d’être en contact régulier avec la famille de l’agent de la SNCB. Les membres de cette famille ont été positivement surpris par la sollicitude que leur ont témoignée les services sociaux et le personnel de la SNCB habilité à cet égard, et par l’aide qu’ils ont obtenue dans l’accomplissement de leurs démarches. Pour le reste, je comprends parfaitement qu’on ne puisse pas décider sous le coup de l’émotion mais il fallait malgré tout signaler le problème de la « zone grise » au moment du départ du train. En ce qui me concerne, je vous demanderai d’examiner, avec les organes représentatifs de la SNCB, la manière dont la situation pourrait être améliorée. Je voudrais également démentir une information selon laquelle une autre solution n’était pas envisageable pour des raisons budgétaires, information qui a circulé dans les médias et parmi le grand public. Votre réponse m’a fait comprendre qu’il n’en était rien mais qu’il fallait mettre au point une nouvelle procédure, plus sûre que la précédente. |
De heer Philippe Mahoux (PS) . – |
M. Philippe Mahoux (PS) . – Le rappel des règles est un des avantages de nos interpellations. La presse a déjà fait un grand travail dans ce domaine. Il est important de rappeler les règles qui doivent être respectées.La présentation des résultats, prévue le 16 juin, pourrait-elle être postposée à cause de l’accident ? Je suppose que la décision qui sera prise à cette occasion fera encore l’objet d’une concertation avec les organisations représentatives des travailleurs. Ces derniers sont les premières personnes exposées, au même titre que les usagers. |
De heer Steven Vanackere , vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen. – |
M. Steven Vanackere , vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles. – Les résultats de l’analyse comparée seront bien présentés le 16 juin. Je confirme également la logique de concertation qui doit régir ce type de discussion. |
De heer Jurgen Ceder (VB) . – In juli 2000 vaardigde onderzoeksrechter Vandermeersch een internationaal aanhoudingsbevel uit tegen de Congelese minister van Buitenlandse Zaken Yerodia. Hij wilde de minister vervolgen wegens het aanzetten tot rassenhaat en volkerenmoord. De reden van het aanhoudingsbevel was dat Yerodia de Tutsi’s in Congo "ongedierte" had genoemd.Deze week raakte bekend dat er op het bekende Facebook een groep was gecreëerd met de naam Bruxelles élargie, liberée et surtout francisé. Deze groep publiceerde een manifest waarin de Vlaamse pendelaars werden omschreven als "woekerend ongedierte", dat elke ochtend de Brusselse arbeidsmarkt overspoelt om ’s avonds het geld af te geven aan "de vijand". Vandaag, nu er een gerechtelijke klacht werd ingediend, zeggen de initiatiefnemers in de krant dat het maar een grapje was. Of het een grap was, is irrelevant. Als een webstek Marokkanen had omschreven als woekerend ongedierte, zouden de verantwoordelijken daarvan er vermoedelijk niet vanaf komen met de mededeling dat het maar om te lachen was. Het CGKR zou daar zich evenmin bij neerleggen. Het is bovendien twijfelachtig of het om een grap ging. Niet alleen de "domme" Vlamingen hadden het immers zo niet begrepen, want een aantal FDF-politici, waaronder de parlementsleden Persoons en Derbaki Sbaï en het gemeenteraadslid Jean-Louis Péters, werden onmiddellijk lid van die Facebookgroep. Mijn vraag gaat niet over het feit of dit al dan niet een grap was, maar wel over het beleid van het CGKR, dat toen het kennis kreeg het incident en van de klacht onmiddellijk verklaarde niet bevoegd te zijn omdat het een communautaire kwestie betreft. De antidiscriminatiewet stelt inderdaad dat het Centrum niet bevoegd is voor discriminatie op grond van taal. Het Centrum negeert echter dat er hier niet wordt gesproken over Nederlandstaligen, maar wel over Vlamingen, wat niet alleen een taalkundige groep is, maar ook algemeen erkend wordt als een etnische groep. De antiracismewet en het daarin gebruikte criterium van etnische afstamming zijn dus van toepassing. Zelfs als men de aangehaalde tekst zou afdoen als een communautair incident, is het Centrum nog niet noodzakelijk onbevoegd. In het recente boek Taaleisen juridisch getoetst, uitgegeven onder redactie van Alen en Sottiaux, staat ook een bijdrage van dé specialist inzake discriminatierecht, Jogchum Vrielink. Hij uit daarin kritiek op de houding van het CGKR en meer bepaald op de stelling dat de antiracismewet niet kan worden ingeroepen voor communautaire twisten, zoals het Centrum die zelf noemt op zijn webstek. Hij wijst er terecht op dat er "ten overvloede kan op gewezen worden dat Walen en Vlamingen in beginsel onder de grond ‘etnische afstamming’ gebracht kunnen worden" . Hij besluit dan ook: "Dat impliceert dat een toepassing van de wet, gebaseerd op de interpretatie waarin communautaire conflicten volledig uitgesloten zijn van de antiracismewet, in beginsel in strijd is met de verplichtingen die voortvloeien uit de betrokken teksten. Het CGKR kan zich dus niet langer onbevoegd verklaren in dergelijke zaken.". De auteur is bovendien van mening dat een discriminatie op grond van taal ook een indirecte discriminatie op grond van de antidiscriminatiewet kan uitmaken, waarvoor het CGKR alweer bevoegd is. Welke maatregelen zal de minister nemen om de onwettelijke en selectieve weigering van het CGKR om op te treden tegen racisme ten aanzien van Vlamingen te doen ophouden? |
M. Jurgen Ceder (VB) . – |
Mevrouw Joëlle Milquet , vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen. – Ik heb kennisgenomen van de verklaringen die op een website verschenen zouden zijn en waarnaar u verwijst. Ik heb deze verklaringen naar het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding doorgestuurd met de vraag te onderzoeken of het Centrum in deze juridisch bevoegd is om op te treden. Ik wacht op een gedetailleerd juridisch antwoord van het Centrum. Ik zal de heer Ceder dat antwoord van het Centrum doorsturen.Los van de juridische vraag of deze verklaringen binnen de juridische competenties van het Centrum vallen, staat het vast dat deze verklaringen duidelijk een vorm van stigmatisering en kleinering in zich dragen. Ze moeten derhalve op moreel vlak met de grootste stelligheid worden veroordeeld, wat het Centrum niet nagelaten heeft te doen, met name op zijn website. |
Mme Joëlle Milquet , vice-première ministre et ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances. – |
De heer Jurgen Ceder (VB) . Wanneer we het antwoord van het Centrum kennen, zal ik indien nodig op deze zaak terugkomen |
M. Jurgen Ceder (VB) . – |
Mevrouw Els Schelfhout (CD&V) . – Deze week verscheen in De Morgen het trieste relaas van een jonge Burundees die omwille van zijn homoseksuele geaardheid door zijn familie werd verstoten.In november 2008 keurde de Burundese Assemblée Nationale een nieuwe strafwet goed, waarin een artikel werd opgenomen dat homoseksualiteit strafbaar stelt. Onder druk van de internationale donorgemeenschap keurde de Burundese Senaat de strafwet af, net omwille van het homofobe artikel. In maart 2009 verwierp de Assemblée Nationale het advies van de Senaat. De nieuwe strafwet, inclusief het artikel met betrekking tot homoseksualiteit, werd aangenomen en door president Pierre Nkurunziza bekrachtigd. Tijdens zijn missie in Burundi in februari van dit jaar verklaarde de minister dat hij de hulp aan Burundi wil verhogen. Hij zei namelijk: "In Congo maakt de Belgische ontwikkelingshulp het verschil niet, maar in Burundi kunnen we wel een toegevoegde waarde bieden." Het Indicatief Samenwerkingsprogramma voor 2007-2009 voorziet in 60 miljoen euro (20 miljoen per jaar) Belgische hulp aan Burundi. Ons land geeft voor de periode 2008-2011 sectorale budgetsteun voor een bedrag van jaarlijks 5 miljoen euro. En voor de verkiezingen van 2010 is België bereid om twee miljoen euro vrij te maken. De voorbije jaren heeft ons land zich actief geëngageerd tijdens het Burundese transitie- en verkiezingsproces (2003-2005). Ook tijdens de post-electorale periode behoudt België zijn bijdrage aan het vredes- en democratiseringsproces. De democratisch verkozen instellingen in Burundi moeten worden gerespecteerd. Maar ons land, als belangrijkste donor van Burundi, moet ook zijn verantwoordelijkheid opnemen wanneer een partnerland de mensenrechten schendt. Acht de minister Belgische hulp in de huidige vorm en omvang aan Burundi aanvaardbaar, rekening houdend met het niet respecteren van het mensenrecht dat discriminatie op basis van seksuele geaardheid verbiedt? Overweegt de minister om op bilateraal en multilateraal niveau maatregelen te treffen? Zo ja, welke? Welke voorwaarden met betrekking tot het respecteren van de mensenrechten worden aan de Belgische ontwikkelingshulp verbonden? |
Mme Els Schelfhout (CD&V) . – |
De heer Charles Michel , minister van Ontwikkelingssamenwerking. – Ik heb al herhaaldelijk gewezen op het belang van het respect voor de mensenrechten met inbegrip van het principe van niet discriminatie op basis van seksuele geaardheid.Ik heb de kwestie rond het nieuwe Burundese strafwetboek dat homoseksualiteit strafbaar stelt, dan ook van bij het begin aandachtig gevolgd. Ik bracht de kwestie ter sprake tijdens de bilaterale contacten die ik in Brussel met de Burundese autoriteiten heb gehad. Tijdens mijn bezoek aan Burundi in februari heb ik opnieuw met mijn gesprekspartners over de kwestie gesproken. Ik heb het onderwerp trouwens expliciet aangehaald in mijn toespraak op de Belgische ambassade in Bujumbura op 24 februari. Het feit dat de Burundese president Nkurunziza de wet uiteindelijk toch heeft uitgevaardigd, vind ik dan ook verontrustend. De internationale gemeenschap kan de uitvaardiging van de wet dan ook niet zomaar naast zich neerleggen. De Europese Unie heeft op 12 mei 2009 een verklaring gepubliceerd die de wet veroordeelt en Burundi verzoekt ze niet toe te passen. We moeten evenwel zorgvuldig nadenken over de juiste vorm en inhoud van onze reactie. We moeten immers vermijden de Burundese bevolking in haar geheel te treffen rekening houdend met de precaire omstandigheden waarin ze leeft. Bovendien moeten we vermijden in verspreide slagorde te reageren omdat daardoor onze boodschap wordt afgezwakt. lk heb tijdens de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18-19 mei dan ook informele contacten gelegd met verschillende Europese landen die in Burundi actief zijn, om te kijken hoe we onze eventuele reacties kunnen harmoniseren. Daarenboven voorzien de akkoorden van Cotonou in een politieke dialoog voor alle kwesties van wederzijds belang. In het geval van Burundi werd de dialoog opgestart met de minister van Buitenlandse Zaken en het bewuste artikel van het nieuwe Burundese strafwetboek staat op de agenda van de besprekingen. De Burundese overheid is zich overigens bewust van het feit dat de Europese landen zwaar aan de kwestie tillen en is beducht voor mogelijke reacties. De Burundese minister van Buitenlandse Zaken zal op 15 en16 juni naar Europa komen en er contacten hebben met België, Frankrijk, Nederland en de Europese Commissie over deze kwestie. |
M. Charles Michel , ministre de la Coopération au Développement. – |
Mevrouw Els Schelfhout (CD&V) . – Het verheugt me dat de minister informele contacten heeft met de Europese landen die in Burundi actief zijn. Wat is echter het resultaat van die informele contacten? Welke concrete acties worden ondernomen en in welke mate is er een verband met de ontwikkelingshulp die wij en de andere Europese landen aan Burundi geven? De aanhouding van mensen omwille van hun seksuele geaardheid betekent een schending van de mensenrechten. Wordt het geen tijd de mensenrechten aan de ontwikkelingshulp te koppelen? |
Mme Els Schelfhout (CD&V) . – |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V) . – In het Noordoosten van Pakistan voltrekt zich momenteel een ware humanitaire ramp. Door de recente gevechten tussen het Pakistaanse regeringsleger en de taliban is het aantal interne vluchtelingen opgelopen tot meer dan 2,5 miljoen en hun aantal stijgt elke dag. Meer dan de helft daarvan zijn kinderen.Deze mensen hebben een tekort aan zowat alles: zuiver water, voedsel, kleding, beschuttingsmateriaal, gezondheidszorg en bescherming. De aanwezige hulporganisaties slagen er door een tekort aan financiering en voorraden niet in om iedereen te bereiken. Amper 10% van de recent ontheemde personen komt momenteel in opvangkampen terecht. Meer dan twee miljoen vluchtelingen kunnen dus niet worden opgevangen. |
Mme Sabine de Bethune (CD&V) . – |
UNICEF Internationaal heeft berekend dat op korte termijn 42 miljoen dollar nodig is voor dringende hulp. Heeft de Pakistaanse overheid de internationale gemeenschap officieel gevraagd om noodhulp te bieden aan de getroffen regio? Is de Belgische overheid eventueel bereid om op die vraag in te gaan? Is er op de begroting van Ontwikkelingssamenwerking een bedrag ingeschreven voor steun aan de humanitaire organisaties die in het rampgebied actief zijn? Zo ja, welk? |
|
De heer Charles Michel , minister van Ontwikkelingssamenwerking. – België heeft van de Pakistaanse autoriteiten geen specifieke aan ons land gerichte vraag om hulp ontvangen.België draagt jaarlijks aanzienlijk bij aan de algemene middelen van de internationale organisaties die in Pakistan actief zijn, waaronder OCHA, UNHCR, UNICEF en ICRC. Volgens OCHA zijn er momenteel 2,3 miljoen ontheemden, waarvan er 275.000 in kampen verblijven. De humanitaire toegang tot de ontheemden die niet in kampen verblijven, is bijzonder moeilijk. ICRC ondersteunt momenteel de Pakistaanse Rode Halve Maan, die actief is in de vluchtelingenkampen in Swabi en Malakaland. Die kampen zijn niet toegankelijk voor internationale organisaties. UNHCR ondersteunt de inspanningen van de overheid om tijdelijk onderdak te verlenen aan de ontheemden, met onder andere tenten en huishoudgerief. UNICEF startte al activiteiten op het vlak van water, hygiëne en gezondheid. Onze diensten bestuderen momenteel een extra Belgische bijdrage ter ondersteuning van de hulpverleners die in het rampgebied actief zijn. |
M. Charles Michel , ministre de la Coopération au Développement. – |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V) . – Het is positief dat de internationale organisaties die in de regio actief zijn, worden gesteund. Ik roep de minister op om dit dossier zowel op het Belgische als het Europese niveau op de voet te volgen en de steun op te drijven. De humanitaire nood is immers bijzonder hoog. De minister vermeldde zelf dat er meer dan twee miljoen ontheemden zijn. Bovendien is humanitaire hulp vanwege de internationale gemeenschap het beste middel om een buffer op te werpen tegen het integrisme en de taliban. |
Mme Sabine de Bethune (CD&V) . – |
De heer Paul Wille (Open Vld) . – De minister is er ongetwijfeld van op de hoogte dat het slecht gaat met de Belgische windmolenparken in zee omdat de kredietlijnen opgedroogd zijn. Dit is jammer, zowel voor de investeerders in groene energie, die hun middelen zien opdrogen, als voor de economie, die onthouden wordt van zuurstof, en vooral voor het milieu. De situatie is dan ook ontoelaatbaar.Duurzame energie is niet alleen goed voor het milieu, maar creëert tevens nieuwe jobs. Daarom betreur ik het dat het risico bestaat dat de meest veelbelovende projecten in België, zoals de offshore windmolenparken, verloren dreigen te gaan. Deze week werd wederom de noodklok geluid. Het lot van het tweede windmolenpark in onze Noordzee komt in het gedrang, omdat Belwind geen financiering vindt en de banken strengere voorwaarden opleggen. Zoals een volkswijsheid zegt: de bank verstrekt geld als men dat niet nodig heeft, maar verleent geen krediet als dat noodzakelijk is. Wat is het standpunt van de minister in dit dossier? Welke andere windmolenprojecten in zee kampen momenteel met financieringsproblemen? Is de minister hiervan op de hoogte gebracht? Welke maatregelen acht de minister opportuun met het oog op investeringen in windmolenparken en de financiering ervan? Welke projecten zouden steun kunnen bekomen van de Europese Investeringsbank en om welke bedragen gaat het? Is de minister voorstander van het fiscaal stimuleren van investeringen in groene energie en hoe zal dat op korte termijn worden geregeld? |
M. Paul Wille (Open Vld) . – |
De heer Paul Magnette , minister van Klimaat en Energie. – De projecten C-Power en Belwind beschikken over alle nodige vergunningen. Voor Eldepasco moeten dit jaar nog de bouw- en exploitatievergunning en de vergunning voor kabelaanleg in zee worden verleend.Het globale vermogen van deze drie projecten samen bedraagt ongeveer 850 MW. Op het ogenblik is er een vermogen van 30 MW geïnstalleerd en in dienst gesteld door C-Power. Fase II van C-Power en fase I van Belwind zouden einde 2009 of begin 2010 van start kunnen gaan. Het financieel en systemisch risico dat gepaard gaat met de kredietcrisis geldt voor elke sector in België. Het is nochtans nodig om onze handelswijze te wijzigen. Het project C-Power heeft enige vertraging opgelopen, wat niet verwonderlijk is, want de toegepaste technieken zijn vernieuwend en het arbeidsmilieu is bijzonder vijandig en onbeheersbaar. Bovendien zullen gelet op de omvang en de complexiteit van het project ongetwijfeld diverse problemen rijzen. De huidige kredietcrisis doet het gevaar ontstaan dat het begin van de tweede fase van het project vertraging zal oplopen. De financiële problemen van E-Concern hebben absoluut geen invloed op de planning van het project van Belwind. De wetgeving voorziet in een gunstig steunregime voor deze projecten. Bovendien doet mijn administratie al het mogelijke om dit probleem in samenwerking met de concessiehouders op te lossen binnen het Belgian North Sea wind energy platform, BNSWEP. De regering heeft zich ertoe verbonden het huidige steunregime te behouden. De totale stabiliteit van het juridische kader zou de financiële kringen moeten geruststellen. |
M. Paul Magnette , ministre du Climat et de l’Énergie. – |
De heer Paul Wille (Open Vld) . – Allicht kent de minister mijn reactie al: plus est en vous. Ik weet immers dat er een crisis heerst en dat ze ook in die sector wordt gevoeld. Desalniettemin zijn allerlei leiders in de wereld van oordeel dat juist nu meer op dergelijke projecten moet worden ingezet. Dat betekent dus niet: laisser faire, laisser passer.Ik hoop dan ook dat de minister de liberale instelling, namelijk dat dergelijke projecten financieel moeten worden gestimuleerd, opnieuw in overweging wil nemen. Dan staan wij graag aan zijn zijde. |
M. Paul Wille (Open Vld) . – |
Wetsontwerp houdende instemming met volgende Internationale Akten: |
Projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants: |
Wetsontwerp houdende instemming met volgende Internationale Akten: |
Projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants : |
De voorzitter . – Ik stel voor deze wetsontwerpen samen te bespreken. (Instemming) |
M. le président . – Je vous propose de joindre la discussion de ces projets de loi. (Assentiment) |
De heer Philippe Mahoux (PS) , rapporteur. – |
M. Philippe Mahoux (PS) , rapporteur. – Je me réfère à mon rapport écrit.Ce projet de loi a connu un long cheminement en commission des Affaires étrangères où, en raison des implications juridiques, nous avons demandé l’avis de la commission de la Justice sur le texte relatif à l’entraide judiciaire et à l’extradition. Après avis de la commission de la Justice, un vote à l’unanimité est intervenu en commission des Affaires étrangères. |
De heer Josy Dubié (Ecolo) . – |
M. Josy Dubié (Ecolo) . – Nous souhaitons que ces projets soient renvoyés en commission. En effet, comme M. Mahoux l’a rappelé, une discussion a eu lieu sur la peine de mort, mais de nouveaux éléments sont intervenus depuis lors, notamment en ce qui concerne la position des États-Unis. Ainsi, la base de Guantanamo ne sera pas fermée, en tout cas pas dans les délais prévus. C’est une forme de déception.Par ailleurs, un certain nombre de pratiques que l’on peut considérer comme de la torture sont toujours autorisées, alors que l’on pensait qu’elles seraient abolies. Des problèmes se posent donc. Il ne s’agit pas de condamner l’attitude des États-Unis. Nous constatons toutefois que le président Obama est confronté à des difficultés à l’intérieur de son propre parti. Comme on le sait, le Sénat a voté à la quasi unanimité contre le budget pour la fermeture de la prison de Guantanamo. Nous souhaiterions discuter de ces problèmes en commission pour éventuellement adapter le texte à ces nouveaux éléments. |
De heer Philippe Mahoux (PS) , rapporteur. – |
M. Philippe Mahoux (PS) , rapporteur. – Je voudrais encore dire un mot en tant que rapporteur. Nous discutons du problème depuis deux mois en commission. Pendant ces deux mois, je n’ai entendu aucune intervention de M. Dubié ni de son groupe, que ce soit en commission des Affaires étrangères ou en commission de la Justice.Je signale que le point soulevé par M. Dubié concernant les traitements dégradants a été abordé en commission en raison de la situation qui prévalait à Guantanamo et non en fonction de l’évolution de la politique américaine. Nous avons eu une démarche critique avec l’espoir, en tout cas de la part de notre groupe, que cette prison soit fermée le plus rapidement possible. Le problème a donc été abordé. On saisit mal dès lors quel élément nouveau M. Dubié met en avant. Je suggère à M. Dubié de relire attentivement le rapport. Il est bien dit que le problème des traitements dégradants doit être pris en compte. Dans le cadre de la collaboration judiciaire, il est bien clair que l’on doit avoir des garanties en matière de respect des droits de l’homme. En ce qui concerne la peine de mort, nous avons considéré, après avoir reçu l’avis de la commission de la Justice, que la liberté laissée au gouvernement qui reçoit une demande d’extradition – en l’occurrence, la Belgique par rapport aux États-Unis puisqu’il s’agit d’un traité bilatéral –d’apprécier la problématique de la peine de mort était trop laxiste. |
Dès lors que nous avions inscrit l’abolition de la peine de mort dans la Constitution, il était fondamental que l’on n’extrade vers les États-Unis qu’à condition que la peine de mort ne soit pas prononcée ou exécutée. J’ajoute que j’ai déposé une proposition de loi qui va encore plus loin, à savoir l’obtention de la garantie, de l’ensemble des pays qui nous demandent l’extradition, que la peine de mort ne sera pas prononcée. S’agissant de nos relations avec les États-Unis, cela concerne donc un traité bilatéral qui, même s’il a été discuté au niveau de l’Union européenne, a également été discuté en commission sur les deux points que vous soulevez. Le fait nouveau que vous invoquez n’existe pas puisque c’est en fonction de la situation qui prévaut que le problème des traitements dégradants, de la coopération judiciaire et de l’extradition ont été discutés. Je ne voudrais pas que l’on imagine que la réponse qui pourrait vous être donnée vous empêche de mettre en avant un fait nouveau. Dans l’état actuel des choses, je ne perçois pas la pertinence de votre demande. En outre, le moment que vous choisissez pour entamer votre démarche me paraît quelque peu lié à une opportunité et j’estime que les opportunités ne doivent pas être utilisées pour des problèmes de ce type. Je connais votre sensibilité et votre attachement au respect des droits de l’homme et à l’abolition totale de la peine de mort, mais votre demande me semble hors de propos puisque nous avons déjà eu cette discussion. |
|
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a) . – Als voorzitter van de commissie wil ik toch ook mijn verwondering uiten en me bij het standpunt van de heer Mahoux aansluiten. Het onderwerp is in een tijdspanne van twee maanden herhaaldelijk besproken; alle nodige adviezen zijn ingewonnen; iedereen heeft de kans gehad de rapporten te lezen en het woord te nemen. De vraag – die ik hier voor het eerst hoor – om het ontwerp terug te zenden naar de commissie, verwondert me dan ook. We hebben in de commissie met z’n allen over het ontwerp gestemd en het advies van de commissie is duidelijk. Ik pleit er dus voor het ontwerp nu hier te behandelen. |
Mme Marleen Temmerman (sp.a) . – |
De heer Francis Delpérée (cdH) . – |
M. Francis Delpérée (cdH) . – Comme mes collègues, je ne comprends pas la demande de renvoi en commission.La question a été amplement discutée tant en commission de la Justice qu’en commission des Relations extérieures. L’amendement déposé par M. Mahoux et moi-même visait précisément à renforcer la protection en matière d’extradition au départ de la Belgique. Cet amendement a été adopté à l’unanimité. Notre intention était de mettre en accord nos engagements internationaux avec nos engagements constitutionnels adoptés il n’y a pas si longtemps et qui visaient à interdire que la peine de mort soit restaurée dans un temps quelconque dans notre droit. Nous devons faire valoir l’abolition de la peine de mort non seulement à l’intérieur, mais aussi à l’extérieur. |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V) . – Ik geef kort het standpunt van onze fractie. We hebben rond dit ontwerp zeer goed, ik zou zelfs zeggen, baanbrekend werk geleverd. Na advies van de commissie voor de Justitie hebben we beslist het goedkeuringsontwerp van dit verdrag te amenderen en een heel duidelijke mensenrechtenclausule in te bouwen. Die bepaalt dat we niemand aan de Verenigde Staten kunnen uitleveren zonder akkoord dat de doodstraf niet wordt uitgevoerd. We zijn daarmee het enige Europese land dat zo’n duidelijke voorwaarde stelt. Op zich is dat dus baanbrekend werk.Vandaag beslissen de discussie op de lange baan te schuiven en eventueel zelfs het risico te lopen dat ze wordt gesmoord in tal van overwegingen, zou heel jammer zijn en zou onze slagkracht verminderen. Ik roep de heer Dubié dan ook op zijn vraag tot terugzending in te trekken. Zo niet, dan zullen we tegenstemmen, want we vinden het belangrijk dat deze waardevolle tekst vandaag wordt goedgekeurd. |
Mme Sabine de Bethune (CD&V) . – |
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V) . – We hebben in de commissie voor de Justitie een ruim debat gehad over deze problematiek en mijn inziens is het amendement een voldoende afspiegeling van de algemene teneur daarvan.Het is evident dat we geen personen die in Guantanamo zouden terechtkomen, kunnen uitleveren. Dat heeft echter niets te maken met de doodstraf, maar alles met de algemene regel dat ook bij uitlevering het EVRM van toepassing is. We kunnen geen uitlevering goedkeuren die tot gevolg zou hebben dat het Europees mensenrechtenverdrag wordt geschonden. Concreet kunnen we niet uitleveren wanneer we niet voldoende garanties hebben dat de uitgeleverde een eerlijk proces krijgt en het is duidelijk dat de strafprocedure in Guantanamo volgens de normen van het Hof te Straatsburg niet voldoet aan het begrip "eerlijk en onpartijdig proces". De vraag van de heer Dubié is dus zinvol en het valt niet uit te sluiten dat we in de toekomst een algemeen debat hebben over het actualiseren van de uitleveringswet, maar het ontwerp van vandaag moeten we niet naar de commissie terugzenden. |
M. Hugo Vandenberghe (CD&V) . – |
De heer Josy Dubié (Ecolo) . – |
M. Josy Dubié (Ecolo) . – Je suis forcé de constater que mes collègues ne suivent pas ma demande.Je précise à l’intention de M. Mahoux que nous soutiendrons la proposition de loi qu’il a déposée et qui vise à renforcer la protection des individus contre tout prononcé ou exécution d’une condamnation à mort. Cela me paraît une excellente initiative. Nous ne mettons absolument pas en cause la volonté du Président Obama de fermer le centre de Guatanamo. Un élément nouveau est cependant intervenu, à savoir que le Sénat des États-Unis a refusé de voter le budget qui aurait permis d’assurer cette fermeture. Nous pensions pouvoir examiner cet élément lors d’un renvoi en commission et l’introduire dans la discussion générale. Je constate qu’il n’y a pas d’unanimité et que ma proposition n’est pas acceptée. |
Mevrouw Marie-Hélène Crombé-Berton (MR) . – |
Mme Marie Hélène Crombé-Berton (MR) . – Ces conventions datent de 1988 et de 2003 et il est grand temps que nous les ratifiions. |
De heer Philippe Mahoux (PS) . – |
M. Philippe Mahoux (PS) . – Nous avons soulevé la question de l’extradition par rapport à la peine de mort lors du débat en commission des Affaires étrangères et nous avons demandé l’avis de la commission de la Justice. De manière générale, de nombreux textes soumis à la commission des Affaires étrangères concernent des problèmes de justice et mériteraient peut-être de recevoir plus systématiquement l’avis de la commission de la Justice.À la suite de la discussion, M. Delpérée et moi-même avons déposé un amendement. Il vise non pas à permettre au gouvernement à qui l’extradition est demandée d’évaluer si celle-ci peut avoir lieu compte tenu de l’existence de la peine de mort dans le pays qui demande l’extradition, mais il précise que le gouvernement n’a pas le choix et que lorsque ce risque existe, il doit refuser l’extradition. Je n’ai pas souvenir qu’au cours de ces dernières années, on ait très souvent amendé des textes relatifs à des ratifications de traités. Le texte en question aura un long parcours, comme c’est le cas pour tous les traités bilatéraux. J’espère que ce parcours sera le plus bref possible car il constitue une avancée extrêmement importante en ce qui concerne la problématique de la peine de mort. |
De voorzitter . – |
M. le président . – Monsieur Dubié, je prends acte que vous retirez votre demande de renvoi en commission. |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
Discussion des articles du Projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants: |
|
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp. Zie stuk 4-1183/1.) |
(Le texte adopté par la commission des Relations extérieures et de la Défense est identique au texte du projet de loi. Voir document 4-1183/1.) |
– De artikelen 1 tot 3 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er à 3 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
Discussion des articles du projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants : |
|
(Voor de tekst geamendeerd door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging, zie stuk 4-1184/5.) |
(Pour le texte amendé par la commission des Relations extérieures et de la Défense, voir document 4-1184/5.) |
– De artikelen 1 tot 4 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er à 4 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
Mevrouw Els Schelfhout (CD&V) . – Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. |
Mme Els Schelfhout (CD&V) . – Je me réfère à mon rapport écrit. |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp. Zie stuk 4-1292/1.) |
(Le texte adopté par la commission des Relations extérieures et de la Défense est identique au texte du projet de loi. Voir document 4-1292/1.) |
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er et 2 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
De voorzitter . – De heer Vankrunkelsven verwijst naar zijn schriftelijk verslag. |
M. le président . – M. Vankrunkelsven se réfère à son rapport écrit. |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp. Zie stuk 4-1293/1.) |
(Le texte adopté par la commission des Relations extérieures et de la Défense est identique au texte du projet de loi. Voir document 4-1293/1.) |
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er et 2 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
Mevrouw Els Schelfhout (CD&V) . – Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. |
Mme Els Schelfhout (CD&V) . – Je me réfère à mon rapport écrit. |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp. Zie stuk 4-1308/1.) |
(Le texte adopté par la commission des Relations extérieures et de la Défense est identique au texte du projet de loi. Voir document 4-1308/1.) |
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er et 2 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
De heer Francis Delpérée (cdH) , rapporteur. – |
M. Francis Delpérée (cdH) , rapporteur. – Quelques mots sur ce petit projet qui modifie le Code civil en ce qui concerne le lieu du mariage. Nous avons été saisis de ce texte – à l’origine une proposition de loi – venant de la Chambre des représentants, adopté par 124 voix et une abstention et visant à préciser que le mariage devait se passer dans un lieu public, dans un lieu communal, à caractère neutre, et dont la commune avait l’usage exclusif.La proposition n’a pas fait l’objet de nombreuses discussions mais deux problèmes ont tout de même été évoqués par la commission. Premier problème : fallait-il indiquer que seul un lieu pouvait être désigné par la loi ou par le conseil communal – la maison communale, l’hôtel de ville ou un autre lieu – ou bien fallait-il permettre à chaque conseil communal – à la suite des opérations de fusions de communes intervenues en 1976 – de déterminer plusieurs lieux publics où les communes pouvaient célébrer les mariages ? Deuxième problème : apparemment, nos amis députés avaient totalement négligé la situation de la ville d’Anvers et de ses districts. |
Il fallait donc envisager la possibilité de prévoir des lieux de mariage dans chaque district. Des amendements ont donc été déposés au projet transmis par la Chambre des représentants. L’un d’eux proposait de permettre au conseil communal de désigner plusieurs lieux publics à caractère neutre sur le territoire de la commune. Il a, par ailleurs, été indiqué que si des organes territoriaux intracommunaux, pour reprendre les termes de la Constitution, ont été créés dans une commune, la compétence revient alors non au conseil communal, mais au conseil de district. Les amendements et l’ensemble du projet ont été adoptés à l’unanimité. |
|
Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V) . – Het verheugt me dat de commissie het wetsontwerp heeft aangepast. Met de tekst die door de Kamer was goedgekeurd was het niet mogelijk huwelijken te voltrekken in de districten in Antwerpen, terwijl de districten toch door de wetgever zijn erkend. Om dat hiaat op te vangen hebben we een amendement ingediend dat unaniem werd goedgekeurd evenals het ontwerp zelf. |
Mme Nahima Lanjri (CD&V) . – |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(Voor de tekst geamendeerd door de commissie voor de Justitie, zie stuk 4-1255/4.) |
(Pour le texte amendé par la commission de la Justice, voir document 4-1255/4.) |
– De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
Mevrouw Christiane Vienne (PS) , rapporteur. – Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. |
Mme Christiane Vienne (PS) , rapporteuse. – Je me réfère à mon rapport écrit. |
De heer Philippe Mahoux (PS) . – |
M. Philippe Mahoux (PS) . – Ce texte est l’aboutissement d’un long parcours visant à développer une alternative, qui revêt d’ailleurs plusieurs formes, à l’expérimentation animale.L’objectif était double : d’une part, améliorer l’efficacité des tests et augmenter la certitude quant à la nocivité ou à l’innocuité des substances testées, et, d’autre part, éviter autant que possible l’expérimentation animale, souvent inutile. Le Sénat a adopté une proposition de résolution, puis une proposition de loi, dont le texte a été légèrement modifié par la Chambre. Tout d’abord, un collège d’experts a été créé au sein de l’institut. Il a ensuite été précisé que si la toxicogénomique constituait une alternative à l’expérimentation animale, il en existait d’autres. La commission a adopté l’ensemble du projet tel que transmis par la Chambre, estimant que celle-ci n’apportait aucune modification fondamentale au texte initial. Nous nous réjouissons que ce texte arrive au terme de son parcours législatif. Il appartient à présent au gouvernement d’appliquer cette loi de façon à permettre des avancées en termes d’efficacité des textes et de protection animale. |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden is dezelfde als de tekst zoals hij door de Kamer van volksvertegenwoordigers werd teruggezonden. Zie stuk Kamer 52-1918/5.) |
(Le texte adopté par la commission des Affaires sociales est identique au texte tel qu’il a été renvoyé par la Chambre des représentants. Voir le document Chambre 52-1918/5.) |
– De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
De voorzitter . – Mevrouw Zrihen verwijs naar haar verslag. |
M. le président . – Mme Zrihen se réfère à son rapport. |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 52-1952/4.) |
(Le texte adopté par la commission des Affaires sociales est identique au texte du projet transmis par la Chambre des représentants. Voir le document Chambre 52-1952/4.) |
– De artikelen 1 tot 7 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er à 7 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi. |
De voorzitter . – Het woord is aan de heer Cheron voor een mondeling verslag. |
M. le président . – La parole est à M. Cheron pour un rapport oral. |
De heer Marcel Cheron (Ecolo) , corapporteur. – |
M. Marcel Cheron (Ecolo) , corapporteur. – Votre commission des Affaires institutionnelles a examiné la proposition de loi qui fait l’objet du présent rapport, le 26 mai dernier, au terme d’une triple procédure d’avis menée avec diligence.En premier lieu, le Sénat a dû soumettre la proposition pour avis au Parlement de la Communauté germanophone qui, à l’unanimité, a estimé que cette présente proposition de loi rétablissant le parallélisme entre le statut du membre du Parlement de la Communauté germanophone et celui des autres membres des autres parlements communautaires et régionaux, en ce qui concerne l’incompatibilité était louable. Par ailleurs, par lettre du 21 avril 2009, notre président a également saisi le Conseil d’État d’une demande d’avis, dans un délai de trente jours, avis qui fut favorable. Enfin, le service d’évaluation de la législation du Sénat a lui aussi formulé un avis. M. Collas a présenté sa proposition de loi dans notre commission. A l’examen, cette proposition bénéficie d’un large soutien. Elle vise à aligner la réglementation relative à l’incompatibilité entre le mandat de membre du Parlement de la Communauté germanophone et le statut de membre du personnel de l’administration publique, sur la réglementation en vigueur à l’égard des membres du Parlement flamand, du Parlement de la Communauté française et du Parlement wallon. Dans son avis, le service d’évaluation de la législation du Sénat a précisé ce qui suit : «Cependant, si la proposition est adoptée, il existera toujours une différence entre le libellé du nouvel article 10bis, alinéa premier, 10° de la loi du 31 décembre 1983 et celui de l’article 24bis de la loi spéciale. A ce propos, M. Collas a déclaré que l’objectif est de faire en sorte qu’en matière d’incompatibilité, il n’y ait pas d’inégalité entre les régimes valables à l’égard des différents parlements communautaires et régionaux. Dans la discussion générale, M. Van Den Driessche a déclaré qu’il soutenait pleinement la proposition de loi à l’examen. M. Delpérée a dit partager les préoccupations des auteurs de la proposition mais a déclaré ne pas l’avoir cosignée, compte tenu de certaines imperfections déclarées. En effet, ce n’est pas le parlement qui établit les décrets ; un décret est l’œuvre collective du parlement et du gouvernement. De même, au niveau fédéral, un décret de la Communauté germanophone est le résultat de la collaboration entre les deux branches du pouvoir législatif. Pour cette raison, M. Delpérée et quelques amis que nous appellerons consorts ont déposé un amendement à l’article 2. Il stipule que «le décret peut organiser un régime de congé politique à ce sujet». L’article 1er n’a fait l’objet d’aucune observation et a été adopté à l’unanimité. L’article 2 amendé, a été adopté à l’unanimité des neuf membres présents, de même que l’article 3 et que l’ensemble de la proposition. |
De heer Berni Collas (MR) . – Ich möchte die Gelegenheit wahrnehmen, Ihnen allen zu danken. Ich kann der weiteren politischen Entwicklungen und meinem persönlichen politischen Schicksal in den kommenden Wochen und Monaten nicht vorgreifen. Ich lege aber grossen Wert darauf, Ihnen allen zu danken für die Offenheit und die bereitwillige und konstruktive Zusammenarbeit, immer dann wenn es um die Belange der deutschsprachigen Gemeinschaft ging. |
M. Berni Collas (MR) . – Ich möchte die Gelegenheit wahrnehmen, Ihnen allen zu danken. Ich kann der weiteren politischen Entwicklungen und meinem persönlichen politischen Schicksal in den kommenden Wochen und Monaten nicht vorgreifen. Ich lege aber grossen Wert darauf, Ihnen allen zu danken für die Offenheit und die bereitwillige und konstruktive Zusammenarbeit, immer dann wenn es um die Belange der deutschsprachigen Gemeinschaft ging. |
Je voudrais profiter de l’occasion pour vous remercier tous. Je ne peux préjuger des développements politiques ni de mon propre destin sur ce plan dans les semaines et mois à venir, mais je tiens tout particulièrement à vous remercier tous pour votre collaboration franche et constructive chaque fois que les intérêts de la Communauté germanophone étaient en jeu. |
|
Je tiens à vous remercier aussi pour votre collaboration concernant cette problématique spécifique. Je remercie tout particulièrement les nombreux collègues qui ont cosigné ma proposition de loi, le rapporteur Marcel Cheron pour son rapport fort circonstancié, ainsi que M. Delpérée pour la contribution constructive qu’il a apportée en déposant un amendement. Grâce à son apport, cette proposition atteint vraiment le but poursuivi. Notre texte est même devenu meilleur que celui de la loi spéciale, ce dont je me réjouis. |
|
Ik wil ook alle Vlaamse collega’s bedanken. Ik weet niet welk politiek lot mij in de komende maanden zal zijn voorbehouden. In ieder geval dank ik jullie allemaal voor de welwillende samenwerking en voor het begrip dat jullie aan de dag hebben gelegd om de belangen van de Duitstalige gemeenschap te behartigen. |
|
Je vous adresse donc un grand merci à tous et vous dit « au revoir » dans l’espoir d’avoir le plaisir de vous retrouver. |
|
(Algemeen applaus) |
(Applaudissements sur tous les bancs) |
– De algemene bespreking is gesloten. |
– La discussion générale est close. |
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden, zie stuk 4-1225/5.) |
(Pour le texte adopté par la commission des Affaires institutionnelles, voir document 4-1225/5.) |
– De artikelen 1 tot 3 worden zonder opmerking aangenomen. – De stemming over het wetsvoorstel in zijn geheel heeft later plaats. |
– Les articles 1er à 3 sont adoptés sans observation. – Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble de la proposition de loi. |
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, zie stuk 4-887/1.) |
(Pour le texte adopté par la commission des Affaires sociales, voir document 4-887/1.) |
Mevrouw Christiane Vienne (PS), corapporteur. – Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. |
Mme Christiane Vienne (PS), corapporteuse. – Je me réfère à mon rapport écrit. |
Mevrouw Anne Delvaux (cdH) . – |
Mme Anne Delvaux (cdH) . – Je tiens à remercier et à féliciter l’auteure de cette proposition de résolution, Mme Miet Smet, pour son travail fouillé qui détaille particulièrement la notion de « travail domestique » en Belgique et dans le monde. Nous sommes tous conscients de l’importance du problème du travail au noir dans ce secteur. Il est à noter que ce sont surtout les femmes qui sont concernées et qui se retrouvent éventuellement avec un statut de travailleur, avec toutes les conséquences qui en découlent.Nous avons introduit un amendement à cette proposition de résolution simplement pour préciser qu’il appartient au gouvernement d’envisager l’introduction d’un statut global spécifique pour le travail domestique. |
Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V) . – Op mijn beurt dank ik mevrouw Smet voor haar voorstel van resolutie met betrekking tot de problematiek van de huishoudelijke economie. De resolutie is een beginpunt en Miet Smet kan zeker op onze verdere ondersteuning rekenen in de uitvoering ervan zelfs na haar vertrek uit de Senaat. Miet Smet wordt enorm gewaardeerd voor haar strijd voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen waarvan de problematiek van de huishoudelijke economie een onderdeel is. Namens onze fractie dank ik Miet Smet voor haar jarenlange inzet.Wij steunen het amendement van mevrouw Delvaux, dat mevrouw Smet mee heeft ondertekend. Ik merk op dat in de vertaling een nuanceverschil is geslopen. In de Nederlandse vertaling staat: "5. de invoering van een omvattend statuut voor huishoudelijk werk te overwegen." Precies dat woord "overwegen" – in het Frans "envisager" – zou ik graag vertaald zien door "in het vooruitzicht te stellen". |
Mme Nahima Lanjri (CD&V) . – |
De voorzitter . – Ik zou graag het woord verlenen aan mevrouw Smet, maar wegens een stemprobleem zal dat niet gaan.Mevrouw Smet, in naam van de Senaat feliciteer ik u, niet enkel met dit initiatief, maar met uw fantastische loopbaan in het parlement en in de politiek in het algemeen. Het is fantastisch om met dit initiatief uw parlementaire loopbaan te beëindigen. Dank u voor alles wat u voor ons land hebt gedaan. (Applaus) |
M. le président . – (Applaudissements) |
Op dit voorstel van resolutie heeft mevrouw Delvaux c.s. amendement nr. 9 ingediend (Stuk 4-887/6) dat luidt: |
À cette proposition de résolution, Mme Delvaux et consorts proposent l’amendement nș 9 (Doc. 4-887/6) ainsi libellé : |
Punt 5 van het dispositief vervangen als volgt: |
Dans le dispositif, remplacer le point 5 par ce qui suit : |
" 5. de invoering van een omvattend statuut voor huishoudelijk werk in het vooruitzicht te stellen;". |
« 5. d’envisager l’introduction d’un statut global pour le travail domestique ; ». |
– De bespreking is gesloten. |
– La discussion est close. |
– De stemming over het amendement wordt aangehouden. |
– Le vote sur l’amendement est réservé. |
– De stemming over het voorstel van resolutie in zijn geheel heeft later plaats. |
– Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble de la proposition de résolution. |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer André Van Nieuwkerke (sp.a) . – Vorige vergadering hebben we met de minister van Financiën van gedachten gewisseld over de btw-aanslagvoet in de horeca. Naar aanleiding daarvan liet een grafisch vormgever me weten dat hij in zijn offertes voor openbare aanbestedingen 21% btw moet aanrekenen, terwijl een zelfstandige drukker die een grafisch vormgever in dienst heeft, voor een globale opdracht maar 6% btw moet aanrekenen. Dat scheelt een slok op de borrel en betrokkene beklaagt zich dus over een ernstige discriminatie in de sector.Misschien kan de fiscale administratie ter zake klaarheid scheppen? Is de minister bereid om op grafisch vormgevend werk ter voorbereiding van drukwerk 6% in plaats van 21% te heffen? Het gaat om een grote sector in België. Ik kijk dan ook benieuwd uit naar het antwoord. |
M. André Van Nieuwkerke (sp.a) . – |
(Voorzitter: de heer Hugo Vandenberghe, eerste ondervoorzitter.) |
(M. Hugo Vandenberghe, premier vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.) |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister Reynders.De grafische vormgeving van drukwerk volledig of gedeeltelijk verzorgen is in de regel een dienst in de zin van artikel 18 van het BTW-Wetboek en is in principe onderworpen aan het normale btw-tarief van 21%. In bepaalde omstandigheden kan hierop evenwel het verlaagde tarief van 6% worden toegepast. Dat is bijvoorbeeld het geval voor prestaties van lay-out van drukwerk wanneer de verstrekte dienst bestaat in de overdracht van auteursrechten of het verlenen van rechten op auteursrechten en geen betrekking heeft op de lay-out van reclamedrukwerk. De drukker die een hoeveelheid drukwerk als bedoeld in rubriek XIX van tabel A van de bijlage bij het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 20 verricht voor rekening van een opdrachtgever en aan laatstgenoemde levert, levert goederen in de zin van artikel 10 van het BTW-Wetboek en die levering is onderworpen aan het verlaagde btw-tarief van 6%. De kosten van de grafische vormgeving van dat drukwerk die de drukker zelf heeft verzorgd of die hij heeft uitbesteed aan een gespecialiseerde firma, maken deel uit van de belastinggrondslag van het geleverde drukwerk en worden zodoende in toepassing van artikel 26 van het BTW-Wetboek tegen het tarief van het drukwerk belast. Het in casu toepasselijke btw-tarief verschilt dus gelet op het fundamenteel onderscheid inzake btw tussen de levering van goederen door een drukker en de prestatie van een grafische vormgever. Wegens dit onderscheid is er dan ook geen sprake van enige discriminatie. De bijlage III van richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006, die overigens zeer recentelijk nog werd gewijzigd door richtlijn 2009/47/EG van 5 mei 2009, bevat een beperkte lijst van de categorieën van leveringen van goederen en diensten waarop de lidstaten een verlaagd btw-tarief mogen toepassen. Die lijst bevat echter geen diensten die betrekking hebben op grafische vormgeving van drukwerk. Een verlaging van het btw-tarief op diensten die betrekking hebben op de grafische vormgeving van drukwerk kunnen we dus niet in overweging nemen. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – Op 27 november van vorig jaar stelde ik in deze vergadering een vraag om uitleg over de opleiding tot verpleegkundige-ziekenhuishygiënist.Ik citeer uit uw antwoord: "Verpleegkundigen die op het moment van de publicatie van het koninklijk besluit reeds in functie waren als verpleegkundige-ziekenhuishygiënist, genieten echter verworven rechten. Verpleegkundigen die reeds de facto werkzaam zijn als verpleegkundige-ziekenhuishygiënist, maar nog niet als dusdanig in het organogram van het ziekenhuis waren aangeduid, moeten eveneens die verworven rechten kunnen genieten en moeten dus niet voldoen aan de nieuwe universitaire opleidingsvereiste. Zij kunnen hun functie als verpleegkundige-ziekenhuishygiënist staven aan de hand van documenten zoals verslagen van het comité voor ziekenhuishygiëne of jaarverslagen van het team voor ziekenhuishygiëne". Het originele koninklijk besluit bevatte enkele overgangsmaatregelen voor hen die al actief waren als verpleegkundige-ziekenhuishygiënist. Dit antwoord voorzag ook in overgangsmaatregelen voor anderen. Ik was en ben dan ook nog steeds heel tevreden met dit antwoord. Toch heerst er voor een heel kleine groep mensen nog onduidelijkheid, die aanleiding geeft tot mijn vragen. Komt iemand die de opleiding startte vóór de bekendmaking van het koninklijk besluit in april 2007, maar zijn of haar diploma pas kreeg in juni 2007 in aanmerking voor de erkenning als verpleegkundige-ziekenhuishygiënist? Of valt die persoon tussen de mazen van het net? Het zou toch echt een pak van het hart zijn voor een, ik geef toe, kleine groep mensen. Als die persoon voor zulke vrijstelling in aanmerking komt, moet hij of zij dan nog stappen doen om de gehele situatie te regulariseren? |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.Het koninklijk besluit van 26 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, bepaalt dat de verpleegkundigen-ziekenhuishygiënisten dienen te beschikken over een diploma van master in de verpleegkunde of een master in de volksgezondheid. Het voorziet echter in een overgangsperiode van vijf jaar, gedurende dewelke de verpleegkundigen die in dienst genomen werden na de publicatiedatum van 7 juni 2007 de functie van verpleegkundige-ziekenhuishygiënist mogen bekleden, op voorwaarde dat ze op het einde van die periode aan de vereisten van de universitaire opleiding voldoen. Een verpleegkundige die vóór 7 juni 2007 met een masteropleiding is begonnen of ze eind juni 2007 of zelfs later heeft beëindigd, voldoet aan de voorschriften van het koninklijk besluit van 26 april 2007 indien hij of zij vóór het einde van de periode van vijf jaar – dus juni 2011 – over de vereiste kwalificatie beschikt. Die verpleegkundige moet aan de werkgever meedelen en aantonen dat hij of zij over het vereiste masterdiploma beschikt. Daarna moeten de bevoegde organen van de gewesten toezien op het naleven van de ziekenhuisnormen, zoals dat de regel is en normaal gebeurt. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – Dat antwoord moet ik nog eens goed bestuderen, want door het geroezemoes heb ik het niet goed gehoord.Voor zover ik het begrepen heb, ging het antwoord over de academische opleiding, terwijl mijn vraag over de niet-academische opleiding van de NVKVV ging. Ik besef dat mijn vraag niet heel duidelijk was. Ik zal ze opnieuw, maar dan duidelijker stellen. |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – De basisregel is dat ze ofwel master in de verpleegkunde ofwel master in de volksgezondheid moeten zijn voor het einde van de overgangsperiode, dus voor eind 2011. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – Ik stelde op gezette tijdstippen vragen over het Asbestfonds. Ik zag een gunstige evolutie.Pas in december 2008 kwam het Asbestfonds echt op dreef. In oktober 2008 bevestigde de minister dat er betaling zou volgen voor niet-inwonende erfgenamen van slachtoffers die vroegtijdig het tijdelijke voor het eeuwige ruilden. Jammer dat dit niet met terugwerkende kracht kan. In december 2008 waren er 1766 beslissingen getroffen waarvan 1211 positief en 555 negatief. Er waren 593 dossiers in behandeling. Toch dragen we nu nog altijd de gevolgen van de trage werking van het Asbestfonds. In maart 2008 werd een mesothelioom vastgesteld bij een patiënt wiens familie me onlangs contacteerde. Zijn familie diende onmiddellijk alle noodzakelijke aanvragen in. Alles leek in orde. Het was enkel nog wachten op de goedkeuring van een commissie, die later die week zou volgen. Een maand later kreeg de familie te horen dat de commissie niet was samengekomen, omdat er niet genoeg gevallen waren om te behandelen. Toen kwam de vakantie eraan…Die persoon is gestorven in september 2008, nadat zijn familie er alles aan had gedaan om de laatste levensmaanden zo aangenaam mogelijk te maken. Tot op dat moment was er geen oordeel over het ingediende dossier. Toen het overlijden werd gemeld, was er wel plaats voor een snel antwoord: "De nabestaanden zouden de begrafeniskosten niet moeten dragen, maar hadden wel geen recht meer op de maandelijkse vergoedingen. Indien niet akkoord, konden ze dit voor de arbeidsrechtbank aanvechten." Dat laatste hebben ze dan ook gedaan. Door de aard van de ziekte vonden de betrokkenen immers dat ze recht hadden op de vergoedingen, die ze niet kregen door de nalatigheid van het Asbestfonds. De eerste zitting op de arbeidsrechtbank kon trouwens niet doorgaan, omdat het Asbestfonds gemeld had dat het niet aanwezig zou zijn… Zoiets moet als nabestaande bijzonder moeilijk te verkroppen zijn. Daarbij komt nog dat het Asbestfonds wel snel moet werken, want na de vaststelling van mesothelioom bedraagt de gemiddelde levensverwachting nog zes à negen maanden. Indien het Asbestfonds een zaak niet binnen zes maanden kan afhandelen, zal dit verhaal niet het laatste van deze aard zijn. Wat vindt de minister van deze situatie? Dit is toch niet menselijk? Het is goed dat deze slachtoffers naar de rechtbank kunnen en willen stappen, maar vindt hij niet dat dit vermeden moet worden? Deze ellende moet toch op een zo humaan mogelijke manier opgelost worden en niet voor een rechtbank? Vindt hij dit een empathische houding van het Asbestfonds? Waarom was het Asbestfonds niet aanwezig op die bewuste eerste zitting van de rechtbank? Zijn er nog dergelijke gevallen? Zijn er nog mensen naar de rechtbank getrokken en zo ja, hoeveel? Volgens welke regelgeving kunnen begrafeniskosten terugbetaald worden, maar andere vergoedingen niet? Wat denkt hij van het feit dat er zes à zeven maanden moet worden gewacht op een uitspraak, terwijl patiënten dan meestal al overleden zijn? Ik stelde in het verleden al enkele vragen over de terugwerkende kracht van de vergoedingen, ook voor de nabestaanden, maar kreeg daarop geen antwoord. Is dit verhaal niet het mooiste bewijs dat zo’n regeling dringend nodig is? |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.Ik geloof niet dat het onmenselijk is de betrokkenen de mogelijkheid te geven om een beslissing van een bestuur bij de bevoegde rechtbank aan te vechten. Het aantal beroepen tegen beslissingen van het FBZ is zeer beperkt, tot nog toe maar een tiental. De heer Ide verwijst naar een bepaald geval. Ik zal zelf een antwoord geven aan de betrokkenen betreffende alle details van deze zaak en de juridische procedure. Niettemin kan ik bevestigen dat de mesothelioomcommissie sinds haar oprichting één keer per maand vergadert en nooit een vergadering heeft afgelast omdat er te weinig dossiers te behandelen waren. De vergoeding voor de begrafeniskosten en overbrengingskosten aan de personen die ze hebben betaald, gebeurde op basis van de gecoördineerde wetten op de beroepsziekten. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
Een persoon kan immers zowel erkend worden in het kader van de reglementering van de beroepsziekten als in het kader van de AFA-reglementering. De duur van de procedure moet inderdaad zoveel mogelijk worden gereduceerd. Daarom win ik ook regelmatig inlichtingen in bij het FBZ om na te gaan of er vooruitgang geboekt wordt inzake de behandelingstermijnen van AFA-aanvragen. Voor devraag inzake de retroactiviteit verwijs ik verwijzen naar het antwoord op vraag 4-781. |
|
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – Het siert minister Onkelinx dat ze persoonlijk contact zal opnemen met de betrokken nabestaanden. Ik denk dat het in dergelijke gevallen zeer belangrijk is de problemen menselijk te benaderen en te vermijden dat personen naar de rechtbank moeten stappen.Slechts een tiental personen heeft een rechtszaak aangespannen, maar de drempel daarvoor is zeer hoog. Ik blijf erbij dat een humaan beleid nodig is en dat er snel moet gehandeld worden, want deze patiënten hebben meestal maar zes of negen maanden meer te leven. Wat de retroactiviteit betreft, verschillen we wel van mening. Ik vind dat terugwerkende kracht mogelijk moet zijn tot op het tijdstip van de oprichting van het Asbestfonds. |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
(Voorzitter: de heer Armand De Decker.) |
(M. Armand De Decker, président, prend place au fauteuil présidentiel.) |
(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.) |
(Les listes nominatives figurent en annexe.) |
Wetsontwerp houdende instemming met volgende Internationale Akten: |
Projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants: |
Stemming 1 |
Vote nș 1 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il sera transmis à la Chambre des représentants. |
Wetsontwerp houdende instemming met volgende Internationale Akten: |
Projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants: |
Stemming 2 |
Vote nș 2 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il sera transmis à la Chambre des représentants. |
Stemming 3 |
Vote nș 3 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il sera transmis à la Chambre des représentants. |
Stemming 4 |
Vote nș 4 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il sera transmis à la Chambre des représentants. |
Stemming 5 |
Vote nș 5 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il sera transmis à la Chambre des représentants. |
Stemming 6 |
Vote nș 6 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het werd geamendeerd en zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il a été amendé et sera transmis à la Chambre des représentants. |
Stemming 7 |
Vote nș 7 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– De Senaat heeft het wetsontwerp ongewijzigd aangenomen en derhalve ingestemd met de tekst zoals die door de Kamer van volksvertegenwoordigers werd geamendeerd. Het ontwerp zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden met het oog op de bekrachtiging door de Koning. |
– Le Sénat a adopté le projet de loi sans modification et s’est rallié dès lors au texte tel qu’il a été amendé par la Chambre des représentants. Le projet sera transmis à la Chambre des représentants en vue de la sanction royale. |
Stemming 8 |
Vote nș 8 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsontwerp is eenparig aangenomen. – Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. |
– Le projet de loi est adopté à l’unanimité. – Il sera soumis à la sanction royale. |
Stemming 9 |
Vote nș 9 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het wetsvoorstel is eenparig aangenomen. – Het wetsontwerp zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden. |
– La proposition de loi est adoptée à l’unanimité. – Le projet de loi sera transmis à la Chambre des représentants. |
De voorzitter . – We stemmen over amendement 9 van mevrouw Delvaux c.s. |
M. le président . – Nous votons sur l’amendement n° 9 de Mme Delvaux et consorts. |
Stemming 10 |
Vote nș 10 |
Aanwezig: 58 |
Présents: 58 |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – Ik wilde mij onthouden. |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – Je voulais m’abstenir. |
– Het amendement is aangenomen. |
– L’amendement est adopté. |
Mevrouw Nele Jansegers (VB) . – We zullen ons onthouden bij de stemming over dit voorstel.We zijn er zeker niet tegen dat de hulp in het huishouden beter geregeld en toegankelijker wordt en dat zwartwerk in de sector wordt tegengegaan. De problematiek nader bekijken en zorgen voor betere werkvoorwaarden voor de werknemers in de huishoudelijke economie is uiteraard een goed idee, dat onze volledige steun heeft. De resolutie is echter niet volledig. Ze vraagt onder meer het huishoudelijk werk te erkennen als een volwaardig beroep en een omvattend statuut hiervoor uit te werken. Dat is een zeer nobele betrachting. Alleen zal dat niet gelden voor de mannen en vrouwen die huishoudelijke arbeid in hun eigen huis verrichten, voor hun eigen kinderen of hun eigen ouders zorgen. Zij kunnen daarvoor geen vergoeding krijgen. Men zal opwerpen dat er thematische verloven bestaan en dat die bovendien zeer spoedig nog zullen worden uitgebreid. Om op betaalde verloven een beroep te kunnen doen, moet men echter eerst buitenshuis werken. Wie vandaag voltijds vader of moeder van een groot gezin wil zijn, kan op geen enkele vorm van betaald verlof een beroep doen, wordt niet betaald, noch in het zwart, noch met dienstencheques, en is dus financieel volledig afhankelijk van haar of zijn partner. Alleenstaande ouders hebben zelfs de ‘luxe’ niet financieel afhankelijk te zijn van hun partner. De andere fracties hebben altijd geweigerd een opvoedersloon voor de thuiswerkende ouder zelfs maar te overwegen. Zij zeggen dat vrouwen daardoor terug naar de haard worden verwezen. Het opvoedersloon wil de financiële onafhankelijkheid garanderen van diegenen die zelf het huishoudelijk werk wil doen en voor de opvoeding van de kinderen wil zorgen. De invoering van een opvoedersloon zou een vrije keuze mogelijk maken. |
Mme Nele Jansegers (VB) . – |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V) . – Dat is toch geen stemverklaring. Het reglement moet worden nageleefd. |
Mme Sabine de Bethune (CD&V) . – |
Mevrouw Nele Jansegers (VB) . – Alleen vragen dat een loon en een statuut worden toegekend aan wie huishoudelijk werk verricht buiten zijn eigen huis en zijn of haar kinderen door anderen laat verzorgen, volstaat niet voor ons. We zullen ons dan ook onthouden. |
Mme Nele Jansegers (VB) . – |
Mevrouw Isabelle Durant (Ecolo) . – |
Mme Isabelle Durant (Ecolo) . – Nous nous abstiendrons sur l’ensemble du texte, comme nous l’avons fait pour cet amendement parce qu’il nous semble peu clair. Ainsi, que signifie un « statut pour le travail domestique » ?Nous considérons que ce texte comporte trop d’éléments vagues qui permettent une double interprétation, et il ne va pas nécessairement dans le sens que nous souhaitons. En outre, il prévoit l’extension des titres-services à l’accueil extra-scolaire, ce qui nous semble être peu judicieux. En effet, les titres-services sont un dispositif destiné à l’aide ménagère et à des tâches de même nature, mais non à l’accueil extra-scolaire qui doit, à notre sens, rester collectif et réservé à des professionnels formés à cet effet. |
De heer Philippe Mahoux (PS) . – |
M. Philippe Mahoux (PS) . – Nous estimons, pour notre part, qu’il est impératif d’établir un statut solide et sérieux.Ensuite, nous avons toujours marqué notre opposition à l’extension des titres-services à des tâches d’accompagnement des enfants. Il est important de le rappeler. |
Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V) . – In de commissie hebben we duidelijk gesteld dat een statuut nodig is. Zowel de door mevrouw Smet ingediende resolutie als het amendement van senator Delvaux c.s. vraagt dat de regering een statuut in het vooruitzicht stelt.De aanwending van dienstencheques voor kinderopvang werd in de commissie besproken. We wensen de belangrijke discussie over de dienstencheques gescheiden te houden van het voorstel van resolutie. We wensen ons te beperken tot het voorstel van mevrouw Smet, geamendeerd door mevrouw Delvaux. |
Mme Nahima Lanjri (CD&V) . – |
De voorzitter . – We stemmen nu over het voorstel van resolutie in zijn geheel. |
M. le président. – Nous votons à présent sur l’ensemble de la proposition de loi. |
Stemming 11 |
Vote nș 11 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– De aldus geamendeerde resolutie is aangenomen. Zij zal worden overgezonden aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen. |
– La résolution ainsi amendée est adoptée. Elle sera transmise au premier ministre et au vice-première ministre et ministre de l’Emploi et de L’Egalité des chances. |
De voorzitter . – Ik feliciteer mevrouw Smet nogmaals. (Applaus) |
M. le président . – Je félicite Mme Smet une fois de plus. (Applaudissements) |
De voorzitter . – We hadden de stemming over de amendementen tijdens een vorige vergadering reeds aangevat. Amendement 1 werd verworpen.We stemmen thans over amendement 2 van de heer Van Nieuwkerke c.s. |
M. le président . – Nous avions déjà entamé le vote des amendements lors d’une réunion précédente. L’amendement n° 1 avait été rejeté.Nous votons maintenant sur l’amendement n° 2 de M. Van Nieuwkerke et consorts. |
Stemming 12 |
Vote nș 12 |
Aanwezig: 58 |
Présents: 58 |
– Het amendement is niet aangenomen. |
– L’amendement n’est pas adopté. |
– Dezelfde stemuitslag wordt aanvaard voor de amendementen 3 tot 12 van de heer Van Nieuwkerke c.s. Deze amendementen zijn dus niet aangenomen. |
– Le même résultat de vote est accepté pour les amendements nos 3 à 12 de M. Van Nieuwkerke et consorts. Ces amendements ne sont donc pas adoptés. |
De voorzitter . – We stemmen over amendement 13 van de heer Van Nieuwkerke c.s. |
M. le président . – Nous votons sur l’amendement n° 13 de M. Van Nieuwkerke et consorts. |
Stemming 13 |
Vote nș 13 |
Aanwezig: 59 |
Présents: 59 |
– Het amendement is niet aangenomen. |
– L’amendement n’est pas adopté. |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – Ik zal mij onthouden. LDD is immers van mening dat het een discriminatie en een oneerlijke concurrentie is dat de ziekenfondsen niet onder de regeling vallen. |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
De heer José Daras (Ecolo) . – |
M. José Daras (Ecolo) . – Je regrette que ce projet de loi ait connu un parcours chaotique tant à la Chambre qu’au Sénat. Nous avons voulu être positifs en proposant des amendements de nature à combler les lacunes de ce projet qui rencontre les attentes des compagnies d’assurances, au détriment sans doute des assurés.Toute une série de manquements font que ce texte n’apporte pas la sécurité aux assurés qui ont besoin, plus que jamais, d’une bonne assurance hospitalisation à un prix raisonnable. Je regrette que nous n’ayons pas pu améliorer ce texte. Cela vide en partie la substance même de la procédure d’évocation. Si certains se satisfont des propos du secrétaire d’État quant à la bonne volonté éventuelle du gouvernement, nous ne pouvons pas nous en satisfaire. C’est pourquoi nous voterons contre ce texte. |
Mevrouw Freya Piryns (Groen!) . – Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de heer Daras. Zowel in de Kamer als in de Senaat hebben de groenen zich in dit dossier zeer constructief opgesteld.Meerderheid en oppositie zijn het erover eens dat de wet-Verwilghen moest worden aangepast. Iedereen wil immers dat patiënten en consumenten in deze woelige tijden bepaalde zekerheden hebben. Helaas levert het voorliggende wetsontwerp geen zekerheid. Heel wat leden van de meerderheid hebben bedenkingen bij de tekst. Ze hebben tot tienmaal toe de kans gehad om zelf amendementen in te dienen, mochten ze het niet over hun hart krijgen om amendementen van de oppositie aan te nemen. Ze weigeren dat echter te doen. Dat is onaanvaardbaar. Er blijven ernstige problemen. Zo blijft het wachten op de medische index. Het is jammer dat die index nooit ernstig werd bestudeerd. De huidige actuariële index biedt de consument absoluut geen zekerheid. Ook is er nog geen oplossing gevonden voor de vergrijzingsreserves. De verzekerden die de alsmaar hogere verzekeringspremies beu worden en die naar een andere verzekeringsmaatschappij willen overstappen, hebben groot gelijk en ze moeten dat dan ook kunnen doen. Het kan dan ook niet dat ze voor die overstap worden gestraft en dat ze hun jarenlang opgespaarde reserves dreigen te verliezen. Om die redenen zullen wij de tekst niet goedkeuren. Het blijft onaanvaardbaar dat niemand van de meerderheid de moeite heeft genomen om de tekst aan te passen. |
Mme Freya Piryns (Groen!) . – |
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – N-VA vindt de voorliggende tekst zonder voorwerp. We zullen dan ook tegen stemmen. We hebben ook een alternatief: voor de regionale verkiezingen bieden wij elke Vlaming een betaalbare, Vlaamse hospitalisatieverzekering aan. Dat is pas echt een oplossing voor de Vlaming. |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a) . – De leden van de meerderheid hebben een kans gemist. De regering en de meerderheid hadden beloofd dat de tekst in de Senaat zou worden aangepast nadat hij in de Kamer zou zijn aangenomen. We stellen vast dat de leden van meerderheid alle amendementen wegstemmen en weigeren de discussie aan te gaan. Nochtans wordt de tekst een reparatiewet en een verbetering voor de patiënten genoemd.Test-Aankoop, de Gezinsbond, de ouderenverenigingen en andere groepen zijn echter duidelijk: de wettekst is geen verbetering voor de patiënten, maar wel voor de verzekeringsmaatschappijen. Al onze amendementen zijn weggestemd. De patiënten zullen bijgevolg tot vier keer meer betalen. De meerderheid is het vandaag voor een keer eens, jammer genoeg is het voor een slechte zaak. |
Mme Myriam Vanlerberghe (sp.a) . – |
De voorzitter . – We stemmen nu over het wetsontwerp in zijn geheel. |
M. le président. – Nous votons à présent sur l’ensemble du projet de loi. |
Stemming 14 |
Vote nș 14 |
Aanwezig: 58 |
Présents: 58 |
– De Senaat heeft het wetsontwerp ongewijzigd aangenomen. Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden met het oog op de bekrachtiging door de Koning. |
– Le Sénat a adopté le projet sans modification. Celui-ci sera transmis à la Chambre des représentants en vue de la sanction royale. |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V) . – De jongste is tijd heel wat discussie ontstaan over het dragen van de autogordel. De Vlaamse Bakkersfederatie, de melkventers en de dagbladbezorgers wensen een uitzonderingsmaatregel te bekomen, want het dragen van de gordel bezorgt hen heel wat tijdverlies.De Vaste Commissie van de Lokale Politie daarentegen eist dat de agenten de autogordel dragen. Volgens de Vaste Commissie is het dragen van de gordel bij prioritaire opdrachten en achtervolgingen meer dan gewenst voor de eigen veiligheid van de agenten, maar de agenten op het terrein denken daar anders over. Volgens hen beperkt het dragen van de gordel, in combinatie met een kogelwerende vest en een wapengordel, de bewegingsvrijheid. Welke conclusie de staatssecretaris trekt uit de discussies over het dragen van de autogordel? Acht hij het wenselijk initiatieven te nemen om het dragen van de autogordel voor bepaalde beroepscategorieën te versoepelen? |
M. Hugo Vandenberghe (CD&V) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van de minister.Algemeen wordt aangenomen dat de veiligheidsgordel een van de meest eenvoudige en goedkoopste middelen is om het aantal verkeersslachtoffers bij voertuiginzittenden te doen dalen. Uitzonderingen op de gordeldraagplicht moeten dan ook zoveel mogelijk worden beperkt. Het effect van de gordel is het grootst bij lagere snelheden. Dit betekent dat ook over korte afstanden binnen de bebouwde kom het dragen van de gordel heel belangrijk is. Op het ogenblik bestaat er een vrijstelling van het dragen van de gordel voor de beambten van De Post wanneer zij achtereenvolgens op plaatsen die op korte afstand van elkaar gelegen zijn, de post uitreiken of ophalen. Dergelijke vrijstelling bestaat niet voor huis-aan-huisbezorgers, zoals bakkers, melkventers of ronddragers van drukwerken. Volgens de Europese richtlijn 2003/20/EG moeten eventuele vrijstellingen eerst worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Het lijkt me dan ook nuttig om de Commissie te vragen of en in welke voorwaarden de vrijstelling die geldt voor De Post, kan worden toegepast voor de huis-aan-huisleveranciers. Daarmee wil ik absoluut niet zeggen dat ik de vrijstelling van de gordeldracht bepleit voor deze categorieën, maar het komt mij alleszins vreemd voor dat deze vrijstelling wel geldt voor De Post en niet voor de anderen. Ik blijf er immers van overtuigd dat de gordel in alle omstandigheden zou moeten worden gedragen. Ook de vrijstelling voor bestuurders en passagiers van politievoertuigen wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt, staat ter discussie. Ik heb daarover reeds contact gehad met de minister van Binnenlandse Zaken, die voorstander is van de regel dat politiemensen verplicht de gordel moeten dragen, behalve in bepaalde heel specifieke situaties. Ik geef twee voorbeelden. Bij het vervoeren van een persoon van wie een dreiging uitgaat, mogen de politiemensen, behalve de chauffeur, worden vrijgesteld van de draagplicht van de gordel. Bij het uitvoeren van een interventie waarbij het dragen van de gordel een gevaar zou kunnen betekenen, mogen politiemensen in de onmiddellijke nabijheid van de plaats van de interventie en mits het voertuig rijdt met een snelheid die uitstappen toelaat, worden vrijgesteld van de gordeldraagplicht. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – In De Standaard van 14 mei 2009 lezen we dat zwaarlijvige mensen voortaan zonder voorschrift in de apotheek terechtkunnen voor de vermageringspil Alli. We zijn vandaag 28 mei en dit tijdsinterval is te wijten aan het feit dat LDD minder mondelinge vragen, waarop meteen kan worden geantwoord, mag stellen.In de Verenigde Staten is Alli al twee jaar te koop. Ook het Europees geneesmiddelenagentschap EMEA haalde deze vermageringspil van de lijst met "voorschriftplichtige" medicijnen. Alli is een halve dosering van een middel dat al tien jaar op de markt is, namelijk Xenical van de firma Roche. Xenical bevat een hogere dosis van het actieve bestanddeel orlistat – 120 milligram in de plaats van 60 – en is daardoor alleen op voorschrift verkrijgbaar. Alli werkt niet op de eetlust of op het metabolisme zoals andere vermageringsmiddelen, maar remt de vertering van vetten. De actieve stof in Alli, orlistat, verhindert dat de lange voedingsvetten in de darm in kortere stukken worden geknipt. Daardoor zijn de vetten te lang om in het bloed te worden opgenomen en worden ze via de stoelgang uitgescheiden. Op die manier verhindert Alli de opname van een kwart van de vetten uit de voeding. Door de verhoogde afvoer van vetten uit de darm bestaat ook het risico dat de vetoplosbare vitaminen A, D, E en K mee worden geloosd. Vitaminesupplementen zijn daarom aangeraden. De doelgroep van deze pil wordt gevormd door mensen met een body mass index, een bmi, van meer dan 28. Het slikken van deze pil heeft alleen zin als de hoeveelheid vetten en calorieën in het dieet wordt beperkt. De firma die het medicijn op de markt brengt, beweert dat ze de apothekers goed opgeleid en geïnformeerd heeft. De eindverantwoordelijkheid ligt echter bij de patiënt zelf en van een medische begeleiding is geen sprake. Hoe schat de minister de gevaren in van het misbruik en verkeerd gebruik van het geneesmiddel bij een vrije verkoop? Is het de taak van apothekers om deskundig advies te geven over het gebruik van deze pil? Wordt hier met andere woorden de eerste lijn niet tekortgedaan, aangezien artsen vaak niet zullen weten dat hun patiënten deze pil nemen? |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
(Voorzitter: de heer Hugo Vandenberghe, eerste ondervoorzitter.) |
(M. Hugo Vandenberghe, premier vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.) |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.De Europese Commissie heeft de geneesmiddel Alli volgens de regels goedgekeurd op basis van het advies uitgebracht door het Europees Geneesmiddelenbureau en na een gecentraliseerde vergunningsprocedure die geldig is voor alle lidstaten. De vergunning voor het in de handel brengen van het betrokken geneesmiddel bepaalt dat het zonder medisch voorschrift kan worden afgeleverd. Dat statuut geldt dan ook voor alle lidstaten van de Europese Unie en kan niet eenzijdig door een van de lidstaten worden gewijzigd. Alli mag enkel worden gebruikt door volwassenen ouder dan 18 jaar die kampen met overgewicht en die een BMI hebben van meer dan 28. Het geneesmiddel moet ook absoluut worden gecombineerd met een calorie- en vetarm dieet om bijwerkingen te wijten aan het werkingsmechanisme van het geneesmiddel te vermijden. Al deze informatie zal duidelijk op alle reclamemateriaal worden weergegeven. Aangezien het geneesmiddel vrij verkrijgbaar is, mag er reclame voor worden gemaakt bij het grote publiek. In België wordt elke reclame vooraf gecontroleerd. Reclame op radio of televisie moet eerst een visum krijgen na advies van de Commissie van toezicht op de reclame voor geneesmiddelen. Reclame via andere kanalen moet worden genotificeerd. De conformiteit met de wetgeving inzake reclame voor geneesmiddelen wordt gecontroleerd. Op 7 mei heeft het Belgisch Centrum voor farmacotherapeutische informatie op zijn website al een waarschuwing gepubliceerd in de rubriek Goed om weten, bestemd voor huisartsen en apothekers. Bovendien is er vorig jaar een transparantiefiche over de behandeling van obesitas verschenen die gratis aan alle artsen en apothekers is opgestuurd. De rol van de apotheker zal dus mede beslissend zijn voor het correcte gebruik van het geneesmiddel. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – Ik wil er toch op wijzen dat zowel The Lancet als The British Medical Journal en Test-Aankoop tegen de vrije verkoop van Alli zijn. Het gebruik van dit medicament kan leiden tot botfractuur, omdat het de opname van vitamine D tegenwerkt. Door de versnelde transit is ook de anticonceptiepil soms niet meer effectief. Overigens constateerde de journalist van Test-Aankoop dat maar een van de vijf apotheken waar hij het medicament aankocht, een rekenmachientje gebruikte om het BMI te berekenen. Ik heb dezelfde proef gedaan bij één apotheker en die vroeg me alleen of ik een kleine of een grote verpakking wenste, zonder één vraag over mijn BMI te stellen.Verder kan om het even wie het medicament kopen en aan anderen doorgeven, ook aan personen die voor anorexia vatbaar zijn. Voor mij is de vrije verkoop van Alli zeker geen goed idee. Overigens vind ik dat we onze gezondheidszorg zelf moeten organiseren en dat we ons niet mogen laten betuttelen door Europa. Als arts vind ik het heel belangrijk dat eerst wordt onderzocht waarom een patiënt zwaarlijvig wordt. Heeft hij een hyperthyreoïdie of is hij misschien een prediabetes aan het ontwikkelen? Als die diagnose niet kan worden gesteld, krijgen we een heel gevaarlijke wetgeving. |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – Het overheidsbedrijf Belgacom is een van de belangrijkste sponsors van de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Over deze sponsoring heb ik enkele vragen.Naar mijn mening ontloopt de KBVB de laatste weken zijn verantwoordelijkheid. Noodlijdende ploegen zoals Antwerp en Moeskroen krijgen een proflicentie voor de eerste klasse voor het seizoen 2009-2010. Uit hun jaarrekeningen blijkt nochtans dat ze met heel wat schulden zitten en, in het geval van Antwerp en Moeskroen, niet de nodige garanties kunnen leveren dat ze die kunnen aanzuiveren. Het gaat in beide gevallen om miljoenen euro. Antwerp speelt de eindronde voor een plaats in eerste klasse, die afgelopen weekend begonnen is. Een correcte beslissing in de zaak Moeskroen zou ook gevolgen hebben gehad voor Dender, dat de eindronde zou hebben ontlopen en Tubeke, dat rechtstreekse degradatie vermeden zou hebben. Een rechter dient zich eind dit jaar nog uit te spreken over de ontbinding van de vzw achter Antwerp en pas op 21 juni – dat is na de barragewedstrijden – neemt de Voetbalbond een definitieve beslissing in het dossier Moeskroen. Dit stoort me grondig. Het is net hier dat de KBVB zijn verantwoordelijkheid ontloopt. Mits enkele duidelijke beslissingen in enkele dossiers had zowel de eigenlijke competitie in eerste en tweede klasse als de eindronde er helemaal anders uitgezien. Daar kunnen Dender, Tubeke, Roeselare, Kortrijk, Standard, Anderlecht en een rits tweedeklassers van meespreken. Uiteraard zorgt dit voor een enorm imagoprobleem, en het imago van het Belgische voetbal stond al niet bepaald in het zenit. Het verbaast me dan ook dat de hoofdsponsors van de KBVB hier zo ijzig kalm bij blijven. Want tenslotte koppelen zij hun naam aan een organisatie die niet krachtdadig gerund wordt. Een van die sponsors is bovendien een overheidsbedrijf, namelijk Belgacom. Hoeveel betaalt Belgacom jaarlijks aan de KBVB? Heeft Belgacom geen enkel probleem met de handelswijze van de KBVB? Wat vindt Belgacom van het negatieve imago van het Belgische voetbal, uiteraard deels in de hand gewerkt door de KBVB? Heeft Belgacom al overleg gepleegd met de KBVB over de gang van zaken? Zo neen, plant het dit te doen? Wat denkt de minister over deze situatie? Zal hij Belgacom wijzen op de problemen die niet door de KBVB worden aangepakt? |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister Vanackere.Ik ben blij over voetbal te mogen spreken, na het prachtige voetbalweekend met de overwinning van Standard. Belgacom kan als autonoom overheidsbedrijf haar marketingbeleid vrij bepalen. De keuze voor deelname aan sponsoringactiviteiten kadert in dit beleid. In die context zijn de bedragen die aan sponsoring worden besteed vertrouwelijk. Om commerciële redenen worden die bedragen niet bekendgemaakt. Belgacom is actief op een bijzonder competitieve markt. Bijgevolg kan geen enkele uitzondering worden gemaakt op het vertrouwelijke karakter van die gegevens. Belgacom werkt met de KBVB samen voor heel specifieke projecten, zoals de Rode Duivels en Belgacom Beach Soccer. Het doel van die projecten is een positief imago van het voetbal in België uitdragen. Tot op heden is Belgacom tevreden over haar partnerschap en over de resultaten ervan voor de twee projecten. Belgacom laat zich op generlei wijze in met het administratieve beheer van de KBVB. Belgacom is autonoom op het vlak van haar samenwerking met de gesponsorde activiteiten of verenigingen. De minister van Overheidsbedrijven is niet bevoegd om daarin op te treden. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De heer Louis Ide (Onafhankelijke) . – Dit is een zwak antwoord. Waarom is een minister van overheidsbedrijven nodig als hij een autonoom overheidsbedrijf niet mag controleren? Wie controleert een autonoom overheidsbedrijf nog? Het parlement heeft het recht om een overheidsbedrijf te controleren. Ik eis de bedragen van de sponsoring die Belgacom aan KBVB betaalt te kennen. Die bedragen moeten worden bekendgemaakt in het licht van de openbaarheid van bestuur. Het antwoord van de minister choqueert me.De minister zegt dat Belgacom zich niet inlaat met het administratieve beheer van de KBVB. Het gaat echter om veel meer dan administratief beheer. Heel de competitie wankelt. Standard is kampioen – en ik gun de minister de blijdschap om deze overwinning – maar in de barragewedstrijden is er iets heel anders aan de gang. Wie de moeite neemt om de jaarrekeningen door te nemen, ziet dat de toestand verschrikkelijk is. De KBVB wordt op geen enkele manier voor zijn verantwoordelijkheid gesteld. Dat is ongehoord. Ik zal op dit onderwerp blijven terugkomen, tot er openbaarheid van bestuur komt en de proflicenties zuiver worden benaderd. Pas dan zal er een eerlijke competitie zijn. |
M. Louis Ide (Indépendant) . – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – Vorige week werd via de media een vermoeden van zware fraude bij OCMW Schaarbeek aan het licht gesteld. Het personeel van het OCMW moedigde mensen aan om de scheiding aan te vragen en zo een hogere uitkering te krijgen. Schoolverlaters kregen dan weer een leefloon zonder voorafgaand onderzoek waarbij de uitkering kan oplopen tot zevenhonderd euro.In aansluiting hiervan werd ons vorige week gemeld dat OCMW’s en scholen in grootsteden allochtonen aansporen om hun kinderen die problemen hebben met de Nederlandse taal, lessen te laten volgen via logopedie. De factuur van die lessen wordt dan via het ziekenfonds gerecupereerd. De staatssecretaris wil de strijd tegen de sociale fraude opvoeren. Is hij op de hoogte van die constructies? Is er de laatste jaren een significante stijging van het aantal aanvragen voor logopedie bij minderjarigen opgemerkt? Heeft de Vlaamse Vereniging voor Logopedie weet van deze praktijken? Gezien terugbetaling enkel mogelijk is op medisch voorschrift, welke indicaties worden vermeld om terugbetaling te bekomen? Is er sprake van misbruik? Wat gaat de minister doen om verder misbruik tegen te gaan? |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van staatssecretaris Devlies.Het RIZIV is niet op de hoogte van dergelijke constructies. Over het algemeen worden de controles voor de gevallen genoemd in de eerste paragraaf van de vraag, uitgevoerd op vraag van de arbeidsauditeurs of van de politiediensten. Een zeer groot deel van de uitkeringen via de ziekteverzekering voor verstrekkingen inzake logopedie betreft minderjarigen. De gegevens waarover het RIZIV beschikt, geven een lichte daling te kennen. We hebben contact opgenomen met de voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor logopedisten. Hij verklaart dat de VVL niet op de hoogte is van die situatie en dat, als die praktijken inderdaad zouden bestaan, de VVL ze in geen enkel geval kan goedkeuren. Hij voegt eraan toe dat krachtens de Algemene Richtlijnen voor een kwalitatief bilan de logopedist in zijn bilan de moedertaal van de patiënt vermeldt, zodat de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling over deze informatie beschikt wanneer hij over een bepaald dossier moet beslissen. Wat de indicaties betreft die het medisch voorschrift moet bevatten, verwijs ik naar artikel 36 van de nomenclatuur logopedische verstrekkingen. "§ 4, 2° Bij de aanvraag wordt, tenzij anders vermeld, een geneeskundig voorschrift gevoegd dat is opgemaakt door een geneesheer-specialist voor oto-rhino-laryngologie, voor neurologie, voor neuropsychiatrie, voor psychiatrie, voor neuropediatrie, voor neurochirurgie, voor inwendige geneeskunde, voor kindergeneeskunde of voor stomatologie. Als het juist is dat taallessen gefinancierd worden door een uitkering via de ziekteverzekering voor het behandelen van een logopedische stoornis op medisch voorschrift dan is er wel degelijk sprake van misbruik. Indien het effectief om misbruik gaat, zal de dienst voor Geneeskundige Evaluatie en controle , DGEC, maatregelen nemen. Op basis van de conclusies van de DGEC zullen de adviserend geneesheren van de verzekeringsinstellingen op de hoogte gebracht worden van deze problematiek. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD) . – U hebt heel mooi een menu gemaakt van alle casuïstiek waarvoor de regeling kan worden aangewend. Die is mij ook bekend.Waar het schoentje wringt, is dat ze gebruik maken van de aanvullende verzekering. Die kan enkel worden aangesproken voor een taalstoornis in de eigen taal. Men weet echter niet of dat zo is. Men kan niet voortgaan op de anamnese. Er moeten meer tolken komen die in de habitat van het gezin nagaan welke talen het kind daar gebruikt. Dan kunnen die misbruiken niet voorkomen. Dit is eigenlijk een advies. |
Mme Lieve Van Ermen (LDD) . – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
Mevrouw Freya Piryns (Groen!) . Een tijdje geleden heeft de minister een nieuwe instructie aan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) bezorgd in verband met de regularisatie van gezinnen met kinderen. Een aantal organisaties in het veld blijven vragen stellen over hoe en voor wie de nieuwe instructie nu daadwerkelijk geldt. Ik wil een aantal bijkomende vragen stellen in de hoop dat er vandaag meer antwoorden kunnen komen.Hoeveel nieuwe aanvragen zijn er ingediend op basis van de nieuwe instructie voor regularisatie van gezinnen met kinderen? Hoeveel hangende dossiers werden er geactualiseerd op basis van de nieuwe instructie? Hoeveel beslissingen werden reeds genomen - positief dan wel negatief ? Welke procedure volgt de DVZ? Daar is zoals gezegd grote onduidelijkheid over. Maakt de DVZ lijsten van hangende dossiers die onder de nieuwe criteria vallen en worden de betrokkenen via de gemeente op de hoogte gesteld ? Wacht men af tot mensen zelf een initiatief nemen? Quid met degenen die misschien de berichtgeving in de media niet volgen zoals wij dat doen en misschien kans maken op een regularisatie, maar het zelf niet weten. Hoe kan een dossier het best geactualiseerd worden? Via de gemeente of met een aangetekend schrijven aan de DVZ ? Tot slot enkele vragen specifiek wat de voorwaarden betreft om in aanmerking te komen. Moeten mensen bewijzen dat er een ononderbroken verblijf is geweest en moet dat bewijs worden toegevoegd? Wat als de kinderen niet in september, maar later naar school gaan, bijvoorbeeld omdat ze op een wachtlijst staan, niet meteen een school hebben gevonden of ziek zijn ? Moeten aanvragers van een regularisatie op grond van artikel 9ter die onder de nieuwe instructie vallen, een nieuwe aanvraag indienen of een actualisering ? |
Mme Freya Piryns (Groen!) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister Turtelboom.Bij de input van regularisatieaanvragen houdt mijn administratie geen gedifferentieerde statistieken bij. Het is onbegonnen werk om voor alle binnenkomende aanvragen - die bovendien ook aanvullingen op oude aanvragen kunnen zijn - reeds een onderscheid te maken tussen die welke onder de nieuwe instructie vallen en die die daar niet onder vallen. Dat kan maar uitgemaakt worden na onderzoek van de aanvraag. Het cijfer van het aantal positieve beslissingen op basis van de nieuwe instructies zal vanaf juni 2009 beschikbaar zijn. Van de negatieve beslissingen of van de andere beslissingen – de aanvraag is bijvoorbeeld ongegrond of wordt niet in overweging genomen – houdt de administratie slechts een totaalcijfer bij, omdat gedifferentieerde cijfergegevens alleen nuttig zijn bij positieve beslissingen. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
Mijn administratie onderzoekt de hangende aanvragen ambtshalve vanuit de invalshoek van de nieuwe instructies en gaat ervan uit dat de aanvragers, indien nodig, hun aanvraag geactualiseerd hebben. Dat is hun taak. Uitzonderlijk kan het gebeuren dat de Dienst Vreemdelingenzaken een vraag stelt om een bepaald aspect van de aanvraag te actualiseren. De aanvrager heeft er dus alle baat bij gevolg te geven aan een dergelijke vraag. De actualisering van een dossier kan in principe via de gemeente of door een gewone brief aan de Dienst Vreemdelingenzaken gebeuren. Een aangetekend schrijven is niet vereist, maar de aanvrager handelt best via het gemeentebestuur, niet alleen omwille van de rol van het gemeentebestuur, maar vooral omdat de gemeente de aanvullende stukken via elektronische weg doorstuurt naar de Dienst Vreemdelingenzaken. Elke aanvrager moet uiteraard het bewijs leveren van het ononderbroken verblijf, maar de DVZ zal uiteraard rekening houden met de gegevens die zich al in het dossier bevinden. Indien twijfel kan ontstaan, is het best dat de aanvrager zijn dossier actualiseert. Attesten van schoolbezoek van de kinderen maken het echter vaak mogelijk om het ononderbroken verblijf van de ouders als bewezen te beschouwen. Een van de regularisatievoorwaarden is dat kinderen tenminste sinds 1 september 2007 schoollopen. Het gaat al om een minimumduur. Op die regeling kan geen uitzondering bestaan want dat zou betekenen dat ook de andere voorwaarden vatbaar zijn voor tal van uitzonderingen, wat uiteraard niet de bedoeling is van duidelijke regularisatiecriteria, waarop vanuit van alle hoeken wordt aangedrongen. Mijn instructie van 27 maart 2009 heeft, zoals ze uitdrukkelijk aangeeft, alleen betrekking op de aanvragen op basis van het oude artikel 9, lid 3, en het huidig artikel 9bis van de vreemdelingenwet en niet op het artikel 9ter (medische aanvraag). Aangezien echter mijn administratie als algemene regel heeft de aanvrager de meest gunstige behandeling te geven, is het mogelijk dat een persoon die nog geen beslissing ten gronde kreeg inzake zijn aanvraag conform artikel 9ter geregulariseerd wordt, indien hij onder een van de criteria van mijn instructie valt. In dat geval zal hij effectief geregulariseerd worden op basis van de instructie van 26 maart - aanvraag artikel 9bis - en zal de Dienst Vreemdelingenzaken hem vragen of hij zijn aanvraag volgens artikel 9ter wenst te handhaven. Indien niet, zal bij de verlenging van zijn BIVR altijd rekening worden gehouden met de mogelijkheid die hij heeft om een winstgevende activiteit uit te oefenen. Indien echter al een aanvraag 9ter werd afgesloten, zal de persoon die op basis van mijn instructie wenst te worden geregulariseerd een nieuwe aanvraag op basis van het artikel 9bis moeten indienen. |
|
Mevrouw Freya Piryns (Groen!) . – Na dit antwoord zal ik meteen een schriftelijke vraag stellen, want het duurt altijd een hele tijd voor minister Turtelboom antwoordt. Als er in juni statistieken zouden zijn, moet ik nu al in gang schieten.Volgens de minister bestaan er geen gedifferentieerde statistieken. Dat is straffe taal, want er zijn wel zeer gedifferentieerde criteria. Onduidelijkheid blijft troef. Voor mensen die een aanvraag deden op grond van artikel 9ter hoor ik de minister zeggen "als dit, als dat…". Kortom de minister erkent dat er heel wat mensen wachten op duidelijke regularisatiecriteria en dat die er nog altijd niet zijn. Dat debat zullen we dus nogmaals met de minister moeten voeren. |
Mme Freya Piryns (Groen!) . – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer Yves Buysse (VB) . – Momenteel zijn er acht werkgroepen in de weer waarin deskundigen specifieke en technische aangelegenheden bestuderen aangaande verschillende aspecten van de brandweerhervorming.Eén van de werkgroepen, waarvan de resultaten met meer dan gewone belangstelling worden afgewacht, is de werkgroep over het statuut. Die werkgroep moet uiteindelijk mee de uitvoeringsbesluiten ontwikkelen aangaande alles wat rechtstreeks met het personeel te maken heeft: het administratief en geldelijk statuut, de loopbaanmogelijkheden, het minimale kader, de plaats en beschikbaarheid van de vrijwillige brandweerlieden in de zone, de selectie- en evaluatiecriteria, de pensioenregeling. Het moet uiteraard de bedoeling zijn de beroepen in de civiele veiligheid te valoriseren. Hoever staat het met de werkzaamheden van de werkgroep? Bestaat er in de werkgroep al een consensus over een aantal aspecten van het statuut en zo ja, wat zijn de contouren ervan? Welke kalender wordt er gevolgd? |
M. Yves Buysse (VB) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van minister De Padt.De werkgroep statuut heeft de functiebeschrijvingen van de verschillende nieuwe functies die in de toekomstige hulpverleningszones nodig zullen zijn, ingevuld. Juristen van mijn administratie hebben reeds enkele ontwerpen van reglementaire teksten geschreven. Het gaat hierbij om de algemene bepalingen, de rechten en plichten, de mobiliteit en de tuchtprocedure. Er werd een herleescomité opgericht met juridisch-technische experts, die hun opmerkingen bij deze ontwerpteksten kunnen maken. Nadien kan het politiek en ander overleg starten. De andere onderwerpen van het administratief, sociaal en geldelijk statuut worden door mijn diensten intussen verder onderzocht. De hervorming van de civiele veiligheid is één van mijn prioriteiten en het is de bedoeling om het statuut zo snel mogelijk af te ronden, zodat de zones in de loop van 2010 in werking kunnen treden. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De heer Yves Buysse (VB) . – Zo snel mogelijk is wel een beetje vrijblijvend. Ik wil er bij de minister toch op aandringen daar vlug werk van te maken. Die mensen verdienen dat. Ze nemen grote risico’s en dat heeft gevolgen op fysiek en psychisch vlak. Daar moet een goed statuut en een eerlijke loon tegenover staan.Ik ben er ook van overtuigd dat een goed statuut een conditio sine qua non is voor het welslagen van de brandweerhervorming. Een hervorming kan pas goed verlopen als ze gedragen wordt door de mensen die het op het terrein moeten waarmaken. Dat betekent dat ze de nodige appreciatie moeten krijgen via een ernstig statuut. Bij de voorbereiding van de wet op de hervorming van de brandweer is tijdens de hoorzittingen gebleken dat de gemiddelde leeftijd van de professionele brandweerlieden schommelt tussen 45 en 50 jaar. Dat betekent dat verjonging noodzakelijk is en ook dat kan enkel via een interessant statuut. |
M. Yves Buysse (VB) . – |
De voorzitter . – De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt. |
M. le président . – M. Melchior Wathelet, secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra. |
De heer Yves Buysse (VB) . – De brandweerhervorming zal substantiële wijzigingen inhouden ten opzichte van de huidige situatie, niet het minst voor het brandweerpersoneel.De territoriale afbakening van de verschillende hulpverleningszones is inmiddels al enkele maanden gekend. Intussen zouden ook de task forces die de inwerkingtreding van de zones moeten voorbereiden, moeten zijn opgericht. De provinciegouverneurs kregen hierover de rondzendbrief van 11 maart 2009, waarin een duidelijke timing is vooropgesteld. De burgemeesters moeten al sinds april verenigd zijn in prezoneraden; vanaf 7 mei dienden die raden task forces op te richten, die een actieplan moeten opstellen met de inventarisatie van de roerende en onroerende goederen en van de beschikbare middelen inzake operationeel personeel. Vanaf 1 juni moet de voortgang van het actieplan maandelijks worden geëvalueerd. Het actieplan moet op 1 december 2009 zijn uitgevoerd. In verband met de omzendbrief hebben een aantal steden en gemeenten laten weten dat de vooropgestelde timing erg moeilijk, zo niet onmogelijk gerespecteerd zal kunnen worden. Een andere opmerking heeft betrekking op de inschakeling van pensioengerechtigde brandweercommandanten als experts in de task forces. Volgens minister Arena zou dat problemen kunnen opleveren in verband met de pensioenrechten. Is de minister van oordeel dat de timing nog steeds kan worden gerespecteerd? Acht de minister het nog haalbaar om tegen 1 januari 2010 de zones in werking te laten treden? Hoever staat het met de te respecteren timing? Zijn alle prezoneraden al opgericht en is al overal sprake van een task force? Zo neen, waarom niet? In welke zones doen zich moeilijkheden voor? Is al sprake van concrete actieplannen per zone? Wat is de stand van zaken? Hoever staat het met de inschakeling van gepensioneerde brandweercommandanten, gezien het wettelijk pensioenstelsel hierin niet voorziet? Is al meer geweten over de federaal vast te leggen verdeelsleutel als men er binnen een zone niet in slaagt het eens te worden over de gemeentelijke dotaties aan de zone? Is de Begeleidingscommissie voor de hervorming van de civiele veiligheid al bijeengekomen? De minister had die bijeenkomst in mei gepland. Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan het resultaat? |
M. Yves Buysse (VB) . – |
De heer Melchior Wathelet , staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. – Ik lees het antwoord van de minister.Mijn diensten doen al het nodige opdat de zones zo snel mogelijk in werking zouden kunnen treden in de loop van 2010. In alle zones zijn de prezoneraden reeds bijeengekomen. Die hadden in principe tegen 7 mei de taskforces moeten aanwijzen. Mijn diensten hebben dus de voorbije week aan de gouverneurs gevraagd zo spoedig mogelijk de samenstelling en de naam van een contactpersoon van elke taskforce aan de FOD te bezorgen. Eens dat gebeurd is, zullen we een zicht hebben op de actuele situatie inzake de oprichting van de taskforces en op de eventuele problemen daarbij. De prezoneraden moeten de actieplannen tegen ten laatste begin juni goedkeuren en ons op dat moment via de gouverneurs een rapport hierover bezorgen. Ik heb aldus momenteel nog geen zicht op de stand van zaken. Er zijn in principe twee mogelijkheden om gepensioneerde brandweermannen in de taskforces in te schakelen. De persoon in kwestie kan een dienstencontract aangaan met een gemeente of de gepensioneerde commandant kan op vrijwillige basis meewerken. In dat laatste geval zou de betrokkene aanspraak kunnen maken op een onkostenvergoeding als vrijwilliger. Wat betreft de gevolgen van de uitoefening van een vergoede activiteit door een gepensioneerde persoon verwijs ik het geachte lid naar de wetgeving inzake de rustpensioenen en naar de minister die bevoegd is voor de pensioenen. Mijn administratie heeft reeds – voor het geval van gebrek aan een akkoord tussen de verschillende betrokken gemeenteraden – een voorstel van verdeelsleutel voor de gemeentelijke dotaties ontwikkeld. Die wordt momenteel nog bestudeerd en zal uiteraard te gepasten tijde met de betrokken partijen worden besproken en ter advies worden voorgelegd. De begeleidingscommissie voor de hervorming van de civiele veiligheid is voor de eerste maal samengekomen op woensdag 27 mei 2009. |
M. Melchior Wathelet , secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. – |
De heer Yves Buysse (VB) . – Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord. Ik heb ook gevraagd naar het resultaat van de vergadering van de begeleidingscommissie, maar vermoedelijk kan de staatssecretaris daarop geen antwoord geven. |
M. Yves Buysse (VB) . – |
De voorzitter . – De agenda van deze vergadering is afgewerkt.De volgende vergadering vindt plaats op donderdag 11 juni om 15 uur. Ik neem aan dat de Senaat vertrouwen zal schenken aan de voorzitter en aan het Bureau om de agenda van deze vergadering vast te leggen. (Instemming) |
M. le président . – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.La prochaine séance aura lieu le jeudi 11 juin à 15 h. Je suppose que le Sénat fera confiance à son président et à son Bureau pour fixer l’ordre du jour de cette séance. (Assentiment) |
(De vergadering wordt gesloten om 18.55 uur.) |
(La séance est levée à 18 h 55.) |
Afwezig met bericht van verhindering: mevrouw Lizin, om gezondheidsredenen, de heer Van den Brande, in het buitenland. |
Mme Lizin, pour raison de santé, M. Van den Brande, à l’étranger, demandent d’excuser leur absence à la présente séance. |
– Voor kennisgeving aangenomen. |
– Pris pour information. |
Stemming 1 |
Vote nș 1 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 2 |
Vote nș 2 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 3 |
Vote nș 3 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 4 |
Vote nș 4 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 5 |
Vote nș 5 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 6 |
Vote nș 6 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 7 |
Vote nș 7 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 8 |
Vote nș 8 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 9 |
Vote nș 9 |
Aanwezig: 59 Voor: 59 Tegen: 0 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 59 Contre : 0 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, José Daras, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Freya Piryns, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 10 |
Vote nș 10 |
Aanwezig: 58 Voor: 44 Tegen: 0 Onthoudingen: 14 |
Présents : 58Pour : 44 Contre : 0 Abstentions : 14 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Marie-Hélène Crombé-Berton, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Onthoudingen |
Abstentions |
Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Hugo Coveliers, José Daras, Michel Delacroix, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Nele Jansegers, Freya Piryns, Anke Van dermeersch, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem. |
|
Stemming 11 |
Vote nș 11 |
Aanwezig: 59 Voor: 45 Tegen: 0 Onthoudingen: 14 |
Présents : 59Pour : 45 Contre : 0 Abstentions : 14 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Marie-Hélène Crombé-Berton, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Bart Martens, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Marleen Temmerman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Johan Vande Lanotte, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Lieve Van Ermen, Patrik Vankrunkelsven, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Onthoudingen |
Abstentions |
Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Hugo Coveliers, José Daras, Michel Delacroix, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Nele Jansegers, Freya Piryns, Anke Van dermeersch, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem. |
|
Stemming 12 |
Vote nș 12 |
Aanwezig: 58 Voor: 13 Tegen: 36 Onthoudingen: 9 |
Présents : 58Pour : 13 Contre : 36 Abstentions : 9 |
Voor |
Pour |
Marcel Cheron, José Daras, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Bart Martens, Freya Piryns, Helga Stevens, Guy Swennen, Marleen Temmerman, Johan Vande Lanotte, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke. |
|
Tegen |
Contre |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Marie-Hélène Crombé-Berton, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Martine Taelman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Patrik Vankrunkelsven, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Onthoudingen |
Abstentions |
Yves Buysse, Jurgen Ceder, Hugo Coveliers, Michel Delacroix, Nele Jansegers, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem. |
|
Stemming 13 |
Vote nș 13 |
Aanwezig: 59 Voor: 12 Tegen: 47 Onthoudingen: 0 |
Présents : 59Pour : 12 Contre : 47 Abstentions : 0 |
Voor |
Pour |
Marcel Cheron, José Daras, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Bart Martens, Freya Piryns, Guy Swennen, Marleen Temmerman, Johan Vande Lanotte, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke. |
|
Tegen |
Contre |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Hugo Coveliers, Marie-Hélène Crombé-Berton, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Michel Delacroix, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Louis Ide, Nele Jansegers, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Helga Stevens, Martine Taelman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Anke Van dermeersch, Lieve Van Ermen, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Patrik Vankrunkelsven, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Stemming 14 |
Vote nș 14 |
Aanwezig: 58 Voor: 35 Tegen: 22 Onthoudingen: 1 |
Présents : 58Pour : 35 Contre : 22 Abstentions : 1 |
Voor |
Pour |
Filip Anthuenis, Wouter Beke, Sfia Bouarfa, Dirk Claes, Berni Collas, Christophe Collignon, Alain Courtois, Marie-Hélène Crombé-Berton, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Anne Delvaux, Marc Elsen, Richard Fournaux, Margriet Hermans, Joëlle Kapompolé, Nahima Lanjri, Philippe Mahoux, Vanessa Matz, Philippe Moureaux, Jean-Paul Procureur, Els Schelfhout, Miet Smet, Martine Taelman, Dominique Tilmans , Elke Tindemans, Hugo Vandenberghe, Pol Van Den Driessche, Patrik Vankrunkelsven, Tony Van Parys, Marc Verwilghen, Christiane Vienne, Paul Wille, Olga Zrihen. |
|
Tegen |
Contre |
Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Hugo Coveliers, José Daras, Michel Delacroix, Vera Dua, Josy Dubié, Isabelle Durant, Louis Ide, Nele Jansegers, Bart Martens, Freya Piryns, Helga Stevens, Guy Swennen, Marleen Temmerman, Johan Vande Lanotte, Anke Van dermeersch, Freddy Van Gaever, Joris Van Hauthem, Myriam Vanlerberghe, André Van Nieuwkerke. |
|
Onthoudingen |
Abstentions |
Lieve Van Ermen. |
|
A. Wetsvoorstellen |
A. Propositions de loi |
Artikel 77 van de Grondwet |
Article 77 de la Constitution |
Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 207bis van het Gerechtelijk Wetboek, houdende de regeling van de toegang tot de functie van plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep (van de heer Francis Delpérée; Stuk 4-1337/1). |
Proposition de loi modifiant l’article 207bis du Code judiciaire, organisant l’accès des notaires à la fonction de conseiller suppléant au sein d’une cour d’appel (de M. Francis Delpérée ; Doc. 4-1337/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie. |
– Envoi à la commission de la Justice. |
Artikel 81 van de Grondwet |
Article 81 de la Constitution |
Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 133 en 289ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde te voorzien in een verhoging van de belastingvrije som voor de kinderen die hoger onderwijs volgen en in een verhoging van het belastingkrediet (van mevrouw Vanessa Matz; Stuk 4-1338/1). |
Proposition de loi modifiant les articles 133 et 289ter du Code des impôts sur les revenus 1992, afin de permettre une majoration de la quotité exemptée d’impôts pour les enfants qui poursuivent des études dans l’enseignement supérieur ainsi qu’une majoration du crédit d’impôt (de Mme Vanessa Matz ; Doc. 4-1338/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden. |
– Envoi à la commission des Finances et des Affaires économiques. |
Wetsvoorstel tot aanvulling van het Wetboek van strafvordering met een regeling voor het onderzoek naar de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte bij gelegenheid van een strafbaar feit (van mevrouw Miet Smet c.s.; Stuk 4-1339/1). |
Proposition de loi complétant le Code d’instruction criminelle en vue de réglementer la procédure de dépistage d’une maladie contagieuse grave transmise lors de la commission d’une infraction (de Mme Miet Smet et consorts ; Doc. 4-1339/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie. |
– Envoi à la commission de la Justice. |
Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 405quater van het Strafwetboek, om gewelddadige feiten gepleegd in inrichtingen waar vaak minderjarigen komen beter te bestraffen (van mevrouw Christine Defraigne; Stuk 4-1340/1). |
Proposition de loi complétant l’article 405quater du Code pénal en vue de mieux sanctionner les faits de violence commis dans des établissements fréquentés par des mineurs d’âge (de Mme Christine Defraigne ; Doc. 4-1340/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie. |
– Envoi à la commission de la Justice. |
Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 2bis van de uitleveringswet van 15 maart 1874, teneinde de uitlevering te weigeren van een persoon die ter dood is veroordeeld of kan worden veroordeeld (van de heer Philippe Mahoux; Stuk 4-1341/1). |
Proposition de loi modifiant l’article 2bis de la loi du 15 mars 1874 sur les extraditions, visant à renforcer la protection des individus contre tout prononcé ou exécution d’une condamnation à mort lors d’une extradition (de M. Philippe Mahoux ; Doc. 4-1341/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie. |
– Envoi à la commission de la Justice. |
B. Voorstellen van resolutie |
B. Propositions de résolution |
Voorstel van resolutie betreffende de toepassing van sociale en milieunormen in het kader van de globalisering (van mevrouw Sabine de Bethune en mevrouw Els Schelfhout; Stuk 4-1329/1). |
Proposition de résolution concernant l’application de normes sociales et environnementales dans le cadre de la mondialisation (de Mme Sabine de Bethune et Mme Els Schelfhout ; Doc. 4-1329/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging. |
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense. |
Voorstel van resolutie ter versterking van de positie van de vrouw en haar rechten in Afghanistan (van mevrouw Margriet Hermans c.s.; Stuk 4-1330/1). |
Proposition de résolution visant à renforcer la position et les droits de la femme en Afghanistan (de Mme Margriet Hermans et consorts ; Doc. 4-1330/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging. |
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense. |
Voorstel van resolutie betreffende de executie van Delara Darabi in Iran (van mevrouw Sabine de Bethune en mevrouw Margriet Hermans; Stuk 4-1336/1). |
Proposition de résolution relative à l’exécution de Delara Darabi en Iran (de Mme Sabine de Bethune et Mme Margriet Hermans ; Doc. 4-1336/1). |
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging. |
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense. |
Het Bureau heeft volgende vragen om uitleg ontvangen: |
Le Bureau a été saisi des demandes d’explications suivantes : |
– van de heer Marc Elsen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de resultaten van de studie betreffende het kadaster van de huisartsen" (nr. 4-929) |
– de M. Marc Elsen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les résultats de l’étude sur le cadastre des médecins généralistes » (nș 4-929) |
– van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen en aan de minister van Justitie over "de stand van zaken in het kader van de gevangenissenproblematiek" (nr. 4-930) |
– de Mme Martine Taelman au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles et au ministre de la Justice sur « l’état des lieux de la question des prisons » (nș 4-930) |
– van de heer Bart Martens aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de overschreden quota voor preventieve inplanting van pacemakers-defibrillatoren" (nr. 4-931) |
– de M. Bart Martens à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le dépassement du quota pour l’implantation préventive de pacemakers-défibrillateurs » (nș 4-931) |
– van de heer Bart Martens aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en aan de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "mogelijke contaminatie in de voedselketen tijdens het transport" (nr. 4-932) |
– de M. Bart Martens à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et à la ministre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture et de la Politique scientifique sur « des contaminations éventuelles dans la chaîne alimentaire durant le transport » (nș 4-932) |
– van de heer Louis Ide aan de minister van Justitie over "de werking van de Koninklijke Belgische Voetbalbond" (nr. 4-933) |
– de M. Louis Ide au ministre de la Justice sur « le fonctionnement de l’Union Royale Belge des Sociétés de Football-Association » (nș 4-933) |
– van mevrouw Sabine de Bethune aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de sociale rechten ten gevolge van de geboorte van een levenloos geboren kind" (nr. 4-934) |
– de Mme Sabine de Bethune à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et à la vice-première ministre et ministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances sur « les droits sociaux suite à la naissance d’un enfant né sans vie » (nș 4-934) |
– van mevrouw Lieve Van Ermen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de opvangtekorten in de jeugdpsychiatrie" (nr. 4-935) |
– de Mme Lieve Van Ermen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le manque de capacité d’accueil en psychiatrie juvénile » (nș 4-935) |
– van de heer Pol Van Den Driessche aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de erkenning van 11 juli en 27 september als wettelijke feestdagen" (nr. 4-936) |
– de M. Pol Van Den Driessche à la vice-première ministre et ministre de l’Emploi et de l’Égalité des chances sur « la reconnaissance du 11 juillet et du 27 septembre comme jours fériés légaux » (nș 4-936) |
– Deze vragen worden naar de plenaire vergadering verzonden. |
– Ces demandes sont envoyées à la séance plénière. |
Bij boodschappen van 16 en 21 mei 2009 heeft de Senaat aan de Kamer van volksvertegenwoordigers terugbezorgd, met het oog op de bekrachtiging door de Koning, de volgende niet geëvoceerde wetsontwerpen: |
Par messages des 16 et 21 mai 2009, le Sénat a retourné à la Chambre des représentants, en vue de la sanction royale, les projets de loi non évoqués qui suivent : |
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat het advies van de geneesheer betreft (Stuk 4-1294/1). |
Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers en ce qui concerne l’avis du médecin (Doc. 4-1294/1). |
Wetsontwerp houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (Stuk 4-1326/1). |
Projet de loi portant des mesures d’accompagnement en ce qui concerne l’institution d’un groupe spécial de négociation, d’un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (Doc. 4-1326/1). |
Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de belastingaangiften (Stuk 4-1328/1). |
Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les déclarations aux impôts (Doc. 4-1328/1). |
– Voor kennisgeving aangenomen. |
– Pris pour notification. |
Bij boodschappen van 14 mei 2009 heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers aan de Senaat overgezonden, zoals ze ter vergadering van dezelfde dag werden aangenomen: |
Par messages du 14 mai 2009, la Chambre des représentants a transmis au Sénat, tels qu’ils ont été adoptés en sa séance du même jour : |
Artikel 77 van de Grondwet |
Article 77 de la Constitution |
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (Stuk 4-1327/1). |
Projet de loi portant des dispositions diverses en ce qui concerne l’institution d’un groupe spécial de négociation, d’un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (Doc. 4-1327/1). |
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden. |
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Affaires sociales. |
Artikel 80 van de Grondwet |
Article 80 de la Constitution |
Wetsontwerp houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (Stuk 4-1326/1). |
Projet de loi portant des mesures d’accompagnement en ce qui concerne l’institution d’un groupe spécial de négociation, d’un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (Doc. 4-1326/1). |
– Het wetsontwerp werd ontvangen op 15 mei 2009; de uiterste datum voor evocatie is woensdag 20 mei 2009. |
– Le projet de loi a été reçu le 15 mai 2009 ; la date limite pour l’évocation est le mercredi 20 mai 2009. |
– De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 14 mei 2009. |
– La Chambre a adopté le projet le 14 mai 2009. |
Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de belastingaangiften (Stuk 4-1328/1). |
Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les déclarations aux impôts (Doc. 4-1328/1). |
– Het wetsontwerp werd ontvangen op 15 mei 2009; de uiterste datum voor evocatie is woensdag 20 mei 2009. |
– Le projet de loi a été reçu le 15 mai 2009 ; la date limite pour l’évocation est le mercredi 20 mai 2009. |
– De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 14 mei 2009. |
– La Chambre a adopté le projet le 14 mai 2009. |
Artikel 81 van de Grondwet |
Article 81 de la Constitution |
Wetsontwerp tot oprichting van een Belgisch Centrum voor alternatieven voor dierproeven (van de heer Philippe Mahoux; Stuk 4-242/1). |
Projet de loi portant création d’un Centre belge des méthodes alternatives à l’expérimentation animale (de M. Philippe Mahoux ; Doc. 4-242/1). |
– Het ontwerp werd ontvangen op 15 mei 2009; de onderzoekstermijn, die overeenkomstig artikel 79, eerste lid, van de Grondwet 15 dagen bedraagt, verstrijkt op maandag 1 juni 2009. |
– Le projet a été reçu le 15 mai 2009 ; le délai d’examen, qui est de 15 jours conformément l’article 79, al. 1er, de la Constitution expire le lundi 1 juin 2009. |
– De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 14 mei 2009. |
– La Chambre a adopté le projet le 14 mai 2009. |
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden. |
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Affaires sociales. |
Kennisgeving |
Notification |
Wetsontwerp houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 2001 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, en met de Bijlage, gedaan te Londen op 23 maart 2001 (van de Regering; Stuk 4-1188/1). |
Projet de loi portant assentiment à la Convention internationale de 2001 sur la responsabilité civile pour les dommages dus à la pollution par les hydrocarbures de soute, et à l’Annexe, faites à Londres le 23 mars 2001 (du Gouvernement ; Doc. 4-1188/1). |
– De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 14 mei 2009 zoals het haar door de Senaat werd overgezonden. |
– La Chambre a adopté le projet le 14 mai 2009 tel qu’il lui a été transmis par le Sénat. |
Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag van 1976 inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, gedaan te Londen op 2 mei 1996 (van de Regering; Stuk 4-1192/1). |
Projet de loi portant assentiment au Protocole de 1996 modifiant la Convention de 1976 sur la limitation de la responsabilité en matière de créances maritimes, fait à Londres le 2 mai 1996 (du Gouvernement ; Doc. 4-1192/1). |
– De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 14 mei 2009 zoals het haar door de Senaat werd overgezonden. |
– La Chambre a adopté le projet le 14 mai 2009 tel qu’il lui a été transmis par le Sénat. |
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitter van de Senaat van: |
En application de l’article 113 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie au président du Sénat : |
– het arrest nr. 71/2009, uitgesproken op 5 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 112 en 114 van de Nieuwe Gemeentewet, gesteld door de Raad van State (rolnummer 4468); |
– l’arrêt nș 71/2009, rendu le 5 mai 2009, en cause la question préjudicielle relative aux articles 112 et 114 de la Nouvelle loi communale, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 4468) ; |
– het arrest nr. 72/2009, uitgesproken op 5 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag over artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, en over artikel 13 van de voormelde wet van 21 april 2007, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen (rolnummer 4473); |
– l’arrêt nș 72/2009, rendu le 5 mai 2009, en cause la question préjudicielle concernant l’article 1022 du Code judiciaire, tel qu’il a été remplacé par l’article 7 de la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d’avocat, et l’article 13 de la loi du 21 avril 2007 précitée, posée par la Cour d’appel d’Anvers (numéro du rôle 4473) ; |
– het arrest nr. 73/2009, uitgesproken op 5 mei 2009, inzake de prejudiciële vragen over artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Leuven, het Arbeidshof te Brussel en de Arbeidsrechtbank te Gent (rolnummers 4478, 4487, 4488 en 4493); |
– l’arrêt nș 73/2009, rendu le 5 mai 2009, en cause les questions préjudicielles concernant l’article 1022 du Code judiciaire, tel qu’il a été remplacé par l’article 7 de loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d’avocat, posées par le Tribunal du travail de Louvain, la Cour du travail de Bruxelles et le Tribunal du travail de Gand (numéros du rôle 4478, 4487, 4488 et 4493) ; |
– het arrest nr. 74/2009, uitgesproken op 5 mei 2009, inzake de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, gesteld door de Politierechtbank te Brugge (rolnummer 4494); |
– l’arrêt nș 74/2009, rendu le 5 mai 2009, en cause les questions préjudicielles concernant l’article 162bis du Code d’instruction criminelle, tel qu’il a été inséré par l’article 9 de la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d’avocat, posées par le Tribunal de police de Bruges (numéro du rôle 4494) ; |
– het arrest nr. 75/2009, uitgesproken op 5 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 20, §7, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Nijvel (rolnummer 4536); |
– l’arrêt nș 75/2009, rendu le 5 mai 2009, en cause la question préjudicielle relative à l’article 20, §7, de l’arrêté royal nș 38 du 27 juillet 1967 organisant le statut social des travailleurs indépendants, posée par le Tribunal du travail de Nivelles (numéro du rôle 4536) ; |
– het arrest nr. 79/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag over artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel (rolnummer 4472); |
– l’arrêt nș 79/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause la question préjudicielle relative à l’article 71 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, posée par le Tribunal du travail de Bruxelles (numéro du rôle 4472) ; |
– het arrest nr. 80/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vragen betreffende artikel 127bis van de programmawet van 30 december 1988, zoals ingevoegd bij artikel 165 van de wet van 29 december 1990, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen (rolnummers 4498 en 4512); |
– l’arrêt nș 80/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause les questions préjudicielles relatives à l’article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988, tel qu’il a été inséré par l’article 165 de la loi du 29 décembre 1990, posées par la Cour du travail d’Anvers (numéros du rôle 4498 et 4512) ; |
– het arrest nr. 81/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag over artikel 31, §2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, gesteld door de Raad van State (rolnummer 4501); |
– l’arrêt nș 81/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause la question préjudicielle concernant l’article 31, §2, du décret de la Région flamande du 22 février 1995 relatif à l’assainissement du sol, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 4501) ; |
– het arrest nr. 82/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 119 en 121 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en artikel 4 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (rolnummer 4511); |
– l’arrêt nș 82/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause la question préjudicielle concernant les articles 119 et 121 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, et l’article 4 de la loi du 27 décembre 2000 portant diverses dispositions relatives à la position juridique du personnel des services de police, posée par le Tribunal de première instance de Bruxelles (numéro du rôle 4511) ; |
– het arrest nr. 83/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag over artikel 7, §13, tweede lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd bij artikel 112 van de wet van 30 december 1988, gesteld door het Arbeidshof te Bergen (rolnummer 4525); |
– l’arrêt nș 83/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause la question préjudicielle relative à l’article 7, §13, alinéa 2, de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, tel qu’il a été modifié par l’article 112 de la loi du 30 décembre 1988, posée par la Cour du travail de Mons (numéro du rôle 4525) ; |
– het arrest nr. 84/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 2ter van de jachtwet van 28 februari 1882, zoals ingevoegd bij artikel 10 van het decreet van het Waalse Gewest van 14 juli 1994, gesteld door de Raad van State (rolnummer 4542); |
– l’arrêt nș 84/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause la question préjudicielle relative à l’article 2ter de la loi du 28 février 1882 sur la chasse, tel qu’il a été inséré par l’article 10 du décret de la Région wallonne du 14 juillet 1994, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 4542) ; |
– het arrest nr. 85/2009, uitgesproken op 14 mei 2009, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel (rolnummer 4550). |
– l’arrêt nș 85/2009, rendu le 14 mai 2009, en cause la question préjudicielle relative à l’article 23 du Code de la nationalité belge, posée par la Cour d’appel de Bruxelles (numéro du rôle 4550). |
– Voor kennisgeving aangenomen. |
– Pris pour notification. |
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof aan de voorzitter van de Senaat kennis van: |
En application de l’article 77 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie au président du Sénat : |
– de prejudiciële vragen over artikel 174, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Dendermonde (rolnummers 4688 en 4689, samengevoegde zaken); |
– les questions préjudicielles concernant l’article 174, alinéa 3, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnées le 14 juillet 1994, posées par le Tribunal du travail de Termonde (numéros du rôle 4688 et 4689, affaires jointes) ; |
– de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 69 en 70 ("Fonds voor sluiting van de ondernemingen – Bekrachtiging van het koninklijk besluit van 3 juli 2005") van de wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen (I), gesteld door het Arbeidshof te Luik, de Arbeidsrechtbank te Charleroi en het Arbeidshof te Antwerpen (rolnummer 4690, toegevoegd aan 4653 en 4658); |
– les questions préjudicielles relatives aux articles 69 et 70 (« Fonds de fermeture d’entreprises – Confirmation de l’arrêté royal du 3 juillet 2005 ») de la loi du 8 juin 2008 portant des dispositions diverses (I), posées par la Cour du travail de Liège, le Tribunal du travail de Charleroi et la Cour du travail d’Anvers (numéro du rôle 4690, joint au 4653 et 4658) ; |
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 1017, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen (rolnummer 4691); |
– la question préjudicielle relative à l’article 1017, alinéa 2, du Code judiciaire, posée par la Cour d’appel d’Anvers (numéro du rôle 4691) ; |
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 346, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen (rolnummer 4692); |
– la question préjudicielle relative à l’article 346, alinéa 3, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d’appel d’Anvers (numéro du rôle 4692) ; |
– de prejudiciële vraag over artikel 15 van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, gesteld door het Hof van Beroep te Luik (rolnummer 4693); |
– la question préjudicielle concernant l’article 15 de la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux, posée par la Cour d’appel de Liège (numéro du rôle 4693) ; |
– de prejudiciële vragen over artikel 38, §5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals ingevoegd bij de wet van 21 april 2007, gesteld door de Politierechtbank te Brussel (rolnummer 4694, toegevoegd aan 4680); |
– les questions préjudicielles concernant l’article 38, §5, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par arrêté royal du 16 mars 1968, tel qu’il a été inséré par la loi du 21 avril 2007, posées par le Tribunal de police de Bruxelles (numéro du rôle 4694, joint au 4680) ; |
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 2 van de wet van 24 juli 2008 "ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en tot wijziging, met ingang van aanslagjaar 2009, van artikel 468 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992", gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik (rolnummer 4702); |
– la question préjudicielle relative à l’article 2 de la loi du 24 juillet 2008 « confirmant l’établissement de certaines taxes communales additionnelles et de la taxe d’agglomération additionnelle à l’impôt des personnes physiques pour chacun des exercices d’imposition 2001 à 2007 et modifiant l’article 468 du Code des impôts sur les revenus 1992 à partir de l’exercice d’imposition 2009 », posée par le Tribunal de première instance de Liège (numéro du rôle 4702) ; |
– Voor kennisgeving aangenomen. |
– Pris pour notification. |
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitter van de Senaat van: |
En application de l’article 76 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie au président du Sénat : |
– het beroep tot vernietiging van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform, ingesteld door de vzw "La Chambre Syndicale des Médecins des Provinces du Hainaut et de Namur et du Brabant wallon" en Danièle Gillis (rolnummer 4684); |
– le recours en annulation de la loi du 21 août 2008 relative à l’institution et à l’organisation de la plate-forme eHealth, introduit par l’ASBL « La Chambre Syndicale des Médecins des Provinces du Hainaut et de Namur et du Brabant wallon » et Danièle Gillis (numéro du rôle 4684) ; |
– het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van het decreet van het Waalse Gewest van 3 april 2009 houdende goedkeuring van de stedenbouwkundige vergunning toegekend voor de aanleg van de verbinding "Parc-Sud" van de lichte metro van Charleroi, overeenkomstig het decreet van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, ingesteld door de stad Charleroi en anderen (rolnummer 4687). |
– le recours en annulation et la demande de suspension du décret de la Région wallonne du 3 avril 2009 ratifiant le permis d’urbanisme délivré pour la construction de la jonction « Parc-Sud » du métro léger de Charleroi en application du décret du 17 juillet 2008 relatif à quelques permis pour lesquels il existe des motifs impérieux d’intérêt général, introduits par la ville de Charleroi et autres (numéro du rôle 4687). |
– Voor kennisgeving aangenomen. |
– Pris pour notification. |
Bij brief van 20 mei 2009 heeft de Procureur-generaal van het Auditoraat-generaal bij het Arbeidshof te Antwerpen overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat overgezonden, het werkingsverslag 2008 van het Auditoraat-generaal bij het Arbeidshof te Antwerpen, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 20 mei 2009. |
Par lettre du 20 mai 2009, le Procureur général de l’auditorat général près la Cour du travail d’Anvers a transmis au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2008 de l’Auditorat général près la Cour du travail d’Anvers, approuvé lors de son assemblée de corps du 20 mai 2009. |
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie. |
– Envoi à la commission de la Justice. |
Bij brief van 14 mei 2009 heeft de voorzitter van de Rechtbank van koophandel te Doornik overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat overgezonden, het werkingsverslag voor 2008 van de Rechtbank van koophandel te Doornik, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 21 april 2009. |
Par lettre du 14 mai 2009, le président du Tribunal de commerce de Tournai a transmis au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement pour 2008 du Tribunal de commerce de Tournai, approuvé lors de son assemblée générale du 21 avril 2009. |
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie. |
– Envoi à la commission de la Justice. |
Bij brief van 8 mei 2009 heeft de Voorzitter van de Nationale Arbeidsraad, overeenkomstig artikel 1 van de organieke wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale Arbeidsraad, aan de Senaat overgezonden het advies nr. 1.686 over vrijwilligers, goedgekeurd tijdens zijn plenaire vergadering van 6 mei 2009. |
Par lettre du 8 mai 2009, le Président du Conseil national du Travail a transmis au Sénat, conformément à l’article 1er de la loi du 29 mai 1952 organique du Conseil national du Travail, l’avis nș 1.686 sur le volontariat, approuvé lors de sa séance plénière du 6 mai 2009. |
– Verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden. |
– Envoi à la commission des Affaires sociales. |
Bij brief van 26 mei 2009 hebben de ombudsmannen voor Telecommunicatie, overeenkomstig artikel 46 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag 2008 van de Ombudsdienst voor Telecommunicatie. |
Par lettre du 26 mai 2009, les médiateurs pour les Télécommunications ont transmis au Sénat, conformément à l’article 46 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, le rapport annuel 2008 du Service de médiation pour les Télécommunications. |
– Verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden. |
– Envoi à la commission des Finances et des Affaires économiques. |
Bij brief van 6 mei 2009 heeft de voorzitter van de Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling, overeenkomstig artikel 19 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag 2008 van de Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling. |
Par lettre du 6 mai 2009, le président de la Commission interdépartementale du développement durable a transmis au Sénat, conformément à l’article 19 de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, le rapport 2008 de la Commission interdépartementale du développement durable. |
De verslagen van de Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling en van de leden van de Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling kunnen ook geraadpleegd worden op de volgende webpagina: http: //www. ICDO.be |
Les rapports de la Commission interdépartementale du développement durable et des membres de la Commission interdépartementale du développement durable peuvent également être consultés à l’adresse électronique suivante : http : //www. CIDD.be |
– Neergelegd ter Griffie. |
– Dépôt au Greffe. |
Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas |
|
Bij brief van 13 mei 2009 heeft de minister van Klimaat en Energie, overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 en artikel 14 van het koninklijk besluit van 29 februari 2004 aan de Senaat overgezonden, het verslag over de door de elektriciteitsdistributienetbeheerders toegepaste distributienettarieven over het exploitatiejaar 2008 alsook het verslag over de distributienettarieven van de aardgasdistributienetbeheerders, toegepast tijdens het exploitatiejaar 2008. |
Par lettre du 13 mai 2009 le ministre du Climat et de l’Énergie a transmis au Sénat, conformément à l’article 12 de l’arrêté royal du 11 juillet 2002 et à l’article 14 de l’arrêté royal du 29 février 2004, le rapport relatif aux tarifs du réseau de distribution appliqués par les gestionnaires de réseaux de distribution d’électricité au cours de l’exercice d’exploitation 2008 ainsi que le rapport relatif aux tarifs de réseaux de distribution des gestionnaires de réseaux de distribution de gaz naturel appliqués au cours de l’exercice d’exploitation 2008. |
– Verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden. |
– Envoi à la commission des Finances et des Affaires économiques. |
Bij brief van 21 april 2009 heeft de voorzitter van het Europees Parlement aan de Senaat overgezonden: |
Par lettre du 21 avril 2009, le président du Parlement européen a transmis au Sénat : |
– een wetgevingsresolutie inzake het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Nepal inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten; |
– une résolution législative sur la proposition de décisions du Conseil relative à la conclusion de l’accord entre la Communauté européenne et le gouvernement du Népal sur certains aspects des services aériens ; |
– een resolutie over Eén jaar na Lissabon: het partnerschap van de EU en Afrika in de praktijk; |
– une résolution sur Un an après Lisbonne : le partenariat Afrique-UE en action ; |
– een resolutie over de MDG-contracten; |
– une résolution sur les contrats OMD ; |
– een resolutie over het kunstonderwijs in de Europese Unie; |
– une résolution sur les études artistiques dans l’Union européenne ; |
– een resolutie over een actieve dialoog met de burger over Europa; |
– une résolution sur un dialogue actif avec les citoyens sur l’Europe ; |
– een resolutie over de strijd tegen genitale verminking van vrouwen in de EU; |
– une résolution sur la lutte contre les mutilations sexuelles féminines pratiquées dans l’UE ; |
– een resolutie over meertaligheid: een troef voor Europa en een gemeenschappelijk engagement; |
– une résolution sur le multilinguisme : un atout pour l’Europe et un engagement commun ; |
– een resolutie over de stedelijke dimensie van het cohesiebeleid in de nieuwe programmeringsperiode; |
– une résolution sur la dimension urbaine de la politique de cohésion dans la nouvelle période de programmation ; |
– een resolutie over de uitvoering van de structuurfondsverordening 2007-2013: de resultaten van de onderhandelingen betreffende de nationale cohesiestrategieën en operationele programma’s; |
– une résolution sur la mise en œuvre des règles relatives aux Fonds structurels 2007-2013 : les résultats des négociations concernant les stratégies nationales de cohésion et les programmes opérationnels ; |
– een resolutie over de aanbevelingen aan de Commissie over een Europees initiatief voor de ontwikkeling van microkrediet ter ondersteuning van groei en werkgelegenheid; |
– une résolution contenant des recommandations à la Commission sur une initiative européenne pour un développement du microcrédit en faveur de la croissance et de l’emploi ; |
– een resolutie over de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds; |
– une résolution sur l’accord de partenariat économique entre les États du Cariforum, d’une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d’autre part ; |
– een resolutie over de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds; |
– une résolution relative à la conclusion de l’accord de partenariat économique d’étape entre la Côte d’Ivoire, d’une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d’autre part ; |
– een resolutie over de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ghana, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds; |
– une résolution sur l’accord de partenariat économique d’étape entre le Ghana, d’une part, et la Communauté européenne et ses États membres d’autre part ; |
– een resolutie over de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Staten in de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap anderzijds; |
– une résolution sur l’accord de partenariat intermédiaire entre les États du Pacifique, d’une part, et la Communauté européenne, d’autre part ; |
– een resolutie over een tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds; |
– une résolution sur un accord de partenariat économique intérimaire entre la Communauté européenne et ses États membres, d’une part, et les États de l’APE CDAA, d’autre part ; |
– een resolutie over de tussentijdse overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en Staten in oostelijk en Zuidelijk Afrika anderzijds; |
– une résolution sur l’accord intérimaire établissant un cadre pour un accord de partenariat économique entre les États d’Afrique de l’Est et du Sud (AES), d’une part, et la Communauté européenne et ses États membres d’autre part ; |
– een resolutie over de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds; |
– une résolution sur l’accord établissant un cadre pour un accord de partenariat économique entre la Communauté européenne et ses États membres, d’une part, et les États partenaires de la Communauté d’Afrique de l’Est, d’autre part ; |
– een resolutie over de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en Centraal-Afrika anderzijds; |
– une résolution sur l’accord d’étape vers un accord de partenariat économique d’étape entre la Communauté européenne et ses États membres, d’une part, et l’Afrique centrale, d’autre part ; |
– een wetgevingsresolutie inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds; |
– une résolution législative sur la proposition de décision du Conseil relative à la conclusion d’un accord de partenariat économique entre les États du Cariforum, d’une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d’autre part ; |
– een wetgevingsresolutie inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting van de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds; |
– une résolution législative sur la proposition de décision du Conseil relative à la conclusion de l’accord de partenariat économique d’étape entre la Côte d’Ivoire, d’une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d’autre part ; |
– een resolutie over de jaarverslagen van de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling over 2007; |
– une résolution sur les rapports annuels de la Banque européenne d’investissement et de la Banque européenne pour la reconstruction et le développement pour l’année 2007 ; |
– een resolutie over de toekomst van de automobielindustrie; |
– une résolution sur l’avenir de l’industrie automobile ; |
– een resolutie over het Witboek betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels; |
– une résolution sur le livre blanc sur les actions en dommages et intérêts pour infraction aux règles communautaires sur les ententes et les abus de position dominante ; |
– een resolutie over een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en India; |
– une résolution sur un accord de libre-échange entre l’Union européenne et l’Inde, |
– een resolutie over de sociale verantwoordelijkheid van onderaannemers in productieketens; |
– une résolution sur la responsabilité sociale des entreprises sous-traitantes dans les chaînes de production ; |
– een resolutie over de stand van de trans-Atlantische betrekkingen in de nasleep van de VS-verkiezingen; |
– une résolution sur l’état des relations transatlantiques après les élections qui ont eu lieu aux États-Unis ; |
– een resolutie over een EU-strategie voor een betere ontmanteling van schepen, |
– une résolution sur une stratégie de l’Union européenne pour l’amélioration des pratiques de démantèlement des navires, |
aangenomen tijdens de vergaderperiode van 23 tot en met 26 maart 2009. |
adoptées au cours de la période de session du 23 au 26 mars 2009 inclus. |
Bij brief van 15 mei 2009 heeft de voorzitter van het Europees Parlement aan de Senaat overgezonden: |
Par lettre du 15 mai 2009, le président du Parlement européen a transmis au Sénat : |
– een wetgevingsresolutie inzake het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten; |
– une résolution législative sur la proposition de décision du Conseil relative à la conclusion de l’accord entre la Communauté européenne et la République islamique du Pakistan sur certains aspects des services aériens ; |
– een wetgevingsresolutie inzake het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst van 1991 op het gebied van het vervoer (Vervoerprotocol); |
– une résolution législative sur la proposition de décision du Conseil relative à la conclusion, au nom de la Communauté européenne, du Protocole d’application de la Convention alpine dans le domaine des transports (Protocole sur les transports) ; |
– een resolutie over efficiënte tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in de Europese Unie: transparantie van het vermogen van schuldenaars; |
– une résolution sur l’exécution effective des décisions judiciaires dans l’Union européenne : la transparence du patrimoine des débiteurs ; |
– een resolutie over de Interimovereenkomst betreffende de handel met Turkmenistan, |
– une résolution sur l’accord commercial intérimaire avec le Turkménistan ; |
– een wetgevingsresolutie inzake het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie tot sluiting van een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en Turkmenistan anderzijds; |
– une résolution législative sur la proposition de décision du Conseil et de la Commission relative à la conclusion de l’accord intérimaire sur le commerce et les mesures d’accompagnement entre la Communauté européenne et la Communauté européenne de l’énergie atomique, d’une part, et le Turkménistan, d’autre part ; |
– een resolutie over een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa: beginselen, maatregelen en instrumenten; |
– une résolution sur une politique commune de l’immigration pour l’Europe : principes, actions et instruments ; |
– een resolutie over het aangaan van de uitdagingen van ontbossing en aantasting van bossen om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan te pakken; |
– une résolution sur la lutte contre la déforestation et la dégradation des forêts pour combattre le changement climatique et la diminution de la biodiversité ; |
– een resolutie over een actieplan inzake stedelijke mobiliteit; |
– une résolution sur un plan d’action sur la mobilité urbaine ; |
– een resolutie over het actieplan intelligente vervoerssystemen; |
– une résolution sur le plan d’action en faveur de systèmes de transport intelligents ; |
– een resolutie over steun voor de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone; |
– une résolution sur le soutien au Tribunal spécial pour la Sierra Leone ; |
– een resolutie over de humanitaire situatie van de bewoners van kamp Ashraf; |
– une résolution sur la situation humanitaire des résidents du camp d’Achraf ; |
– een resolutie over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap; |
– une résolution sur la proposition de décision du Conseil sur la conclusion, par la Communauté européenne, de la Convention des Nations unies relative aux droits des personnes handicapées ; |
– een wetgevingsresolutie over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het facultatieve protocol bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap; |
– une résolution législative sur la proposition de décision du Conseil sur la conclusion, par la Communauté européenne, du protocole facultatif de la Convention des Nations unies relative aux droits des personnes handicapées ; |
– een aanbeveling over het vraagstuk van het opstellen van profielen, met name op basis van etnische afstamming en ras, in het kader van de bestrijding van terrorisme, rechtshandhaving, immigratie, douane- en grenscontrole; |
– une recommandation sur le problème du profilage, notamment sur la base de l’origine ethnique ou de la race, dans les opérations de contre-terrorisme, de maintien de l’ordre, de contrôle de l’immigration, des services des douanes et de contrôle aux frontières ; |
– een resolutie over de parlementaire immuniteit in Polen; |
– une résolution sur l’immunité parlementaire en Pologne ; |
– een resolutie over goed bestuur in het gemeenschappelijk visserijbeleid: Europees Parlement, regionale adviesraden en andere spelers; |
– une résolution sur la gouvernance dans le cadre de la PCP : le Parlement européen, les conseils consultatifs régionaux et les autres acteurs ; |
– een resolutie over regelgevingsaspecten van nanomaterialen; |
– une résolution sur les aspects réglementaires des nanomatériaux ; |
– een resolutie over het jaarlijkse debat over de in 2008 geboekte vooruitgang in de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (artikelen 2 en 39 van het EU-Verdrag); |
– une résolution sur le débat annuel sur les progrès réalisés en 2008 dans l’espace de liberté, de sécurité et de justice (ELSJ) (articles 2 et 39 du traité UE) ; |
– een resolutie over de Top van de G20 in Londen, 2 april 2009; |
– une résolution sur le sommet du G20 qui s’est tenu à Londres le 2 avril 2009 ; |
– een resolutie over de consolidatie van stabiliteit en welvaart in de westelijke Balkan; |
– une résolution sur la consolidation de la stabilité et de la prospérité dans les Balkans occidentaux ; |
– een aanbeveling over non-proliferatie en de toekomst van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV); |
– une recommandation sur la non-prolifération des armes nucléaires et l’avenir du traité sur la non-prolifération des armes nucléaires ; |
– een resolutie over de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap en het daarbij gaande facultatieve protocol; |
– une résolution sur la déclaration de la Commission sur la convention des Nations unies relative aux droits des personnes handicapées et son protocole facultatif ; |
– een resolutie over het 25ste jaarverslag van de Commissie over de controle op de toepassing van het gemeenschapsrecht (2007); |
– une résolution sur le vingt-cinquième rapport annuel de la Commission sur le contrôle de l’application du droit communautaire ; |
– een resolutie over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften in 2008, |
– une résolution sur les délibérations de la commission des pétitions durant l’année 2008, |
aangenomen tijdens de vergaderperiode van 21 tot en met 24 april 2009. |
adoptées au cours de la période de session du 21 au 24 avril 2009 inclus. |
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging en naar het Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. |
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense et au Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes. |