8‑6 Belgische Senaat Gewone Zitting 2024‑2025 Plenaire vergaderingen Vrijdag 24 januari 2025 Ochtendvergadering		8‑6 Sénat de Belgique Session ordinaire 2024‑2025 Séances plénières Vendredi 24 janvier 2025 Séance du matin
Handelingen		Annales
Inhoudsopgave		Sommaire
Goedkeuring van de agenda. 3 Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van nieuwe leden. 3 Regeling van de werkzaamheden. 4 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen voor wat betreft een besparing op de partijdotaties (Doc. 8‑62) 4 Algemene bespreking. 4 Artikelsgewijze bespreking. 10 Huldebetoon aan mevrouw Miet Smet, Minister van Staat 11 Voordracht van kandidaten voor een betrekking van Franstalige staatsraad bij de Raad van State (Doc. 8‑60) 13 Benoeming van afgevaardigden van de Senaat bij de Internationale Vergaderingen en Raden. 14 Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa (OVSE) 14 Inoverwegingneming van voorstellen. 14 Stemmingen. 15 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen voor wat betreft een besparing op de partijdotaties (Doc. 8‑62) 15 Samenstelling van de commissies. 15 Regeling van de werkzaamheden. 16 Berichten van verhindering. 16 Bijlage. 17 Naamstemmingen. 17 In overweging genomen voorstellen. 18 Grondwettelijk Hof – Arresten. 18 Grondwettelijk Hof – Prejudiciële vragen. 20 Grondwettelijk Hof – Beroepen. 22 Procureur‑generaal bij het Hof van Cassatie. 24 Centrale Raad voor het bedrijfsleven. 25 Europees Parlement 25		Approbation de l’ordre du jour 3 Vérification des pouvoirs et prestation de serment de nouveaux membres. 3 Ordre des travaux. 4 Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, en vue de réaliser des économies sur les dotations allouées aux partis politiques (Doc. 8‑62) 4 Discussion générale. 4 Discussion des articles. 10 Hommage à Mme Miet Smet, ministre d’État 11 Présentation de candidats à une fonction de conseiller d’État francophone au Conseil d’État (Doc. 8‑60) 13 Nomination des délégués du Sénat auprès des Assemblées et Conseils internationaux. 14 Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE) 14 Prise en considération de propositions. 14 Votes. 15 Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, en vue de réaliser des économies sur les dotations allouées aux partis politiques (Doc. 8‑62) 15 Composition des commissions. 15 Ordre des travaux. 16 Excusés. 16 Annexe. 17 Votes nominatifs. 17 Propositions prises en considération. 18 Cour constitutionnelle – Arrêts. 18 Cour constitutionnelle – Questions préjudicielles. 20 Cour constitutionnelle – Recours. 22 Procureur général près la Cour de cassation. 24 Conseil central de l’économie. 25 Parlement européen. 25
Voorzitster: mevrouw Valérie De Bue (De vergadering wordt geopend om 10.00 uur.)		Présidence de Mme Valérie De Bue (La séance est ouverte à 10 h 00.)
Goedkeuring van de agenda		Approbation de l’ordre du jour
De voorzitster. – De agenda zoals vastgesteld door het Bureau werd elektronisch meegedeeld. Aangezien er geen opmerkingen zijn, is de agenda goedgekeurd.		Mme la présidente. – L’ordre du jour établi par le Bureau a été communiqué par voie électronique aux sénateurs. Puisqu’il n’y a pas d’observations, l’ordre du jour est approuvé.
Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van nieuwe leden		Vérification des pouvoirs et prestation de serment de nouveaux membres
De voorzitter. – Wij gaan over tot het onderzoek van de geloofsbrieven van de dames Katrien Partyka en Katia Segers. Het Bureau is vandaag en op maandag 20 januari bijeengekomen voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Ik stel u voor onmiddellijk het verslag van het Bureau te horen. Ik geef het woord aan de heer Dalle om kennis te geven van het verslag van het Bureau.		Mme la présidente. – L’ordre du jour appelle la vérification des pouvoirs de Mmes Katrien Partyka et Katia Segers. Le Bureau s’est réuni aujourd’hui et le lundi 20 janvier pour la vérification de ces pouvoirs. Je vous propose d’entendre immédiatement le rapport du Bureau. Je prie donc M. Dalle de donner lecture du rapport du Bureau.
De heer Benjamin Dalle (cd&v), rapporteur. – Bij brief van 20 november 2024 heeft de voorzitster van het Vlaams Parlement aan de Senaat meegedeeld dat mevrouw Joke Schauvliege ontslag heeft genomen als lid van het Vlaams Parlement met ingang van 2 december 2024. Door dit ontslag is een mandaat van deelstaatsenator vacant geworden. Bij brief van 8 januari 2025 heeft de voorzitster van het Vlaams Parlement aan de griffier van de Senaat meegedeeld dat mevrouw Katrien Partyka door de politieke formatie F (cd&v) is aangewezen om mevrouw Schauvliege te vervangen. Bij brief van 7 januari 2025 heeft de heer Burak Nalli zijn ontslag ingediend als deelstaatsenator, met ingang van 8 januari 2025. Bij brief van 22 januari 2025 heeft de voorzitster van het Vlaams Parlement aan de griffier van de Senaat meegedeeld dat mevrouw Katia Segers door de politieke formatie B (Vooruit) is aangewezen om de heer Nalli te vervangen. Tijdens zijn vergadering van vandaag en van maandag 20 januari heeft het Bureau vastgesteld dat de dames Katrien Partyka en Katia Segers werden aangewezen door de meerderheid van de leden van de politieke formaties waaraan de vacant geworden zetels waren toegekend. Het eigenlijke onderzoek van de geloofsbrieven wordt overbodig geacht aangezien dat onderzoek reeds door het Vlaams Parlement werd verricht. Het Bureau stelt dan ook voor de dames Katrien Partyka en Katia Segers toe te laten als leden van de Senaat.		M. Benjamin Dalle (cd&v), rapporteur. – Par lettre du 20 novembre 2024, la présidente du Parlement flamand a communiqué au Sénat que Mme Joke Schauvliege a démissionné en tant que membre du Parlement flamand à partir du 2 décembre 2024. Du fait de cette démission, un mandat de sénateur des entités fédérées est devenu vacant. Par lettre du 8 janvier 2025, la présidente du Parlement flamand a communiqué au greffier du Sénat que Mme Katrien Partyka a été désignée par la formation politique F (cd&v) pour succéder à Mme Schauvliege. Par lettre du 7 janvier 2025, M. Burak Nalli a démissionné en tant que sénateur des entités fédérées à partir du 8 janvier 2025. Par lettre du 22 janvier 2025, la présidente du Parlement flamand a communiqué au greffier du Sénat que Mme Katia Segers a été désignée par la formation politique B (Vooruit) pour succéder à M. Nalli. Lors de sa réunion d’aujourd’hui et du lundi 20 janvier, le Bureau a constaté que Mmes Katrien Partyka et Katia Segers ont été désignées par la majorité des membres des formations politiques auxquelles étaient attribués les sièges devenus vacants. La vérification des pouvoirs proprement dite est considérée comme superfétatoire étant donné que celle‑ci a déjà été effectuée précédemment par le Parlement flamand. Le Bureau vous propose dès lors l’admission de Mmes Katrien Partyka et Katia Segers comme membres du Sénat.
De voorzitster. – Daar niemand het woord vraagt, gaan wij over tot de stemming over de besluiten van het verslag.		Mme la présidente. – Personne ne demandant la parole, nous passons au vote sur les conclusions de ce rapport.
– De besluiten van het verslag worden aangenomen bij zitten en opstaan.		– Les conclusions du rapport sont adoptées par assis et levé.
De voorzitster. – Ik roep de leden van wie de geloofsbrieven geldig zijn verklaard, uit tot senator en verzoek hen de grondwettelijke eed af te leggen.		Mme la présidente. – Je proclame sénateurs les membres dont les pouvoirs ont été déclarés valides et les invite à prêter le serment constitutionnel.
– De dames Katrien Partyka en Katia Segers en de heer Jasper Pillen leggen de grondwettelijke eed af.		– Mmes Katrien Partyka et Katia Segers et M. Jasper Pillen prêtent le serment constitutionnel.
De voorzitster. – Ik geef aan deze leden akte van hun eedaflegging en verklaar hen aangesteld in hun mandaat van senator.		Mme la présidente. – Je donne à ces membres acte de leur prestation de serment et les déclare installés dans leur mandat de sénateur.
(Algemeen applaus)		(Applaudissements sur tous les bancs)
Regeling van de werkzaamheden		Ordre des travaux
De voorzitster. – In afwachting van de komst van minister Verlinden, stel ik voor om de algemene bespreking aan te vatten van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven.		Mme la présidente. – En attendant l’arrivée de la ministre Verlinden, je vous propose de passer à la discussion générale du projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales.
(Instemming)		(Assentiment)
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen voor wat betreft een besparing op de partijdotaties (Doc. 8‑62)		Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, en vue de réaliser des économies sur les dotations allouées aux partis politiques (Doc. 8‑62)
Algemene bespreking		Discussion générale
De heer Karl Vanlouwe (N‑VA), rapporteur. – Dit wetsontwerp heeft betrekking op de wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen voor wat betreft een besparing op de partijdotaties. De voorliggende tekst werd toegelicht door de vertegenwoordigster van de minister van Binnenlandse Zaken. Het initiële voorstel kwam van de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de heer De Roover, die erop wees dat het de bedoeling is een besparing van 5,32 % op de dotaties aan de politieke partijen door te voeren, in navolging van de reeds doorgevoerde besparingen voor de jaren 2023 en 2024. Tijdens de bespreking vorige maandag in de commissie bleek dat er amendementen werden ingediend door de fracties van PVDA‑PTB en van Vlaams Belang. De Vlaams Belang‑fractie meent dat het verminderen van de dotaties met amper 5,32 % slechts symboolpolitiek is. Ze stelt voor de dotaties te halveren. Een gelijkaardig, afzonderlijk voorstel tot een vermindering met 50 % van de dotaties, werd ingediend door de PVDA‑PTB‑fractie. Mevrouw Bernard gaf aan dat haar fractie het oorspronkelijke wetsontwerp wel zal goedkeuren. Ook de Vlaams Belang‑fractie zal dat doen. De heer Dalle zei dat dit wetsontwerp een verstandig en voorzichtig ontwerp is en dat er geen definitieve beslissing is genomen in afwachting van de toekomst van de partijdotaties, maar dat het alvast een bezuiniging is op korte termijn. De heer Van Goidsenhoven heeft er namens de MR‑fractie op gewezen dat die vermindering van 5,32 % een pragmatische en noodzakelijke maatregel is in een bijzonder moeilijke budgettaire context. Les Engagés, bij monde van Mevrouw Goffinet, hebben erop gewezen dat ons land voor grote uitdagingen staat. Ze zei dat ook de politieke partijen een inspanning moeten leveren. Haar fractie zal dit wetsontwerp ook goedkeuren. Mijn fractie, de N‑VA, wees erop dat dit eigenlijk hetzelfde debat was dat in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd gevoerd, waarbij benadrukt werd dat de N‑VA‑fractie nog verder wil gaan dan de 50 %‑vermindering die in beide amendementen wordt voorgesteld. Dit is het minimum minimorum. Wanneer aan de bevolking inspanningen worden gevraagd, dient de politiek het voorbeeld te geven. Maar de N‑VA‑fractie zal het wetsontwerp ook goedkeuren. Uiteindelijk bleek bij de stemming dat de twee amendementen werden verworpen met 13 tegen 2 stemmen. Artikel 2, dus de vermindering van de partijdotaties met 5,32 %, werd aangenomen met eenparigheid. Het wetsontwerp in zijn geheel werd eenparig aangenomen door de 15 aanwezige leden.		M. Karl Vanlouwe (N‑VA), rapporteur. – Le projet de loi soumis à votre examen porte sur la modification de la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, en vue de réaliser des économies sur les dotations allouées aux partis politiques. Le texte a été commenté par la représentante de la ministre de l’Intérieur. La proposition initiale émanait du président de la Chambre des représentants, M. De Roover, qui a indiqué que l’objectif était de réaliser une économie de 5,32 % sur les dotations allouées aux partis politiques pour l’année budgétaire 2025, économie qui fait suite aux économies déjà réalisées pour les années 2023 et 2024. Lors de la discussion en commission lundi dernier, les groupes PVDA‑PTB et Vlaams Belang ont déposé des amendements. Le groupe Vlaams Belang estime que la réduction des dotations à hauteur d’à peine 5,32 % relève simplement du symbole politique et propose dès lors de réduire celles‑ci de moitié. Une proposition similaire a été déposée par le groupe PVDA‑PTB. Mme Bernard a indiqué que son groupe n’en approuverait pas moins le projet de loi initial. Le groupe Vlaams Belang fera de même. M. Dalle a déclaré que ce projet de loi était un texte raisonnable et prudent, dès lors qu’aucune décision définitive n’a encore été prise sur l’avenir des dotations aux partis politiques, mais que la réalisation d’une économie à court terme est déjà un pas en avant. Au nom du MR, M. Van Goidsenhoven a indiqué que cette réduction de 5,32 % était une mesure pragmatique et indispensable dans un contexte budgétaire particulièrement difficile. Le groupe Les Engagés a indiqué, par la voix de Mme Goffinet, que notre pays était confronté à des défis importants et qu’il était nécessaire que les partis politiques fassent aussi un effort. Elle a précisé que son groupe approuverait également le projet de loi. Mon groupe, la N‑VA, a indiqué que le débat était en fait le même que celui mené à la Chambre des représentants, lors duquel il a fait part de sa volonté d’aller encore beaucoup plus loin que les 50 % de réduction proposés dans les deux amendements. C’est le minimum minimorum. S’il est demandé à la population de faire des efforts, la classe politique se doit de montrer l’exemple. Le groupe N‑VA n’en approuvera pas moins de projet de loi. Enfin, lors du vote, les deux amendements ont été rejetés par 13 voix contre 2. L’article 2, qui prévoit une réduction de 5,32 % des dotations des partis, a été adopté à l’unanimité. L’ensemble du projet de loi a été adopté à l’unanimité des 15 membres présents.
Mevrouw Celia Groothedde (Ecolo‑Groen). – Dit is een voortzetting van beleid dat al in uitvoering was. Wij zullen dat blijven opvolgen en hebben nu geen behoefte om hierover een uitgebreide stellingname te doen, omdat dit een vanzelfsprekende maatregel is.		Mme Celia Groothedde (Ecolo‑Groen). – La mesure proposée s’inscrit dans le prolongement d’une politique qui a déjà été mise en œuvre par le passé et à laquelle nous resterons attentifs. C’est une mesure qui va de soi et n’appelle dès lors pas de prise de position détaillée de notre part.
De heer Klaas Slootmans (Vlaams Belang). – Het wetsontwerp dat hier vandaag voorligt, is eigenlijk een slag in het gezicht van de honderdduizenden burgers waarvan dezer dagen in het kader van de Arizonaformatie enorme inspanningen worden gevraagd in de vorm van langere loopbanen, lagere pensioenen, verhoogde taksen op vliegen en dergelijke meer. De federale dotaties alleen al bedragen op vandaag een gigantisch bedrag van 41 miljoen euro. Wat hier vandaag voorligt, is een besparing daarop van ocharme vijf procent. Alle financieringsstromen naar de politieke partijen in België bedragen samen bijna 80 miljoen euro. Nergens in de ontwikkelde wereld ligt dat bedrag zo hoog. In dat verband raad ik het boek aan van professor Maddens, De kolonisten van de Wetstraat. Het is beschamend. Onder andere collega Dalle zei in de commissie dat we eventueel verder kunnen gaan, ‘maar niet vandaag’, voegde hij er aan toe. Er moet eerst een federale regering gevormd worden die ons zal zeggen wat we wel en niet mogen goedkeuren. Het staat elk parlementslid uiteraard vrij om zichzelf te degraderen tot een vazal van de regering, die moet wachten tot de regering zegt of hij wel of niet op het groene knopje mag duwen. Bij mijn weten is het echter nog steeds het parlement – de wetgevende macht – die de wetten stemt, en niet de regering. Die voert uit wat wij beslissen, en niet omgekeerd. Wij laten ons dan ook geen oor aannaaien met de boodschap dat wij dit eerst grondig moeten bekijken, evalueren, hervormen en analyseren, en dat wij moeten wachten op de marsorders van Conner Rousseau of van Sammy Mahdi om iets te kunnen doen. Op zich zou dat een legitiem argument kunnen zijn, maar dat horen wij al 25 jaar. Indien wij als politici nog enige geloofwaardigheid willen behouden, dan moet er fundamenteel gesnoeid worden in de tientallen miljoenen euro’s die nu van de belastingbetaler naar de politieke partijen vloeien, en dan volstaat het niet om dit uit te stellen tot sint‑juttemis zoals dat in het wetsontwerp staat. Vandaar ons amendement om de partijdotaties te halveren. Zelfs als we dit goedkeuren, zouden de Belgische politieke partijen nog altijd de meest door de overheid gefinancierde partijen van de hele ontwikkelde wereld zijn. Ik zou de collega’s dan ook willen oproepen om voor één keer gestalte te geven aan hun eigen verkiezingsbeloftes en talloze persverklaringen in aanloop naar de verkiezingen, door dit amendement te steunen.		M. Klaas Slootmans (Vlaams Belang). – Le projet de loi à l’examen est un camouflet pour les centaines de milliers de citoyens auxquels la coalition Arizona en formation compte demander d’énormes efforts, entre les allongements de carrière, les baisses de pension, les hausses de taxes sur les billets d’avion, etc. À elles seules, les dotations fédérales représentent déjà un montant colossal de 41 millions d’euros. La mesure proposée aujourd’hui ne permettra de réaliser qu’une économie de cinq malheureux pour cent. Les financements dont bénéficient les partis politiques en Belgique atteignent au total presque 80 millions d’euros. C’est un niveau inégalé dans l’ensemble du monde développé. Je recommande à ce sujet l’ouvrage du professeur Maddens intitulé « De kolonisten van de Wetstraat ». C’est honteux. M. Dalle, entre autres, a dit en commission que nous pourrions éventuellement aller plus loin, « mais pas aujourd’hui ». Il faut d’abord que soit formé un gouvernement fédéral qui nous dira ce que nous pouvons ou non approuver. Libre à chaque parlementaire de s’abaisser à être un vassal du gouvernement attendant qu’on lui dise s’il peut ou non pousser sur le bouton vert. Mais, pour autant que je sache, c’est toujours le Parlement, le pouvoir législatif, qui vote les lois, et non le gouvernement. Le gouvernement est censé exécuter nos décisions, et non l’inverse. Nous ne nous laissons donc pas duper par le message qu’il faut préalablement examiner la question en profondeur et attendre les ordres de Conner Rousseau ou de Sammy Mahdi pour pouvoir agir. L’argument pourrait en soi être légitime, mais cela fait 25 ans que nous l’entendons. Si, en tant que responsables politiques, nous voulons conserver une certaine crédibilité, nous devons sabrer dans les dizaines de millions d’euros d’argent du contribuable qui sont actuellement versés aux partis politiques, et cette mesure ne peut pas être renvoyée aux calendes grecques, comme le fait le projet de loi à l’examen. C’est pourquoi nous avons déposé un amendement visant à réduire de moitié les dotations allouées aux partis politiques. Même si cette mesure était approuvée, les partis politiques belges resteraient toujours les partis les plus subventionnés par les pouvoirs publics de tout le monde développé. J’appelle dès lors les collègues à être pour une fois cohérents avec leurs promesses électorales et les nombreuses déclarations qu’ils ont faites dans la presse et, par conséquent, à soutenir notre amendement.
De heer Malik Ben Achour (PS). – Ook de PS‑fractie zal voor deze tekst stemmen, die gaat over de verlaging van de dotaties die voor het begrotingsjaar 2025 aan de politieke partijen zullen worden toegekend. Ik wil erop wijzen dat tijdens de vorige legislatuur en op vraag van de Ministerraad, Kamervoorzitster Éliane Tillieux een wetsvoorstel had ingediend dat tot doel had in 2023 en in 2024 de dotaties aan de politieke partijen met 5,32 % te verlagen. Die tekst werd met een ruime meerderheid, zowel in de Kamer als in de Senaat, goedgekeurd. Ik merk trouwens dat partijen die zich destijds hadden onthouden, vandaag wel voor de maatregel stemmen. Voor de socialistische fractie is het normaal dat de politieke partijen hun deel van de besparingsinspanningen leveren, vooral in tijden die voor iedereen moeilijk zijn. Gelet op de post‑covidinflatie en rekening houdend met de begrotingsinspanningen die zullen moeten gebeuren, vinden we het belangrijk te tonen, zoals we dat in het verleden al gedaan hebben, dat we in de Senaat niet in een ivoren toren leven. Bewust van de noodzaak om bij te dragen aan de begrotingsinspanningen, zal de socialistische fractie bijgevolg, zoals in 2022, voor de voorgestelde maatregel stemmen.		M. Malik Ben Achour (PS). – Le groupe PS aussi votera en faveur de ce texte qui vise à réduire les dotations allouées aux partis politiques pour l’année budgétaire 2025. Permettez‑moi tout d’abord de rappeler que lors de la précédente législature et afin de répondre à une demande du Conseil des ministres, la présidente de la Chambre, Éliane Tillieux, avait déposé une proposition de loi visant à réaliser, en 2023 et 2024, une économie de 5,32 % sur les dotations aux partis politiques. Ce texte avait recueilli une large majorité tant à la Chambre qu’au Sénat. J’observe, pour la petite histoire, que les partis qui s’étaient abstenus à l’époque votent aujourd’hui en faveur de la mesure. Pour le groupe socialiste, il est normal que les partis participent à l’effort d’économies, surtout durant des périodes difficiles pour chacun. Dans le contexte d’inflation post‑covid que nous connaissons et au vu des efforts budgétaires à réaliser, nous estimons qu’il est important de montrer, comme nous l’avons déjà fait sous les précédentes législatures, qu’au Sénat, nous ne sommes pas enfermés dans une tour d’ivoire. Conscient de la nécessité de participer à cet effort budgétaire, le groupe socialiste votera donc, comme il l’a fait en 2022, en faveur de la mesure proposée.
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Ik neem vandaag het woord om de volle steun van mijn fractie uit te spreken voor het wetsontwerp met als doel verder en meer te besparen op het vlak van de dotaties aan de politieke partijen. Die maatregel is een uitdrukking van de budgettaire verantwoordelijkheidszin die noodzakelijk is in het licht van de huidige economische uitdagingen. Alle politieke fracties steunen dit initiatief, omdat ze beseffen dat besparingen nodig zijn. We moeten er echter op wijzen dat een buitensporige vermindering van de dotaties negatieve gevolgen zou kunnen hebben op de werking van de politieke partijen en bijgevolg op de levenskracht van onze democratie. Democratie is geen koopwaar die kan worden afgeprijsd: ze heeft haar kostprijs en die moet worden betaald om te garanderen dat ons politiek systeem werkt en correct wordt vernieuwd. Wat sommige extreme fracties ook mogen zeggen, die middelen met de helft verminderen zou neerkomen op het verzwakken van onze democratie en op het bemoeilijken van de politieke oefening. Democratie kan niet herleid worden tot een gewone begrotingspost. Als de ter beschikking gestelde middelen dienen om massaal publiciteit op de sociale netwerken te kopen, zijn ze natuurlijk altijd buitensporig. Het wetsontwerp dat we vandaag bespreken is een redelijk compromis, dat rekening houdt met de economische noden terwijl de fundamentele principes van onze democratie worden gerespecteerd. Vanuit die optiek verzoek ik u het voorliggende wetsontwerp in zijn huidige vorm te steunen en de voorgestelde amendementen te verwerpen, want ze dreigen onze democratische instellingen te verzwakken en een rechtstreekse impact te hebben op de tewerkstelling bij de politieke partijen, terwijl die partijen moeten kunnen functioneren en bijdragen aan de levenskracht van de democratie.		M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Je prends la parole aujourd’hui pour exprimer le plein soutien de mon groupe au projet de loi visant à prolonger et à approfondir les mesures d’économie sur les dotations allouées aux partis politiques. Cette mesure s’inscrit dans une démarche de responsabilité budgétaire essentielle face aux défis économiques actuels. L’ensemble des groupes politiques soutiennent cette initiative, conscients de la nécessité de réaliser des économies. Il convient toutefois de rappeler qu’une réduction excessive des dotations pourrait avoir des conséquences négatives sur le fonctionnement des partis politiques et, par conséquent, sur la vitalité de notre démocratie. La démocratie n’est pas un bien à brader : elle a un coût, et ce coût est indispensable pour garantir que notre système politique fonctionne et se renouvelle correctement. Quoi que puissent en dire certains groupes extrêmes, réduire ces moyens de moitié reviendrait à affaiblir notre démocratie et à rendre plus difficile l’exercice de la politique. La démocratie ne peut être réduite à une simple ligne budgétaire. Bien sûr, si les moyens mis à disposition servent à acheter massivement de la publicité sur les réseaux sociaux, ils seront toujours excessifs. Le projet de loi dont nous débattons aujourd’hui constitue un compromis raisonnable, qui prend en compte les impératifs économiques tout en respectant les principes fondamentaux de notre démocratie. Dans cette optique, je vous invite à soutenir le projet de loi à l’examen dans sa version actuelle en rejetant les amendements proposés, qui risquent de fragiliser nos institutions démocratiques et d’affecter directement l’emploi au sein des partis politiques alors que ceux‑ci doivent pouvoir fonctionner et participer à la vitalité de notre démocratie.
De heer Benjamin Dalle (cd&v). – Wij zullen met de cd&v‑fractie dit ontwerp uiteraard ook steunen. In tijden van budgettaire behoedzaamheid, waarin iedereen moet besparen, lijkt het ons evident dat iedereen aan die inspanning moet bijdragen. Dit is een goed ontwerp, dat brede steun geniet. Ik heb in de commissie toegelicht waarom wij de amendementen van PVDA en Vlaams Belang niet kunnen steunen. Zij gaan uit van de redenering dat er enkel moet worden bespaard. Volgens ons moet er echter niet alleen zuinig gewerkt worden, maar moet er ook hervormd worden. Onze cd&v‑fractie heeft het initiatief genomen om in de Kamer van volksvertegenwoordigers een voorstel in te dienen, waarin wordt gewerkt aan een echte hervorming van het systeem met ook een zeer significante extra besparing. Die hervorming is erop gericht om een gelijk speelveld te creëren door middel van een degressief systeem van partijfinanciering. Snel‑snel een heel forse besparing doorvoeren zonder te hervormen, lijkt ons geen goed idee. We moeten hervormen en in de tussentijd is dit een prima initiatief om zuinig te werken.		M. Benjamin Dalle (cd&v). – Le groupe cd&v aussi soutiendra le projet à l’examen. En cette période de prudence budgétaire où chacun doit se serrer la ceinture, il est normal que nous contribuions à l’effort. C’est un bon projet, qui mérite un large soutien. En commission, j’ai expliqué pourquoi nous ne pouvions pas soutenir les amendements du PVDA‑PTB et du Vlaams Belang. Ceux‑ci partent en effet du principe qu’il faut économiser, purement et simplement. Or, pour nous, il ne faut pas seulement économiser, il faut aussi réformer. Notre groupe cd&v a pris l’initiative de déposer une proposition à la Chambre des représentants en vue de mener une véritable réforme du système tout en réalisant une économie supplémentaire substantielle. L’objectif est d’instaurer des règles équitables par le biais d’un système dégressif de financement des partis. Agir à la va‑vite en sabrant sans réformer, ce n’est, selon nous, pas judicieux. Nous devrons réformer mais, en attendant, nous réalisons une économie. C’est une bonne chose.
Mevrouw Alice Bernard (PVDA‑PTB). – We zullen dit ontwerp goedkeuren, zoals we ook in de Kamer hebben gedaan. Dat betekent echter niet dat we het voldoende vinden. Ten eerste gaat het in essentie om een symbolische maatregel. De partijdotaties zijn zeer hoog in ons land, vooral in vergelijking met onze buurlanden. In 2023 hebben de Belgische partijen in totaal 83 miljoen euro, afkomstig van de belastingbetalers, ontvangen. Dat is het dubbele van in Duitsland, in Denemarken of in Zweden, en het is zelfs vier keer zoveel als in Nederland. Ten tweede zijn die dotaties een systeem van politieke zelfbediening omdat het de politieke partijen zelf zijn die beslissen over het bedrag dat ze ontvangen. Dat is precies een van de problemen in dit debat. Het systeem van politieke zelfbediening op zich staat niet ter discussie. Het voorstel om de dotaties te verminderen wordt gezien als een besparing, maar die is bijna symbolisch, rekening houdend met de moeilijke budgettaire situatie van ons land. De wortel van het probleem wordt niet aangepakt. We bevinden ons in een periode waarin alle partijen, of op zijn minst de partijen die waarschijnlijk de Arizonacoalitie zullen vormen, ons zeggen dat er grote besparingen moeten gebeuren, dat de broekriem moet worden aangesnoerd omdat we ons in een crisis bevinden. Onze sociale zekerheid, onze salarissen, onze publieke dienstverlening, alles wordt aangevallen, alles staat onder druk. Overal moet worden bespaard, behalve blijkbaar in de politiek want vandaag ligt een ontwerp voor dat louter symbolisch is. Sommigen proberen het behoud van de dotaties aan de politieke partijen te rechtvaardigen. De voorzitter van de MR bijvoorbeeld zei tijdens een toespraak aan de universiteit van Leuven dat aan politiek doen geld kost en dus dat al het geld dat aan de partijen wordt betaald uiteindelijk geïnvesteerd wordt in de economie. Als hij denkt dat de partijen bijdragen aan het economische leven vind ik dat eerlijk gezegd zorgwekkend want de partijen creëren geen toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde wordt geschapen door het werk en door de werknemers. Het zijn de mensen die bij Audi of in de ziekenhuizen werken die rijkdom of welzijn scheppen. Investeringen in openbare diensten, in de industrie, in de economie zijn investeringen in een economie die draait en die winsten genereert. Investeringen in politieke partijen daarentegen zijn investeringen in een praatfabriek. Dat zijn helemaal geen investeringen in de economie. Zoals gezegd zullen we dit ontwerp goedkeuren want een vermindering, zelfs met een symbolische 5,32 %, is altijd beter dan helemaal geen vermindering. Maar we rekenen op alle partijen die tijdens de verkiezingscampagne beloofd hebben meer te doen dan een symbolische maatregel te nemen, om het systeem van politieke zelfbediening echt aan te pakken en om ons amendement dus te steunen. Dat amendement heeft als doel de dotaties aan de politieke partijen te verminderen, niet met 5,32 %, maar met de helft.		Mme Alice Bernard (PVDA‑PTB). – Nous allons approuver ce projet, comme nous l’avions fait à la Chambre. Mais cela ne veut pas dire que nous le trouvons suffisant. D’abord, il s’agit essentiellement d’une mesure symbolique. Les dotations aux partis sont très élevées dans notre pays, surtout si on les compare à celles des pays voisins. En 2023, les partis belges ont reçu un total de 83 millions d’euros, qui viennent donc des contribuables. C’est deux fois plus qu’en Allemagne, au Danemark ou en Suède et c’est même quatre fois plus qu’aux Pays‑Bas. Deuxièmement, ces dotations aux partis sont un système de self‑service politique, parce que ce sont les partis politiques eux‑mêmes qui décident du montant qu’ils doivent recevoir. C’est justement l’un des problèmes de ce débat. Il n’y a en fait pas de discussion sur ce système de self‑service politique en tant que tel. La proposition de réduire les dotations est perçue comme une économie, mais cette dernière est presque symbolique compte tenu de la situation budgétaire difficile de notre pays. On ne s’attaque pas à la racine du problème. Nous sommes dans une période où tous les partis, ou du moins ceux qui vont probablement former la coalition de l’Arizona, nous disent qu’il faut faire de grosses économies, qu’il faut se serrer la ceinture parce que nous sommes en crise. Notre sécurité sociale, nos salaires, nos services publics, tout est attaqué, tout est sous pression. Il faut faire des économies partout, sauf apparemment en politique puisqu’on nous soumet aujourd’hui un projet qui est tout juste symbolique. Il y en a même qui essaient de justifier le maintien des dotations aux partis politiques. Le président du MR, par exemple, lors d’une intervention à l’université de Leuven, a dit : « Faire de la politique, ça coûte de l’argent. Et donc, tout l’argent qui est versé aux partis finit par être investi dans l’économie. » Eh bien, s’il pense que les partis contribuent à la vie économique, franchement c’est inquiétant, parce que les partis ne créent pas de la valeur ajoutée. La valeur ajoutée est créée par le travail et par les travailleurs. Ce sont les personnes qui travaillent chez Audi et dans les hôpitaux qui créent de la richesse et du bien‑être. Quand on investit dans les services publics, dans l’industrie, dans notre économie, on investit dans une économie qui tourne et qui va générer des profits. Par contre, investir dans les partis politiques, c’est investir dans une machine à bavarder. Ce n’est pas du tout investir dans l’économie. Comme nous l’avons dit, nous allons donc approuver ce projet, parce que diminuer, même symboliquement de 5,32 %, est toujours mieux que de ne rien diminuer du tout. Mais nous comptons bien sur tous les partis qui, pendant la campagne électorale, ont promis de dépasser le symbolisme, et de s’attaquer vraiment à ce système de self‑service politique, pour soutenir l’amendement que nous avons déposé. Celui‑ci vise à diminuer les dotations aux partis politiques non pas de 5,32 %, mais de moitié.
De heer Kris Verduyckt (Vooruit). – Wij gaan straks dat wetsontwerp zeker steunen. In tijden dat we voor moeilijke budgettaire opgaven staan is het niet meer dan logisch dat de politiek ook naar zichzelf kijkt. Dat spreekt voor zich. We horen eigenlijk elke dag in de rand van de regeringsonderhandelingen voor welke bijzonder moeilijke opdracht we staan. De moeilijke keuzes die daar gemaakt moeten worden, zullen deels ook wel de reden zijn waarom het daar zo bijzonder lang duurt. De regeringsonderhandelingen zijn natuurlijk ook niet onbelangrijk, omdat het gaat over veel méér dan enkel besparen alleen. Het gaat over kijken naar heel ons systeem om daar een goed, evenwichtig akkoord in te vinden. Volgens mij is dat de enige goede manier om ervoor te zorgen dat we tot afspraken komen waarin de meerderheid van het land zich kan vinden en dat er goede beslissingen genomen worden. Want je kan het inderdaad ook op een andere manier doen. Je kan zoals de witte ridders van PVDA en Vlaams Belang met amendementen komen zwaaien om in één keer de dotaties te halveren. Ik vind het goed dat die partijen voor een stuk bij zinnen komen. Want we weten allemaal dat heel wat van dat overheidsgeld via de partijen op de rekening terecht komt van Zuckerberg en zijn Facebook, en niet op de studiediensten van de partijen. Het is goed dat ze daarover nadenken. Maar, mijnheer Slootmans, ik hoorde al dat u hier elke maand graag komt roepen dat de Senaat volgens u helemaal niet nodig is en dat de politiek heel veel geld kost. U hebt de keuze gehad om te laten zien aan de bevolking wat u daarvan vindt. U had er net als wij voor kunnen kiezen om geen senator te coöpteren. U had dat kunnen doen. U gelooft toch niet in dit orgaan. Dat zou een besparing zijn geweest op de financiën van het land. U hebt dat niet gedaan. Ik weet dat u zich heel dikwijls afvraagt hoe het komt dat mensen uw partij populistisch noemen. Ik zal het u zeggen: geen woorden, maar daden. Daar zit het verschil tussen ons en u. Wat dat betreft heb ik van u geen lessen te krijgen. Wij zullen uw amendement dan ook niet steunen. Wij gaan wel dit wetsontwerp steunen, want wij vinden dit een logische zaak. Wij zullen ook, in het kader van de regeringsvorming, verder werken aan een hervorming van dit land en er ook voor zorgen dat de politiek hier een bescheiden rol in inneemt.		M. Kris Verduyckt (Vooruit). – Nous soutiendrons le projet de loi. À l’heure où d’importants défis budgétaires se profilent à l’horizon, il est normal que les responsables politiques participent à l’effort. C’est logique. Il ne se passe pas un jour sans que nous entendions, en marge des négociations gouvernementales, à quel point l’équation à résoudre est difficile. Il y a de délicats arbitrages à faire et c’est sans doute pour cela que les négociations durent si longtemps. L’enjeu, en effet, n’est pas uniquement de faire des économies ; il s’agit d’examiner notre système dans sa globalité et de parvenir à un accord juste et équilibré. C’est le seul moyen de s’assurer qu’un accord recueille l’adhésion du plus grand nombre et de prendre de bonnes décisions. Car on pourrait aussi procéder autrement, un peu à la façon des chevaliers blancs des groupes PVDA‑PTB et Vlaams Belang, en brandissant des amendements pour réduire de moitié les dotations. Il est bon que ces partis reviennent quelque peu à la raison. Nous savons tous en effet qu’une bonne partie de l’argent public atterrit, par le biais des partis, sur le compte de Zuckerberg et de sa société Facebook, et non sur celui des services d’études des partis. Ils font bien d’y réfléchir. Monsieur Slootmans, chaque mois, vous nous tenez ici le même discours : vous dites que le Sénat n’est pas nécessaire et qu’il est beaucoup trop coûteux. Vous auriez pu joindre le geste à la parole en faisant comme nous le choix de ne pas désigner de sénateurs cooptés. Cela ne vous aurait rien coûté puisque vous n’accordez de toute façon aucune valeur à notre institution. C’eût été tout bénéfice pour les finances du pays. Mais vous n’avez rien fait. Je sais que vous vous demandez souvent pourquoi les gens taxent votre parti de populisme. Je vais vous le dire : parce qu’il faut des actes et pas seulement des discours. C’est là toute la différence entre vous et nous. Sur ce point, je n’ai aucune leçon à recevoir de vous. Nous ne soutiendrons donc pas votre amendement. En revanche, nous soutiendrons ce projet de loi car il repose sur la logique. Nous continuerons aussi à travailler, dans le cadre de la formation du gouvernement, à une réforme pour ce pays en veillant à ce que la politique y tienne un rôle mineur.
Mevrouw Anne‑Catherine Goffinet (Les Engagés). – Het is duidelijk dat we dit wetsontwerp zullen goedkeuren, nu we voor grote budgettaire uitdagingen staan. Het is dus normaal dat ook de dotaties voor de politieke partijen worden verlaagd. In de commissie had ik daar evenwel aan toegevoegd dat deze maatregel een onderdeel moet zijn van een veel ruimere overweging. Het is nodig dat alle politieke partijen het aandurven om het systeem te herbekijken om het te hervormen. Ik denk dat deze oefening voor de volgende legislatuur moet afgerond zijn.		Mme Anne‑Catherine Goffinet (Les Engagés). – Il est clair que nous allons soutenir ce projet de loi puisque nous sommes face à des défis budgétaires importants. Il est donc normal que la dotation des partis politiques soit également diminuée. J’avais néanmoins ajouté en commission que cette mesure devait s’inscrire dans une réflexion beaucoup plus large. Il fallait que tous les partis politiques osent repenser le système afin de le réformer. Je pense que c’est un travail qui devrait être fait pour la prochaine législature.
De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Dit debat werd eigenlijk al uitvoerig in de Kamer gevoerd. We hebben eigenlijk al heel veel gedebatteerd over de partijdotaties, zowel in de Kamer als in de Senaat. Telkens de begroting ter sprake kwam in het verleden, hebben wij voorstellen ingediend om de partijdotaties te verminderen. We hebben dat ook in december gedaan. We hebben in het verleden ook kunnen bekomen dat er geen indexering kwam van bepaalde werkingskosten. Dat zijn telkens kleine stappen vooruit. Nu gaat het over een beperkte besparing van 5,3 %. Wat ons betreft is dat onvoldoende. Wij willen verder gaan. We hebben in dat verband in het verleden een wetsvoorstel ingediend. Deze kleine stap is inderdaad een compromis tussen verschillende partijen en ik stel vast dat er nu unanimiteit is over dit voorstel. Uiteraard gaan wij het steunen. Namens mijn fractie doe ik een oproep naar de andere partijen, ook degenen die aan het onderhandelen zijn: neem uw verantwoordelijkheid, toon aan dat ook de overheid moet ontvet worden. Er gaat teveel geld naar de politieke instellingen zelf. Lever inspanningen, want we gaan ook inspanningen vragen en verwachten van de burger, maar dan moeten wij het goede voorbeeld geven. Voor ons is dit een minimum minimorum, dat we zullen steunen. We zullen de amendementen van Vlaams Belang en van PVDA niet steunen, maar wij hopen wel dat er in de toekomst veel meer kan worden gesneden in de partijdotaties, in de werkingsmiddelen, en dan denk ik natuurlijk ook aan het geheel van kosten rond deze politieke instelling, de Senaat.		M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Ce débat a en fait déjà eu lieu à la Chambre. Nous avons déjà longuement débattu des dotations aux partis politiques, tant à la Chambre qu’au Sénat. Chaque fois que nous examinions le budget, nous avons déposé des propositions visant à réduire les dotations aux partis. Nous l’avons encore fait en décembre. Par le passé, nous avons obtenu que certains frais de fonctionnement ne soient plus indexés. Ce sont chaque fois de petites avancées. Aujourd’hui, il s’agit de réaliser une petite économie de 5,3 % qui, selon nous, est insuffisante. Nous voulons aller plus loin et nous avons déjà déposé une proposition de loi en ce sens. Ce petit pas en avant est en effet le résultat d’un compromis entre différents partis et je constate que cette proposition fait désormais l’unanimité. Il va de soi que nous la soutiendrons. Au nom de mon groupe, je lance un appel aux autres partis, y compris à ceux qui négocient actuellement : prenez vos responsabilités, montrez qu’il faut aussi dégraisser l’État. Les institutions politiques coûtent trop cher. Montrez l’exemple et faites des efforts, comme nous allons aussi en demander au citoyen. Il s’agit pour nous du minimum minimorum que nous soutiendrons. Nous ne voterons pas en faveur des amendements du Vlaams Belang et du PVDA‑PTB, mais nous espérons que nous pourrons à l’avenir réduire bien davantage les dotations aux partis politiques et les moyens de fonctionnement, en particulier l’ensemble des coûts que représente l’institution politique qu’est le Sénat.
De heer Klaas Slootmans (Vlaams Belang). – De heer Vanlouwe zegt dat hij het goede voorbeeld wil, maar niet kan geven. Dat kan hij wel, want er zijn amendementen ingediend. Het enige wat hij moet doen is straks op het juiste knopje drukken en daarmee gestalte geven aan de beloftes van zijn eigen partij. De heer Verduyckt noemt de voorstellen van Vlaams Belang en PVDA populisme. Wat nu ter tafel ligt, is exact wat zijn eigen partijvoorzitter in aanloop naar de verkiezingen heeft voorgesteld. Verwijt ons dus geen populisme. De heer Verduyckt verwijt ons dan dat we onze gecoöpteerde senator hebben ingevuld en dus niet consequent zijn. Maar om de Senaat af te schaffen hebben we de Senaat nodig. Er moet nu eenmaal een grondwetsherziening komen. Door geen gecoöpteerd senator aan te wijzen, krijgen de voorstanders van de Senaat een voordeel en zal de Senaat zeker niet worden afgeschaft. Ik begrijp dat de heer Verduyckt een zekere naïviteit heeft omdat hij nieuw is in dit huis, maar ik stel hem voor enige realiteitszin aan de dag te leggen. De heer Van Goidsenhoven zegt dat dit onze democratie zou verzwakken. Een democratie staat voor hem dus gelijk aan vervetting, aan een financiering via miljoenenstromen naar politieke partijen. Het Verenigd Koninkrijk, Italië, Nederland hebben alles behalve een financiering zoals wij. Daar dromen zij van. In Nederland hebben ze niet eens de helft. Zijn dat dan zwakkere democratieën? Het enige wat ik hier tussen de lijnen hoor zeggen, is: wij willen die miljoenen behouden. We zullen de mensen heel zware besparingen opleggen, maar het laatste wat we zelf doen, is het goede voorbeeld geven.		M. Klaas Slootmans (Vlaams Belang). – M. Vanlouwe déclare vouloir donner le bon exemple, mais ne pas être en mesure de le faire. Il en a pourtant la possibilité puisque des amendements ont été déposés. La seule chose qu’il lui reste à faire est de pousser sur le bon bouton tout à l’heure et de concrétiser ainsi les promesses faites par son parti. M. Verduyckt qualifie de populistes les propositions du Vlaams Belang et du PVDA‑PTB. Ce que nous proposons est exactement la même chose que ce que son président de parti a proposé avant les élections. Ne nous taxez donc pas de populisme. M. Verduyckt nous reproche d’avoir désigné un sénateur coopté et de ne pas mettre nos actes en accord avec nos idées. Mais pour supprimer le Sénat, nous avons besoin du Sénat. Il faut réviser la Constitution. Ne pas désigner de sénateur coopté, c’est donner un avantage à ceux qui défendent l’existence du Sénat et permettre que celui‑ci ne soit pas supprimé. Je comprends que M. Verduyckt fasse encore preuve d’une certaine naïveté car il est nouveau dans notre assemblée, mais je lui conseille de retrouver le sens des réalités. M. Van Goidsenhoven prétend que réduire les dotations de moitié reviendrait à affaiblir la démocratie. Pour lui, la démocratie passe par le financement des partis politiques à hauteur de millions d’euros. Ni le Royaume‑Uni, ni l’Italie, ni les Pays‑Bas n’ont un financement aussi généreux. Ils en rêvent. Aux Pays‑Bas, les partis ne reçoivent même pas la moitié. Sont‑ce des démocraties plus faibles pour autant ? Le message que je lis entre les lignes est le suivant : nous voulons conserver ces millions. Nous allons imposer de très importantes économies aux citoyens, mais nous sommes loin de donner le bon exemple.
De heer Kris Verduyckt (Vooruit). – De heer Slootmans gebruikt voor de micro graag sterke woorden, wij regelen deze zaken liever aan tafel. In de politiek maak je daarover akkoorden. Hij roept heel graag over onze instellingen, over partijdotaties, over uittredingsvergoedingen, maar in de praktijk zie ik dat zijn partij gewoon vlotjes meedoet en geen verschil maakt. Als ik dan op een verschil wijs, namelijk de gecoöpteerde senator, dan ben ik misschien naïef, maar hij geeft aan zijn uitleg gewoon een mooie politieke draai. Hij weet even goed als ik dat als het ooit tot een stemming komt, ik nog altijd kan ingrijpen. In zijn partij is het in de praktijk gewoon veel blabla en weinig boemboem.		M. Kris Verduyckt (Vooruit). – M. Slootmans aime user de mots forts lorsqu’il s’exprime au micro ; nous préférons régler de tels dossiers en négociant autour de la table, comme il sied de le faire en politique. Il aime critiquer nos institutions, les dotations allouées aux partis politiques et les indemnités de sortie, mais je constate que, dans la pratique, son parti ne se distingue en rien des autres partis. Si je pointe du doigt une différence, en l’occurrence le sénateur coopté, il m’accuse d’être naïf et donne une belle justification politique, mais il sait tout aussi bien que moi que si vote il devait y avoir, je pourrais toujours intervenir. Son parti a l’habitude de beaucoup parler, mais de ne pas faire grand‑chose.
Mevrouw Celia Groothedde (Ecolo‑Groen). – Ik wil nog een kleine aanvulling doen. Uiteraard zullen wij het voorstel van Vlaams Belang niet goedkeuren, aangezien er rond deze partij een cordon sanitaire ligt, om zeer goede redenen, want het is een extreemrechtse partij. We spreken ons daar duidelijk over uit en gaan ervan uit dat ook elke andere fractie om die reden hun voorstel niet zal goedkeuren.		Mme Celia Groothedde (Ecolo‑Groen). – J’aimerais apporter encore une petite précision. Il va de soi que nous ne soutiendrons pas la proposition du Vlaams Belang, qui fait l’objet d’un cordon sanitaire pour de très bonnes raisons : il s’agit d’un parti d’extrême‑droite. Nous sommes très clairs sur ce point et osons espérer que les autres groupes, eux non plus, ne la soutiendront pas, pour la même raison.
Mevrouw Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing. – Ik heb niks in het bijzonder toe te voegen, aangezien het debat gevoerd is in de commissie en er voor de regering hier geen echte vragen meer waren over dit wetsvoorstel. Ik denk dat ik kan bijtreden dat dit een tussenstap is naar een duurzame en meer grondige hervorming, zoals collega Dalle ook geduid heeft. Het is goed om dit te doen, om een signaal te geven op een moment dat er budgettair moeilijke oefeningen worden gemaakt. We zullen met veel middenveldorganisaties, maar ook met de bevolking in overleg moeten gaan in de volgende legislatuur. Het is een noodzakelijke stap, maar wat ons betreft is het ook niet het eindpunt.		Mme Annelies Verlinden, ministre de l’Intérieur, des Réformes institutionnelles et du Renouveau démocratique. – Je n’ai rien de particulier à ajouter puisque le débat a été mené en commission et qu’aucune autre question sur la proposition de loi n’a été adressée au gouvernement. Comme M. Dalle l’a également souligné, il s’agit d’une étape intermédiaire vers une réforme durable et plus approfondie. C’est un signal que nous devons donner à l’heure où de difficiles arbitrages budgétaires sont en cours. Lors de la prochaine législature, nous devrons consulter de nombreuses organisations de la société civile mais aussi la population. C’est une étape indispensable, mais en ce qui nous concerne, ce n’est pas non plus un point final.
– De algemene bespreking is gesloten.		– La discussion générale est close.
Artikelsgewijze bespreking		Discussion des articles
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden, zie doc. 8‑62/4.)		(Pour le texte adopté par la commission des Affaires institutionnelles, voir document 8‑62/4.)
– De artikelen 1 en 3 worden zonder opmerking aangenomen.		– Les articles 1^er et 3 sont adoptés sans observation.
De voorzitster. – Op artikel 2 werden twee amendementen ingediend. Het gaat ten eerste om amendement nr. 1 van de heer Slootmans c.s., luidende:		Mme la présidente. – Deux amendements à l’article 2 ont été déposés. Il s’agit tout d’abord de l’amendement n^o 1 de M. Slootmans et consorts, libellé comme suit :
“In het voorgestelde lid de woorden “5,32 %” vervangen door de woorden “50 %”.”		« Dans l’alinéa proposé, remplacer les mots « 5,32 % » par les mots « 50 % ». »
Het gaat ten tweede om amendement nr. 2 van mevrouw Bernard c.s., luidende:		Il s’agit ensuite de l’amendement n^o 2 de Mme Bernard et consorts, libellé comme suit :
“Het voorgestelde lid vervangen als volgt:		« Remplacer l’alinéa proposé par ce qui suit :
“Voor het begrotingsjaar 2025 worden de met toepassing van het eerste lid aangepaste bedragen met 50 % verminderd.”.”		« Pour l’année budgétaire 2025, les montants adaptés en application de l’alinéa 1^er sont diminués de 50 % ». »
– De aangehouden stemmingen en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel hebben later plaats.		– Il sera procédé ultérieurement aux votes réservés ainsi qu’au vote sur l’ensemble du projet de loi.
Huldebetoon aan mevrouw Miet Smet, Minister van Staat		Hommage à Mme Miet Smet, ministre d’État
De voorzitster (voor de staande vergadering). – Geachte collega’s, dames en heren, op 18 december overleed Miet Smet, minister van Staat en oud‑senator. Miet Smet werd geboren in Sint‑Niklaas in 1943. Ze groeide op in een christelijk gezin vol maatschappelijk en politiek engagement: haar vader was vakbondssecretaris, gemeenteraadslid en senator. Miet Smet wilde archeologe worden. Maar haar vader, zo vertelde ze later lachend, vond het maar niets dat een vrouw “putjes zou graven”. Miet Smet studeerde maatschappelijk werk en eigenlijk zijn die twee woorden de perfecte samenvatting van haar professionele en politieke loopbaan: maatschappelijk werk. Als wetenschappelijk medewerkster stond zij, in het begin van haar carrière, mee aan de wieg van het Belgische beleid inzake leefmilieu en ruimtelijke ordening. Maar algauw verscheen de gelijkheid van mannen en vrouwen op haar radar. Zij richtte de CVP‑werkgroep “Vrouw en Maatschappij” op en organiseerde mee de eerste Vrouwendag, waaraan zelfs Simone de Beauvoir deelnam. Ze werd ook voorzitster van de Commissie Vrouwenarbeid. In 1978 werd zij in Lokeren verkozen tot kamerlid. Later zetelde ze ook in het Vlaams Parlement en het Europees parlement. In 2007 trad ze helemaal in de voetsporen van haar vader Albert en werd ze senator. Ze was een bijzonder actief lid van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Vijftien jaar lang maakte ze deel uit van de federale regering. Steeds beheerde zij bevoegdheidsdomeinen waarin ze haar sociale bewogenheid kon vertalen in concreet beleid: leefmilieu, maatschappelijke emancipatie, politieke vluchtelingen, tewerkstelling, arbeid en gelijke kansen. Als progressieve christendemocrate drukte Miet Smet haar stempel op al deze domeinen. Maar met geen enkel thema zal haar naam zo intens verbonden blijven als met emancipatie en gelijke kansen. Zij werd, in 1985, de allereerste staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie. Ze focuste daarbij consequent op drie terreinen: de integratie van vrouwen in het economische leven, de deelname van vrouwen aan alle politieke beslissingsniveaus en de bestrijding van geweld op vrouwen. De wet “Smet‑Tobback” is één van de parels aan de kroon: de wet voerde quota in voor de kandidatenlijsten bij verkiezingen. Het was een Europese primeur die voor vele landen een inspiratiebron vormde. In 2005 ontving ze de Marie Popelinprijs, voor haar volgehouden inzet voor de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen. In juni 2009, kort na haar huwelijk met Wilfried Martens, verliet minister van staat Miet Smet het politieke leven. De grootste stimulans voor haar gelijkekansenbeleid, zo zei ze zelf, was de solidariteit onder vrouwen. Solidariteit over de grenzen van partijen, ideologieën en talen heen. Miet Smet was een onvermoeibare voorvechtster van gelijke kansen. Ons blijft het beeld bij van een vrouw, levendig en spontaan, principieel en toch pragmatisch, daadkrachtig en resultaatgericht, gezegend met een no‑nonsense aanpak en een hartelijke lach. Uit naam van alle senatoren en ook uit mijn eigen naam, wil ik mijn medeleven betuigen aan haar familie en nabestaanden.		Mme la présidente (devant l’assemblée debout). – Chers collègues, mesdames, messieurs, Miet Smet, ministre d’État et ancienne sénatrice, nous a quittés le 18 décembre. Miet Smet naquit en 1943 à Saint‑Nicolas. Elle grandit dans une famille chrétienne, engagée socialement et politiquement : son père fut secrétaire syndical, conseiller communal et sénateur. Elle voulait devenir archéologue, mais son père, raconta‑t‑elle plus tard en riant, jugeait que « creuser des trous » n’était pas une activité qui convenait à une femme. Miet Smet fit des études d’assistante sociale et l’action sociale fut en réalité le fil rouge de toute sa carrière professionnelle et politique. La fonction de collaboratrice scientifique qu’elle exerça en début de carrière lui permit de participer à la mise en place de la politique belge en matière d’environnement et d’aménagement du territoire. Très vite, c’est cependant l’égalité entre les hommes et les femmes qui retint son attention. Elle fonda au sein du CVP le groupe de travail « Vrouw en Maatschappij » (Femme et Société) et fut parmi les organisatrices de la première Journée de la Femme, qui accueillit même Simone de Beauvoir. Miet Smet fut également présidente de la Commission du travail des femmes. Elle fut élue députée en 1978, à Lokeren. Par la suite, elle siégea également au Parlement flamand et au Parlement européen. En 2007, marchant dans les pas de son père Albert, elle devint sénatrice. Elle y fut un membre particulièrement actif de la commission des Relations extérieures et du Comité d’avis pour l’égalité des chances entre les femmes et les hommes. Elle fit partie du gouvernement fédéral pendant quinze années. Elle y fut chaque fois appelée à gérer des domaines de compétence où elle parvint à traduire son engagement social en politique concrète : l’environnement, l’émancipation sociale, les réfugiés politiques, l’emploi, le travail et l’égalité des chances. Démocrate‑chrétienne progressiste, Miet Smet marqua tous ces domaines de son empreinte. Mais s’il est un thème auquel son nom restera étroitement lié, c’est bien celui de l’émancipation et de l’égalité des chances. Elle devint, en 1985, la toute première secrétaire d’État à l’Émancipation sociale. Dans cette fonction, elle concentra logiquement son action sur trois terrains : l’intégration des femmes dans la vie économique, la participation des femmes à tous les niveaux de décision politiques et la lutte contre les violences faites aux femmes. La loi « Smet‑Tobback » fut l’un des plus beaux fleurons de sa couronne : cette loi instaura des quotas de candidates sur les listes électorales. C’était une première en Europe qui inspira de nombreux pays. En 2005, Miet Smet se vit décerner le prix Marie Popelin pour son engagement sans faille au service de l’égalité des droits entre les femmes et les hommes. Ministre d’État, elle quitta la vie politique en juin 2009, peu de temps après son mariage avec Wilfried Martens. Elle a toujours affirmé que sa politique d’égalité des chances se nourrissait de la solidarité entre les femmes. Une solidarité qui s’exprimait par‑delà les frontières entre partis, idéologies et langues. Miet Smet était une apôtre infatigable de l’égalité des chances. Elle nous laissera l’image d’une femme dynamique et spontanée, guidée par ses principes mais pragmatique, énergique et orientée vers le résultat, dotée d’un grand sens du réalisme et d’un rire chaleureux. Au nom de tous les sénateurs et en mon nom personnel, j’adresse mes sincères condoléances à sa famille et à ses proches.
Mevrouw Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing. – Beste dames en heren, collega’s, het pantheon van grote vrouwen kreeg er eind vorig jaar een belangrijke naam bij. Op 19 december moesten we afscheid nemen van Miet Smet, een christendemocratisch icoon en rolmodel voor vele generaties vrouwen, over alle partijen heen. Elke tijd heeft zijn eigen uitdagingen. De tijd van Miet Smet was er één waarin van vrouwen veel verwacht werd, maar politieke ambitie was daar geen onderdeel van. Het was uitgerekend in die beperkingen van haar tijd dat Miet Smet de vrijheid vond, de vrijheid om tegen de stroom in te gaan en velen te motiveren met haar mee te gaan. Als oudste kind in een gezin van vijf kreeg Miet een warme thuis en een goede portie zelfvertrouwen mee. Het maakte dat ze, zoals ze zelf zei, “zonder vangnet durfde te springen, omdat ik vertrouwen had in anderen en in mezelf”. Het was de start van een leven in het teken van engagement, een leven dat een aaneenschakeling zou worden van kleine en grote overwinningen. Persoonlijk, maatschappelijk en natuurlijk politiek.		Mme Annelies Verlinden, ministre de l’Intérieur, des Réformes institutionnelles et du Renouveau démocratique. – Mesdames, messieurs, chers collègues, à la fin de l’année dernière, un nouveau nom s’est inscrit en lettres capitales au panthéon des grandes femmes. Le 19 décembre, nous avons fait nos adieux à Miet Smet, une icône de la démocratie chrétienne et un modèle pour plusieurs générations de femmes de tous les partis. Chaque époque a ses propres défis à relever. À l’époque de Miet Smet, on attendait beaucoup des femmes, mais certainement pas de l’ambition politique. C’est précisément face aux obstacles de son temps que Miet Smet acquit sa liberté, la liberté d’aller à contre‑courant en entraînant beaucoup de personnes à sa suite. Aînée d’une famille de cinq enfants, Miet Smet a grandi dans un milieu chaleureux où elle s’est forgé une bonne dose de confiance en soi. Comme elle l’a dit elle‑même, cette confiance dans les autres et en elle‑même lui a permis d’oser sauter sans filet de sécurité. C’était le début d’une vie marquée par l’engagement et émaillée de nombreuses petites et grandes victoires. Des victoires personnelles, sociétales et, bien sûr, politiques.
Ik zal beginnen met haar persoonlijke overwinningen. Vooreerst was er het feit dat ze als eerste in haar familie ging studeren en als jonge vrouw in de politieke voetsporen van haar vader trad. Vervolgens was er de grote voldoening minister en zelfs minister van staat te worden. En natuurlijk zegevierde ook de liefde, toen ze door haar huwelijk eindelijk lief en leed kon delen met de man van wie ze hield.		Je commencerai par évoquer ses victoires personnelles. Il y a d’abord eu celle d’être la première de sa famille à poursuivre des études, de marcher en tant que fille sur les traces politiques de son père. Ensuite, il y a la victoire de devenir ministre et même ministre d’État. Et, bien sûr, il y a la victoire de l’amour, celle d’avoir enfin la légitimité de pouvoir aimer celui qu’elle aimait.
Daarnaast waren er ook haar maatschappelijke overwinningen. Zowel in haar persoonlijke leven als in haar werk, bestreed ze cliché na cliché over wat vrouwen kunnen, mogen en moeten doen met hun leven. Ze nam het op voor de meest kwetsbaren, zoals vluchtelingen en ze zette MeToo op de agenda, decennia voor het een populaire hashtag werd.		Parlons aussi des victoires qu’elle a remportées dans la société. Dans sa vie personnelle comme dans son travail, elle a combattu tous les clichés sur ce que les femmes peuvent et doivent faire de leur vie. Elle a pris le parti des plus faibles, comme les réfugiés, et elle a fait de MeToo une priorité des décennies avant que cela ne devienne un hashtag populaire.
Maar haar meest bekende overwinningen zijn uiteraard politiek van aard. Ze trok ten strijde tegen loonongelijkheid en geweld tegen vrouwen en ze ijverde voor ouderschapsverlof. Ze zorgde ervoor dat vrouwen zitting hadden in adviescomités en politieke mandaten op zich namen, of gewoon aan politiek deden, onder meer via Vrouw en Maatschappij, een beweging die er ook vandaag nog, meer dan vijftig jaar na de oprichting ervan, in slaagt om nieuw politiek talent aan te trekken.		Mais ses victoires les plus connues sont assurément de nature politique. Elle s’est battue contre les inégalités salariales et les violences à l’égard des femmes, ou encore pour le congé parental. Elle a amené des femmes à siéger dans des comités consultatifs et à exercer des mandats politiques, ou à faire de la politique tout court, notamment par l’intermédiaire de Vrouw en Maatschappij, un mouvement qui, aujourd’hui encore, plus de cinquante ans après sa création, parvient toujours à attirer de nouveaux talents politiques.
Overwinning na overwinning prijkte op het politieke palmares van Miet Smet. Het deed haar niet op haar lauweren rusten of vragen om applaus; liever dacht ze al verder aan de volgende stap. Ze besefte heel goed dat staatsmensen niet beoordeeld worden op de decibels die ze produceren, maar op hun impact op de samenleving. Dames en heren, wie door de gangen en kamers van dit huis loopt, ziet overal prachtige schilderijen en beeldhouwwerken met beeltenissen van belangrijke mensen. Op enkele uitzonderingen na zijn het nagenoeg allemaal mannen die de eer kregen. Miet Smet is, zoals veel van onze politieke voorbeelden, een monument zonder standbeeld. Maar gelukkig hebben wij geen marmer of doek nodig om haar erfenis levend te houden. We moeten alleen maar om ons heen kijken: naar de vele vrouwen in onze parlementen, onze provincieraden en onze gemeenteraden, naar werkvloeren waar je je veilig kan voelen bij je collega’s, waar je even de kans krijgt om thuis te blijven na de geboorte van een kind. Het zijn de voetsporen van Miet Smet die nagalmen in deze gangen, en overal waar we gaan. Ook al was terugblikken niets voor haar, op het einde van haar leven vond Miet Smet de grootste beloning die men als politicus kan krijgen, namelijk voldoening over haar politieke nalatenschap, het besef dat ze niet alleen een steen heeft verlegd, maar een hele nieuwe stroming startte. Het is de kroon op een leven in dienst van onze samenleving, de grootste overwinning van allemaal. Miet Smet, bedankt voor alles.		Les victoires se sont enchaînées au palmarès politique de Miet Smet. Mais elle n’a pas voulu pour autant se reposer sur ses lauriers ou attendre les honneurs ; elle ne pensait chaque fois qu’à la prochaine étape. Elle avait bien compris que les hommes et femmes d’État ne se jugent pas aux décibels qu’ils produisent, mais bien à leur impact sur la société. Mesdames, messieurs, ceux qui parcourent les salles et couloirs de ce palais voient partout de magnifiques portraits et statues de personnalités importantes. À quelques exceptions près, il s’agit presque exclusivement d’hommes. Comme beaucoup de nos exemples politiques, Miet Smet est un monument sans statue. Fort heureusement, nous n’avons nul besoin de marbre ou de toiles pour faire vivre son héritage. Nous n’avons qu’à regarder autour de nous et à voir toutes les femmes que comptent nos parlements et conseils provinciaux et communaux, ou encore à considérer les progrès enregistrés sur les lieux de travail où les femmes ont trouvé leur place auprès de leurs collègues tout en ayant la possibilité de rester à la maison après la naissance d’un enfant. Ce sont les pas de Miet Smet qui résonnent dans ces couloirs et partout où nous allons. Même si elle n’aimait pas regarder en arrière, Miet Smet a pu profiter, à la fin de sa vie, de la plus belle récompense qui soit pour un responsable politique : la satisfaction de l’héritage politique qu’elle laisse, la conviction de ne pas avoir seulement fait bouger les lignes, mais d’avoir engendré un courant nouveau. C’est le couronnement d’une vie au service de notre société et la plus belle victoire qui soit. Miet Smet, nous vous remercions pour tout.
(De vergadering neemt een minuut stilte in acht.)		(L’assemblée observe une minute de silence.)
Voordracht van kandidaten voor een betrekking van Franstalige staatsraad bij de Raad van State (Doc. 8‑60)		Présentation de candidats à une fonction de conseiller d’État francophone au Conseil d’État (Doc. 8‑60)
De voorzitster. – Aan de orde is de voordracht van een lijst met drie namen voor een betrekking van Franstalige staatsraad bij de Raad van State.		Mme la présidente. – L’ordre du jour appelle la présentation d’une liste de trois noms pour la fonction de conseiller d’État francophone au Conseil d’État.
De lijst van de kandidaten werd meegedeeld (Doc. Senaat 8‑60/1). De commissie voor de Institutionele Aangelegenheden heeft de kandidaturen onderzocht tijdens haar vergadering van afgelopen maandag 6 januari.		La liste des candidats a été communiquée (Doc. Sénat 8‑60/1). La commission des Affaires institutionnelles a examiné les candidatures lors de sa réunion du lundi 6 janvier dernier.
Ik geef het woord aan de rapporteur, de heer Blondel.		Je cède la parole au rapporteur, M. Blondel.
De heer Vincent Blondel (Les Engagés), rapporteur. – De commissie voor de Institutionele Aangelegenheden van de Senaat moest zich buigen over de voordracht van kandidaten voor een betrekking van Franstalige staatsraad bij de Raad van State. Het bericht over de vacature werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 september 2024. Er werden vier kandidaturen ingediend. De eerste voorzitter van de Raad van State heeft de Senaat laten weten dat de algemene vergadering tijdens haar openbare zitting van 19 november 2024 een kandidatenlijst met een rangschikking heeft opgesteld voor de vacante betrekking. De commissie voor de Institutionele Aangelegenheden kreeg toegang tot het proces‑verbaal van de openbare hoorzittingen bij de Raad van State en heeft de vier kandidaten op 6 januari gehoord. Na de hoorzittingen diezelfde dag stelde de commissie eenparig voor om de door de Raad van State voorgestelde lijst en dus ook de rangschikking van de kandidaten te bevestigen.		M. Vincent Blondel (Les Engagés), rapporteur. – La commission des Affaires institutionnelles du Sénat était chargée d’examiner la présentation de candidats pour une fonction de conseiller d’État d’expression française. L’avis de vacance a été publié au Moniteur belge du 20 septembre 2024. Quatre candidatures ont été introduites. Le premier président du Conseil d’État a fait savoir au Sénat qu’en son audience publique du 19 novembre 2024, l’assemblée générale avait procédé à l’établissement d’une liste classée pour la fonction vacante. La commission des Affaires institutionnelles du Sénat a eu accès au procès‑verbal des auditions publiques du Conseil d’État et a procédé à l’audition des quatre candidats le 6 janvier. Le même jour, au terme des auditions, la commission a proposé à l’unanimité de confirmer la liste présentée par le Conseil d’État et donc l’ordre des candidats proposé par le Conseil d’État.
De voorzitster. – Ik stel voor dat de Senaat de door de Raad van State voorgestelde lijst bevestigt.		Mme la présidente. – Je propose que le Sénat confirme la liste présentée par le Conseil d’État.
(Instemming)		(Assentiment)
Benoeming van afgevaardigden van de Senaat bij de Internationale Vergaderingen en Raden		Nomination des délégués du Sénat auprès des Assemblées et Conseils internationaux
Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa (OVSE)		Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE)
De voorzitster. – De volgende wijziging wordt voorgesteld in de samenstelling van de delegatie in de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa (OVSE):		Mme la présidente. – La modification suivante est proposée dans la composition de la délégation auprès de l’Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE) :
– De heer Kristof Slagmulder vervangt mevrouw Ilse Malfroot als afgevaardigde.		– M. Kristof Slagmulder remplace Mme Ilse Malfroot comme délégué.
(Instemming)		(Assentiment)
– Hiervan zal kennis worden gegeven aan de minister van Buitenlandse Zaken en aan de voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa.		– Il en sera donné connaissance au ministre des Affaires étrangères et au président de l’Assemblée parlementaire de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe.
Inoverwegingneming van voorstellen		Prise en considération de propositions
De voorzitster. – De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd elektronisch meegedeeld. Zijn er opmerkingen? Aangezien er geen opmerkingen zijn, beschouw ik die voorstellen als in overweging genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen.		Mme la présidente. – La liste des propositions à prendre en considération a été communiquée par voie électronique. Y a‑t‑il des observations ? Puisqu’il n’y a pas d’observations, ces propositions sont considérées comme prises en considération et renvoyées à la commission indiquée par le Bureau.
(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.)		(La liste des propositions prises en considération figure en annexe.)
Stemmingen		Votes
(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)		(Les listes nominatives figurent en annexe.)
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen voor wat betreft een besparing op de partijdotaties (Doc. 8‑62)		Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, en vue de réaliser des économies sur les dotations allouées aux partis politiques (Doc. 8‑62)
De voorzitster. – We stemmen eerst over amendement nr. 1 van de heer Slootmans c.s.		Mme la présidente. – Nous votons d’abord sur l’amendement n^o 1 de M. Slootmans et consorts.
Stemming nr. 1		Vote n^o 1
Aanwezig: 51 Voor: 11 Tegen: 40 Onthoudingen: 0		Présents : 51 Pour : 11 Contre : 40 Abstentions : 0
– Het amendement is niet aangenomen.		– L’amendement n’est pas adopté.
De voorzitster. – We stemmen nu over amendement nr. 2 van de mevrouw Bernard c.s.		Mme la présidente. – Nous votons maintenant sur l’amendement n^o 2 de Mme Bernard et consorts.
Stemming nr. 2		Vote n^o 2
Aanwezig: 51 Voor: 11 Tegen: 37 Onthoudingen: 3		Présents : 51 Pour : 11 Contre : 37 Abstentions : 3
– Het amendement is niet aangenomen.		– L’amendement n’est pas adopté.
De voorzitster. – We stemmen nu over artikel 2.		Mme la présidente. – Nous votons à présent sur l’article 2.
Stemming nr. 3		Vote n^o 3
Aanwezig: 51 Voor: 51 Tegen: 0 Onthoudingen: 0		Présents : 51 Pour : 51 Contre : 0 Abstentions : 0
– Het artikel is aangenomen.		– L’article est adopté.
De voorzitster. – We stemmen ten slotte over het ontwerp in zijn geheel.		Mme la présidente. – Nous votons enfin sur l’ensemble du projet de loi.
Stemming nr. 4		Vote n^o 4
Aanwezig: 51 Voor: 51 Tegen: 0 Onthoudingen: 0		Présents : 51 Pour : 51 Contre : 0 Abstentions : 0
– Het wetsontwerp heeft de meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaald.		– Le projet de loi a obtenu la majorité des suffrages.
– Derhalve is het wetsontwerp aangenomen.		– Par conséquent, le projet de loi est adopté.
– Het zal aan de Koning ter bekrachting worden voorgelegd.		– Il sera soumis à la sanction royale.
Samenstelling van de commissies		Composition des commissions
De voorzitster. – Bij de Senaat zijn voorstellen ingediend tot wijziging van de samenstelling van bepaalde commissies:		Mme la présidente. – Le Sénat est saisi de demandes tendant à modifier la composition de certaines commissions :
Commissie voor de Transversale Aangelegenheden – Gemeenschapsbevoegd‑heden:		Commission des Affaires transversales – Compétences communautaires :
– Mevrouw Katrien Partyka vervangt mevrouw Joke Schauvliege als lid.		– Mme Katrien Partyka remplace Mme Joke Schauvliege comme membre.
Commissie voor de Transversale Aangelegenheden – Gewestbevoegdheden:		Commission des Affaires transversales – Compétences régionales :
– Mevrouw Katia Segers vervangt de heer Burak Nalli als lid;		– Mme Katia Segers remplace M. Burak Nalli comme membre ;
– De heer Jasper Pillen vervangt de heer Tom Ongena als lid.		– M. Jasper Pillen remplace M. Tom Ongena comme membre.
Federaal Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden:		Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes :
– Mevrouw Katrien Partyka vervangt mevrouw Joke Schauvliege als plaatsvervangend lid.		– Mme Katrien Partyka remplace Mme Joke Schauvliege comme membre suppléant.
Parlementaire overlegcommissie:		Commission parlementaire de concertation :
– Mevrouw Allessia Claes vervangt de heer Gilles Verstraeten als effectief lid.		– Mme Allessia Claes remplace M. Gilles Verstraeten comme membre effectif.
(Instemming)		(Assentiment)
Regeling van de werkzaamheden		Ordre des travaux
De voorzitster. – De agenda van deze vergadering is afgewerkt. De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 21 februari 2025.		Mme la présidente. – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé. La prochaine séance aura lieu le vendredi 21 février 2025.
(De vergadering wordt gesloten om 10.58 uur.)		(La séance est levée à 10 h 58.)
Berichten van verhindering		Excusés
Afwezig met bericht van verhindering: de heer Dodrimont, om gezondheidsredenen, de dames Lambelin en Teitelbaum en de heer Wahl, met opdracht in het buitenland, de dames Scholzen, Burssens, Van Walle en Ammi, wegens andere plichten.		M. Dodrimont, pour raison de santé, Mmes Lambelin et Teiltelbaum et M. Wahl, en mission à l’étranger, Mmes Scholzen, Burssens, Van Walle et Ammi, pour d’autres devoirs, demandent d’excuser leur absence à la présente séance.
– Voor kennisgeving aangenomen.		– Pris pour information.
Bijlage		Annexe
	Naamstemmingen		Votes nominatifs
	Stemming nr. 1		Vote n^o 1
	Aanwezig: 51 Voor: 11 Tegen: 40 Onthoudingen: 0		Présents : 51 Pour : 11 Contre : 40 Abstentions : 0
	Voor		Pour
	Bernard Alice, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, De Brabandere Bob, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Van dermeersch Anke, Van Gestel Raf, Verheyden Wim, Verreyt Hans
	Tegen		Contre
	Ben Achour Malik, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Dillen Koen, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Groothedde Celia, Gryffroy Andries, Koyuncu Hasan, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Platteau Eva, Segers Katia, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Witsel Thierry
	Stemming nr. 2		Vote n^o 2
	Aanwezig: 51 Voor: 11 Tegen: 37 Onthoudingen: 3		Présents : 51 Pour : 11 Contre : 37 Abstentions : 3
	Voor		Pour
	Bernard Alice, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, De Brabandere Bob, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Van dermeersch Anke, Van Gestel Raf, Verheyden Wim, Verreyt Hans
	Tegen		Contre
	Ben Achour Malik, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Dillen Koen, Durenne Véronique, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Koyuncu Hasan, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Witsel Thierry
	Onthouding		Abstention
	El Hajjaji Hajib, Groothedde Celia, Platteau Eva
	Stemming nr. 3		Vote n^o 3
	Aanwezig: 51 Voor: 51 Tegen: 0 Onthoudingen: 0		Présents : 51 Pour : 51 Contre : 0 Abstentions : 0
	Voor		Pour
	Ben Achour Malik, Bernard Alice, Blondel Vincent, Buysse Yves, Capoen An, Claes Allessia, Cocciolo Antonio, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Brabandere Bob, De Bue Valérie, Deckmyn Johan, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Dillen Koen, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Groothedde Celia, Gryffroy Andries, Koyuncu Hasan, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Platteau Eva, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van dermeersch Anke, Van Gestel Raf, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Verheyden Wim, Verreyt Hans, Witsel Thierry
	Stemming nr. 4		Vote n^o 4
	Aanwezig: 51 Voor: 51 Tegen: 0 Onthoudingen: 0		Présents : 51 Pour : 51 Contre : 0 Abstentions : 0
	Voor		Pour
	Ben Achour Malik, Bernard Alice, Blondel Vincent, Buysse Yves, Capoen An, Claes Allessia, Cocciolo Antonio, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Dalle Benjamin, Debaets Bianca, De Brabandere Bob, De Bue Valérie, Deckmyn Johan, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Dillen Koen, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Groothedde Celia, Gryffroy Andries, Koyuncu Hasan, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Platteau Eva, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Slootmans Klaas, Thoron Stéphanie, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van dermeersch Anke, Van Gestel Raf, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Tendeloo Kelly, Verduyckt Kris, Verheyden Wim, Verreyt Hans, Witsel Thierry
In overweging genomen voorstellen		Propositions prises en considération
Wetsvoorstel		Proposition de loi
Artikel 77 van de Grondwet		Article 77 de la Constitution
Wetvoorstel tot uitlegging van de artikelen 1, 3, 8, 10 en 13 van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek (van mevrouw Valérie De Bue; Doc. 8‑70/1).		Proposition de loi interprétative des articles 1^er, 3, 8, 10 et 13 de la loi du 3 mai 1880 sur les enquêtes parlementaires (de Mme Valérie De Bue ; Doc. 8‑70/1).
– Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden		– Commission des Affaires institutionnelles
Voorstellen van resolutie		Propositions de résolution
Voorstel van resolutie betreffende de gewetensgevangenen in Iran (van de heer Vincent Blondel, de dames Anne‑Catherine Goffinet en Caroline Desalle, de heer Elhadj Moussa Diallo, mevrouw Marie‑Claire Mvumbi, de heren Kris Verduyckt en Jean‑Paul Wahl, mevrouw Liesa Scholzen en de heer Benjamin Dalle; Doc. 8‑67/1).		Proposition de résolution concernant les prisonniers d’opinions en Iran (de M. Vincent Blondel, Mmes Anne‑Catherine Goffinet et Caroline Desalle, M. Elhadj Moussa Diallo, Mme Marie‑Claire Mvumbi, MM. Kris Verduyckt et Jean‑Paul Wahl, Mme Liesa Scholzen et M. Benjamin Dalle ; Doc. 8‑67/1).
– Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden		– Commission des Affaires institutionnelles
Voorstel van resolutie met betrekking tot de preventie, screening en behandeling van de ziekte van Alzheimer (van mevrouw Goedele Liekens; Doc. 8‑68/1).		Proposition de résolution relative à la prévention, au dépistage et au traitement de la maladie d’Alzheimer (de Mme Goedele Liekens ; Doc. 8‑68/1).
– Commissie voor de Transversale Aangelegenheden – Gemeenschapsbevoegdheden – Gelijke kansen voor vrouwen en mannen		– Commission des Matières transversales – Compétences communautaires – Égalité des chances entre les femmes et les hommes
Voorstel van resolutie betreffende orgaandonatie (van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven en de dames Stéphanie Thoron en Viviane Teitelbaum; Doc. 8‑71/1).		Proposition de résolution relative aux dons d’organes (de M. Gaëtan Van Goidsenhoven et Mmes Stéphanie Thoron et Viviane Teitelbaum ; Doc. 8‑71/1).
– Commissie voor de Transversale Aangelegenheden – Gemeenschapsbevoegdheden – Gelijke kansen voor vrouwen en mannen		– Commission des Matières transversales – Compétences communautaires – Égalité des chances entre les femmes et les hommes
Grondwettelijk Hof – Arresten		Cour constitutionnelle – Arrêts
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitster van de Senaat van:		En application de l’article 113 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie à la présidente du Sénat :
– het arrest nr. 147/2024, uitgesproken op 4 december 2024, inzake de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 26 december 2022 tot hervorming van het statuut van de gerechtsdeurwaarders en andere diverse bepalingen, ingesteld door Bruno Borean en Pol Cornez, door Christiane Otten en anderen, door Willy Fredrix en anderen en door Eric Choquet en anderen (rolnummers 8006, 8018, 8026 en 8043);		– l’arrêt n^o 147/2024, rendu le 4 décembre 2024, en cause les recours en annulation totale ou partielle de la loi du 26 décembre 2022 portant réforme du statut des huissiers de justice et autres dispositions diverses, introduits par Bruno Borean et Pol Cornez, par Christiane Otten et autres, par Willy Fredrix et autres et par Eric Choquet et autres (numéros du rôle 8006, 8018, 8026 et 8043) ;
– het arrest nr. 148/2024, uitgesproken op 4 december 2024, inzake de prejudiciële vraag over artikel 37/1 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, gesteld door de politierechtbank te Luik, afdeling Luik (rolnummer 8064);		– l’arrêt n^o 148/2024, rendu le 4 décembre 2024, en cause la question préjudicielle concernant l’article 37/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, posée par le tribunal de police de Liège, division de Liège (numéro du rôle 8064) ;
– het arrest nr. 149/2024, uitgesproken op 4 december 2024, inzake de prejudiciële vraag over artikel 6, § 1, a), van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, gesteld door de Raad van State (rolnummer 8116);		– l’arrêt n^o 149/2024, rendu le 4 décembre 2024, en cause la question préjudicielle concernant l’article 6, § 1^er, a), de la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 8116) ;
– het arrest nr. 150/2024, uitgesproken op 12 december 2024, inzake de prejudiciële vraag over artikel 2, 4º, van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, gesteld door de arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik (rolnummer 8135);		– l’arrêt n^o 150/2024, rendu le 12 décembre 2024, en cause la question préjudicielle concernant l’article 2, 4º, de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration, posée par le tribunal du travail de Liège, division de Liège (numéro du rôle 8135) ;
– het arrest nr. 151/2024, uitgesproken op 12 december 2024, inzake het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 58 van de programmawet van 22 december 2023 (in zoverre het betrekking heeft op paragraaf 3 van rubriek XXXVII van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven), ingesteld door de vzw Beroepsvereniging van de vastgoedsector en anderen (rolnummer 8158);		– l’arrêt n^o 151/2024, rendu le 12 décembre 2024, en cause le recours en annulation partielle de l’article 58 de la loi‑programme du 22 décembre 2023 (en ce qu’il concerne le paragraphe 3 de la rubrique XXXVII du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal n^o 20 du 20 juillet 1970 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux), introduit par l’ASBL Union professionnelle du secteur immobilier et autres (numéro du rôle 8158) ;
– het arrest nr. 152/2024, uitgesproken op 12 december 2024, inzake het beroep tot vernietiging van artikel 119, 2º, van de wet van 5 november 2023 houdende diverse bepalingen inzake economie, ingesteld door het Instituut van de belastingadviseurs en de accountant (rolnummer 8190);		– l’arrêt n^o 152/2024, rendu le 12 décembre 2024, en cause le recours en annulation de l’article 119, 2º, de la loi du 5 novembre 2023 portant dispositions diverses en matière d’économie, introduit par l’Institut des conseillers fiscaux et des experts‑comptables (numéro du rôle 8190) ;
– het arrest nr. 153/2024, uitgesproken op 12 december 2024, inzake het beroep tot vernietiging van het Vlaamse decreet van 19 april 2024 over de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Ruiselede en Wingene en tot wijziging van de bijlage bij het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, ingesteld door Stijn De Ram en Hannes Gyselbrecht (rolnummer 8244);		– l’arrêt n^o 153/2024, rendu le 12 décembre 2024, en cause le recours en annulation du décret flamand du 19 avril 2024 relatif à la fusion volontaire des communes de Ruiselede et Wingene et portant modification de l’annexe au décret électoral local et provincial du 8 juillet 2011, introduit par Stijn De Ram et Hannes Gyselbrecht (numéro du rôle 8244) ;
– het arrest nr. 154/2024, uitgesproken op 19 december 2024, inzake de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 9 juni 2022 betreffende taxidiensten, ingesteld door de vzw Union des chauffeurs limousine belge en anderen, door de nv Taxis Autolux, door de beroepsvereniging Belgische Federatie van taxis en anderen en door de nv Taxi Radio Bruxellois (rolnummers 7905, 7910, 7911 en 7914);		– l’arrêt n^o 154/2024, rendu le 19 décembre 2024, en cause les recours en annulation partielle de l’ordonnance de la Région de Bruxelles‑Capitale du 9 juin 2022 relative aux services de taxis, introduits par l’ASBL Union des chauffeurs limousine belge et autres, par la SA Taxis Autolux, par l’union professionnelle Fédération belge des taxis et autres et par la SA Taxi Radio Bruxellois (numéros du rôle 7905, 7910, 7911 et 7914) ;
– het arrest nr. 155/2024, uitgesproken op 19 december 2024, inzake de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 13 van de wet van 26 december 2022 houdende diverse bepalingen inzake rechterlijke organisatie II, ingesteld door de vzw Union professionnelle de la magistrature en anderen en door de vzw Association syndicale des magistrats (rolnummers 8052 en 8061);		– l’arrêt n^o 155/2024, rendu le 19 décembre 2024, en cause les recours en annulation totale ou partielle de l’article 13 de la loi du 26 décembre 2022 portant des dispositions diverses en matière d’organisation judiciaire II, introduits par l’ASBL Union professionnelle de la magistrature et autres et par l’ASBL Association syndicale des magistrats (numéros du rôle 8052 et 8061) ;
– het arrest nr. 156/2024, uitgesproken op 19 december 2024, inzake de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van de wet van 11 juli 2023 tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, ingesteld door de vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen en anderen en door Dirk Bus en anderen (rolnummers 8067, 8068, 8075 en 8080);		– l’arrêt n^o 156/2024, rendu le 19 décembre 2024, en cause les recours en annulation partielle de l’article 5 de la loi du 11 juillet 2023 modifiant les lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, introduits par l’ASBL Aktiekomitee Red de Voorkempen et autres et par Dirk Bus et autres (numéros du rôle 8067, 8068, 8075 et 8080) ;
– het arrest nr. 157/2024, uitgesproken op 19 december 2024, inzake het beroep tot vernietiging van de wet van 7 april 2023 houdende wijziging van de wet van 11 december 1998, betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, ingesteld door de Algemene Centrale van het militair personeel en anderen (rolnummer 8118);		– l’arrêt n^o 157/2024, rendu le 19 décembre 2024, en cause le recours en annulation de la loi du 7 avril 2023 portant modification de la loi du 11 décembre 1998, relative à la classification et aux habilitations, attestations et avis de sécurité, introduit par la Centrale générale du personnel militaire et autres (numéros du rôle 8118) ;
– het arrest nr. 158/2024, uitgesproken op 19 december 2024, inzake het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 mei 2023 betreffende het realisatiegerichte instrumentarium, ingesteld door de vzw Natuurpunt en anderen (rolnummer 8133);		– l’arrêt n^o 158/2024, rendu le 19 décembre 2024, en cause le recours en annulation partielle du décret de la Région flamande du 26 mai 2023 relatif aux instruments orientés vers la réalisation, introduit par l’ASBL Natuurpunt et autres (numéro du rôle 8133) ;
– het arrest nr. 159/2024, uitgesproken op 19 december 2024, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 10, § 1, van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, gesteld door de arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren (rolnummer 8151);		– l’arrêt n^o 159/2024, rendu le 19 décembre 2024, en cause la question préjudicielle relative à l’article 10, § 1^er, de la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants, posée par le tribunal du travail d’Anvers, division de Tongres (numéro du rôle 8151) ;
– het arrest nr. 1/2025, uitgesproken op 9 januari 2025, inzake de prejudiciële vraag over artikel 1, §§ 1 en 2, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, gesteld door het arbeidshof te Brussel (rolnummer 8115);		– l’arrêt n^o 1/2025, rendu le 9 janvier 2025, en cause la question préjudicielle concernant l’article 1^er, §§ 1^er et 2, de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, aux cartes d’identité, aux cartes des étrangers et aux documents de séjour, posée par la cour du travail de Bruxelles (numéro du rôle 8115) ;
– het arrest nr. 2/2025, uitgesproken op 9 januari 2025, inzake prejudiciële vraag betreffende artikel 10 van de Brusselse Huisvestingscode, gesteld door de Raad van State (rolnummer 8144).		– l’arrêt n^o 2/2025, rendu le 9 janvier 2025, en cause la question préjudicielle relative à l’article 10 du Code bruxellois du logement, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 8114).
– Voor kennisgeving aangenomen.		– Pris pour notification.
Grondwettelijk Hof – Prejudiciële vragen		Cour constitutionnelle – Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof aan de voorzitster van de Senaat kennis van:		En application de l’article 77 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie à la présidente du Sénat :
– de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 203 van het Wetboek van strafvordering en 792 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Bergen (rolnummer 8364);		– la question préjudicielle relative aux articles 203 du Code d’instruction criminelle et 792 du Code judicaire, posée par le tribunal de première instance du Hainaut, division de Mons (numéro du rôle 8364) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 15 van de wet van 6 februari 2003 betreffende het vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma ten behoeve van bepaalde militairen en houdende sociale bepalingen, gesteld door de arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent (rolnummer 8365);		– la question préjudicielle relative à l’article 15 de la loi du 6 février 2003 relative à la démission volontaire accompagnée d’un programme personnalisé de reconversion professionnelle au bénéfice de certains militaires et portant des dispositions sociales, posée par le tribunal du travail de Gand, division de Gand (numéro du rôle 8365) ;
– de prejudiciële vragen over de artikelen 1, 2º, en 61/6, 5º, van het kaderdecreet van de Franse Gemeenschap van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, gesteld door de Raad van State (rolnummer 8366);		– les questions préjudicielles concernant les articles 1, 2º, et 61/6, 5º, du décret‑cadre de la Communauté française du 10 avril 2003 relatif à la reconnaissance et au subventionnement du secteur professionnel des Arts de la scène, posées par le Conseil d’État (numéro du rôle 8366) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 103, § 1, 1º, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gesteld door de arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Binche (rolnummer 8367);		– la question préjudicielle relative à l’article 103, § 1^er, 1º, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, posée par le tribunal du travail du Hainaut, division de Binche (numéro du rôle 8367) ;
– de prejudiciële vragen betreffende artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, gesteld door de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel (rolnummer 8374);		– les questions préjudicielles relatives à l’article 12 de l’ordonnance de la Région de Bruxelles‑Capitale du 23 novembre 2017 effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles‑Capitale, posées par le tribunal de première instance francophone de Bruxelles (numéro du rôle 8374) ;
– de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 12 en 26 van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, in de versie die gold zowel vóór als na de wijziging ervan bij de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 4 april 2019 tot vaststelling van het betaalcircuit voor de gezinsbijslag en de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, gesteld door de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel (rolnummer 8375);		– les questions préjudicielles relatives aux articles 12 et 26 de l’ordonnance de la Commission communautaire commune du 25 avril 2019 réglant l’octroi des prestations familiales, tant dans la version applicable avant la modification par l’ordonnance de la Commission communautaire commune du 15 décembre 2022 modifiant l’ordonnance du 4 avril 2019 établissant le circuit de paiement des prestations familiales et l’ordonnance du 25 avril 2019 réglant l’octroi des prestations familiales que dans la version applicable après cette modification, posées par le tribunal du travail francophone de Bruxelles (numéro du rôle 8375) ;
– de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 8 en 39 van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, gesteld door de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel (rolnummer 8376);		– les questions préjudicielles relatives aux articles 8 et 39 de l’ordonnance de la Commission communautaire commune du 25 avril 2019 réglant l’octroi des prestations familiales, posées par le tribunal du travail francophone de Bruxelles (numéro du rôle 8376) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel XX.107, § 1, van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Dendermonde (rolnummer 8383);		– la question préjudicielle relative à l’article XX.107, § 1^er, du Code de droit économique, posée par le tribunal de l’entreprise de Gand, division de Termonde (numéro du rôle 8383) ;
– de prejudiciële vragen over artikel 17, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, gesteld door de Raad van State (rolnummers 8387 en 8388, samengevoegde zaken);		– les questions préjudicielles concernant l’article 17, § 2, du décret de la Région flamande du 3 mai 2013 relatif à la protection de l’infrastructure routière dans le cas du transport routier exceptionnel, posées par le Conseil d’État (numéros du rôle 8387et 8388, affaires jointes) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 23 van het decreet van het Waalse Gewest van 16 juli 2015 tot invoering van een kilometerheffing voor het wegengebruik door zware vrachtwagens en de artikelen 11bis, 12 en 12bis van het decreet van het Waalse Gewest van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen, zoals gewijzigd bij de decreten van het Waalse Gewest van 19 september 2013, 28 november 2013 en 17 december 2015, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen (rolnummer 8393);		– la question préjudicielle concernant l’article 23 du décret de la Région wallonne du 16 juillet 2015 instaurant un prélèvement kilométrique à charge des poids lourds pour l’utilisation des routes et les articles 11bis, 12 et 12bis du décret de la Région wallonne du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales wallonnes, tels que modifiés par les décrets de la Région wallonne des 19 septembre 2013, 28 novembre 2013 et 17 décembre 2015, posée par le tribunal de première instance de Namur, division de Namur (numéro du rôle 8393) ;
– de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 14, § 2, en 15, § 1, 1º en 11º, van de Vlaamse Codex secundair onderwijs, gesteld door de Raad van State (rolnummer 8394);		– la question préjudicielle relative aux articles 14, § 2, et 15, § 1^er, 1º et 11º, du Code flamand de l’enseignement secondaire, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 8394) ;
– de prejudiciële vragen over artikel 50, § 4, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juni 2012 betreffende de in‑, uit‑, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie, gelezen in samenhang met artikel II.34, 1º, van het Vlaamse bestuursdecreet van 7 december 2018, gesteld door de Raad van State (rolnummer 8395);		– les questions préjudicielles relatives à l’article 50, § 4, du décret de la Région flamande du 15 juin 2012 concernant l’importation, l’exportation, le transit et le transfert de produits liés à la défense, d’autre matériel à usage militaire, de matériel de maintien de l’ordre, d’armes à feu civiles, de pièces et de munitions, lu en combinaison avec l’article II.34, 1º, du décret flamand de gouvernance du 7 décembre 2018, posées par le Conseil d’État (numéro du rôle 8395) ;
– de prejudiciële vragen over de artikelen 40ter, § 2, tweede lid, 1º, en 42, § 1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gesteld door de Raad voor vreemdelingenbetwistingen (rolnummers 8397 en 8398, samengevoegde zaken);		– les questions préjudicielles relatives aux articles 40ter, § 2, alinéa 2, 1º, et 42, § 1^er, alinéa 2, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, posées par le Conseil du contentieux des étrangers (numéros du rôle 8397 et 8398, affaires jointes) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 167, § 2, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, gesteld door de Nederlandstalige beroepscommissie van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen (rolnummer 8399);		– la question préjudicielle relative à l’article 167, § 2, de la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, posée par la commission d’appel néerlandophone du Conseil central de surveillance pénitentiaire (numéro du rôle 8399) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 417/6, §§ 1 en 2, van het Strafwetboek, gesteld door de Franstalige correctionele rechtbank te Brussel (rolnummer 8400);		– la question préjudicielle relative à l’article 417/6, §§ 1^er et 2, du Code pénal, posée par le tribunal correctionnel francophone de Bruxelles (numéro du rôle 8400) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 6, § 2, 2º, van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, gesteld door de Raad van State (rolnummer 8402);		– la question préjudicielle concernant l’article 6, § 2, 2º, de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 8402) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 301 van 30 maart 1936 tot wijziging van de termijnen van rechtspleging en van de wet van 28 juni 1889 betreffende de exploten in strafzaken en in fiscale zaken te betekenen aan personen die niet hun woonplaats in België hebben, zoals bekrachtigd door het enig artikel, 110º, van de wet van 4 mei 1936, gesteld door het Hof van Cassatie (rolnummer 8403);		– la question préjudicielle relative à l’article 3 de l’arrêté royal n 301 du 30 mars 1936 portant modification des délais de procédure et de la loi du 28 juin 1889 concernant les exploits à signifier, en matière pénale et fiscale, à des personnes non domiciliées en Belgique, tel qu’il a été confirmé par l’article unique, 110º, de la loi du 4 mai 1936, posée par la Cour de cassation (numéro du rôle 8403) ;
– de prejudiciële vragen betreffende artikelen 11, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gesteld door het hof van beroep te Luik en door de rechtbank van eerste aanleg te Eupen (rolnummer 8404, toegevoegd aan 8386).		– les questions préjudicielles relatives à l’article 11 de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, posées par la cour d’appel de Liège et par le tribunal de première instance d’Eupen (numéros du rôle 8404, joint au 8386).
– Voor kennisgeving aangenomen.		– Pris pour notification.
Grondwettelijk Hof – Beroepen		Cour constitutionnelle – Recours
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitster van de Senaat van:		En application de l’article 76 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie à la présidente du Sénat :
– het beroep tot vernietiging van artikel 60 van de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II, ingesteld door Eric Choquet en anderen (rolnummer 8368);		– le recours en annulation de l’article 60 de la loi du 15 mai 2024 portant dispositions en matière de digitalisation de la justice et dispositions diverses II, introduit par Eric Choquet et autres (numéro du rôle 8368) ;
– de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II, ingesteld door Pierre Thiriar en door de Orde van Vlaamse balies (rolnummers 8369 en 8372, samengevoegde zaken);		– les recours en annulation partielle de la loi du 15 mai 2024 portant dispositions en matière de digitalisation de la justice et dispositions diverses II, introduits par Pierre Thiriar et par l’Orde van Vlaamse balies (numéros du rôle 8369 et 8372, affaires jointes) ;
– het beroep tot vernietiging van de artikelen 105, 106 en 107 van de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II, ingesteld door de vzw Liga voor mensenrechten (rolnummer 8370);		– le recours en annulation des articles 105, 106 et 107 de la loi du 15 mai 2024 portant dispositions en matière de digitalisation de la justice et dispositions diverses II, introduit par l’ASBL Liga voor mensenrechten (numéro du rôle 8370) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 62 van de wet van 3 mei 2024 houdende diverse bepalingen inzake economie (I), ingesteld door de nv van publiek recht Proximus (rolnummer 8371);		– le recours en annulation de l’article 62 de la loi du 3 mai 2024 portant dispositions diverses en matière d’économie (I), introduit par la SA de droit public Proximus (numéro du rôle 8371) ;
– de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 43 van de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II (vervanging van artikel 479 van het Wetboek van strafvordering), ingesteld door Luc Van Calenbergh en Bram Van Thillo, door Heidi Bortels en anderen en door Len Augustyns en Koen Vaneecke (rolnummer 8373, toegevoegd aan 8298 en 8360);		– les recours en annulation totale ou partielle de l’article 43 de la loi du 15 mai 2024 portant dispositions en matière de digitalisation de la justice et dispositions diverses II (remplacement de l’article 479 du Code d’instruction criminelle), introduits par Luc Van Calenbergh et Bram Van Thillo, par Heidi Bortels et autres, et par Len Augustyns et Koen Vaneecke (numéro du rôle 8373, joint aux 8298 et 8360) ;
– de beroepen tot vernietiging van de artikelen 4, 6º, 7º en 25º, 8, 10, 39, 40 en 41 van de wet van 26 april 2024 houdende de verzekering van de bevoorradingszekerheid op het gebied van energie en de hervorming van de sector van de nucleaire energie, ingesteld door de Université catholique de Louvain en anderen en door de Universiteit Gent en anderen (rolnummers 8377 en 8378, samengevoegde zaken);		– les recours en annulation des articles 4, 6º, 7º et 25º, 8, 10, 39, 40 et 41 de la loi du 26 avril 2024 portant la garantie de la sécurité d’approvisionnement dans le domaine de l’énergie et la réforme du secteur de l’énergie nucléaire, introduits par l’Université catholique de Louvain et autres et par l’Universiteit Gent et autres (numéros du rôle 8377 et 8378, affaires jointes) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 39 van de wet van 8 mei 2024 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor vervoersdiensten en houdende de oprichting van het Federaal Agentschap voor de regulering van transport, ingesteld door de nv Brussels Airport Company (rolnummer 8379);		– le recours en annulation de l’article 39 de la loi du 8 mai 2024 sur les exigences en matière d’accessibilité pour les services de transport et créant l’Agence fédérale de régulation du transport, introduit par la SA Brussels Airport Company (numéro du rôle 8379) ;
– de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 18 mei 2024 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid en financiën, ingesteld door de vzw FeBelGen en anderen en door de vzw Belgian Association for Parallel Importers and Exporters en anderen (rolnummers 8380 en 8381, samengevoegde zaken);		– les recours en annulation partielle de la loi du 18 mai 2024 portant dispositions diverses en matière de santé et de finances, introduits par l’ASBL FeBelGen et autres et par l’ASBL Belgian Association for Parallel Importers and Exporters et autres (numéros du rôle 8380 et 8381, affaires jointes) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 22 van de wet van 3 mei 2024 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van een daad van terrorisme en betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, ingesteld door de vzw V‑Europe en anderen (rolnummer 8382);		– le recours en annulation de l’article 22 de la loi du 3 mai 2024 relatif [lire : relative] à l’indemnisation des victimes d’un acte de terrorisme et relatif [lire : relative] à l’assurance contre les dommages causés par le terrorisme, introduit par l’AISBL V‑Europe et autres (numéro du rôle 8382) ;
– het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 30 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 18 april 2024 houdende hervorming van het bestuur van de Office de la naissance et de l’enfance (invoeging van een artikel 16/4 in het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan mishandelde kinderen), ingesteld door de vzw Fédération des équipes SOS enfants en Communauté française de Belgique en anderen (rolnummer 8384);		– le recours en annulation partielle de l’article 30 du décret de la Communauté française du 18 avril 2024 portant réforme de la gouvernance de l’Office de la naissance et de l’enfance (insertion d’un article 16/4 dans le décret de la Communauté française du 12 mai 2004 relatif à l’aide aux enfants victimes de maltraitance), introduit par l’ASBL Fédération des équipes SOS enfants en Communauté française de Belgique et autres (numéro du rôle 8384) ;
– het beroep tot vernietiging van de wet van 3 mei 2024 houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst, ingesteld door de vzw Isala en anderen (rolnummer 8385);		– le recours en annulation de la loi du 3 mai 2024 portant des dispositions en matière du travail du sexe sous contrat de travail, introduit par l’ASBL Isala et autres (numéro du rôle 8385) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 19 van het decreet van het Waalse Gewest van 14 maart 2024 tot wijziging van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie voor wat betreft het plaatselijk openbaar ambt, ingesteld door de stad Namen (rolnummer 8389);		– le recours en annulation de l’article 19 du décret de la Région wallonne du 14 mars 2024 modifiant le Code de la démocratie locale et de la décentralisation en ce qui concerne la fonction publique locale, introduit par la ville de Namur (numéro du rôle 8389) ;
– de beroepen tot vernietiging van de wet van 18 mei 2024 tot invoering van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren, ingesteld door de vzw Syndicat pour la mobilité et transport intermodal des services publics – Protect en Mohammed Benyaich en door Jean Thilleman (rolnummers 8390 en 8391, samengevoegde zaken);		– les recours en annulation de la loi du 18 mai 2024 portant introduction de l’allocation d’inaptitude temporaire de travail pour fonctionnaires, introduits par l’ASBL Syndicat pour la mobilité et transport intermodal des services publics – Protect et Mohammed Benyaich et par Jean Thilleman (numéros du rôle 8390 et 8391, affaires jointes) ;
– de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 26 april 2024 tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de implementatie van het Kaderdecreet over de handhaving van Vlaamse regelgeving Vlaamse handhaving van 14 juli 2023, ingesteld door de Franse Gemeenschapsregering en door de Waalse regering (rolnummers 8392 en 8396, samengevoegde zaken);		– le recours en annulation totale ou partielle du décret flamand du 26 avril 2024 modifiant divers décrets, en ce qui concerne la mise en œuvre du Décret‑cadre relatif au maintien de la règlementation flamande du 14 juillet 2023, introduits par le gouvernement de la Communauté française et par le gouvernement wallon (numéros du rôle 8392 et 8396, affaires jointes) ;
– het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van artikel 30, vierde lid, van de wet van 18 mei 2024 tot regeling van de private opsporing, ingesteld door Filip Scheemaker (rolnummer 8401);		– le recours en annulation et la demande de suspension de l’article 30, alinéa 4, de la loi du 18 mai 2024 réglementant la recherche privée, introduits par Filip Scheemaker (numéro du rôle 8401) ;
– de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 17 mei 2024 over dierenwelzijn, ingesteld door de vzw Islamitisch Offerfeest Antwerpen en anderen en door de vzw Islamitisch Offerfeest Antwerpen (rolnummers 8405 en 8407, samengevoegde zaken);		– les recours en annulation partielle du décret de la Région flamande du 17 mai 2024 relatif au bien‑être des animaux, introduit par l’ASBL Islamitisch Offerfeest Antwerpen et autres et par l’ASBL Islamitisch Offerfeest Antwerpen (numéros du rôle 8405 et 8407, affaires jointes) ;
– het beroep tot vernietiging van de artikelen 27 en 86, 5º, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 17 mei 2024 over dierenwelzijn, ingesteld door de gemeente Mol (rolnummer 8406);		– le recours en annulation des articles 27 et 86, 5º, du décret de la Région flamande du 17 mai 2024 relatif au bien‑être des animaux, introduit par la commune de Mol (numéro du rôle 8406) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 30 van de wet van 16 mei 2024 tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek en diverse wetten betreffende de scheepvaartregelgeving, ingesteld door Kurt Callaerts en anderen (rolnummer 8408);		– le recours en annulation de l’article 30 de la loi du 16 mai 2024 modifiante le Code belge de la navigation et des différentes lois relatives à la réglementation de la navigation, introduit par Kurt Callaerts et autres (numéro du rôle 8408) ;
– de beroepen tot vernietiging van de artikelen 127 en 128 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 17 mei 2024 houdende diverse bepalingen over omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening, ingesteld door de Franse Gemeenschapsregering en door de Waalse regering (rolnummers 8409 en 8413, samengevoegde zaken);		– les recours en annulation des articles 127 et 128 du décret de la Région flamande du 17 mai 2024 portant dispositions diverses relatives à l’environnement, à la nature et à l’aménagement du territoire, introduit par le gouvernement de la Communauté française et par le gouvernement wallon (numéros du rôle 8409 et 8413, affaires jointes) ;
– de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 12 mei 2024 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen inzake het aanklampend terugkeerbeleid, ingesteld door de vzw Ligue des droits humains en door de vzw Coordination et initiatives pour et avec les réfugiés et les étrangers en anderen (rolnummers 8411 en 8412, samengevoegde zaken.		– les recours en annulation partielle de la loi du 12 mai 2024 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers et la loi du 12 janvier 2007 sur l’accueil des demandeurs d’asile et de certaines autres catégories d’étrangers sur la politique de retour proactive, introduit par l’ASBL Ligue des droits humains et par l’ASBL Coordination et initiatives pour et avec les réfugiés et les étrangers et autres (numéros du rôle 8411 et 8412, affaires jointes).
– Voor kennisgeving aangenomen.		– Pris pour notification.
Procureur‑generaal bij het Hof van Cassatie		Procureur général près la Cour de cassation
Bij brief van 9 december 2024 zendt de procureur‑generaal bij het Hof van Cassatie, overeenkomstig artikel 11 van de wet van 25 april 2007 tot oprichting van het Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie, aan de Senaat over, het verslag 2024 van de procureur‑generaal bij het Hof van Cassatie aan het Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie dat een overzicht bevat van de wetten die door de hoven en rechtbanken tijdens het voorbije gerechtelijk jaar moeilijkheden bij de toepassing of de interpretatie ervan hebben opgeleverd.		Par lettre du 9 décembre 2024, le procureur général près la Cour de cassation transmet au Sénat, conformément à l’article 11 de la loi du 25 avril 2007 instaurant un Comité parlementaire chargé du suivi législatif, le rapport législatif 2024 du procureur général près la Cour de cassation au Comité parlementaire chargé du suivi législatif comprenant un relevé des lois qui ont posé des difficultés d’application ou d’interprétation pour les cours et tribunaux au cours de l’année judiciaire écoulée.
– Neergelegd ter Griffie.		– Dépôt au Greffe.
Centrale Raad voor het bedrijfsleven		Conseil central de l’économie
Bij brief van 18 décember 2024 zendt de Centrale raad voor het bedrijfsleven, overeenkomstig artikel XIII.1 van titel I van boek XIII van het Wetboek van economisch recht aan de Senaat over, het advies “Productiviteit, een strategische hefboom in het hart van het overheidsbeleid” (CRB 2024‑2700).		Par lettre du 18 décembre 2024 le Conseil central de l’économie transmet au Sénat, conformément l’article XIII.1 du titre I^er du livre XIII du Code de droit économique, l’avis « La productivité, un levier stratégique au cœur des politiques publiques » (CCE 2024‑2700).
– Neergelegd ter Griffie.		– Dépôt au Greffe.
Europees Parlement		Parlement européen
Bij brief van 18 december 2024 zendt de voorzitster van het Europees Parlement aan de Senaat over, de teksten aangenomen door het Europees Parlement tijdens zijn vergaderperiodes van 25 tot 28 november 2024.		Par lettre du 18 décembre 2024, la présidente du Parlement européen transmet au Sénat les textes adoptés par le Parlement européen au cours de sa période de session du 25 au 28 novembre 2024.
– Neergelegd ter Griffie.		– Dépôt au Greffe.