7‑13

Sénat de Belgique

Session ordinaire 2020‑2021

Séances plénières

Mardi 13 octobre 2020

Séance d’ouverture

7‑13

Belgische Senaat

Gewone Zitting 2020‑2021

Plenaire vergaderingen

Dinsdag 13 oktober 2020

Openingsvergadering

 

Annales

Handelingen

 

Sommaire

Inhoudsopgave

Ouverture de la session ordinaire 2020‑2021. 1

Approbation de l’ordre du jour. 1

Vérification des pouvoirs et prestation de serment de nouveaux membres. 1

Nomination du Bureau. 1

Proposition de modification des articles 8, 14 et 75 du Règlement du Sénat (de M. Bert Anciaux ; Doc. 7‑72/1) 1

Discussion. 1

Discussion des articles. 1

Vote. 1

Proposition de modification des articles 8, 14 et 75 du Règlement du Sénat (de M. Bert Anciaux ; Doc. 7‑72/1) 1

Démission de la présidente. 1

Nomination du Bureau. 1

Allocution de Mme la présidente. 1

Prise en considération de propositions. 1

Éloge funèbre de Mme Antoinette Spaak, Ministre d’État 1

Nomination de 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice. 1

Nomination de 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice. 1

Résultat du scrutin. 1

Ordre des travaux. 1

Excusés. 1

Annexe. 1

Vote nominatif. 1

Propositions prises en considération. 1

Composition des commissions. 1

Décès d’anciens sénateurs. 1

Parlement de la Communauté française. 1

Parlement wallon. 1

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale. 1

Assemblée de la Commission communautaire française. 1

Assemblée de la Commission communautaire flamande. 1

Démission et nomination de membres du gouvernement 1

Cour constitutionnelle – Arrêts. 1

Cour constitutionnelle – Questions préjudicielles. 1

Cour constitutionnelle – Recours. 1

Cours d’appel 1

Parquets généraux. 1

Parquets. 1

Auditorat du travail 1

Tribunal de première instance. 1

Tribunal du travail 1

Assemblées générales des juges de paix et des juges aux tribunaux de police. 1

Importation, exportation et transit d’armes. 1

Conseil central de l’économie. 1

Commission interdépartementale pour le Développement durable. 1

Commission des provisions nucléaires. 1

Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (ONDRAF). 1

Activités d’intérêt général de la Famille royale. 1

Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités. 1

Commission des jeux de hasard. 1

Parlement européen. 1

Conférence internationale du Travail 1

 

Opening van de gewone zitting 2020‑2021. 1

Goedkeuring van de agenda. 1

Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van nieuwe leden. 1

Benoeming van het Bureau. 1

Voorstel tot wijziging van de artikelen 8, 14 en 75 van het Reglement van de Senaat (van de heer Bert Anciaux; Stuk 7‑72/1). 1

Bespreking. 1

Artikelsgewijze bespreking. 1

Stemming. 1

Voorstel tot wijziging van de artikelen 8, 14 en 75 van het Reglement van de Senaat (van de heer Bert Anciaux; Stuk 7‑72/1). 1

Ontslag van de voorzitster. 1

Benoeming van het Bureau. 1

Toespraak van de voorzitster 1

Inoverwegingneming van voorstellen. 1

In memoriam mevrouw Antoinette Spaak, Minister van Staat 1

Benoeming van 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie. 1

Benoeming van 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie. 1

Resultaat van de geheime stemming. 1

Regeling van de werkzaamheden. 1

Berichten van verhindering. 1

Bijlage. 1

Naamstemming. 1

In overweging genomen voorstellen. 1

Samenstelling van de commissies. 1

Overlijden van oud-senatoren. 1

Parlement van de Franse Gemeenschap. 1

Waals Parlement 1

Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 1

Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie. 1

Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. 1

Ontslag en benoeming van regeringsleden. 1

Grondwettelijk Hof – Arresten. 1

Grondwettelijk Hof – Prejudiciële vragen. 1

Grondwettelijk Hof – Beroepen. 1

Hoven van beroep. 1

Parketten-generaal 1

Parketten. 1

Arbeidsauditoraat 1

Rechtbank van eerste aanleg. 1

Arbeidsrechtbank. 1

Algemene vergaderingen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken. 1

In-, uit- en doorvoer van wapens. 1

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. 1

Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling. 1

Commissie voor nucleaire voorzieningen. 1

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS). 1

Activiteiten van algemeen belang van de Koninklijke Familie. 1

Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. 1

Kansspelcommissie. 1

Europees Parlement 1

Internationale Arbeidsconferentie. 1

 

Présidence de M. Rik Daems

(La séance est ouverte à 15 h 05.)

(En raison des mesures prises contre la pandémie de coronavirus, la plupart des sénateurs suivent la séance depuis d’autres salles du Sénat.)

Voorzitter: de heer Rik Daems

(De vergadering wordt geopend om 15.05 uur.)

(Wegens de coronamaatregelen volgen de meeste senatoren de vergadering vanuit andere zalen van de Senaat.)

 

Ouverture de la session ordinaire 2020‑2021

Opening van de gewone zitting 2020‑2021

 

M. le président. – Le Sénat se réunit aujourd’hui de plein droit, en vertu de l’article 44 de la Constitution.

Je déclare ouverte la session ordinaire 2020‑2021.

De voorzitter. – De Senaat komt heden van rechtswege bijeen overeenkomstig artikel 44 van de Grondwet.

Ik verklaar de gewone zitting 2020‑2021 voor geopend.

 

Approbation de l’ordre du jour

Goedkeuring van de agenda

 

M. le président. – L’ordre du jour établi par le Bureau a été communiqué aux sénateurs.

Puisqu’il n’y a pas d’observations, l’ordre du jour est approuvé.

De voorzitter. – De agenda zoals vastgesteld door het Bureau werd meegedeeld.

Aangezien er geen opmerkingen zijn, is de agenda goedgekeurd.

 

Vérification des pouvoirs et prestation de serment de nouveaux membres

Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van nieuwe leden

 

M. le président. – L’ordre du jour appelle la vérification des pouvoirs de Mme Zoé Genot et de M. Tom Ongena.

Le Bureau s’est réuni le lundi 5 octobre dernier pour la vérification de ces pouvoirs.

Je vous propose d’entendre immédiatement le rapport du Bureau.

De voorzitter. – Wij gaan over tot het onderzoek van de geloofsbrieven van mevrouw Zoé Genot en van de heer Tom Ongena.

Het Bureau is op maandag 5 oktober ll. bijeengekomen voor het onderzoek van de geloofsbrieven.

Ik stel u voor onmiddellijk het verslag van het Bureau te horen.

 

(Assentiment)

(Instemming)

 

Je prie donc Mme Gahouchi et M. Anciaux de donner lecture du rapport sur la vérification des pouvoirs de Mme Genot et M. Ongena.

Ik geef het woord aan mevrouw Gahouchi en de heer Anciaux om kennis te geven van het verslag van het Bureau over het onderzoek van de geloofsbrieven van mevrouw Genot en de heer Ongena.

 

M. Bert Anciaux (sp.a), corapporteur. – Par lettre du 28 septembre 2020, la présidente du Parlement flamand a communiqué au greffier du Sénat que M. Tom Ongena est désigné par la formation politique G – Open Vld – pour succéder à Mme Carina Van Cauter.

Par lettre du 28 août 2020, M. John Pitseys a donné sa démission, à partir du 1er septembre 2020, en tant que sénateur d’entité fédérée. Par lettre du 11 septembre 2020, le président du Parlement de la Communauté française a communiqué au greffier du Sénat que Mme Zoé Genot était désignée par la formation politique D – Ecolo – pour succéder à M. John Pitseys.

De heer Bert Anciaux (sp.a), corapporteur. – Bij brief van 28 september 2020 heeft de voorzitster van het Vlaams Parlement aan de griffier van de Senaat meegedeeld dat de heer Tom Ongena door de politieke formatie G – Open Vld – is aangewezen om mevrouw Carina Van Cauter te vervangen.

Bij brief van 28 augustus 2020 heeft ook de heer John Pitseys zijn ontslag ingediend als deelstaatsenator met ingang van 1 september 2020. Bij brief van 11 september 2020 heeft de voorzitter van het parlement van de Franse Gemeenschap aan de griffier van de Senaat meegedeeld dat mevrouw Zoé Genot door de politieke formatie D – Ecolo – is aangewezen om de heer John Pitseys te vervangen.

 

Mme Latifa Gahouchi (PS), corapporteuse. – Lorsque le Bureau prend connaissance de la désignation d’un sénateur d’entité fédérée, il vérifie si le membre désigné est élu sur une liste appartenant à la formation politique à laquelle était attribué le siège devenu vacant. La vérification des pouvoirs proprement dite est considérée comme superfétatoire étant donné qu’elle a déjà été effectuée précédemment par le parlement d’entité fédérée concerné.

Le Bureau vous propose dès lors l’admission de M. Tom Ongena et de Mme Zoé Genot comme membres du Sénat.

Mevrouw Latifa Gahouchi (PS), corraporteur. – Wanneer het Bureau kennis neemt van de aanwijzing van een deelstaatsenator, wordt nagegaan of het aangewezen lid verkozen is op een lijst van de politieke formatie waaraan de vacant geworden zetel was toegekend. Wat het eigenlijke onderzoek van de geloofsbrieven betreft, acht het Bureau deze procedure overbodig omdat dit onderzoek reeds door het parlement van de deelstaat is verricht.

Bijgevolg stelt het Bureau voor de heer Tom Ongena en mevrouw Zoé Genot als lid van de Senaat toe te laten.

 

M. le président. – Je remercie les rapporteurs. Quelqu’un demande-t-il la parole ?

Nous passons au vote sur les conclusions de ce rapport.

De voorzitter. – Ik dank de rapporteurs. Vraagt iemand het woord?

We gaan over tot de stemming over de besluiten van het verslag.

 

  Les conclusions du rapport sont adoptées par assis et levé.

  De besluiten van het verslag worden aangenomen bij zitten en opstaan.

 

M. le président. – Je proclame Mme Zoé Genot et M. Tom Ongena sénateurs et les invite à prêter le serment constitutionnel.

De voorzitter. – Ik roep mevrouw Zoé Genot en de heer Tom Ongena uit tot senator en verzoek hen de grondwettelijke eed af te leggen.

 

  Mme Zoé Genot et M. Tom Ongena prêtent serment.

  Mevrouw Zoé Genot en de heer Tom Ongena leggen de eed af.

 

M. le président. – Je donne à Mme Genot et à M. Ongena acte de leur prestation de serment et les déclare installés dans leur mandat de sénateur.

De voorzitter. – Ik geef aan mevrouw Genot en aan de heer Ongena akte van hun eedaflegging en verklaar hen aangesteld in hun mandaat van senator.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Nomination du Bureau

Benoeming van het Bureau

 

M. le président. – L’ordre du jour appelle la nomination du Bureau définitif.

Je vous rappelle que, conformément à l’article 7 de notre règlement, le Sénat procède à la nomination d’un président, d’un premier vice-président, d’un deuxième vice-président et de deux membres du Bureau, nommés successivement par des scrutins distincts.

Suivant les dispositions de l’article 8 du règlement, le président n’est proclamé élu que s’il obtient la majorité absolue des suffrages des membres présents.

Selon ce même article, ces nominations se font dans le cadre de la représentation proportionnelle des groupes politiques, définie à l’article 77 du règlement, conformément à l’article 75.

Quelqu’un demande-t-il la parole ?

De voorzitter. – Aan de orde is de benoeming van het vast Bureau.

Ik breng in herinnering dat, overeenkomstig artikel 7 van ons reglement, de Senaat overgaat tot de benoeming van een voorzitter, van een eerste ondervoorzitter, van een tweede ondervoorzitter en van twee bureauleden, die achtereenvolgens worden benoemd bij afzonderlijke verkiezingen.

Volgens de bepalingen van artikel 8 van het reglement wordt de voorzitter slechts verkozen verklaard indien hij de volstrekte meerderheid der stemmen van de aanwezige leden behaalt.

Overeenkomstig ditzelfde artikel geschieden al deze benoemingen met inachtneming van de in artikel 77 van het reglement bepaalde evenredige vertegenwoordiging van de fracties, overeenkomstig artikel 75.

Vraagt iemand het woord?

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA).Je propose la confirmation du Bureau sortant dans son ensemble.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). Ik stel voor het uittredend Bureau in zijn geheel te herbenoemen.

 

M. le président. – Y a-t-il une opposition à la proposition de M. Karl Vanlouwe ?

Puisqu’il n’y a pas d’opposition à la proposition de M. Karl Vanlouwe, je proclame élus :

  présidente : Mme Sabine Laruelle ;

  premier vice- président : M. Andries Gryffroy ;

  deuxième vice-président : M. Stijn Bex ;

  membres du Bureau : Mme Anke Van dermeersch et M. Julien Uyttendaele.

De voorzitter. – Heeft iemand bezwaar tegen het voorstel van heer Karl Vanlouwe?

Daar er geen bezwaar is tegen het voorstel van heer Karl Vanlouwe, verklaar ik verkozen tot:

  voorzitster: mevrouw Sabine Laruelle;

  eerste ondervoorzitter: de heer Andries Gryffroy;

  tweede ondervoorzitter: de heer Stijn Bex;

  Bureauleden: mevrouw Anke Van dermeersch en de heer Julien Uyttendaele.

 

Le Bureau est ainsi constitué.

J’invite Mme Laruelle à venir prendre place en tant que présidente.

Hiermee is het Bureau samengesteld.

Ik verzoek mevrouw Laruelle haar plaats als voorzitster in te nemen.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

(Mme Sabine Laruelle, présidente, prend place au fauteuil présidentiel.)

(Mevrouw Sabine Laruelle neemt plaats in de voorzittersstoel.)

 

Proposition de modification des articles 8, 14 et 75 du Règlement du Sénat (de M. Bert Anciaux ; Doc. 7‑72/1)

Voorstel tot wijziging van de artikelen 8, 14 en 75 van het Reglement van de Senaat (van de heer Bert Anciaux; Stuk 7‑72/1)

 

Discussion

Bespreking

 

Mme la présidente. – Les rapporteurs, Mme Masai et M. Vanlouwe, se réfèrent à leur rapport écrit.

Quelqu’un demande-t-il la parole ?

De voorzitster. – De rapporteurs, mevrouw Masai en de heer Vanlouwe, verwijzen naar hun schriftelijk verslag.

Vraagt iemand het woord?

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Aujourd’hui, le Sénat nomme un nouveau président. Tout d’abord, je tiens à remercier Mme Laruelle pour sa très bonne collaboration avec les différents groupes durant l’année écoulée.

La nomination du président du Sénat fait, depuis longtemps, partie du cadre de négociation d’un nouveau gouvernement. La présidence du Sénat faisait également partie de la répartition des portefeuilles dans la formation du nouveau gouvernement arc-en-ciel/Vivaldi. J’ai appris que la présidence de cette assemblée est la dernière à être débattue et vaut un demi-point dans la répartition des mandats, ce qui est légèrement inférieur à la présidence de la Chambre.

Les partis de la coalition arc-en-ciel/Vivaldi se sont donc mis d’accord. Les médias annoncent depuis longtemps qu’un nouveau candidat à la présidence sera proposé. La candidate en question est en effet jeune ; elle n’est pas membre du Parlement flamand depuis très longtemps et a été désignée sénatrice d’entité fédérée. C’est effectivement novateur pour ce Sénat, où le poste de président revient traditionnellement à un vétéran.

La candidate qui va être proposée tout à l’heure a immédiatement indiqué que le Sénat devait être réformé. Le groupe N‑VA est tout à fait favorable à cette idée. Nous pourrons donc bien travailler avec la nouvelle présidente, comme nous l’avons fait avec la présidente sortante. Nous soutenons sans réserve le renouveau, le changement et, en ce qui nous concerne, la suppression du Sénat. Cette remarque n’est pas dirigée contre la candidate, Mme D’Hose.

Comme celle-ci l’a dit dans les médias, une Belgique plus efficace commence par un Sénat efficace. Elle indique vouloir examiner sans tarder son fonctionnement et élaborer un processus de réforme, bien sûr dans le respect du rôle important que joue le personnel actuel du Sénat. Cela montre qu’ils prennent au sérieux la nouvelle culture politique, ajoute-t-elle. Elle dit aussi avoir hâte de commencer sa nouvelle mission et vouloir bien sûr faire davantage que diriger les débats car la réforme du Sénat est également à l’ordre du jour.

Cela ne vous surprendra pas qu’une prochaine réforme du Sénat résonne comme une douce musique aux oreilles de mon groupe. Je tiens toutefois à être clair : nous estimons également que cela doit se faire dans le respect de l’excellent personnel qui nous fournit une précieuse assistance. Je tiens à le dire très clairement à l’ouverture de cette nouvelle année parlementaire : nos critiques visant l’existence de ce Sénat en tant qu’institution politique ne sont pas une critique des services et du personnel.

L’accord de la coalition arc-en-ciel/Vivaldi comporte un passage relatif au renouveau démocratique : « Le Gouvernement entend renforcer la confiance des citoyens dans la politique et l’idée qu’elle est une force positive, en faisant du renouveau politique et démocratique une priorité ». Nous rejoignons le nouveau gouvernement à cet égard. En ce moment, les citoyens n’ont pas grande confiance en la politique.

Pour toutes les raisons que je viens d’énumérer, je suis surpris au plus haut point. Rétablir la confiance dans la politique, le renouveau démocratique, les réformes, tout cela sonne bien, mais en fin de compte, il ne s’agit ici que de distribuer des fonctions. En effet, on nous soumet une proposition de modification du règlement qui est nécessaire pour octroyer la présidence au septième parti de cette assemblée. Nous n’allons donc pas modifier le règlement pour rendre le système plus efficace, pour accroître la confiance des citoyens dans la politique. Non, nous allons le faire pour donner au septième parti de cette assemblée le poste le plus convoité du Sénat.

En effet, lors de la distribution effectuée au sein de la coalition arc-en-ciel/Vivaldi, on a oublié que le règlement actuel ne le permettait pas. Conformément aux règles en vigueur, le Bureau est composé de cinq membres nommés dans le cadre de la représentation proportionnelle, sur la base des votes émis par les électeurs. Telles étaient les règles qui s’appliquaient à tout le monde.

Quelle sera la conséquence de cette modification du règlement, de cette proposition de M. Anciaux ? Un poste supplémentaire sera créé au Bureau.

Pourtant, la coalition arc-en-ciel/Vivaldi peut parfaitement proposer la candidature de Mme D’Hose. Le groupe MR peut le faire, tout comme le PS et Ecolo-Groen, sans que cette modification du règlement doive être mise en œuvre, mais ils devraient alors bien sûr renoncer à un poste au sein de ce Bureau.

Nous pouvons prononcer de belles paroles telles que renouveau politique et démocratique, nouvelle culture politique, rétablissement de la confiance, la politique en tant que force positive, mais pour nous, cette modification du règlement n’a rien à voir avec cela. Ces belles paroles sont des slogans creux. C’est la raison pour laquelle nous ne soutiendrons absolument pas cette proposition de modification du règlement.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Vandaag wijst de Senaat een nieuwe voorzitter aan. In de eerste plaats wil ik mevrouw Laruelle heel uitdrukkelijk bedanken voor de heel goede samenwerking met de verschillende fracties in het voorbije jaar. Ik denk dat die op een correcte en goede manier is verlopen.

Reeds lang behoort de benoeming van de voorzitter van de Senaat tot het onderhandelingspakket van een nieuwe regering. Ook bij de vorming van de nieuwe paars-groene Vivaldi-regering maakte het voorzitterschap van de Senaat deel uit van de verdeling van de portefeuilles. Ik heb vernomen dat het voorzitterschap van deze assemblee als laatste ter sprake komt en bij de verdeling van de mandaten een half punt waard is, wat toch iets minder is dan het voorzitterschap van de Kamer.

De paars-groene Vivaldi-partijen hebben dit dus onderling zo overeengekomen. In de media is al lang en breed aangekondigd dat een nieuwe kandidaat-voorzitter zal worden voorgedragen. Zij is inderdaad jong, maakt nog niet zo lang deel uit van het Vlaams Parlement en is aangewezen als deelstaatsenator. Dat is inderdaad vernieuwend voor deze Senaat, waar de functie van voorzitter traditioneel naar een oudgediende gaat.

De kandidaat die straks zal worden voorgedragen gaf meteen aan dat de Senaat moet worden vernieuwd. Voor dat idee is de N‑VA‑fractie absoluut gewonnen. Wij denken dan ook dat we met de nieuwe voorzitter zeer goed zullen kunnen samenwerken, net zoals we dat met de uittredende voorzitter hebben gedaan. Wij zijn absoluut gewonnen voor de vernieuwing, de verandering en wat ons betreft de afschaffing van de Senaat. Deze opmerking is niet gericht tegen de kandidaat-voorzitter, mevrouw D’Hose. In de media las ik immers de volgende interessante passage: “Een efficiënter België start met een efficiënte Senaat. Ik zal meteen aan de slag gaan met de werking ervan tegen het licht te houden en een hervormingstraject uit te tekenen, uiteraard met respect voor de waardevolle rol die het huidige personeel van de Senaat vervult”. Ook heb ik gelezen: “Het toont dat het hen menens is met de nieuwe politieke cultuur. Ik kijk ernaar uit om aan mijn nieuwe taak te beginnen. Ik ga uiteraard wel meer doen dan de debatten leiden. Ook het hervormen van de Senaat staat op de agenda”.

Het zal u niet verbazen dat een hervorming van de Senaat mijn fractie als muziek in de oren klinkt. Voor alle duidelijkheid: ook voor ons moet dit gebeuren met eerbied voor het waardevolle personeel dat ons hier uitstekend bijstaat. Dit wil ik bij de opening van dit nieuwe parlementaire jaar heel uitdrukkelijk vermelden: onze kritiek op het bestaan van deze Senaat als politieke instelling in de huidige vorm is geen kritiek op de diensten en het waardevolle personeel.

In het paars-groene Vivaldi-akkoord lezen we de volgende passage over de politieke, democratische vernieuwing: “De regering wil het vertrouwen in politiek als positieve kracht versterken door van democratische vernieuwing een prioriteit te maken”. Hierin kunnen we de nieuwe regering zelfs bijtreden. Ik denk dat het vertrouwen van de burger in de politiek op dit moment niet groot is.

Om alle redenen die ik zonet heb opgesomd, val ik van mijn stoel van verbazing. Vertrouwen in de politiek herstellen, democratische vernieuwing, hervorming, het klinkt allemaal goed, maar als het erop aankomt, zien we hier een vorm van postjespakkerij. Hier ligt namelijk een reglementswijziging voor die nodig is om aan de zevende partij in deze assemblee het voorzitterschap toe te kennen. Wij gaan het reglement dus niet wijzigen om het systeem efficiënter te maken, om het vertrouwen van de burger in de politiek te vergroten. Neen, we doen dit om de zevende partij in deze assemblee het meest begeerde postje in deze assemblee te geven.

Men was namelijk bij de verdeling onder de paars-groene Vivaldi-coalitie even vergeten dat dit niet kon volgens het huidige reglement. De huidige regels bepalen dat er vijf leden overeenkomstig de evenredigheid, overeenkomstig hoe de mensen hebben gestemd, het Bureau samenstellen. Dat waren de regels die voor iedereen golden.

Wat stellen wij met deze reglementswijziging, met dit voorstel van de heer Anciaux vast? Er zal in het Bureau een extra postje worden gecreëerd.

Het paars-groene Vivaldi kan mevrouw D’Hose nochtans straks eigenlijk perfect voordragen. Dat kan de MR‑fractie, dat kan de PS, dat kan Ecolo-Groen doen, zonder dat we deze reglementswijziging moeten doorvoeren, maar dan is er natuurlijk een postje, een mandaat minder in dit Bureau.

We kunnen mooie woorden in de mond nemen, zoals politieke, democratische vernieuwing, een nieuwe politieke cultuur, het vertrouwen herstellen, de politiek als positieve kracht, maar voor ons heeft deze reglementswijziging daarmee niets te maken. Die mooie woorden zijn allemaal holle slogans. Daarom zullen wij deze reglementswijziging absoluut niet steunen.

 

M. Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). – Les partis autoproclamés démocratiques ont déjà bafoué la démocratie de ce pays à de nombreuses reprises et ils veulent le faire à nouveau aujourd’hui. Ainsi, dans le cadre de la formation du gouvernement, il a été convenu lors de la répartition des postes ministériels que la présidence du Sénat devait et allait revenir à l’Open Vld. Il s’agissait de respecter les équilibres trouvés lors de la pêche aux mandats disponibles à l’occasion de la formation du gouvernement. Actuellement, l’Open Vld n’est que le septième parti de ce parlement par ordre de grandeur, soit une place qui, d’un point de vue démocratique, ne permet pas vraiment de revendiquer la présidence d’un parlement. En des temps plus démocratiques, on ne pouvait s’imaginer qu’un parti nain ne représentant qu’une infime partie de l’électorat puisse occuper la présidence de ce parlement. Voilà pourquoi un problème se pose aujourd’hui au niveau du règlement et c’est une première dans l’histoire du Sénat. Pour réussir malgré tout à imposer cette présidence, on veut maintenant recourir à la hâte à des artifices. M. Anciaux peut certes affirmer qu’il a rédigé cette proposition de modification du règlement in tempore non suspecto, ce qui est vrai en l’occurrence, mais le fait est que l’on pousse maintenant le Bureau et l’assemblée plénière du Sénat à examiner cette proposition en toute hâte pour respecter les accords conclus par les partis au pouvoir lors de la formation du gouvernement, selon la bonne vieille culture politique caractérisée par les discussions d’alcôves et la recherche du profit personnel.

Que ce soit clair, Mme D’Hose, je ne vous vise pas vous personnellement, mais c’est une question de principe. La question que je pose aux partis du gouvernement est la suivante : vous rendez-vous bien compte de ce que vous êtes en train de faire ? L’une des pierres angulaires de notre démocratie est la fameuse séparation des pouvoirs, en vertu de laquelle il est essentiel de garantir l’indépendance des pouvoirs exécutif, législatif et judiciaire. En recourant à ce subterfuge – comme vous le faites d’ailleurs depuis de nombreuses années – vous subordonnez le parlement au pouvoir exécutif en ce qui concerne sa présidence, dont l’attribution se retrouve intégrée dans la répartition des postes ministériels. Il ne peut en aller de la sorte dans une démocratie saine. Dans une démocratie saine, le parlement est indépendant du pouvoir exécutif. Ce principe n’est pas seulement théorique, il découle du fait que le pouvoir législatif est chargé de contrôler le pouvoir exécutif. Le président du parlement est, pour ainsi dire, investi d’une mission sacrée : défendre les prérogatives du parlement et des parlementaires vis-à-vis du pouvoir exécutif. Mais comment le président peut-il accomplir sa tâche s’il est redevable au pouvoir exécutif et s’il est issu des mêmes cénacles qui constituent le pouvoir exécutif ? Comment un parlement peut-il mener à bien sa mission si son président ou sa présidente a été désigné(e) par ce même pouvoir exécutif pour lui servir de chien de garde, lequel ne choisirait pas le camp du parlement mais celui du pouvoir exécutif aux moments décisifs ? Nous connaissons tous la réponse à ces questions, en théorie comme en pratique : c’est impossible. Dans une démocratie saine, le président d’un parlement ne devrait pas, par principe, être le jouet des partis au gouvernement dans le cadre de leurs petits arrangements. Dans une démocratie saine, le président d’un parlement devrait idéalement être désigné dans les rangs de l’opposition, ce qui garantirait qu’il ne joue pas la carte de la majorité gouvernementale à des moments cruciaux, mais qu’il préserve les prérogatives et l’indépendance du parlement vis-à-vis des prétentions du pouvoir exécutif.

Ce n’est qu’ainsi que l’on pourrait véritablement garantir que le parlement, au niveau de sa présidence, puisse exercer sa mission de contrôle à l’égard du pouvoir exécutif de façon optimale. À nos yeux, il est donc préférable que la présidence de ce parlement revienne à la N‑VA, qui est non seulement le plus grand parti d’opposition mais aussi le plus grand parti tout court à l’heure actuelle.

Au cours des dernières décennies, la particratie a déjà amoindri considérablement l’importance des différents parlements et les partis traditionnels franchissent une nouvelle étape aujourd’hui par opportunisme pur et simple. Ils voient leur base électorale fondre progressivement comme neige au soleil, si bien que certains de ces partis n’entrent plus en ligne de compte pour présider cette assemblée en vertu du règlement actuel. Ils considèrent manifestement eux-mêmes que cette évolution ne peut plus être arrêtée – ce qui semble correspondre à la réalité – et veulent, par cette manœuvre, conserver leurs chances intactes de revendiquer la présidence de cette assemblée au mépris total du principe de la représentation proportionnelle.

Où était M. Anciaux lorsque non pas les partis traditionnels, mais les nouvelles formations politiques ne pouvaient occuper la présidence en raison de leur taille limitée ? Ce n’était pas sa préoccupation, contrairement à aujourd’hui.

Chers collègues, la proposition à l’examen tend à renforcer encore davantage la particratie dans ce pays et représente à merveille l’ancienne culture politique au service des propres intérêts des partis. Vous ne serez donc pas surpris que nous ne souhaitions pas participer à cette évolution et que nous votions contre cette modification du règlement avec un grand enthousiasme.

De heer Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). – Er is door de zelfbenoemde democratische partijen al veel gesold met de democratie in dit land, en vandaag willen ze daar nog een nieuw hoofdstuk aan toevoegen. Zo is in het kader van de regeringsvorming bij de verdeling van de ministerposten afgesproken dat het voorzitterschap van de Senaat naar Open Vld moet en zal gaan, kwestie van de verhoudingen te respecteren die werden afgesproken bij het graaien in de grabbelton van mandaten die beschikbaar werden bij de regeringsvorming. Nu is die Open Vld in rangorde van grootte in dit Parlement slechts de zevende partij, in democratisch opzicht niet echt een positie om het voorzitterschap van een parlement te kunnen opeisen. In betere democratische tijden kon men zich niet voorstellen dat een dwergpartij die maar een heel bescheiden deel van het electoraat vertegenwoordigt, het voorzitterschap zou bezetten in dit parlement. Daardoor rijst nu een reglementair probleem. Dit is een unicum in de geschiedenis van deze Senaat. Om dat voorzitterschap toch te kunnen doordrukken wil men hier snel een aantal kunstgrepen doorvoeren. De heer Anciaux mag wel beweren dat hij dit voorstel van wijziging van het reglement in tempore non suspecto heeft opgesteld, wat ook zo is, het feit is dat men dit nu snel door het Bureau en door deze plenaire vergadering jaagt in het kader van de afspraken die de machtspartijen bij de regeringsvorming hebben gemaakt, geheel volgens de aloude politieke cultuur die gekenmerkt wordt door duistere achterkamerpolitiek en pure zelfbediening.

Voor alle duidelijkheid, mevrouw D’Hose, het gaat mij niet om uw persoon zelf, maar om het principe. Mijn vraag aan de regeringspartijen is: beseffen jullie wel waar jullie mee bezig zijn? Een hoeksteen van onze democratie is de ons welbekende scheiding der machten, waarbij het essentieel is dat de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht onafhankelijk van elkaar kunnen werken. Wat jullie met deze kunstgreep doen, en de facto al vele jaren doen, is het parlement, wat zijn voorzitterschap betreft, ondergeschikt maken aan de uitvoerende macht door de toekenning van het voorzitterschap in te schakelen bij de verdeling van de ministerposten. Zo hoort het niet in een gezonde democratie. In een gezonde democratie is het parlement onafhankelijk van de uitvoerende macht. Dat is niet alleen theorie, maar is ingegeven door het feit dat de wetgevende macht de taak heeft om de uitvoerende macht te controleren. De voorzitter van het parlement heeft bij wijze van spreken de heilige opdracht om de prerogatieven van het parlement en van de parlementsleden te verdedigen tegenover de uitvoerende macht. Maar hoe kan de voorzitter dat doen als hij of zij schatplichtig is aan deze uitvoerende macht? Hoe kan de voorzitter dat doen als hij of zij uit dezelfde cenakels komt als die die de uitvoerende macht bemannen? Hoe kan een parlement deze taak naar behoren vervullen als het hoofd van de instelling door diezelfde uitvoerende macht als een waakhond werd aangeduid om op momenten waar het er echt toe doet, niet de kant van het parlement te kiezen, maar wel die van de uitvoerende macht? We kennen allemaal het antwoord op deze vragen, zowel in theorie als in de praktijk: dat kan niet, neen. In een gezonde democratie had de voorzitter van een parlement per definitie niet de speelbal mogen zijn van het gekonkelfoes tussen de regeringspartijen. In een gezonde democratie zou de voorzitter van een parlement idealiter uit de oppositie moeten worden aangeduid, want dat is de garantie dat die niet de kaart van de regeringsmeerderheid zal trekken op cruciale momenten, maar wel de prerogatieven en de onafhankelijkheid van het parlement zal verzekeren tegenover de machtsaanspraken van de uitvoerende macht.

Dat is de enige echte waarborg wat het voorzitterschap betreft, dat het parlement zijn controlerende taak ten aanzien van de uitvoerende macht optimaal kan vervullen. Wat ons betreft, gaat het voorzitterschap van dit parlement dan ook best naar N‑VA, dat niet alleen de grootste oppositiepartij is, maar op dit moment ook de grootste partij zonder meer.

De particratie heeft de jongste decennia de betekenis van de diverse parlementen al fors uitgehold. Vandaag voegen de traditionele partijen daar om platte opportuniteitsredenen een hoofdstukje aan toe. Zij zien hun electorale aanhang steevast smelten als sneeuw voor de zon, met als resultaat dat een aantal van hen met de huidige regelgeving niet meer in aanmerking komt voor het voorzitterschap van deze assemblee. Blijkbaar gaan zij er zelf vanuit dat dit een niet meer te stuiten ontwikkeling is – dat zou wel eens kunnen stroken met de waarheid – en willen zij met dit manoeuvre de kansen gaaf houden om wars van elke evenredige vertegenwoordiging het voorzitterschap van deze assemblee te claimen.

Waar was de heer Anciaux toen niet de traditionele partijen, maar nieuwe politieke formaties door hun beperkte omvang het voorzitterschap niet konden waarnemen? In tegenstelling tot nu, was dit toen zijn zorg niet.

Collega’s, wat hier wordt voorgesteld staat in het teken van de verdere versterking van de particratie in dit land en is een fraai staaltje van de oude politieke cultuur en politieke zelfbediening. Het zal u dan ook niet verwonderen dat wij aan deze evolutie niet wensen mee te werken en dat wij met veel enthousiasme tegen deze wijziging van het reglement zullen stemmen.

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – J’aborderai uniquement le règlement et sa modification, puisque c’est le sujet du point inscrit à l’ordre du jour.

Je prends la parole, parce que des choses sensées viennent d’être dites. J’ai effectivement déposé ma proposition in tempore non suspecto, non seulement au cours de la présente législature mais aussi de la précédente. J’ai également soumis ma proposition au vote du Bureau. Elle n’a pas été adoptée, parce qu’une grande majorité de partis n’y étaient pas favorables à l’époque. Ma proposition était dictée purement et simplement par un réflexe démocratique. Le parlement doit décider lui-même qui sera son président. Contrairement à ce qui est prévu dans les règlements de la Chambre et du Parlement flamand…

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Ik zal het enkel over het reglement en de wijziging ervan hebben, want dat staat nu op onze agenda.

Ik neem het woord omdat er daarnet zinnige zaken zijn gezegd. Ik heb mijn voorstel inderdaad in tempore non suspecto ingediend, niet alleen in de huidige legislatuur, maar ook in de vorige. Ik heb mijn voorstel ook ter stemming aan het Bureau voorgelegd. Het werd niet aangenomen, omdat veruit de meeste partijen er toen geen voorstander van waren. Mijn voorstel is puur en alleen ingegeven door een democratische reflex. Het parlement moet zelf beslissen wie voorzitter wordt. In tegenstelling tot de reglementen van de Kamer, van het Vlaams Parlement…

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – M. Anciaux, croyez-vous vraiment vous-même que le parlement décide qui sera son président ? Que le Sénat décide qui le préside ?

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Mijnheer Anciaux, gelooft u nu echt zelf dat het parlement beslist wie voorzitter wordt? Dat de Senaat beslist wie voorzitter wordt?

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Je n’ai pas encore terminé mon intervention.

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Ik ben nog niet uitgepraat.

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Est-il possible qu’un petit cercle de présidents de parti ait conclu cet accord ? Dans le cas contraire, il y aurait au Sénat certainement plus de candidats à la présidence et d’autres majorités pourraient être trouvées. Appelons un chat un chat : un petit cercle, et non cette assemblée, a décidé qui pourrait être président.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Zou het niet kunnen dat een klein kransje van partijvoorzitters die afspraak maakt? Hier in de Senaat zullen er vast wel meer kandidaten zijn om voorzitter te worden en kunnen er andere meerderheden worden gevormd. Laten we een kat een kat noemen: een klein kransje, en niet deze assemblee, heeft beslist wie er voorzitter kan worden.

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Votre réaction est prématurée. Un peu de patience, je vais tout de suite répondre à vos interrogations.

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Uw woorden zijn nog niet op hun plaats. Wacht even, ik zal daar onmiddellijk op antwoorden.

 

M. Stijn Bex (Ecolo-Groen). – J’ai une petite question à poser à M. Vanlouwe, qui nous fait la leçon. Je me demande comment cela se passe lorsque la N‑VA forme un gouvernement. Comment s’est déroulée la désignation des présidents du Sénat et de la Chambre en 2014 ? Et celle du président du Parlement flamand au cours de la présente législature ?

De heer Stijn Bex (Ecolo-Groen). – Ik heb een korte vraag aan de heer Vanlouwe, die ons hier de levieten komt lezen. Ik vraag me af hoe dat gaat wanneer de N‑VA een regering vormt. Hoe verliep de aanstelling van de voorzitters van Senaat en Kamer in 2014? Hoe ging dat met de voorzitter van het Vlaams Parlement in de huidige legislatuur?

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – En tout cas, nous n’avons pas dû modifier le règlement à cet effet. Le président a été désigné sur la base des règles en vigueur. Aujourd’hui, il est nécessaire d’adopter rapidement une modification du règlement, c’est toute la différence. Qui parle sans arrêt de renouveau politique et de changement ?

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – We hebben daar alleszins geen reglement voor moeten wijzigen. De voorzitter is aangewezen op basis van de geldende regels. Hier is daarvoor een snelle reglementswijziging nodig. Dat is het fundamentele verschil. Wie heeft er de mond vol van politieke vernieuwing en verandering?

 

M. Stijn Bex (Ecolo-Groen). – Combien de points a obtenus M. Siegfried Bracke ?

De heer Stijn Bex (Ecolo-Groen). – Hoeveel punten haalde Siegfried Bracke?

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Je suis absolument convaincu qu’un règlement doit faire en sorte que le parlement puisse faire son choix lui-même. J’ai déposé ma proposition lors de la législature précédente et M. Vanlouwe, notamment, y était opposé à l’époque. Il ne fallait pas élire de nouveau président à ce moment. La présidente, Mme Defraigne, venait d’être remplacée par M. Jacques Brotchi. Ma proposition a ensuite été examinée au sein du Bureau. M. Vanlouwe y était farouchement opposé, tout simplement parce qu’il se faisait qu’il appartenait à l’un des grands partis bénéficiant à l’époque des cinq premiers coefficients utiles du système D’Hondt. Son opposition n’avait rien à voir avec le contenu de la proposition, mais témoignait uniquement d’un intérêt personnel.

J’ai déposé à nouveau ma proposition le 3 octobre 2019. À l’époque aussi, le président du Sénat avait déjà été désigné. Je disais déjà alors à qui voulait bien lire la proposition que j’étais convaincu que le Sénat devait avoir le droit de choisir un président parmi l’ensemble de ses membres et pas seulement parmi les membres d’un cercle restreint de partis qui ne représentent même pas nécessairement la moitié du nombre de mandats.

J’ai donc rédigé une proposition qui est totalement en phase avec les règles appliquées à la Chambre, au Parlement flamand, au Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, au Parlement de la Communauté française, au Parlement de la Communauté germanophone, et probablement dans la majorité des parlements des pays démocratiques. Et, je le répète : la proposition a été déposée in tempore non suspecto.

Il est sans doute utile de la commenter quelque peu. Par le passé, un président ne pouvait être désigné que parmi les quatre plus grands partis ou les quatre plus grands groupes du parlement. Si la proposition à l’examen est adoptée – ce qui semble acquis pour M. Vanlouwe –, il sera possible à l’avenir d’opérer un choix parmi l’ensemble des sénateurs appartenant aux groupes représentés dans les commissions permanentes. En d’autres termes, 58 sénateurs sur 60 pourront être candidats à la présidence, les deux membres du cdH ne pouvant malheureusement pas se porter candidats puisque leur groupe n’est pas représenté dans les commissions permanentes. J’en ai discuté avec eux. La procédure à suivre pour adapter la composition et le quota de voix au sein du Bureau s’est toutefois révélée d’une telle complexité qu’ils ont eux-mêmes indiqué s’en tenir à la situation actuelle.

Quoi qu’il en soit, la marge de choix sera considérablement élargie. C’est l’objectif poursuivi par la proposition, qui vise également au maintien de la représentation proportionnelle au sein du Bureau. Celui-ci est une composante essentielle de notre assemblée, chargé de prendre des décisions importantes en vue de l’assemblée plénière. Même si les règles de composition étaient différentes, les rapports de force devraient quand même être respectés. En d’autres termes, le droit de vote doit être plus ou moins proportionnel au poids respectif des différentes groupes au sein de l’assemblée plénière.

Mon exposé est peut-être un peu long, mais quand je parle d’un sujet qui me tient à cœur, j’ai du mal à m’arrêter. J’ai cette conviction qu’un parlement doit avoir une liberté absolue dans le choix de son président/sa présidente. C’est une position que je défends depuis des années, que je sois dans la majorité ou dans l’opposition. Chaque parlement doit pouvoir choisir son président/sa présidente en toute indépendance. Par le passé, j’aurais précisé qu’il me semble préférable que la fonction soit assurée par un membre de l’opposition pour que les droits de la minorité soient mieux garantis. Dans mon esprit, démocratie rime en effet très souvent aves droits de la minorité.

La situation est délicate en ce qui concerne le Sénat. J’ai entendu M. Vanlouwe affirmer hier que le Sénat est le parlement des entités fédérées et que la majorité fédérale n’a par conséquent rien à dire. Cette position me réjouit par ailleurs, car M. Vanlouwe avait une tout autre vision lors de la législature précédente. Il est toutefois vrai que le Sénat est par excellence une assemblée qui ne doit pas nécessairement abriter une majorité et une opposition. En soi, je ne trouve rien de choquant à ce qu’une présidence fasse l’objet d’accords entre groupes ou partis, mais l’initiative devrait venir, selon moi, du parlement.

Je lis dans l’accord de gouvernement fédéral que la diminution du poids de la particratie est un objectif important de la nouvelle majorité. Je m’en réjouis, car je suis convaincu que la particratie contribue à restreindre le pouvoir du parlement.

Mais ce qui limite encore davantage le pouvoir du parlement, c’est…

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Het is mijn absolute overtuiging dat een reglement ervoor moet zorgen dat het parlement zelf zijn keuze kan maken. Ik heb mijn voorstel tijdens de vorige legislatuur ingediend en onder meer de heer Vanlouwe was er toen tegen. Er moest op dat moment geen nieuwe voorzitter worden verkozen. Voorzitster Defraigne was net vervangen door Jacques Brotchi. Later is mijn voorstel in het Bureau ter sprake gekomen. De heer Vanlouwe was een groot tegenstander, louter en alleen omdat hij toevallig tot de grote partijen behoorde die toen in de eerste vijf nuttige coëfficiënten van het systeem-D’Hondt vielen. Dat had niets met de inhoud van het voorstel te maken, maar alleen met eigenbelang.

Ik heb het voorstel opnieuw ingediend op 3 oktober 2019. Ook toen was de voorzitter van de Senaat al aangewezen. Opnieuw heb ik al wie het wilde lezen, gezegd dat ik ervan overtuigd ben dat de Senaat het recht moet hebben een voorzitter te kiezen uit alle leden en niet alleen uit dat ene beperkte kransje partijen dat niet eens noodzakelijk de helft van het aantal mandaten vertegenwoordigt.

Ik heb dus een voorstel gedaan dat eigenlijk in overeenstemming is met de regels die gelden in de Kamer, het Vlaams Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, het Parlement van de Franse Gemeenschap, het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en wellicht in de meeste parlementen in democratische landen. Nogmaals, dit voorstel is ingediend in tempore non suspecto.

Misschien moet ik dit kort even toelichten. Vroeger kon enkel een voorzitter worden verkozen uit de vier grootste partijen of de vier grootste fracties in het parlement. Als het voorliggende voorstel wordt aangenomen – en de heer Vanlouwe is daarvan blijkbaar overtuigd – zal in de toekomst een keuze worden gemaakt uit alle parlementsleden die behoren tot fracties die vertegenwoordigd zijn in de vaste commissies. Dat wil zeggen dat 58 van de 60 senatoren kandidaat kunnen zijn voor het voorzitterschap. Jammer genoeg kunnen de twee leden van cdH zich geen kandidaat stellen omdat hun fractie niet vertegenwoordigd is in de vaste commissies. Ik heb het daarover met hen gehad. De procedure om de samenstelling en de stemquota in het Bureau aan te passen werd echter dermate ingewikkeld dat zij zelf ook hebben aangegeven om het zo te laten.

De keuzemogelijkheid wordt alleszins fors verruimd. Dat is de doelstelling van het voorstel en die is gekoppeld aan het bewaren van de evenredige vertegenwoordiging binnen het Bureau. Het Bureau is een belangrijk onderdeel van deze assemblee, dat belangrijke beslissingen ten aanzien van de plenaire vergadering neemt. Mocht het op een andere manier worden samengesteld, dan moeten de verhoudingen desalniettemin worden gerespecteerd. Met andere woorden, het stemrecht moet min of meer evenredig zijn met de grootte van de verschillende fracties in de plenaire vergadering.

Mijn betoog is misschien wat lang, maar als ik spreek over iets wat me na aan het hart ligt, kan ik moeilijk stoppen. Ik ben ervan overtuigd dat een parlement de absolute vrijheid moet hebben in de keuze van zijn of haar voorzitter. Ik bepleit dit al veel jaren, ongeacht of ik in de meerderheid of de oppositie zit. Elk parlement moet in volle onafhankelijkheid zijn of haar voorzitter kunnen kiezen. Vroeger zou ik hebben gezegd dat het mij beter lijkt dat de functie toekomt aan een lid van de oppositie omdat de rechten van de minderheid zo beter zouden worden gewaarborgd. Democratie gaat volgens mij immers zeer vaak over de rechten van de minderheid.

Wat de Senaat betreft is dat op zich een moeilijke situatie. Gisteren hoorde ik de heer Vanlouwe zeggen dat de Senaat het parlement van de deelstaten is en dat bijgevolg de federale meerderheid niets te zeggen heeft. Ik ben blij met dat inzicht want tijdens de vorige legislatuur had de heer Vanlouwe een totaal andere zienswijze. Het klopt echter wel: bij uitstek in de Senaat hoeft er niet noodzakelijk een meerderheid en een minderheid zijn. Dat rond een voorzitterschap afspraken worden gemaakt tussen fracties of partijen, vind ik op zich niet erg. Het initiatief zou volgens mij echter wel vanuit het parlement moeten komen.

Ik lees in het federale regeerakkoord dat de vermindering van de particratie een belangrijke doelstelling van de nieuwe meerderheid is. Ik ben daar blij mee omdat ik ervan overtuigd ben dat particratie mee de kracht van het parlement beknot.

Wat echter nog meer de kracht van het parlement beknot, dat is…

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Monsieur Anciaux, ce sont de très belles paroles. Vous dites qu’il faut s’attaquer à la particratie…

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Mijnheer Anciaux, u gebruikt echt wel heel mooie woorden. U zegt dat de particratie moet worden aangepakt…

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Vous ne les trouverez peut-être pas toujours belles, car votre parti est également un grand parti.

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Ik weet niet of u dat altijd mooi zal blijven vinden. Ook uw partij is een grote partij.

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Vous dites qu’il faut s’attaquer à la particratie. Je m’étonne de lire dans votre proposition : « Si le président n’appartient pas à un groupe politique auquel un des mandats énoncés à l’article 7, alinéa 1er, 1º, serait attribué suivant le système de la représentation proportionnelle, un troisième membre du Bureau est adjoint au Bureau. » Cela reviendrait à élargir le Bureau à un autre parti. En l’occurrence, un parti supplémentaire sera représenté. Vous affirmez être opposé à la particratie, qui détermine les règles de composition. Pourtant votre règlement fera en sorte qu’un mandat supplémentaire soit créé pour un parti qui est à présent trop petit pour entrer en ligne de compte.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – U zegt: “De particratie moet aangepakt worden”. Wat mij verwondert, is dat in uw voorstel staat: “Indien de voorzitter niet behoort tot een fractie waaraan met inachtneming van de evenredige vertegenwoordiging een van de in artikel 7, eerste lid, 1º, vermelde mandaten zou worden toegekend, wordt het Bureau met een derde bureaulid uitgebreid”. Lees dus: “… met een andere partij uitgebreid”, wat hier dus nu van toepassing is. Er zal een partij bijkomen. U zegt dat u tegen de particratie bent, die bepaalt hoe de samenstelling is. In uw reglement gaat u er wel voor zorgen dat er een mandaat wordt bij gecreëerd voor een partij, omdat ze nu te klein is om in aanmerking te komen.

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Ce n’est pas ça. Vous n’avez pas compris, mais ce n’est pas grave.

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Neen, neen. U hebt het niet begrepen, maar dat is niet zo erg.

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Vous nous dites que les partis de la majorité déclarent dans l’accord de gouvernement leur volonté de s’attaquer à la particratie. Or, la première chose que nous voyons, c’est la création d’un mandat supplémentaire pour un parti qui n’entrerait normalement pas en ligne de compte, selon les règles qui ont existé pendant des années.

Je constate également que le gouvernement Vivaldi doit avoir sept vice-premiers ministres, soit trois de plus que le précédent gouvernement, parce que la particratie doit jouer précisément. Il faut que chaque parti ait un vice-premier ministre. Le nouveau gouvernement compte davantage de cabinettards et compte également deux membres de plus que le gouvernement Michel.

Vous avez beau nous servir des paroles aussi belles que creuses en affirmant que l’on va s’attaquer à la particratie pour que le parlement puisse décider de son président, votre proposition et ce que nous voyons maintenant dans la pratique sont en parfaite contradiction avec le renouveau politique annoncé dans les médias et dans l’accord de gouvernement. Vous n’êtes pas du tout crédible.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – U zegt: “In het regeerakkoord willen we die particratie aanpakken.” We zien nu als eerste voorbeeld dat er een mandaat wordt bij gecreëerd voor één partij die normaal niet in aanmerking komt volgens de regels die gedurende jaren bestaan hebben.

Ik stel ook vast dat deze Vivaldi-regering zeven vicepremiers moet hebben. Dat zijn er drie meer dan in de vorige regering, omdat die particratie moet spelen. Elke partij moet een vicepremier hebben. Deze regering heeft meer ‘cabinetards’ en er zijn ook twee leden meer in deze regering dan in de regering Michel.

Wanneer u nu met mooie, maar holle woorden zwaait en zegt dat men de particratie gaat aanpakken, zodat het parlement kan bepalen wie voorzitter wordt, dan staat uw voorstel en wat we nu in de praktijk zien haaks op de politieke vernieuwing die zo wordt verkondigd in de media, in het regeerakkoord. En dan bent u absoluut niet geloofwaardig.

 

M. Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). – M. Anciaux se présente comme le grand défenseur du renforcement de la démocratie. Il estime notamment que tout le monde au sein de cette assemblée devrait pouvoir devenir président du Sénat. Il se profile également comme un défenseur des minorités, des petits groupes au sein du Sénat, en pensant probablement aussi au sp.a qui en fait désormais partie. Je me demande où était son grand élan démocratique lorsque la question de la présidence des commissions a été abordée en début de législature.

Monsieur Anciaux, vous avez alors été le premier à tenter de priver le deuxième plus grand parti du pays, le Vlaams Belang, de ce qui lui revenait de droit sur la base des règles relatives à la représentation proportionnelle. Vous avez alors été en tête des initiatives pour écarter partout le Vlaams Belang. Et il ne s’agissait même pas de règles spéciales. En fait, vous avez tout simplement foulé aux pieds les usages de cette assemblée.

Le profil de grand démocrate que vous voulez à présent adopter est dès lors non seulement dénué de toute crédibilité, mais il tient carrément de l’hypocrisie. Le simple fait que votre proposition soit débattue aujourd’hui, lors de cette séance d’ouverture, est la plus belle manifestation d’un « libre-service » politique. Et vous êtes le volontaire désigné pour venir défendre, à coup de paroles creuses, des principes que vous foulez aux pieds jour après jour dans la pratique au Sénat.

De heer Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). – De heer Anciaux presenteert zich als de grote voorvechter van meer democratie en hij vindt onder meer dat iedereen in deze assemblee voorzitter moet kunnen worden van de Senaat. Hij komt op voor de belangen van minderheden, van kleine fracties in de Senaat. Waarschijnlijk bedoelt hij ook de sp.a-fractie, die daar ook bij gerekend kan worden. Ik vraag mij af waar zijn grote democratische reflex was toen het in het begin van deze zittingperiode ging over het voorzitterschap van de commissies.

Mijnheer Anciaux, u was toen de grote initiatiefnemer om de op één na grootste partij van dit land, het Vlaams Belang, te ontzeggen wat haar rechtmatig toekwam op basis van de regels inzake evenredige vertegenwoordiging. Toen was u de grote initiatiefnemer om het Vlaams Belang overal uit te houden. Het was zelfs geen kwestie van speciale regels. U hebt toen de geplogenheden van deze assemblee met de voeten getreden.

Als u zich nu opwerpt als de grote democraat, dan is dat niet alleen ongeloofwaardig, het is ronduit hypocriet. Het feit alleen dat uw voorstel hier vandaag in deze openingszitting wordt besproken, is het mooiste voorbeeld van politieke zelfbediening. U bent de Chinese vrijwilliger die dat hier mag komen verdedigen met holle woorden, waar u in de praktijk in de Senaat elke dag opnieuw tegen zondigt.

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Je vais conclure. Libre à vous de dire que j’utilise des slogans creux, que je suis hypocrite ou tout ce que vous voulez encore. À notre époque, beaucoup usent et abusent à l’envi de la sagesse et de la vérité. J’ai le sentiment que d’aucuns ici marchent clairement dans les pas de Trump.

Vous pouvez me reprocher ce que vous voulez. Je n’ai jamais foulé aux pieds les droits d’aucun parti, mais j’estime, d’une part, que le système D’Hondt n’est pas un système véritablement démocratique et, d’autre part, que les réunions de commissions peuvent être présidées par la personne désignée par la commission concernée. Simplement vous n’avez trouvé dans aucune commission une majorité pour vos candidats, et je m’en réjouis d’ailleurs.

Je vais conclure. Le règlement ne constitue pas un renforcement des partis politiques. Il vise à ce que la proportionnalité qui existe au sein de l’assemblée plénière soit conservée au Bureau. C’est ce que nous avons fait, en veillant également à ce que chaque groupe ait un représentant au Bureau. Tous les représentants n’ont pas une voix délibérative, mais ils peuvent au moins être entendus, ce qui est une bonne chose. Le président du Sénat, quel que soit son parti, me semble être alors en quelque sorte asexué politiquement car il ne peut pas défendre les intérêts d’un groupe. C’est pourquoi je trouve normal que le président de son groupe soit également représenté au Bureau. Que cela soit vu d’un bon œil ou non, je me réjouis en tout cas que l’on fasse un pas en direction d’un règlement qui permettra à l’avenir au Sénat de choisir son président parmi l’ensemble de ses membres et c’est la seule chose qui est importante à mes yeux dans ce règlement.

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Ik rond af. Men kan zeggen dat ik holle slogans vertolk, dat ik hypocriet ben, of wat dan ook. Tegenwoordig wordt de wijsheid en de waarheid door velen gebruikt en misbruikt. Ik heb het gevoel dat Trump hier duidelijk navolgers heeft.

U kan mij verwijten wat u wil, ik heb nooit de rechten van om het even welke partij met de voeten getreden, maar ik vind wel dat het systeem-D’Hondt geen echt democratisch systeem is, en dat de commissievergaderingen voorgezeten mogen worden door diegene die door de commissie verkozen wordt. Maar jullie hebben nergens in een commissie een meerderheid gevonden voor uw kandidaten, en dat vind ik maar een goede zaak ook.

Ik besluit. Het reglement is helemaal geen versterking van de politieke partijen, het heeft ervoor gezorgd dat de evenredigheid van de plenaire vergadering in het Bureau behouden blijft. Dat is wat wij hebben gedaan, en wij hebben er ook voor gezorgd dat elke fractie een vertegenwoordiger heeft in het Bureau, soms zonder stemrecht, maar er kan in ieder geval naar geluisterd worden, wat een goede zaak is. De voorzitter van de Senaat wordt in mijn ogen een beetje politiek aseksueel, want die kan niet de belangen van één fractie verdedigen. Vandaar dat ik het normaal vind dat de voorzitter van die fractie ook in het Bureau vertegenwoordigd is. Of men dat nu gebruikt, misbruikt, of wat dan ook: ik ben in ieder geval blij dat wij een stap zetten naar een reglement waarmee de Senaat in de toekomst uit alle geledingen van deze plenaire vergadering zijn voorzitter kan kiezen, en dat is het enige dat ik belangrijk vind in dit reglement.

 

M. Rik Daems (Open Vld). – Madame la présidente, permettez-moi tout d’abord de vous remercier, à l’instar de mes collègues, pour votre présidence. J’apprécie beaucoup la manière dont vous l’avez exercée. Même l’opposition reconnaît que vous avez l’assumée avec brio, alors que vous n’appartenez pas au plus grand parti. Le fait de ne pas être membre du plus grand parti n’empêche donc pas d’exceller dans une fonction. Dans certains grands partis, en effet, on a tendance à dire qu’il faut nécessairement être issu de leurs rangs pour exercer correctement la présidence et que lorsqu’on est membre d’un petit parti, on n’a pas les épaules pour le faire. C’est une contre-vérité absolue et vous l’avez démontré.

Je remercie le collègue Anciaux pour sa proposition. À l’époque où il l’a soumise au Bureau, j’y étais déjà favorable. Il n’est pas normal en effet que le Sénat soit limité dans le choix de son président parce que le Bureau compte un nombre restreint de membres et que le président doit être l’un d’entre eux.

Si le collègue Vanlouwe trouve inacceptable d’adjoindre un nouveau membre au Bureau, il est libre de ne pas occuper son poste. C’est aussi une solution qui s’offre à lui.

De heer Rik Daems (Open Vld). – Mevrouw de voorzitster, net zoals mijn collega’s wil ik u eerst bedanken voor uw voorzitterschap. Ik heb daarvoor alle waardering. Zelfs de oppositie beaamt dat u dat op een voortreffelijke manier hebt gedaan, ook al behoort u niet tot de grootste partij. Met andere woorden, niet tot de grootste partij behoren vormt geen beletsel om goed te zijn in wat men doet. Want die redenering hoor ik bij sommige grotere partijen: wie bij de grote partijen is, is goed, de kleintjes zijn slecht. U bent het bewijs dat dat absoluut niet klopt. Dat wordt zelfs bevestigd door de partijen die die stelling huldigen.

Ik dank collega Anciaux voor zijn voorstel. Ik was er bij toen hij het destijds op het Bureau bracht en hij zal zich herinneren dat ik een van de voorstanders was, vanuit de heel eenvoudige redenering dat het inderdaad niet correct is dat de Senaat bij zijn voorzitterskeuze wordt ingeperkt door het feit dat het Bureau een beperkt aantal leden telt en de voorzitter daaruit moet worden gekozen.

Als collega Vanlouwe vindt dat het niet kan dat er aan het Bureau een lid wordt toegevoegd, dan staat het hem vrij zijn post niet in te vullen. Dat is ook een oplossing.

 

(Protestations de M. Vanlouwe)

(Protest van de heer Vanlouwe)

 

Je concède que je le taquine un peu, mais c’est un fait.

Cela étant, l’enjeu est bien plus vaste. La proposition de notre collègue Anciaux a le mérite d’être très équilibrée. Elle préserve intégralement les rapports de force au Sénat. Et je peux en parler. Si Mme D’Hose est élue tout à l’heure, je siégerai au Bureau comme président de groupe mais sans droit de vote. Le nouveau règlement fait clairement en sorte que les rapports de force dans cette maison ne soient pas modifiés. Je ne participerai donc pas au vote, si vote il devait y avoir, car je suppose que la nouvelle présidente souhaitera que les décisions se prennent autant que possible en consensus. La proposition est équilibrée. Non seulement chaque membre du Sénat peut devenir président, mais, en plus, les résultats électoraux et, partant, les rapports de force politiques sont respectés. J’étais déjà favorable à cette proposition par le passé, contrairement à d’autres pour qui plus un parti est grand, plus il a des droits.

Permettez-moi de faire une dernière remarque. D’aucuns ont parlé ici d’hypocrisie et de partage des postes. Ce que je vais dire vous paraîtra peut-être très direct, mais j’ai davantage de respect pour ce que Guy D’haeseleer a déclaré car lui, au moins, il ne s’est encore jamais trouvé dans une situation où il pouvait distribuer des postes. Ce n’est pas votre cas, Monsieur Vanlouwe ! Quand des postes étaient disponibles, vous les avez acceptés avec beaucoup de gratitude. Je pense à la nomination de votre collègue M. Bracke comme président de la Chambre. Elle faisait partie du marchandage lors de la formation du gouvernement. Vous défendez le système quand il vous arrange mais quand il est contraire à vos intérêts, vous criez au partage de postes. Votre attitude n’est pas correcte.

Ik geef het toe, ik wilde hem wat plagen, maar het is wel waar.

Maar het gaat verder dan dat. Collega Anciaux heeft het al gezegd, dit is een zeer evenwichtig voorstel en ik dank hem daarvoor. Het behoudt de machtsverhoudingen in de Senaat volledig. Ik kan ervan meespreken. Als collega D’Hose straks verkozen wordt, dan zal ik een fractievoorzitter zonder stemrecht in het Bureau zijn. In het nieuwe reglement wordt er duidelijk voor gezorgd dat we de verhoudingen in dit huis niet wijzigen. Ik zal dan met plezier niet meestemmen, als stemmen al nodig zal zijn, want ik neem aan dat de nieuwe voorzitster erop zal toezien zoveel mogelijk bij consensus te functioneren. Het voorstel is evenwichtig. Elk lid van de Senaat kan voorzitter worden en tegelijkertijd worden de verkiezingsuitslag en dus de machtsverhoudingen in dit huis gerespecteerd. Ik was vroeger al voorstander van dit voorstel. Anderen waren er tegen, vanuit de redenering dat wie groter is, meer rechten heeft.

Nog een laatste opmerking. De woorden ‘postjes pakken’ en ‘hypocriet’ zijn al gevallen. Het is misschien cru, maar ik heb meer respect voor de woorden van Guy D’haeseleer, want hij is nog nooit in een situatie geweest waarin hij mee de posten kon verdelen. De heer Vanlouwe wel, en met heel veel dankbaarheid heeft hij die mogelijkheid ook gegrepen. De benoeming van N‑VA’er Bracke tot voorzitter van de Kamer was een onderdeel van de regeringsvorming. Daar was de heer Vanlouwe wel voorstander van, want het kwam hem goed uit. In andere gevallen spreekt hij van ‘postjespakkerij’. Dat is gewoon niet correct.

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Vous dites que cette proposition est équilibrée et qu’elle respecte le résultat des élections. Je vous rappelle que celles-ci ont eu lieu il y a déjà un an et demi. Et c’est maintenant, après tout ce temps, que vous voulez changer les règles, et au profit d’un seul parti, qui plus est !

Subitement, parce que les partis de la Vivaldi se sont mis d’accord, il faut changer des règles qui existaient déjà il y a un an. Franchement, si ces partis pensent qu’il faudrait plus de proportionnalité, comme ils le prétendent aujourd’hui, ils auraient déjà pu prendre une initiative dans ce sens il y a un an. Mon parti n’a jamais changé les règles du jeu en cours de partie. Or, c’est ce que les partis de cette majorité arc-en-ciel s’apprêtent à faire : changer les règles en cours de jeu au profit d’un seul d’entre eux. Ce n’est pas correct. Jamais mon parti n’a agi de la sorte. En tout cas, de la part d’un parti comme Ecolo-Groen qui ne cesse d’appeler au renouveau politique, on ne peut pas vraiment dire que ce soit une attitude exemplaire. Il s’agit ni plus ni moins que d’une distribution des postes en bonne et due forme. Ce que je reproche aux partis de la Vivaldi, c’est de modifier les règles au moment précis où nous sommes appelés à renouveler la composition du Bureau.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – U noemt dit een evenwichtig voorstel, met respect voor de verkiezingsuitslag. Zoals u weet, dateren de verkiezingen al van anderhalf jaar geleden. En nu zeggen jullie, anderhalf jaar later, dat men de regels moet wijzigen, en dat op maat van één partij.

Omdat er een akkoord is tussen de paars-groene Vivaldi-partijen moeten de regels die een jaar geleden al bestonden, gewijzigd worden. Als die partijen het oprecht menen dat er meer evenredigheid had moeten zijn, zoals ze nu zeggen, dan hadden ze dat een jaar geleden kunnen agenderen. Mijn partij heeft nooit de spelregels gewijzigd wanneer het spel gespeeld werd. Dat stellen wij nu vast: de spelregels worden gewijzigd op maat van één partij op basis van afspraken die gemaakt zijn binnen de paars-groene meerderheid. Dat is niet correct, en daar hebben wij als partij nooit aan meegedaan. Dat is geen voorbeeld van politieke vernieuwing waar Ecolo en Groen het altijd over hebben, dat is postjespakkerij in de ergste graad. Ik verwijt de Vivaldi-partijen dat zij dit nu doen, nu we straks een nieuw Bureau gaan samenstellen.

 

M. Rik Daems (Open Vld). – L’attribution de la présidence du Sénat s’inscrit dans le cadre de la formation du gouvernement. On ne peut le nier. Elle participe clairement à l’équilibre auquel les différents partis veulent tendre lorsqu’ils négocient un accord de gouvernement. Ces partis étaient-ils conscients de la nécessité de modifier le règlement du Sénat pour pouvoir choisir un président dans les rangs d’un parti non représenté au sein du Bureau définitif ? Pour leur avoir dit moi-même à plusieurs reprises par le passé, je dirais que la réponse est oui.

J’en viens à présent à la critique selon laquelle on modifierait les règles du jeu en cours de partie. M. Anciaux dispose, tout comme moi, d’une longue expérience parlementaire. Chaque fois que l’on modifie une loi, on change les règles du jeu en cours de partie. C’est l’essence même du travail parlementaire : adapter les règles au moment où la partie se joue.

Si l’on modifie le règlement aujourd’hui, c’est évidemment pour permettre à Mme D’Hose de devenir présidente. Loin de moi l’idée de le nier. M. D’haeseleer a demandé si nous étions bien conscients de ce que nous faisions. Je dirais oui à titre personnel, et je pense qu’il en est de même pour cette majorité. Par ailleurs, au Sénat, il existe une majorité du côté flamand. Cela peut être un détail en soi, mais qui pourrait avoir son importance si nous étions amenés ultérieurement à devoir modifier des lois spéciales. Il s’agit effectivement d’un accord entre les partis. Cela étant – et je dis cela avec tout le respect dû à Mme Laruelle – la candidate à la présidence est une brillante jeune femme de 39 ans. Un âge auquel on ne pouvait pas encore être élu sénateur il y a quelques années. J’en sais quelque chose. À 26 ans, je recueillais le plus grand nombre de voix de préférence dans l’arrondissement de Louvain. Le premier de la liste avait obtenu 8 000 voix, le deuxième 4 000 et moi, 15 000. Les deux premiers candidats qui totalisaient 12 000 voix furent élus, et moi pas. À l’époque, mon président de parti, Guy Verhofstadt, m’a dit que je ne devais pas m’en faire et que le parti me coopterait au Sénat. Mais je ne devins sénateur que quatorze ans plus tard car à l’époque, l’âge requis pour pouvoir siéger au Sénat était encore de 40 ans.

Compte tenu des arrangements pris entre les partis, nous avons cherché une bonne candidate dans le contexte du renouveau politique. Mme D’Hose est la candidate qu’il nous faut. Cette brillante jeune femme n’a pas encore une longue carrière parlementaire, et c’est plutôt un atout. Elle pourra en effet engager ce processus de renouveau avec toute la transparence voulue, et avec, espérons-le, la collaboration de tous les sénateurs, y compris ceux de l’opposition. C’est la raison pour laquelle je soutiens la modification du règlement proposée. Sans compter que nous pourrons dire à notre souverain, le roi Philippe, que pour la première fois dans l’histoire de ce pays, il aura deux dames à ses côtés lors de la prochaine fête nationale. Deux femmes à la présidence des deux chambres du Parlement fédéral et un gouvernement avec une parité entre les hommes et les femmes, si cela, ce n’est pas un renouveau, alors je ne m’y connais pas !

De heer Rik Daems (Open Vld). – Het voorzitterschap van de Senaat is een onderdeel van de regeringsvorming. Dat moeten we niet ontkennen. Uiteraard maakt het deel uit van het evenwicht dat de verschillende partijen zoeken om samen een regeerakkoord op te stellen. Waren die partijen zich ervan bewust dat het reglement van de Senaat moest worden gewijzigd indien ze een voorzitter wilden kiezen uit een fractie die niet in het vast Bureau is vertegenwoordigd? Ja, ik heb het hen een hele tijd geleden zelf gezegd.

Dan is er de kritiek dat de regels tijdens het spel worden gewijzigd. Collega Anciaux heeft net als ik heel wat parlementaire ervaring. Bij elke wetswijziging worden de regels tijdens het spel gewijzigd. Dat is net de essentie van het parlement: spelregels aanpassen op het moment dat het spel wordt gespeeld.

Uiteraard wordt het reglement gewijzigd om het mogelijk te maken dat mevrouw D’Hose voorzitter wordt. Ik ga dat geenszins ontkennen. Collega D’haeseleer vroeg of wij wel beseffen waarmee we bezig zijn. Ik besef dat heel goed, en deze meerderheid beseft dat heel goed. Overigens is er in de Senaat aan Vlaamse kant een meerderheid. Op zich is dat een detail, maar misschien is het belangrijk als we later bijzondere wetten moeten wijzigen. Het gaat inderdaad om een afspraak tussen partijen. Dat neemt echter niet weg – en ik zeg dit met alle respect voor mevrouw Laruelle – dat de kandidaat-voorzitter een briljante jonge dame is van 39 jaar. Vroeger volstond die leeftijd niet om senator te mogen worden. Ik kan het weten. Toen ik 26 jaar was, behaalde ik in het arrondissement Leuven het grootste aantal voorkeurstemmen. De eerste op de lijst had 8 000 stemmen, de tweede 4 000 en ik 15 000. Welnu de twee die samen 12 000 stemmen haalden, waren verkozen en ik niet. Mijn toenmalige partijvoorzitter, Guy Verhofstadt, zei dat ik het me niet moest aantrekken en dat de partij me zou coöpteren in de Senaat. Dat kon echter pas veertien jaar later, want toen moest men nog 40 jaar zijn om senator te kunnen worden.

Gelet op de afspraken tussen de partijen zijn we nagegaan wie binnen de context van vernieuwing een goede kandidate kan zijn. Mevrouw D’Hose is een goede kandidate. Ze is een briljante jonge dame die niet wordt beperkt door het feit dat ze al lang in het parlement zit. Ze kan dus met een volledig open vizier de vernieuwing inluiden en dat hopelijk in samenwerking met iedereen hier, dus ook met de oppositie. Dat is de reden waarom ik de voorgestelde wijziging van het reglement mee steun. Bovendien zullen we aan onze vorst, Koning Filip, kunnen melden dat hij voor het eerst in de geschiedenis van dit land bij de volgende nationale feestdag door twee dames zal worden geflankeerd. Twee vrouwen als voorzitter van de beide kamers van het federale parlement en een regering met een pariteit tussen mannen en vrouwen. Als dat geen vernieuwing is! Men zou voor minder het reglement aanpassen.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

M. Philippe Muyters (N‑VA). – Il n’était pas nécessaire de remplacer le président pour avoir deux femmes à la présidence des chambres. J’ai écouté attentivement notre collègue Daems, à distance, malheureusement, en raison des impératifs sanitaires. La manière dont il a réagi n’est pas correcte. Nous aussi, nous sommes pour le changement et le renouveau, mais il y avait moyen de procéder autrement. On ne peut pas parler d’un véritable changement lorsqu’on crée des postes supplémentaires, comme c’est le cas maintenant.

Il ne s’agit pas pour nous de remettre en cause la candidature de Mme D’Hose. Il est évident qu’elle a les qualités requises pour la fonction. Mais cela aurait pu être réglé au sein de la coalition Vivaldi, avec maintien de cinq membres au Bureau.

De heer Philippe Muyters (N‑VA). – Het was niet nodig om de voorzitter te vervangen, om twee vrouwen als voorzitter te hebben. Ik heb collega Daems bezig gehoord, door corona spijtig genoeg van op afstand. De manier waarop hij heeft gereageerd is eigenlijk verkeerd. Wij zijn ook voor verandering, voor vernieuwing, maar ze kon wel op een andere manier. De heer Daems heeft niet getuigd van een echte verandering die ervoor zorgt dat men geen postjes bijmaakt. Dat is wat er nu gebeurt.

Dat mevrouw D’Hose de geschikte kandidate is, daar hebben we het niet over gehad. Natuurlijk is zij een geschikte kandidate. Het kon binnen Vivaldi geregeld worden, met het behoud van vijf leden in het Bureau.

 

Mme France Masai (Ecolo-Groen). – Nous devons regarder plus loin. M. Vanlouwe et M. D’haeseleer veulent aujourd’hui nous convaincre qu’ils sont les meilleurs garants du fonctionnement du Sénat, alors que nous constatons dans la pratique qu’ils sont d’habitude peu enclins à faire fonctionner à plein régime l’institution qui est la nôtre.

En réponse à certaines attaques que j’ai entendues ici, je veux exprimer toute notre confiance en Mme Stephanie D’Hose pour mener à bien les réformes nécessaires liées aux chantiers démocratiques, qui sont bien sûr extrêmement importants, au Sénat comme ailleurs.

Je vous invite donc à regarder plus loin. Cette proposition permettra à l’avenir au Sénat, lorsqu’il devra se choisir une présidente ou un président, de disposer de la plus grande liberté possible. Le groupe Ecolo-Groen considère qu’il s’agit là d’une amélioration. Ce mécanisme entraîne une plus grande ouverture et étend les possibilités. Nous voulons soutenir ce genre de démarches pour amener davantage de personnes à exercer des responsabilités, par exemple en présidant une assemblée.

Mevrouw France Masai (Ecolo-Groen). – We moeten verder kijken. De heer Vanlouwe en de heer D’haeseleer willen ons vandaag doen geloven dat zij de beste behoeders van de werking van de Senaat zijn, terwijl we in de praktijk zien dat ze meestal niet erg geneigd zijn onze instelling op volle toeren te laten draaien.

Als antwoord op de kritiek die daarnet werd geuit, wil ik uitdrukkelijk ons vertrouwen in mevrouw Stephanie D’Hose uitspreken om de nodige hervormingen op het vlak van de democratie tot een goed einde te brengen. Die hervormingen zijn uiteraard uiterst belangrijk, zowel in de Senaat als elders.

Ik roep u dus op om verder te kijken. Met dit voorstel zal de Senaat in de toekomst over de grootst mogelijke vrijheid beschikken in de keuze van zijn voorzitter of voorzitster. De Ecolo-Groen-fractie vindt dat een verbetering. Dat mechanisme leidt tot meer openheid en meer mogelijkheden. We willen dat soort initiatieven steunen zodat meer mensen ertoe aangezet worden verantwoordelijkheid op te nemen, bijvoorbeeld door een assemblee voor te zitten.

 

Mme Sabine de Bethune (CD&V). – Je voudrais souligner que le groupe CD&V votera en faveur de cette modification du règlement qui permet à chaque groupe politique reconnu du Sénat de présenter une candidature à la présidence. Il s’agit d’une amélioration et d’une actualisation de notre règlement, d’une avancée démocratique calquée sur les pratiques des autres assemblées et conforme aux recommandations de l’Union interparlementaire.

Il était grand temps d’apporter cette modification.

Monsieur Anciaux, je vous remercie pour votre proposition que vous défendez depuis un certain temps déjà et qui est un texte équilibré, respectant les rapports de force politiques de notre assemblée.

Réaliser cette avancée démocratique dès la première séance est une évolution et un signe positifs. C’est un bon présage à l’aube de cette législature durant laquelle nous pourrons œuvrer au renouveau politique. J’espère que nous relèverons ce défi ensemble, comme l’espère la population. Vous pouvez compter sur notre collaboration. Certes, chacun est libre – c’est cela aussi, la démocratie – de dénigrer ou d’arrêter toute avancée, de la regarder par le petit bout de la lorgnette. Nous préférons aborder les choses dans un esprit positif.

Madame la présidente, au nom de mon groupe, je tiens à vous remercier pour la manière dont vous avez présidé le Sénat ces derniers mois. Vous l’avez fait avec détermination et autorité mais avec un grand respect de tous, avec beaucoup de dynamisme et avec une présence positive. Je voudrais dès à présent souhaiter beaucoup de succès à Mme D’Hose que nous désignerons bientôt pour prendre votre succession et assumer cette mission passionnante. Il reste bien des défis démocratiques à relever.

Madame D’Hose, vous allez devenir la cinquième présidente du Sénat. Ce n’est pas un hasard si le plafond de verre a été brisé, depuis quelques années déjà, dans l’assemblée que les réformes ont dépouillée d’une partie de son autorité, qui éprouve davantage de difficultés politiques pour se réaliser et qui subit le tir de barrage de personnes à l’état d’esprit négatif. Elles n’intimideront ni la présidente, ni les sénateurs et nous remplirons la mission que nous ont confiée nos électeurs.

C’est un grand jour, Madame Laruelle, car dans l’autre aile du Palais de la Nation, où les tapis sont verts, c’est également une femme qui, pour la première fois, accède à la présidence. Nous n’avons ni l’intention ni l’ambition de choisir exclusivement des femmes pour présider nos assemblées mais le pas qui est franchi aujourd’hui est un magnifique symbole. Notre gouvernement est lui aussi paritaire et j’espère que cette culture, qui est un beau signe de renouveau politique, se poursuivra.

Nous faisons donc un pas en avant et, si cela dépend de mon groupe politique, d’autres suivront durant cette législature.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). – Ik zou graag benadrukken dat de CD&V‑fractie voor deze reglementswijziging zal stemmen. Wij ondersteunen deze wijziging die het mogelijk maakt voor elke erkende fractie in de Senaat om een kandidaat voor het voorzitterschap voor te dragen. Het is een verbetering en een actualisering van het reglement, een democratische versterking en een afstemming met wat gebeurt in andere assemblees. Het ligt ook in de lijn van wat aanbevolen wordt door de Interparlementaire Unie. Het was hoog tijd dat we die wijziging invoerden.

Collega Anciaux, ik dank u voor uw voorstel dat u al een hele tijd verdedigt. Wij sluiten ons daarbij aan. Dank u dat u de tekst op een evenwichtige manier hebt geformuleerd, met respect voor de politieke evenwichten in onze assemblee. Het is een positieve evolutie en een goed teken dat wij in deze legislatuur al in de eerste vergadering een democratische stap vooruit zetten. Het is een goed voorteken bij het begin van deze legislatuur, waarin wij heel wat kunnen doen inzake politieke vernieuwing. Ik hoop dat wij die uitdaging samen zullen aangaan. U zal in ons daarvoor een partner vinden. De bevolking verwacht dat terecht van ons, en dat wordt een boeiende opdracht waar we samen aan zullen werken. Het staat iedereen vrij – want ook dat is democratie – om elke stap vooruit te denigreren, af te breken, door de kleine lens te bekijken. Wij verkiezen om dat op een positieve wijze te benaderen. Het heeft een bittere smaak om dat negatief te duiden, maar dat moet elk voor zijn rekening nemen.

Voorzitster, ik wil u namens mijn fractie danken voor de wijze waarop u de Senaat de voorbije maanden hebt voorgezeten. U hebt dat gedaan met beslistheid en gezag, met respect voor eenieder en met veel dynamisme en positieve uitstraling. Ik wil uw opvolgster, die wij straks gaan aanstellen, mevrouw D’Hose, alvast veel succes wensen met haar mooie opdracht, er is nog heel wat werk op de plank op het vlak van democratische uitdagingen.

Collega D’Hose, na mevrouw Laruelle en anderen zal u de vijfde vrouwelijke voorzitster van de Senaat worden. Wij hebben het glazen plafond hier al een paar jaren geleden doorbroken. Niet toevallig in de assemblee die na de hervormingen minder gezag heeft en meer politieke moeilijkheden kent om zich waar te maken en die enorm onder druk staat vanwege een spervuur van sommigen die negatief zijn ingesteld. Noch de voorzitster, noch de leden zullen zich daar echter door laten intimideren. Wij vervullen de opdracht die onze kiezers ons hebben gegeven.

Het is ook een mooie dag, mevrouw Laruelle, omdat aan de andere kant van het Paleis der Natie, waar de tapijten groen zijn, ook een vrouw het voorzitterschap – voor het eerst – in handen krijgt. Het is geenszins de bedoeling, noch onze ambitie, dat voortaan alleen vrouwen onze assemblees zouden voorzitten, maar het is wel een mooi symbool dat die stap vandaag eindelijk wordt gezet. We hebben ook een paritaire regering en ik hoop dat die cultuur kan worden verdergezet. Dat kan tellen als teken van politieke vernieuwing. We zetten nu dus een stap vooruit, en als het van mijn fractie afhangt, zullen er deze legislatuur nog vele volgen.

 

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Je peux évidemment vous confirmer que mon groupe soutiendra, sans l’ombre d’un doute, cette proposition de modification du règlement. Je remercie pour sa perspicacité notre collègue Bert Anciaux qui, in tempore non suspecto, a compris qu’il était nécessaire et justifié de faire évoluer le règlement. Le Sénat doit disposer de la plus grande liberté possible dans le choix de son président. Le respect de la représentation proportionnelle des groupes politiques implique que les cinq membres élus du Bureau doivent être répartis entre les cinq plus grands groupes politiques. Cette règle empêche donc les autres groupes politiques de présenter un candidat à l’un de ces mandats.

La proposition à l’examen étend à tous les groupes politiques représentés au sein des commissions permanentes le droit de présenter un candidat à la présidence, tout en préservant au maximum la représentation proportionnelle des groupes politiques au sein du Bureau. Cette proposition est équilibrée, saine et de bon sens. Aujourd’hui, j’ai eu l’impression que, dans un certain nombre d’interventions, ce bon sens faisait défaut. On a voulu élargir le débat à des considérations très vastes ; une fois de plus, la question de l’avenir du Sénat et de son rôle a été abordée. Je ne suis sans doute pas le plus expérimenté d’entre vous, mais je m’étonnerai toujours de l’énergie dépensée pour entraver le fonctionnement de notre institution. Si l’on n’y croit pas, que fait-on ici, si ce n’est déployer une énergie énorme à démontrer que notre travail quotidien ne sert strictement à rien ? Personnellement, j’aurais beaucoup de mal à m’imaginer dans une posture permanente consistant à faire en sorte que l’endroit où je siège soit entravé dans son fonctionnement quotidien et, finalement, réduit à une non-existence et à un rôle démocratique nul. Mon équilibre mental en pâtirait.

Je ne doute pas qu’avec la nouvelle présidente, nous pourrons travailler concrètement, faire avancer notre institution. Je ne doute pas un seul instant qu’elle aura à cœur de la faire vivre, de la faire évoluer, parce que toutes les institutions doivent évoluer pour garder sens et valeur.

Pour le reste, permettez-moi de terminer mon intervention en indiquant combien ces seize mois passés sous la présidence de notre collègue et de mon amie, Sabine Laruelle, furent des moments heureux. Elle fut et elle est toujours une excellente présidente. Par respect pour elle, clôturons ce débat et passons aux autres points de l’ordre du jour.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Ik kan bevestigen dat onze fractie zonder enige twijfel dit voorstel tot wijziging van het reglement zal goedkeuren. Ik dank onze vooruitziende collega Anciaux die in tempore non suspecto al had ingezien dat het nodig en verantwoord was om ons reglement aan te passen. De Senaat moet over zoveel mogelijk vrijheid beschikken bij de keuze van zijn voorzitter. De inachtneming van de evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties houdt in dat de vijf verkozen bureauleden verdeeld moeten zijn over de vijf grootste politieke fracties. Die regel heeft tot gevolg dat andere fracties geen kandidaat kunnen voordragen voor één van die functies.

Het voorliggend voorstel geeft alle politieke fracties die in de vaste commissies vertegenwoordigd zijn het recht om een kandidaat-voorzitter voor te dragen, terwijl er tevens voor gezorgd wordt dat de evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties zoveel mogelijk behouden blijft. Dat is een evenwichtig, gezond en zinnig voorstel. Ik had de indruk dat die redelijkheid vandaag in sommige betogen ver te zoeken was. Het debat werd opengetrokken om daar heel brede beschouwingen aan te verbinden; eens te meer kon dit niet los gezien worden van de rol van de Senaat in de toekomst. Ik heb minder ervaring dan velen onder u, maar het verbaast me altijd om te zien hoeveel energie hier wordt gestoken in het belemmeren van de goede werking van onze instelling. Als men er niet in gelooft, wat doet men hier dan? Waarom zich al die inspanningen getroosten enkel om te bewijzen dat ons werk helemaal tot niets dient? Persoonlijk zou ik het moeilijk hebben met een permanente houding die erin bestaat de dagelijkse werking van de assemblee waarin ik zitting heb te boycotten, om ze helemaal te laten wegkwijnen en geen enkele democratische rol meer te laten vervullen. Dat zou ik mentaal niet aankunnen.

Ongetwijfeld kan onze nieuwe voorzitster de instelling concreet vooruit helpen. Zij zal erop toezien dat de Senaat, levend en wel, zal worden aangepast, zoals alle instellingen moeten evolueren om relevant en waardevol te blijven.

De voorbije zestien maanden onder het voorzitterschap van mijn collega en vriendin Sabine Laruelle heb ik als gelukkig ervaren. Ze was en is een uitstekende voorzitster. Uit eerbied voor haar stel ik voor om dit debat in schoonheid af te sluiten en over te gaan tot de andere punten op de agenda.

 

M. Stijn Bex (Ecolo-Groen). – Madame la présidente, après une année passée dans cette assemblée, je dois dire que je suis bouleversé par la manière dont les collègues de la N‑VA et du Vlaams Belang ont défendu le bon fonctionnement du Sénat. Jusqu’à présent, j’ai les ai surtout vus faire de l’obstruction et s’efforcer de paralyser le Sénat. J’espère que le geste que nous posons aujourd’hui pourra nous inciter à nous focaliser davantage à l’avenir sur ce que nous sommes en mesure de réaliser.

Nous soutenons la proposition de modification du règlement à l’examen. Selon nous, c’est une bonne chose que le Sénat puisse dans le futur choisir son président parmi le plus grand nombre possible de sénateurs et ce futur commence aujourd’hui.

Je souhaite vous remercier expressément pour la manière dont vous avez exercé votre fonction de présidente au cours de l’année écoulée. Dans des circonstances politiques parfois difficiles, vous avez fait preuve de détermination et de dignité. Chacun d’entre nous vous en sait gré. J’espère que la nouvelle présidente remplira sa mission de la même manière, avec le style qui est le sien, bien sûr.

Je suis convaincu que nous trouverons en Stephanie D’Hose une présidente qui défendra le parlement sans suivre servilement le gouvernement. M. Daems a déclaré qu’elle n’avait pas une longue expérience parlementaire mais j’ai pu constater au Parlement flamand que, depuis la majorité, elle savait prendre la défense du secteur culturel et de ses intérêts quand cela était nécessaire, indépendamment des éventuels accords conclus au sein de la majorité. J’ose croire qu’elle agira de même dans l’intérêt du parlement et j’en suis même convaincu.

De heer Stijn Bex (Ecolo-Groen). – Mevrouw de voorzitster, na een jaar in deze assemblee, moet ik zeggen dat ik ontroerd ben door de manier waarop de collega’s van Vlaams Belang en N‑VA hier de goede werking van de Senaat verdedigd hebben. Ik heb tot nu toe van hen vooral obstructie gezien en pogingen om ervoor te zorgen dat deze Senaat zo weinig mogelijk kan doen. Ik hoop dat wat wij hier vandaag doen misschien een aanzet kan zijn om in de toekomst meer te kijken naar wat we wel kunnen realiseren.

Wij steunen het voorstel van reglementswijziging. Er is al veel over gezegd. Ik ga er niet verder op in. Wij denken dat het een heel goede zaak is dat zoveel mogelijk senatoren door deze Senaat als voorzitter kunnen worden aangewezen in de toekomst, en die toekomst begint weldra.

Ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor de manier waarop u het laatste jaar dit voorzitterschap hebt ingevuld. In niet altijd evidente politieke omstandigheden hebt u dat op een zeer kordate, waardige manier gedaan. Iedereen hier is u daar dankbaar voor. Ik hoop dat de nieuwe voorzitster dat op dezelfde manier zal doen, weliswaar elk met zijn stijl. U hebt uw stijl, Stephanie heeft de hare.

Ik ben ervan overtuigd dat we met Stephanie D’Hose een voorzitster zullen hebben die het parlement verdedigt en die niet, dat is hier vandaag al aangehaald, slaafs de regering achterna loopt. Ik heb de heer Daems horen zeggen dat zij nog maar een korte parlementaire ervaring heeft, maar ik ben er in het Vlaams Parlement getuige van geweest hoe Stephanie D’Hose vanuit de meerderheid opkomt voor de cultuursector wanneer dat nodig is. Of er nu afspraken in de meerderheid over worden gemaakt of niet – weliswaar komt zij de afspraken loyaal na – zij zorgt er wel voor dat het belang van de cultuursector geëerbiedigd wordt. Ik reken erop dat zij dat ook in de toekomst zal doen, wat het belang van het parlement betreft. Ik ben ervan overtuigd dat het zo zal zijn.

 

  La discussion est close.

  De bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Artikelsgewijze bespreking

 

(Pour le texte adopté par le Bureau, voir document 7‑72/3.)

(Voor de tekst aangenomen door het Bureau, zie stuk 7‑72/3.)

 

  Les articles 1er à 3 sont adoptés sans observation.

  Il sera procédé immédiatement au vote sur l’ensemble de la proposition.

  De artikelen 1 tot 3 worden zonder opmerking aangenomen.

  De stemming over het voorstel in zijn geheel heeft onmiddellijk plaats.

 

Vote

Stemming

 

Mme la présidente. – Nous procédons donc au vote nominatif sur la proposition de modification de notre règlement.

Le vote a lieu dans l’hémicycle.

Les membres qui assistent à la séance dans l’hémicycle émettent en premier leur vote. Ensuite, j’invite à venir voter tour à tour, par groupe politique, les sénateurs qui suivent la séance à partir d’autres salles. Après le vote, chaque sénateur regagne sa salle.

De voorzitster. – We gaan dus over tot de naamstemming over het voorstel tot wijziging van ons reglement.

De stemming heeft in het halfrond plaats.

Eerst brengen de leden die de vergadering in het halfrond bijwonen, hun stem uit. Vervolgens nodig ik de senatoren die de vergadering vanuit andere zalen volgen, beurtelings per fractie uit om te komen stemmen. Na de stemming keren zij naar hun zaal terug.

 

(Il est procédé au vote nominatif.)

(Tot de naamstemming wordt overgegaan.)

 

Proposition de modification des articles 8, 14 et 75 du Règlement du Sénat (de M. Bert Anciaux ; Doc. 7‑72/1)

Voorstel tot wijziging van de artikelen 8, 14 en 75 van het Reglement van de Senaat (van de heer Bert Anciaux; Stuk 7‑72/1)

 

(Les listes nominatives figurent en annexe.)

(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)

 

Vote no 1

Stemming 1

 

33 membres ont voté pour ;

13 membres ont voté contre ;

Personne ne s’est abstenu.

33 leden hebben ja gestemd;

13 leden hebben nee gestemd;

Niemand heeft zich onthouden.

 

Mme Fatima Ahallouch (PS). – Je me suis trompée. Je voulais voter pour.

Mevrouw Fatima Ahallouch (PS). – Ik heb me vergist. Ik wilde ja stemmen.

 

  La proposition de modification du Règlement du Sénat est adoptée.

  Het voorstel tot wijziging van het Reglement van de Senaat is aangenomen.

 

Démission de la présidente

Ontslag van de voorzitster

 

Mme la présidente. – Je présente à l’assemblée ma démission en tant que présidente du Sénat.

En application de l’article 14‑1, alinéa 3, du règlement, tout juste entré en vigueur, le Bureau doit dès lors être intégralement renouvelé.

De voorzitster. – Ik bied de vergadering mijn ontslag aan als voorzitter van de Senaat.

Met toepassing van de zonet in werking getreden bepaling van artikel 14‑1, derde lid, van het reglement, moet het Bureau bijgevolg volledig worden hernieuwd.

 

M. Bert Anciaux (sp.a). – Madame la présidente, je voudrais encore prendre très brièvement la parole, au nom du groupe sp.a et certainement de nombreux membres de cet hémicycle, pour vous remercier de votre présidence aussi excellente que brillante.

Nous nous connaissons depuis un moment. Nous avons siégé dans le même gouvernement. Vous avez votre style, mais vous avez en tout cas adopté une position très claire pour la défense de notre assemblée et de chacun de ses membres. Vous avez pris fait et cause pour le Sénat avec cœur et ferveur, et vous avez toujours défendu les intérêts du personnel, ce que je trouve essentiel. Le personnel a trouvé en vous une présidente compétente et très loyale.

La plupart du temps, je suis d’accord avec vous. Les rares fois où ce n’était pas le cas, j’ai souvent eu le dessous car vous réfléchissez attentivement à ce que vous proposez et ne faites jamais rien dans la hâte. Moi, par contre, il m’arrive d’être un peu impulsif…

Je tiens à vous remercier pour votre fidélité au fonctionnement démocratique du Sénat. Nous allons nommer un nouveau Bureau et j’espère que la nouvelle présidente suivra vos traces et portera très haut le débat. Je parle du débat sur l’avenir de notre institution, sur le renforcement de la démocratie, sur l’écart entre particratie et démocratie et surtout sur l’indépendance du parlement et des parlementaires. En politique, les laquais des partis sont trop nombreux et on a parfois l’impression que ce sont les présidents de parti qui dictent le vote des élus.

Vous, Madame la présidente, avez remis au centre le débat et l’écoute mutuelle. Je ne l’oublierai jamais car c’est une qualité remarquable pour un président d’assemblée. Je suis convaincu que la prochaine présidente fera de même.

Madame la présidente, je vais aussi vous offrir un bouquet de fleurs. Merci.

De heer Bert Anciaux (sp.a). – Mevrouw de voorzitster, ik wil nog even heel kort het woord nemen, nu ik hoor dat u ontslag neemt. Namens de sp.a-fractie – en ik denk namens heel veel mensen in dit halfrond – wil ik u danken voor een voortreffelijk en schitterend voorzitterschap.

We kennen elkaar al een tijdje. Ik heb met u ooit in dezelfde regering gezeten. U hebt uw stijl, maar u hebt in elk geval een bijzonder duidelijke houding aangenomen vóór onze assemblee en elk lid ervan. U bent met hart en vuur voor de Senaat gegaan en u hebt ook steeds de belangen van het personeel verdedigd. Dat vind ik bijzonder belangrijk. Het personeel heeft aan u een bekwaam en zeer loyaal voorzitter gehad.

Meestal ben ik het met u eens. De weinige keren dat dat niet het geval was, moest ik vaak het onderspit delven, omdat u bijzonder goed nadenkt over wat u voorstelt en nooit iets snel snel doet. Ik daarentegen, ben soms een beetje impulsief, alhoewel dat het soms alleen maar zo lijkt.

Ik wil u danken voor uw trouw aan de democratische werking van de Senaat. Straks verkiezen we een nieuw Bureau en ik hoop dat de nieuwe voorzitster in uw voetsporen treedt en het debat hoog houdt. Het debat over de toekomst van onze instelling, over de verscherping van de democratie, over hoe particratie en democratie soms echt niet hand in hand gaan, maar vooral ook over de onafhankelijkheid van het parlement en de parlementsleden. Er zijn te veel partijlakeien in de politiek en soms lijkt het alsof partijvoorzitters even goed een reeks stembriefjes in de hand kan worden gestopt.

U, mevrouw de voorzitster, hebt het debat en het luisteren naar elkaar weer centraal gezet. Dat zal ik nooit vergeten, het is een bijzonder knappe eigenschap voor een parlementsvoorzitter. Ik ben ervan overtuigd dat de volgende voorzitster dat ook zal doen.

Mevrouw de voorzitster, straks krijgt u van mij nog een bos bloemen cadeau. Dankuwel.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Mme Latifa Gahouchi (PS). – Madame la présidente, je tiens à mon tour à vous adresser mes remerciements pour le travail accompli et, tout particulièrement, pour l’accueil que vous m’avez réservé lors de mon entrée au Bureau. Vous m’avez écolée et appris un grand nombre de choses, toujours dans un esprit de concertation et avec la volonté de défendre la démocratie.

En siégeant pour la première fois à vos côtés, j’ai appris à vous connaître et à vous apprécier. Je salue en particulier la ténacité avec laquelle vous défendiez votre point de vue quand vous étiez sûre d’avoir raison.

Il n’a pas toujours été facile pour les femmes de se faire une place en politique. En tant que femme, d’origine étrangère de surcroît, j’en sais quelque chose. D’ailleurs, il a fallu instaurer des quotas pour lever ces obstacles. Aujourd’hui, j’apprécie le fait que nos collègues masculins sont conscients de la plus-value que constitue la présence des femmes.

En tant que présidente du Sénat, vous avez aussi mis un point d’honneur à défendre le personnel de cette assemblée. Nous allons continuer à travailler ensemble, avec la même rigueur et la même fermeté. Permettez-moi, en guise de remerciement, de vous offrir ces quelques fleurs.

Mevrouw Latifa Gahouchi (PS). – Mevrouw de voorzitster, ik wil u op mijn beurt danken voor uw werk en in het bijzonder ook voor de manier waarop u me hebt onthaald toen ik toetrad tot het Bureau. U hebt me veel geleerd. Dat gebeurde steeds in een geest van overleg en u toonde altijd de wil om de democratie te verdedigen.

Het was de eerste keer dat ik aan uw zijde zetelde en ik heb u leren kennen en waarderen. Ik heb bijzonder veel respect voor de volharding waarmee u uw punt verdedigde toen u er zeker van was dat u gelijk had.

Voor vrouwen is het niet steeds makkelijk geweest om een positie te verwerven in de politiek. Als vrouw, bovendien van buitenlandse afkomst, kan ik daar van meespreken. Er waren trouwens quota nodig om dergelijke obstakels uit de weg te ruimen. Vandaag waardeer ik het dat onze mannelijke collega’s de meerwaarde van de aanwezigheid van vrouwen inzien.

Als voorzitster van de Senaat hebt u er ook een erezaak van gemaakt het personeel van deze assemblee te verdedigen. We zullen dit werk samen voortzetten, met dezelfde rechtlijnigheid en vastberadenheid. Ik wil u graag, als dank, deze bloemen aanbieden.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

(Mme Gahouchi offre des fleurs à Mme Laruelle.)

(Mevrouw Gahouchi overhandigt bloemen aan mevrouw Laruelle.)

 

M. Karl Vanlouwe (N‑VA). – Madame la présidente, je vous ai déjà fait part de l’estime que j’ai pour la présidente que vous avez été. Vous connaissez bien sûr la position de mon groupe politique sur notre institution. J’ai néanmoins le plus grand respect pour votre personne. Je pense que nous avons collaboré de manière correcte et efficace. Vous avez toujours été à l’écoute des opinions de tous les groupes politiques, si divergentes fussent-elles. Nous avons aussi des points communs. Quant à la vision de la réforme du Sénat, nous estimons que le Sénat aurait dû être un parlement des entités fédérées, relayant les visions de ces entités. Le Sénat ne peut plus être ce qu’il était auparavant.

Je pense que vous avez dirigé cette institution avec une grande correction, ce que mon groupe et moi-même avons apprécié. Nous vous souhaitons donc beaucoup de succès et vous remercions chaleureusement pour le travail que vous avez accompli.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Mevrouw de voorzitter, ik heb u mijn appreciatie voor u als voorzitter van deze instelling al meegedeeld. U kent uiteraard het standpunt van mijn fractie over deze instelling. Dat neemt niet weg dat ik het grootste respect heb voor u als persoon. Ik denk dat wij op een goede en correcte manier hebben samengewerkt. U stond altijd open voor de meningen van alle fracties, ook al verschillen we op heel wat punten van mening. Er zijn natuurlijk ook gelijkenissen tussen ons. Wat de visie op de hervorming van de Senaat betreft: volgens ons had de Senaat een deelstaatparlement moeten zijn met visies vanuit de deelstaten. We kunnen niet langer de Senaat blijven zoals die vroeger bestond.

Ik denk dat u de instelling op een correcte manier hebt geleid. Mijn fractie en ik hebben dat gewaardeerd. Wij wensen u dan ook succes en bedanken u ten zeerste voor het werk dat u hier hebt gedaan.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Mme la présidente. – Je n’ai pas préparé de discours car ce n’est pas mon style, mais je tiens à vous dire que j’ai beaucoup apprécié de travailler avec chacune et chacun d’entre vous. Ce fut un grand honneur pour moi de présider cette honorable assemblée.

Je tiens également à remercier les groupes politiques et tous les collègues pour la bonne collaboration et l’ambiance constructive. Nous n’étions pas toujours d’accord, mais nous avons pu mener des débats de qualité et aboutir à des accords ; c’est en cela aussi que consiste le fonctionnement d’un parlement.

Last but not least, je tiens à remercier le greffier, le directeur général et tous les membres du personnel du Sénat pour leur professionnalisme, pour la qualité des prestations, toujours offertes avec le sourire, même en ces moments difficiles de pandémie.

Je me fais déjà un plaisir de pouvoir continuer, en tant que sénatrice, à débattre avec chacune et chacun d’entre vous.

De voorzitster. – Ik heb geen speech voorbereid, want dat is mijn stijl niet, maar ik wil u toch zeggen dat ik het erg gewaardeerd heb om met ieder van u samen te werken. Het was voor mij een grote eer om deze achtenswaardige assemblee voor te zitten.

Ik wil ook de politieke fracties en alle collega’s bedanken voor de goede samenwerking en de constructieve sfeer. We waren het niet altijd eens met elkaar, maar we hebben kwaliteitsvolle debatten kunnen voeren en we konden tot overeenkomsten komen. Ook dat behoort tot de werking van een parlement.

Last but not least wil ik de griffier, de directeur-generaal en alle personeelsleden van de Senaat danken voor hun professionele houding, voor de kwaliteit van hun werk, altijd uitgevoerd met de glimlach, zelfs in deze moeilijke pandemietijden.

Ik verheug me er al op om, als senator, het debat met ieder van u te kunnen blijven voeren.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Nomination du Bureau

Benoeming van het Bureau

 

Mme la présidente. – Comme convenu au Bureau, je vous propose de continuer à présider cette séance jusqu’à ce que le Bureau définitif soit installé.

De voorzitster. – In overeenstemming met de afspraak in het Bureau stel ik voor dat ik de vergadering blijf voorzitten tot het vast Bureau is geïnstalleerd.

 

(Assentiment)

(Instemming)

 

Nous procédons à présent à l’élection du président.

Quelqu’un demande-t-il la parole ?

We gaan nu over tot de verkiezing van de voorzitter.

Vraagt iemand het woord?

 

M. Rik Daems (Open Vld). – Je propose la candidature de Mme Stephanie D’Hose à la présidence du Sénat.

De heer Rik Daems (Open Vld). – Ik stel de kandidatuur van mevrouw Stephanie D’Hose voor als voorzitster van de Senaat.

 

Mme la présidente. – Y a-t-il une opposition à la proposition de M. Daems ?

Puisqu’il n’y a pas d’autre candidature, je proclame Mme Stephanie D’Hose élue comme présidente du Sénat.

De voorzitster. – Heeft iemand bezwaar tegen het voorstel van de heer Daems?

Daar er geen andere kandidatuur is, verklaar ik mevrouw Stephanie D’Hose verkozen tot voorzitster van de Senaat.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Mme la présidente. – Nous procédons maintenant à la nomination des autres membres du Bureau.

Quelqu’un demande-t-il la parole ?

De voorzitster. – We gaan nu verder met de benoeming van de andere leden van het Bureau.

Vraagt iemand het woord?

 

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Je propose la reconduction du Bureau sortant, étant entendu que Mme Sabine Laruelle y siégera comme troisième membre du Bureau.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Ik stel voor het uittredend Bureau te herbenoemen, met dien verstande dat mevrouw Sabine Laruelle er deel van zal uitmaken als derde bureaulid.

 

Mme la présidente. – Y a-t-il une opposition à la proposition de M. Van Goidsenhoven ?

Puisqu’il n’y a pas d’opposition à la proposition de M. Van Goidsenhoven, je proclame élus :

  premier vice- président : M. Andries Gryffroy ;

  deuxième vice-président : M. Stijn Bex ;

  membres du Bureau : Mme Anke Van dermeersch, M. Julien Uyttendaele et Mme Sabine Laruelle.

De voorzitster. – Heeft iemand bezwaar tegen het voorstel van de heer Van Goidsenhoven?

Daar er geen bezwaar is tegen het voorstel van de heer Van Goidsenhoven, verklaar ik verkozen tot:

  eerste ondervoorzitter: de heer Andries Gryffroy;

  tweede ondervoorzitter: de heer Stijn Bex;

  Bureauleden: mevrouw Anke Van dermeersch, de heer Julien Uyttendaele en mevrouw Sabine Laruelle.

 

Le Bureau est ainsi constitué.

J’invite Mme D’Hose à venir prendre place en tant que présidente.

Hiermee is het Bureau samengesteld.

Ik verzoek mevrouw D’Hose haar plaats als voorzitster in te nemen.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

(Mme Stephanie D’Hose, présidente, prend place au fauteuil présidentiel.)

(Mevrouw Stephanie D’Hose neemt plaats in de voorzittersstoel.)

 

Allocution de Mme la présidente

Toespraak van de voorzitster

 

Mme la présidente. – Chers collègues, voici un an, Sabine Laruelle déclarait que le Sénat actuel est le plus jeune de tous les temps. Je suis très fière qu’il se choisisse aujourd’hui son plus jeune président de tous les temps et, en l’occurrence, pour la cinquième fois, une présidente. C’est la preuve qu’un vent nouveau souffle sur la politique. Plus de jeunesse, plus de féminité et plus de dynamisme. C’est déjà un pas important sur la voie du renouveau politique. Il est de notre devoir de poursuivre ce renouveau, y compris ici, au Sénat.

De voorzitster. – Beste collega’s, een jaar geleden vertelde Sabine Laruelle hier dat dit de jongste Senaat ooit is. Ik ben zeer trots dat de Senaat nu ook zijn jongste voorzitter ooit heeft. En, mevrouw de Bethune, zijn vijfde vrouwelijke voorzitter ooit. Het is een bewijs van de nieuwe wind die door de politiek waait. Meer jeugd, meer vrouw en meer dynamisme. Qua politieke vernieuwing kan dat alvast tellen. Het is onze plicht om die vernieuwing door te trekken. Ook hier, in deze Senaat.

 

Mesdames et Messieurs, depuis plusieurs mois, le monde subit de plein fouet les conséquences du coronavirus. Des milliers de compatriotes nous ont quittés, laissant derrière eux des parents, des amis, qui pleurent leur départ. Nos pensées vont à toutes ces personnes. Le virus a causé des dommages sociaux et économiques graves.

Dames en heren, al maandenlang gaat de wereld gebukt onder de gevolgen van het coronavirus. Duizenden landgenoten zijn van ons heengegaan. Nog veel meer medeburgers zijn in rouw. Onze gedachten zijn bij hen. Het virus bracht ernstige sociale en economische schade.

 

Mais ce même virus a aussi montré la force et la résilience de nombreux concitoyens, le sens des responsabilités et le courage de tous ceux et de toutes celles qui travaillent en première ligne. Nous avons vu à quel point les Belges sont solidaires, à quel point l’unité nous rend plus forts.

Maar het heeft ons ook de kracht en de weerbaarheid van talloze landgenoten getoond. De plichtsbewustheid en de moed van allen die in de frontlinie werken. We zagen hoe solidair de Belgen zijn, hoe samenhorigheid ons sterker maakt.

 

La crise sanitaire a pourtant aussi mis en lumière une faiblesse, non pas de la part des citoyens mais bien des structures. Une crise qui frappe toutes les catégories de notre pays n’a cure de la sixième réforme de l’État. Elle n’attend pas que tous les niveaux de pouvoir se soient mis d’accord.

Toch toonde de gezondheidscrisis ons ook een zwakte. Geen zwakte van mensen. Maar een zwakte van structuren. Een crisis die alle geledingen van ons land doorkruist, houdt geen rekening met de zesde staatshervorming. Zo’n crisis wacht niet tot alle bevoegde niveaus onderlinge afspraken hebben gemaakt.

 

Je suis convaincue que chacun d’entre vous – quelle que soit son opinion sur l’avenir du Sénat – est bien conscient de la valeur d’un bon débat sur le fonctionnement de notre pays. Les représentants des entités fédérées que nous sommes peuvent faciliter la vie des Belges. En étudiant en profondeur la manière dont notre pays peut fonctionner pour le bien de ses habitants. Car plutôt que de se préoccuper de procédures et de structures, les pouvoirs publics doivent être le reflet de l’esprit de collaboration qui nous anime tous.

Ik ben ervan overtuigd dat u allen – wat uw mening over de toekomst van deze Senaat ook is – de waarde inziet van een goed debat over de werking van ons land. Als vertegenwoordigers van de deelstaten kunnen wij het leven van de Belgen beter maken. Door grondig te onderzoeken hoe dit land kan werken voor haar inwoners. Want meer dan procedures en structuren, moet een overheid de samenwerking tussen ons allen uitstralen.

 

Je vous invite tous à réfléchir ensemble à la manière de faire les choses autrement. Ensemble, membres et groupes politiques réunis, au Sénat et dans les autres parlements de notre pays. Avec votre appui, je vais aussi examiner le Sénat à la loupe. Je prends aujourd’hui la tête d’une institution au passé prestigieux mais je promets de tourner mon regard vers le futur.

Ik nodig u allen uit om samen te kijken hoe we het anders kunnen doen. Samen met alle leden, met alle fracties, hier en in de andere parlementen van ons land. Samen met u zal ik ook de Senaat grondig onder de loep nemen. Ik neem vandaag plaats aan het hoofd van een instelling met een indrukwekkend verleden, maar beloof de blik op de toekomst te houden.

 

Mesdames et Messieurs, il y a quinze mois, vous avez choisi Sabine Laruelle pour être votre présidente. C’est au nom de toute notre assemblée que je tiens à la remercier aujourd’hui. Sabine, vous avez présidé le Sénat d’une main énergique et résolue, avec le pragmatisme d’une ingénieure agronome. Vous savez que le temps est précieux et vous avez souvent invité les orateurs à en venir à l’essentiel. Sabine, merci, un grand merci, pour la manière dont vous avez présidé le Sénat, avec dynamisme et correction, avec dignité et résolution, sans oublier une bonne dose d’humour.

Dames en heren, vijftien maanden geleden koos u Sabine Laruelle tot uw voorzitter. Sabine, ik dank u in naam van de hele assemblee. U leidde de Senaat met energieke en kordate hand. Met de nuchterheid van een landbouwingenieur. U weet dat de tijd duur is en drong er bij de sprekers vaak op aan om snel tot de essentie te komen, Bedankt, zeer bedankt, Sabine, voor de wijze waarop u het voorzitterschap van de Senaat hebt ingevuld: dynamisch, correct, waardig, besluitvaardig en met een gezond gevoel voor humor.

 

(Mme D’Hose offre des fleurs à Mme Laruelle.)

(Mevrouw D’Hose overhandigt bloemen aan mevrouw Laruelle.)

 

Mme Sabine Laruelle (MR). – Du fond du cœur, Madame la présidente, je vous souhaite le meilleur pour votre présidence, pour vous-même et pour le Sénat. Merci. Vous pouvez compter sur mon travail assidu et sur ma coopération pleine et entière. Je suis vraiment très fière de céder la présidence à une jeune dame – pour reprendre les mots de M. Daems – talentueuse. Bravo, félicitations et bonne présidence !

Mevrouw Sabine Laruelle (MR). – Mevrouw de voorzitster, uit de grond van mijn hart wens ik u het allerbeste toe voor uw voorzitterschap, voor uzelf en voor de Senaat. Dank u. U zal op mijn niet aflatende inzet en volledige medewerking kunnen rekenen. Ik ben fier om het voorzitterschap aan een jonge, – en zoals de heer Daems het zei – briljante vrouw te mogen overlaten. Bravo, gefeliciteerd en succes met uw voorzitterschap!

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Mme la présidente. – Je vous remercie, Madame Laruelle. Et maintenant, chers collègues, au travail !

De voorzitster. – Ik dank u, mevrouw Laruelle. Beste collega’s, aan het werk nu!

 

Prise en considération de propositions

Inoverwegingneming van voorstellen

 

Mme la présidente. – La liste des propositions à prendre en considération a été distribuée.

Y a-t-il des observations ?

Puisqu’il n’y a pas d’observations, ces propositions sont considérées comme prises en considération et renvoyées à la commission indiquée par le Bureau.

De voorzitster. – De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd rondgedeeld.

Zijn er opmerkingen?

Aangezien er geen opmerkingen zijn, beschouw ik die voorstellen als in overweging genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen.

 

(La liste des propositions prises en considération figure en annexe.)

(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.)

 

Éloge funèbre de Mme Antoinette Spaak, Ministre d’État

In memoriam mevrouw Antoinette Spaak, Minister van Staat

 

Mme la présidente. – Le 28 août, Antoinette Spaak, Ministre d’État, nous a quittés.

De voorzitster. – Op 28 augustus is Minister van staat Antoinette Spaak van ons heengegaan.

 

Femme de conviction et pionnière dans de nombreux domaines, Antoinette Spaak a profondément marqué la vie politique belge pendant plus de 40 ans.

Zij was een vrouw met overtuiging en een pionier in talrijke domeinen. Veertig jaar lang heeft zij het Belgische politieke leven kleur gegeven.

 

Née à Etterbeek en 1928, cadette de trois enfants, fille de l’homme d’État Paul-Henri Spaak, elle grandit à l’ombre de quatre générations qui ont marqué l’histoire de la Belgique. Sa grand-mère, Marie Janson, fut la première femme occupant un mandat de sénatrice en Belgique.

Antoinette Spaak werd in 1928 te Etterbeek geboren als jongste van drie kinderen. Zij was de dochter van staatsman Paul-Henri Spaak, en trad in de voetsporen van vier generaties die hun stempel gedrukt hebben op de Belgische geschiedenis. Haar grootmoeder, Marie Janson, was de eerste vrouwelijke senator.

 

Son enfance et son adolescence furent marquées par une curiosité et un appétit de vivre qui animèrent toujours Antoinette Spaak.

Kenmerkend voor haar kinderjaren en adolescentie waren haar leergierigheid en haar levenslust. Die zijn haar altijd bijgebleven.

 

Dès qu’elle sut lire, elle fut prise par la passion de la lecture, qui ne l’a jamais quittée.

Zodra zij ook maar kon lezen begon zij boeken te verslinden en dat is zij haar verder leven blijven doen.

 

Candidate en philosophie et lettres à l’U. L.B., elle interrompra ses études de droit pour se marier et se consacrer à sa famille.

Als kandidaat in de wijsbegeerte en de letteren van de U.L.B. zette zij een punt achter haar studie in de rechten om te huwen en zich aan haar gezin te wijden.

 

Devenue mère de famille, elle restera au foyer pendant vingt-deux ans.

Gedurende 22 jaar wijdde zij zich thuis aan de opvoeding van haar kinderen.

 

Ce chapitre de sa vie lui a permis de comprendre la difficulté et la complexité du rôle de la femme dans notre société actuelle.

Die levenservaring hielp haar inzien hoe moeilijk en ingewikkeld de taak van de vrouw in onze huidige maatschappij wel is.

 

Après le décès de son père en 1972, Antoinette Spaak se lance en politique, sous la bannière du Front démocratique des Bruxellois francophones, qu’il avait rejoint à la fin de sa vie.

Na het overlijden van haar vader in 1972 begon zij een politieke loopbaan bij het Front démocratique des Bruxellois francophones, waarbij haar vader zich op het einde van zijn leven had aangesloten.

 

Deux ans plus tard, elle est élue députée et assumera la présidence du FDF pendant six ans.

Twee jaar later werd zij kamerlid en nam zij het voorzitterschap van het FDF op.

 

Elle fut ainsi la première femme à accéder à la direction d’un parti politique en Belgique.

In ons land was zij de eerste vrouw die aan het hoofd van een politieke partij stond.

 

C’est à l’échelon européen que se plaça un autre volet important de son intérêt et de son action politiques.

Op het politieke vlak richtte zij haar belangstelling en haar optreden ook in belangrijke mate op Europese vraagstukken.

 

Elle fut députée européenne pendant dix ans.

Zij was tien jaar lang lid van het Europees Parlement.

 

Pour Antoinette Spaak, l’Union européenne constituait en effet la garantie la plus efficace et la plus puissante du maintien de la paix et de la sécurité.

Voor Antoinette Spaak bood de Europese Unie de doelmatigste en de stevigste waarborg voor de vrede en de veiligheid.

 

Elle ne ménagera pas ses efforts pour plaider en faveur d’une Europe forte et de notre indispensable adhésion à l’Alliance atlantique, reprenant ainsi le flambeau de son inoubliable père. Toute sa vie, elle rêva d’une Europe sans frontières.

Geen gelegenheid liet zij voorbijgaan om te pleiten voor een sterk Europa en voor de noodzaak om lid te blijven van het NAVO‑bondgenootschap, zoals haar illustere vader dit reeds voor haar had gedaan. Haar hele leven droomde zij van een Europa zonder grenzen.

 

En 1983, Antoinette Spaak fut nommée Ministre d’État par le roi Baudouin. Cette fois encore, elle fut la première femme en Belgique à exercer cette charge.

In 1983 benoemde Koning Boudewijn Antoinette Spaak tot minister van staat. Ook dan was zij de eerste vrouw in België om die titel te voeren.

 

Même lorsqu’elle proclamait avec chaleur et fermeté ses convictions, Antoinette Spaak sut toujours garder le sens de la mesure et du respect d’autrui, y compris envers ses adversaires politiques. Pour exprimer sa pensée, elle se servait d’un instrument de travail à la fois riche et dépouillé, qu’elle maniait avec maestria : la langue française.

Zelfs wanneer zij haar zienswijze met overtuiging en vasthoudendheid bekend maakte wist Antoinette Spaak nog altijd blijk te geven van matigheid en eerbied voor de anderen, ook voor haar politieke tegenstrevers. Om haar gedachten te formuleren hanteerde zij een instrument dat zowel rijk als sober is en dat zij meesterlijk wist te gebruiken: de Franse taal.

 

Membre également du Conseil de la langue française, elle refusa la spirale de la capitulation du français devant l’anglais. Plus qu’une langue, le français était pour elle une civilisation à préserver.

Als lid van de “Conseil de la langue française” weigerde ze lijdzaam toe te zien hoe het Frans steeds vaker voor het Engels moest zwichten. Voor haar was het Frans meer dan een taal: het vormde een te verdedigen cultureel erfgoed.

 

Dynamique, résolue, animée du besoin d’entreprendre et de réussir, Antoinette Spaak avait un côté entier, déterminé, combatif, concret et direct.

Als dynamische en vastberaden vrouw, die gedreven werd door de behoefte om te ondernemen en te slagen, kon Antoinette Spaak blijk geven van onverzettelijkheid, vastberadenheid, strijdbaarheid, realisme en directe aanpak.

 

Capable d’entraîner les autres vers des buts constructifs, elle s’engagea toujours à fond, en mettant beaucoup de finesse et d’aisance dans ses contacts.

Zij verstond de kunst om anderen warm te maken voor constructieve doeleinden en ging steeds tot het uiterste, waarbij zij in haar contacten veel fijngevoeligheid en vlotheid aan de dag legde.

 

Sa vivacité d’esprit, sa distinction, sa culture, son exemplaire courtoisie, son expérience et son talent complètent cette riche personnalité, qui a toujours servi de modèle aux femmes désireuses d’entrer dans ce bastion des hommes qu’était la politique.

Haar levendige geest, haar klasse, haar cultuur, haar voorbeeldige hoffelijkheid, haar ervaring en haar talent vormen het sluitstuk van deze veelzijdige persoonlijkheid, die altijd model heeft gestaan voor vrouwen die zich op het besloten mannelijk terrein dat de politiek was, wensten te begeven.

 

En mon nom personnel et au nom du Sénat, je m’associe à la tristesse de sa famille et j’adresse à ses enfants et à ses proches nos plus vives condoléances.

Uit mijn naam en uit naam van de Senaat deel ik in de droefheid van haar familie en zend ik onze blijken van medeleven aan haar kinderen en nabestaanden.

 

(L’assemblée observe une minute de silence.)

(De vergadering neemt een minuut stilte in acht.)

 

Nomination de 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice

Benoeming van 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie

 

Mme la présidente. – L’ordre du jour appelle la nomination de 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice.

Conformément aux articles 151, § 2, deuxième alinéa, de la Constitution et 259bis‑2, § 2, du Code judiciaire, le Sénat doit, à la majorité des deux tiers des suffrages émis, nommer 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice.

Le Conseil supérieur est composé de quarante-quatre membres, répartis en un collège francophone et un collège néerlandophone. Chaque collège compte onze magistrats et onze non-magistrats.

Le groupe de non-magistrats compte par collège au moins quatre membres de chaque sexe et est composé d’au moins :

De voorzitster. – Aan de orde is de benoeming van 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie.

Overeenkomstig artikel 151, § 2, tweede lid, van de Grondwet, en artikel 259bis‑2, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek moet de Senaat met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie benoemen.

De Hoge Raad is samengesteld uit vierenveertig leden, ingedeeld in een Nederlandstalig en een Franstalig college. Elk college telt elf magistraten en elf niet-magistraten.

De groep van niet-magistraten telt per college ten minste vier leden van elk geslacht en bestaat uit ten minste:

 

  quatre avocats possédant une expérience professionnelle d’au moins dix années au barreau ;

  trois professeurs d’une université ou d’une école supérieure dans la Communauté française ou flamande possédant une expérience professionnelle utile pour la mission du Conseil supérieur d’au moins dix années ;

  quatre membres, porteurs d’au moins un diplôme d’une école supérieure de la Communauté française ou flamande et possédant une expérience professionnelle utile pour la mission du Conseil supérieur d’au moins dix années dans le domaine juridique, économique, administratif, social ou scientifique.

Au moins un membre du collège francophone doit justifier de la connaissance de l’allemand.

Par collège, au moins cinq candidats sont nommés parmi les candidats présentés par un ordre des avocats ou une université ou école supérieure de la Communauté française ou de la Communauté flamande.

  vier advocaten met een beroepservaring van ten minste tien jaar balie;

  drie hoogleraren aan een universiteit of een hogeschool in de Vlaamse of de Franse Gemeenschap met een voor de opdracht van de Hoge Raad relevante beroepservaring van ten minste tien jaar;

  vier leden die houder zijn van ten minste een diploma van een hogeschool van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap met een voor de opdracht van de Hoge Raad relevante beroepservaring van ten minste tien jaar op juridisch, economisch, administratief, sociaal of wetenschappelijk vlak.

Ten minste één lid van het Franstalig college moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits.

  Per college worden ten minste vijf leden benoemd uit de kandidaten voorgedragen door een orde van advocaten of door een universiteit of hogeschool van de Vlaamse of Franse Gemeenschap.

 

Le Sénat a reçu au total 59 candidatures. Le Bureau propose de déclarer recevables ces candidatures, à l’exception de celle de M. Michel De Mulder étant donné que ce candidat n’est pas en possession d’un diplôme d’une école supérieure de la Communauté française ou flamande.

Le document portant le nom de tous les candidats aux mandats à pourvoir, a été distribué sous le no 7‑180/1.

Les 2 et 5 octobre, la commission des Affaires institutionnelles a organisé des auditions avec les candidats.

Tous les sénateurs ont pu prendre connaissance du curriculum vitae des candidats et comparer leurs mérites.

De Senaat heeft in het totaal 59 kandidaturen ontvangen. Het Bureau stelt voor deze kandidaturen ontvankelijk te verklaren, met uitzondering van die van de heer Michel De Mulder, aangezien deze kandidaat niet in het bezit is van een diploma van een hogeschool van de Vlaamse of Franse Gemeenschap.

Het gedrukte stuk met de lijst van alle kandidaten voor de te begeven mandaten, werd rondgedeeld onder het nr. 7‑180/1.

Op 2 en 5 oktober organiseerde de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden hoorzittingen met de kandidaten.

Alle senatoren hebben kennis kunnen nemen van het curriculum vitae van de kandidaten en hebben hun verdiensten kunnen vergelijken.

 

Je propose que nous passions à la nomination par scrutin secret des membres du Conseil supérieur de la Justice.

Compte tenu de la multiplicité des critères que doit remplir la composition du Conseil supérieur, il a été convenu lors de la réunion du Bureau que le Sénat se prononcerait sur une liste modèle. Cette liste modèle comporte un nombre de candidats égal à celui des mandats à pourvoir.

Ik stel voor dat we bij geheime stemming overgaan tot de benoeming van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie.

Gelet op de veelheid van de criteria waaraan de samenstelling van de Hoge Raad moet voldoen, is tijdens de vergadering van het Bureau afgesproken dat de Senaat zich zou uitspreken over een modellijst. Deze modellijst bevat een aantal kandidaten dat gelijk is aan het aantal openstaande mandaten.

 

Vous avez dès lors reçu un bulletin de vote comportant deux volets :

U hebt derhalve een stembrief ontvangen die twee luiken omvat:

 

  d’une part, une liste modèle mentionnant 11 candidats francophones et 11 candidats néerlandophones. Cette liste comporte uniquement une case de tête ;

  d’autre part, une liste avec le nom de tous les candidats pour chaque collège. Chaque nom est suivi d’une case de vote.

  enerzijds een modellijst die 11 Nederlandstalige en 11 Franstalige kandidaten bevat. Boven die lijst staat één enkel stemvakje;

  anderzijds een lijst met de namen van alle kandidaten voor elk college. Naast elk van deze kandidaten staat een stemvakje.

 

Les membres qui se rallient à la liste modèle sont priés de noircir la case de tête de cette liste.

Les membres qui n’approuvent pas la liste modèle peuvent émettre 22 voix de préférence, dont au maximum 11 pour des candidats francophones et 11 pour des candidats néerlandophones. Chaque sénateur est ainsi libre de voter pour les candidats de son choix.

Un vote émis en même temps en faveur de la liste modèle et pour un ou plusieurs candidat(s) individuel(s) sera considéré comme nul.

Si la liste modèle ne recueille pas la majorité requise, le Bureau délibérera sur la procédure à suivre.

De leden die het eens zijn met de modellijst wordt verzocht het stemvakje boven deze lijst zwart te maken.

Zij die daarentegen de modellijst niet wensen goed te keuren, kunnen 22 voorkeurstemmen uitbrengen, waarvan niet meer dan 11 voor Nederlandstalige kandidaten en 11 voor Franstalige kandidaten. Het staat elke senator zodoende vrij te stemmen voor de kandidaten van zijn keuze.

Een stem uitgebracht tegelijk op de modellijst en op één of meer afzonderlijke kandidaten zal als ongeldig worden beschouwd.

Mocht de modellijst niet de vereiste meerderheid krijgen, dan zal het Bureau zich beraden over de te volgen procedure.

 

Le sort désigne MM. Andries Gryffroy et Gaëtan Van Goidsenhoven pour remplir les fonctions de scrutateur.

Het lot wijst de heer Andries Gryffroy en de heer Gaëtan Van Goidsenhoven aan om de functie van stemopnemer te vervullen.

 

Le vote a lieu dans l’hémicycle.

Les membres qui assistent à la séance dans l’hémicycle émettent en premier leur vote. Ensuite, j’invite à venir voter tour à tour, par groupe politique, les sénateurs qui suivent la séance à partir d’autres salles. Après le vote, chaque sénateur regagne sa salle.

De stemming heeft in het halfrond plaats.

Eerst brengen de leden die de vergadering in het halfrond bijwonen, hun stem uit. Vervolgens nodig ik de senatoren die de vergadering vanuit andere zalen volgen, beurtelings per fractie uit om te komen stemmen. Na de stemming keren zij naar hun zaal terug.

 

(Il est procédé au scrutin.)

(Tot de geheime stemming wordt overgegaan.)

 

Je propose de suspendre la séance pendant que les scrutateurs dépouillent les bulletins.

Ik stel voor dat we de vergadering even schorsen terwijl de stemopnemers de stembulletins nazien.

 

(La séance, suspendue à 16 h 57, est reprise à 17 h 05.)

(De vergadering wordt geschorst om 16.57 uur. Ze wordt hervat om 17.05 uur.)

 

Nomination de 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice

Benoeming van 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie

 

Résultat du scrutin

Resultaat van de geheime stemming

 

Mme la présidente. – Voici le résultat du scrutin pour la nomination des 22 membres ‘non-magistrats’ du Conseil supérieur de la Justice.

De voorzitster. – Hier volgt de uitslag van de geheime stemming over de benoeming van de 22 leden ‘niet-magistraten’ van de Hoge Raad voor de Justitie.

 

Nombre de votants : 47

Bulletins blancs ou nuls : 4

Votes valables : 43

Majorité des deux tiers : 29

Aantal stemmenden: 47

Blanco of ongeldige stembriefjes: 4

Geldige stemmen: 43

Tweederdemeerderheid: 29

 

La liste modèle obtient 43 suffrages.

Dès lors sont proclamés élus membres effectifs du Conseil supérieur de la Justice :

De modellijst behaalt 43 stemmen.

Derhalve worden tot effectieve leden van de Hoge Raad voor de Justitie verkozen verklaard:

 

pour le collège néerlandophone :

voor het Nederlandstalige college:

 

  Mme Joke Baeck ;

  Mme Sonja Becq ;

  M. Frank Franceus ;

  Mme Saskia Kerkhofs ;

  Mme Hilde Melotte ;

  M. Walter Muls ;

  M. Nick Peeters ;

  M. Gunter Stevenaert ;

  M. Piet Taelman ;

  M. Bernard Tilleman ;

  Mme Charlotte Verhaeghe.

  Mevrouw Joke Baeck;

  Mevrouw Sonja Becq;

  De heer Frank Franceus;

  Mevrouw Saskia Kerkhofs;

  Mevrouw Hilde Melotte;

  De heer Walter Muls;

  De heer Nick Peeters;

  De heer Gunter Stevenaert;

  De heer Piet Taelman;

  De heer Bernard Tilleman;

  Mevrouw Charlotte Verhaeghe.

 

pour le collège francophone :

voor het Franstalige college:

 

  Mme Françoise Collin ;

  Mme Vanessa de Francquen ;

  M. André Delhez ;

  M. Pedro Ferreira Marum ;

  M. Joseph George ;

  Mme Christine Guillain ;

  Mme Elvira Heyen ;

  M. Philippe Lambrecht ;

  M. Éric Lemmens ;

  M. Pierre Nicaise ;

  M. André Risopoulos.

  Mevrouw Françoise Collin;

  Mevrouw Vanessa de Francquen;

  De heer André Delhez;

  De heer Pedro Ferreira Marum;

  De heer Joseph George;

  Mevrouw Christine Guillain;

  Mevrouw Elvira Heyen;

  De heer Philippe Lambrecht;

  De heer Éric Lemmens;

  De heer Pierre Nicaise;

  De heer André Risopoulos.

 

Les candidats qui n’ont pas été élus comme membres effectifs sont proclamés élus membres suppléants :

De kandidaten die niet als effectieve leden zijn verkozen, worden tot opvolgers verkozen verklaard:

 

pour le collège néerlandophone :

voor het Nederlandstalige college:

 

  Mme Sara Aelbrecht ;

  M. Bernard Carton ;

  Mme Lien De Geyter ;

  M. Jean De Meyer ;

  Mme Catherine De Moor ;

  M. Benjamien De Vos ;

  M. Carl Defreyne ;

  Mme Imelda Delcon ;

  M. Simon Deryckere ;

  Mme Leen Desticker ;

  Mme Nicole D’Hont ;

  Mme Renée Huybrechts ;

  Mme Pascale Lauwereys ;

  M. Leo Loos ;

  M. Guy Mariën ;

  M. Frank Meersschaut ;

  M. Peter Roosens ;

  M. Michaël Schrevens ;

  M. Eddy Storms ;

  M. Dirk Van Daele ;

  M. Antoine Van Eeckhout ;

  M. Luc Vermeiren ;

  M. Bart Weekers.

  Mevrouw Sara Aelbrecht;

  De heer Bernard Carton;

  Mevrouw Lien De Geyter;

  De heer Jean De Meyer;

  Mevrouw Catherine De Moor;

  De heer Benjamien De Vos;

  De heer Carl Defreyne;

  Mevrouw Imelda Delcon;

  De heer Simon Deryckere;

  Mevrouw Leen Desticker;

  Mevrouw Nicole D’Hont;

  Mevrouw Renée Huybrechts;

  Mevrouw Pascale Lauwereys;

  De heer Leo Loos;

  De heer Guy Mariën;

  De heer Frank Meersschaut;

  De heer Peter Roosens;

  De heer Michaël Schrevens;

  De heer Eddy Storms;

  De heer Dirk Van Daele;

  De heer Antoine Van Eeckhout;

  De heer Luc Vermeiren;

  De heer Bart Weekers.

 

pour le collège francophone :

voor het Franstalige college:

 

  M. Jean Bublot ;

  Mme Roxane D’Aoust ;

  M. Yves Derwahl ;

  M. Martin Favresse ;

  Mme Héloïse Fontaine ;

  M. Marc Fyon ;

  M. Bernard Garcez ;

  M. Jacques Laffineur ;

  M. Jean-Yves Lambert ;

  M. Benoit Lemal ;

  Mme Stéphanie Mees ;

  M. Fernand Schmetz ;

  M. Frédéric Ureel.

  De heer Jean Bublot;

  Mevrouw Roxane D’Aoust;

  De heer Yves Derwahl;

  De heer Martin Favresse;

  Mevrouw Héloïse Fontaine;

  De heer Marc Fyon;

  De heer Bernard Garcez;

  De heer Jacques Laffineur;

  De heer Jean-Yves Lambert ;

  De heer Benoit Lemal;

  Mevrouw Stéphanie Mees;

  De heer Fernand Schmetz;

  De heer Frédéric Ureel.

 

Il en sera donné connaissance au ministre de la Justice.

Hiervan zal kennis gegeven worden aan de minister van Justitie.

 

M. Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). – J’ai une question technique : vous rassemblez dans le même pot les votes blancs et les votes nuls. Si je ne me trompe pas, un vote blanc n’est pas nécessairement nul ?

De heer Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). – Een technisch vraagje: ik hoor dat u van blanco stemmen en ongeldige stemmen één pot nat maakt. Een blanco stem is niet noodzakelijk ongeldig, of vergis ik mij?

 

Mme la présidente. – Les votes blancs et nuls sont simplement regroupés dans le comptage. Merci pour votre vigilance.

De voorzitster. – Blanco en ongeldige stemmen worden gewoon samengeteld. Dank voor uw opmerkzaamheid.

 

Ordre des travaux

Regeling van de werkzaamheden

 

Mme la présidente. – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.

De voorzitster. – De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

 

La prochaine séance aura lieu le vendredi 13 novembre 2020.

De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 13 november 2020.

 

(La séance est levée à 17 h 07.)

(De vergadering wordt gesloten om 17.07 uur.)

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

M. Buysse, pour raison de santé, Mmes Goffinet, El Yousfi et Durenne, MM. Courard, Miesen et Wahl pour d’autres devoirs, demandent d’excuser leur absence à la présente séance.

Afwezig met bericht van verhindering: de heer Buysse, om gezondheidsredenen, de dames Goffinet, El Yousfi en Durenne en de heren Courard, Miesen en Wahl wegens andere plichten.

 

  Pris pour information.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Annexe

Bijlage

 

 

Vote nominatif

Naamstemming

 

Vote no 1

Stemming 1

 

Présents : 46
Pour : 33
Contre : 13
Abstentions : 0

Aanwezig: 46
Voor: 33
Tegen: 13
Onthoudingen: 0

 

Pour

Voor

 

Els Ampe, Bert Anciaux, Fourat Ben Chikha, Stijn Bex, Georges-Louis Bouchez, Karin Brouwers, Rik Daems, Sabine de Bethune, Kurt De Loor, Rodrigue Demeuse, Jos D’Haese, Stephanie D’Hose, Philippe Dodrimont, Jean-Frédéric Eerdekens, Martine Fournier, André Frédéric, Latifa Gahouchi, Zoé Genot, Antoine Hermant, Soetkin Hoessen, Annick Lambrecht, Sabine Laruelle, France Masai, Tom Ongena, Hélène Ryckmans, Willem-Frederik Schiltz, Katia Segers, Chris Steenwegen, Farida Tahar, Julien Uyttendaele, Gaëtan Van Goidsenhoven, Peter Van Rompuy, Ayse Yigit.

 

Contre

Tegen

 

Fatima Ahallouch, Allessia Claes, Bob De Brabandere, Maaike De Vreese, Mark Demesmaeker, Guy D’haeseleer, Karolien Grosemans, Andries Gryffroy, Philippe Muyters, Freya Perdaens, Nadia Sminate, Anke Van dermeersch, Karl Vanlouwe.

Propositions prises en considération

In overweging genomen voorstellen

 

Proposition de loi spéciale

Voorstel van bijzondere wet

 

Article 77 de la Constitution

Artikel 77 van de Grondwet

 

Proposition de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, en vue de l’octroi du droit de vote aux élections régionales aux ressortissants étrangers résidant en Belgique (de Mme Latifa Gahouchi, M. Julien Uyttendaele, Mme Nadia El Yousfi, MM. Jean-Frédéric Eerdekens et Philippe Courard, Mme Fatima Ahallouch et M. André Frédéric ; Doc. 7‑179/1).

Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, om voor de gewestverkiezingen stemrecht toe te kennen aan buitenlandse onderdanen die in België verblijven (van mevrouw Latifa Gahouchi, de heer Julien Uyttendaele, mevrouw Nadia El Yousfi, de heren Jean-Frédéric Eerdekens en Philippe Courard, mevrouw Fatima Ahallouch en de heer André Frédéric; Doc. 7‑179/1).

 

  Commission des Affaires institutionnelles

  Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden

 

Propositions de résolution

Voorstellen van resolutie

 

Proposition de résolution relative à la décision du gouvernement turc de transformer Sainte-Sophie en mosquée (de MM. Klaas Slootmans et Leo Pieters, Mme Adeline Blancquaert, MM. Guy D’haeseleer, Yves Buysse et Bob De Brabandere et Mme Anke Van dermeersch; Doc. 7‑183/1).

Voorstel van resolutie over de beslissing van de Turkse regering om de Hagia Sophia in te richten als moskee (van de heren Klaas Slootmans en Leo Pieters, mevrouw Adeline Blancquaert, de heren Guy D’haeseleer, Yves Buysse en Bob De Brabandere en mevrouw Anke Van dermeersch; Doc. 7‑183/1).

 

  Commission des Matières transversales

  Commissie voor de Transversale Aangelegenheden

 

Proposition de résolution visant à renforcer la position de Taïwan au niveau de la sphère internationale (de Mme Sabine Laruelle, MM. Georges-Louis Bouchez, Philippe Dodrimont, Alexander Miesen, Bert Anciaux et Willem-Frederik Schiltz, Mme Hélène Ryckmans, M. Fourat Ben Chikha, Mme Karin Brouwers et M. Julien Uyttendaele ; Doc. 7‑185/1).

Voorstel van resolutie om de internationale positie van Taiwan te versterken (van mevrouw Sabine Laruelle, de heren Georges-Louis Bouchez, Philippe Dodrimont, Alexander Miesen, Bert Anciaux en Willem-Frederik Schiltz, mevrouw Hélène Ryckmans, de heer Fourat Ben Chikha, mevrouw Karin Brouwers en de heer Julien Uyttendaele; Doc. 7‑185/1).

 

  Commission des Matières transversales

  Commissie voor de Transversale Aangelegenheden

 

Composition des commissions

Samenstelling van de commissies

 

Le Sénat est saisi de demandes tendant à modifier la composition de certaines commissions :

Bij de Senaat zijn voorstellen ingediend tot wijziging van de samenstelling van bepaalde commissies:

 

Bureau :

Bureau:

 

  M. Rik Daems remplace Mme Carina Van Cauter.

  De heer Rik Daems vervangt mevrouw Carina Van Cauter.

 

  Mme. France Masai remplace Mme Hélène Ryckmans.

  Mevrouw France Masai vervangt mevrouw Hélène Ryckmans.

 

Commission parlementaire de concertation :

Parlementaire Overlegcommissie:

 

  Mme Stephanie D’Hose remplace Mme Carina Van Cauter comme membre effectif.

  Mevrouw Stephanie D’Hose vervangt mevrouw Carina Van Cauter als effectief lid.

 

  Mme France Masai devient membre effectif.

  Mevrouw France Masai wordt effectief lid.

 

  M. Rik Daems devient membre suppléant.

  De heer Rik Daems wordt plaatsvervangend lid.

 

  Mme Hélène Ryckmans devient membre suppléant.

  Mevrouw Hélène Ryckmans wordt plaatsvervangend lid.

 

Commission des Affaires institutionnelles :

Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden:

 

  Mme Stephanie D’Hose remplace Mme Carina Van Cauter comme membre.

  Mevrouw Stephanie D’Hose vervangt mevrouw Carina Van Cauter als lid.

 

  Mme Zoé Genot remplace M. John Pitseys comme membre.

  Mevrouw Zoé Genot vervangt de heer John Pitseys als lid.

 

Commission des Matières transversales :

Commisie voor de Transversale Aangelegenheden:

 

  M. Tom Ongena remplace Mme Stephanie D’Hose comme membre.

  De heer Tom Ongena vervangt mevrouw Stephanie D’Hose als lid.

 

Commission du Renouveau démocratique et de la Citoyenneté :

Commissie voor de Democratische Vernieuwing en Burgerschap:

 

  M. Tom Ongena remplace Mme Stephanie D’Hose comme membre.

  De heer Tom Ongena vervangt mevrouw Stephanie D’Hose als lid.

 

Comité d’avis pour l’Égalité des chances entre les femmes et les hommes :

Adviescomité voor Gelijke kansen voor vrouwen en mannen:

 

  Mme Els Ampe remplace Mme Carina Van Cauter comme membre.

  Mevrouw Els Ampe vervangt mevrouw Carina Van Cauter als lid.

 

Décès d’anciens sénateurs

Overlijden van oud-senatoren

 

Le Sénat a appris avec un vif regret le décès de M. Guy Lutgen, sénateur honoraire et de M. Lambert Croux, sénateur honoraire. La présidente a adressé les condoléances de l’Assemblée aux familles de nos regrettés anciens collègues.

De Senaat heeft met groot leedwezen kennis gekregen van het overlijden van de heer Guy Lutgen, eresenator en van de heer Lambert Croux, eresenator. De voorzitster heeft het rouwbeklag van de Vergadering aan de families van onze betreurde gewezen medeleden betuigd.

 

Parlement de la Communauté française

Parlement van de Franse Gemeenschap

 

Par lettre du 3 septembre 2020, le Parlement de la Communauté française a fait connaître au Sénat qu’il s’est constitué en sa séance de ce jour.

Bij brief van 3 september 2020 heeft het Parlement van de Franse Gemeenschap aan de Senaat laten weten dat het zich ter vergadering van die dag geconstitueerd heeft.

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Parlement wallon

Waals Parlement

 

Par message du 2 septembre 2020, le Parlement wallon a fait connaître au Sénat qu’il s’est constitué en sa séance de ce jour.

Bij boodschap van 2 september 2020 heeft het Waals Parlement aan de Senaat laten weten dat het zich ter vergadering van die dag geconstitueerd heeft.

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale

Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

 

Par message du 21 septembre 2020, le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale a fait connaître au Sénat qu’il s’est constitué en sa séance de ce jour.

Bij boodschap van 21 september 2020 heeft het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest aan de Senaat laten weten dat het zich ter vergadering van die dag geconstitueerd heeft.

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Assemblée de la Commission communautaire française

Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie

 

Par message du 23 septembre 2020, l’Assemblée de la Commission communautaire française a fait connaître au Sénat qu’elle s’est constituée en sa séance de ce jour.

Bij boodschap van 23 september 2020 heeft de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie aan de Senaat laten weten dat die zich ter vergadering van die dag geconstitueerd heeft.

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Assemblée de la Commission communautaire flamande

Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

 

Par message du 23 septembre 2020, l’Assemblée de la Commission communautaire flamande a fait connaître au Sénat qu’elle s’est constituée en sa séance de ce jour.

Bij boodschap van 23 september 2020 heeft de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie aan de Senaat laten weten dat die zich ter vergadering van die dag geconstitueerd heeft.

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Démission et nomination de membres du gouvernement

Ontslag en benoeming van regeringsleden

 

Par lettre du 1er octobre 2018, le premier ministre transmet une copie de l’arrêté royal portant l’intitulé « Gouvernement – Démission – Nomination ».

Bij brief van 1 oktober 2020 zendt de eerste minister een afschrift over van het koninklijk besluit met als opschrift “Regering – Ontslag – Benoeming”.

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Cour constitutionnelle – Arrêts

Grondwettelijk Hof – Arresten

 

En application de l’article 113 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie à la présidente du Sénat :

Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitster van de Senaat van:

 

  ordonnance en rectification de l’arrêt no 81/2020 en cause la question préjudicielle relative à l’article 3 du décret de la Communauté française du 31 mars 1994 définissant la neutralité de l’enseignement de la Communauté, posée par la chambre des référés du tribunal de première instance francophone de Bruxelles (numéro du rôle 6927) ;

  beschikking tot verbetering van het arrest nr. 81/2020 inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 3 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 maart 1994 houdende bepaling van de neutraliteit van het Gemeenschapsonderwijs, gesteld door de kamer in kort geding van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel (rolnummer 6927);

 

  l’arrêt no 94/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause les questions préjudicielles concernant l’article 4, § 3, de la loi du 19 mars 2017 instituant un Fonds budgétaire relatif à l’aide juridique de deuxième ligne, posées par le tribunal correctionnel de Liège, division Liège (numéros du rôle 6704, 6723 et 6724) ;

  het arrest nr. 94/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake de prejudiciële vragen betreffende artikel 4, § 3, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, gesteld door de correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik (rolnummers 6704, 6723 en 6724);

 

  l’arrêt no 95/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause la question préjudicielle relative à l’article 346 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le tribunal de première instance de Namur, division Namur (numéro du rôle 6913) ;

  het arrest nr. 95/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen (rolnummer 6913);

 

  l’arrêt no 96/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause le recours en annulation des articles 24, 26, 28, 30 et 47 du décret de la Région wallonne du 29 mars 2018 modifiant le Code de la démocratie locale et de la décentralisation en vue de renforcer la gouvernance et la transparence dans l’exécution des mandats publics au sein des structures locales et supra-locales et de leurs filiales, introduit par l’ASBL Santhea et autres (numéro du rôle 7052) ;

  het arrest nr. 96/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake het beroep tot vernietiging van de artikelen 24, 26, 28, 30 en 47 van het decreet van het Waalse Gewest van 29 maart 2018 tot wijziging van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisering met het oog op een sterker bestuur en een sterkere transparantie in de uitvoering van de openbare mandaten in de lokale en bovenlokale structuren en hun filialen, ingesteld door de vzw Santhea en anderen (rolnummer 7052);

 

  l’arrêt no 97/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause la question préjudicielle relative au livre Ier du Code d’instruction criminelle, posée par la chambre des mises en accusation de la cour d’appel de Bruxelles (numéro du rôle 7105) ;

  het arrest nr. 97/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende boek I van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel (rolnummer 7105);

 

  l’arrêt no 98/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause la question préjudicielle concernant l’article 2 de la loi du 2 septembre 2018 modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, en ce qui concerne la confiscation et l’immobilisation des véhicules, posée par le tribunal correctionnel du Luxembourg, division Neufchâteau (numéro du rôle 7132) ;

  het arrest nr. 98/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 2 van de wet van 2 september 2018 tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft, gesteld door de correctionele rechtbank Luxemburg, afdeling Neufchâteau (rolnummer 7132);

 

  l’arrêt no 99/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause le recours en annulation du décret de la Communauté française du 12 décembre 2018 portant modification du décret du 13 octobre 2016 relatif à l’agrément et au subventionnement des partenaires apportant de l’aide aux justiciables, introduit par l’ASBL Free Clinic et autres (numéro du rôle 7233) ;

  het arrest nr. 99/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake het beroep tot vernietiging van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2018 houdende wijziging van het decreet van 13 oktober 2016 betreffende de erkenning en de subsidiëring van partners die hulp verlenen aan rechtzoekenden, ingesteld door de vzw Free Clinic en anderen (rolnummer 7233);

 

  l’arrêt no 100/2020, rendu le 25 juin 2020, en cause la question préjudicielle relative à l’article 162bis du Code d’instruction criminelle, posée par la cour d’appel de Liège (numéro du rôle 7267) ;

  het arrest nr. 100/2020, uitgesproken op 25 juni 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het hof van beroep te Luik (rolnummer 7267);

 

  l’arrêt no 101/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause le recours en annulation totale ou partielle de l’article 200ter, § 2, in fine, du Code bruxellois du logement, inséré par l’article 11 de l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 juillet 2017 visant la régionalisation du bail d’habitation, et des articles 219, §§ 4 et 5, 221, § 2, 230, § 5, alinéas 1er et 2, et 238, alinéas 2, 3 et 4, du Code bruxellois du logement, insérés par l’article 15 de la même ordonnance, introduit par l’ASBL Rassemblement bruxellois pour le droit à l’habitat / Brusselse Bond voor het recht op wonen et l’ASBL Fédération bruxelloise de l’union pour le logement (numéro du rôle 6918) ;

  het arrest nr. 101/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 200ter, § 2, in fine, van de Brusselse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 11 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 27 juli 2017 houdende de regionalisering van de woninghuurovereenkomst, en van de artikelen 219, §§ 4 en 5, 221, § 2, 230, § 5, eerste en tweede lid, en 238, tweede, derde en vierde lid, van de Brusselse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 15 van dezelfde ordonnantie, ingesteld door de vzw Brusselse Bond voor het recht op wonen / Rassemblement bruxellois pour le droit à l’habitat en de vzw Fédération bruxelloise de l’union pour le logement (rolnummer 6918);

 

  l’arrêt no 102/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause le recours en annulation partielle de l’article 5 du décret de la Région wallonne du 16 novembre 2017 modifiant l’article D. IV.99 et le livre VII du Code du développement territorial en vue d’y insérer un article D. VII.1bis instaurant une présomption de conformité urbanistique pour certaines infractions, introduit par Joseph Schütz et Romain Schütz (numéro du rôle 6942) ;

  het arrest nr. 102/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 tot wijziging van artikel D. IV.99 en boek VII van het Wetboek van ruimtelijke ontwikkeling met het oog om er een artikel D. VII.1bis in te voegen tot invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige misdrijven, ingesteld door Joseph Schütz en Romain Schütz (rolnummer 6942);

 

  l’arrêt no 103/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause les questions préjudicielles concernant l’article 2 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, posées par le tribunal du travail du Hainaut, division Mons (numéro du rôle 6963) ;

  het arrest nr. 103/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake de prejudiciële vragen over artikel 2 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteld door de arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen (rolnummer 6963);

 

  l’arrêt no 104/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause les questions préjudicielles relatives à l’article 30bis, § 5, de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, posées par la cour du travail de Liège, division Liège (numéro du rôle 7127) ;

  het arrest nr. 104/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake de prejudiciële vragen over artikel 30bis, § 5, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gesteld door het arbeidshof te Luik, afdeling Luik (rolnummer 7127);

 

  l’arrêt no 105/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause la question préjudicielle relative à l’article 19, alinéa 1er, des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 7172) ;

  het arrest nr. 105/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State (rolnummer 7172);

 

  l’arrêt no 106/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause les questions préjudicielles concernant l’article 11bis, § 4, du décret de la Région wallonne du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales wallonnes, posées par le tribunal de première instance d’Eupen (numéros du rôle 7226 et 7257) ;

  het arrest nr. 106/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake de prejudiciële vragen over artikel 11bis, § 4, van het decreet van het Waalse Gewest van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg te Eupen (rolnummers 7226 en 7257);

 

  l’arrêt no 107/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause la question préjudicielle relative à l’article 19, alinéas 1er et 2, des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 7159) ;

  het arrest nr. 107/2020, uitgesproken op 9 juli 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, eerste en tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State (rolnummer 7159);

 

  l’arrêt no 108/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause la question préjudicielle relative aux articles 848 à 850 du Code judiciaire et aux articles 152 et 209bis du Code d’instruction criminelle, posée par la cour d’appel de Gand (numéro du rôle 7167) ;

  het arrest nr. 108/2020, uitgesproken op 16 juli 2020, inzake de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 848 tot 850 van het Gerechtelijk Wetboek en de artikelen 152 en 209bis van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het hof van beroep te Gent (rolnummer 7167);

 

  l’arrêt no 109/2020, rendu le 16 juillet 2020, en cause les questions préjudicielles relatives à l’article 9, alinéa 1er, e), de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, tel qu’il est applicable dans la Région de Bruxelles-Capitale, posées par le collège juridictionnel de la Région de Bruxelles-Capitale (numéro du rôle 7234) ;

  het arrest nr. 109/2020, uitgesproken op 16 juli 2020, inzake de prejudiciële vragen over artikel 9, eerste lid, e), van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals van toepassing in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, gesteld door het rechtscollege van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (rolnummer 7234);

 

  l’arrêt no 110/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause la question préjudicielle concernant l’article II.204, § 3, du Code flamand de l’enseignement supérieur, coordonné par l’arrêté du gouvernement flamand du 11 octobre 2013 portant codification des dispositions décrétales relatives à l’enseignement supérieur, posée par le Conseil pour les contestations relatives aux décisions sur la progression des études (numéro du rôle 7245) ;

  het arrest nr. 110/2020, uitgesproken op 16 juli 2020, inzake de prejudiciële vraag over artikel II.204, § 3, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2013 tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs, gesteld door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangs-beslissingen (rolnummer 7245);

 

  l’arrêt no 111/2020, rendu le 9 juillet 2020, en cause les demandes de suspension partielle de la loi du 20 décembre 2019 modifiant diverses législations, en ce qui concerne les pénuries de médicaments (ajout ou modification des articles 6, § 1ersexies, 12septies et 12quinquies de la loi du 25 mars 1964 sur les médicaments), introduites par l’ASBL Belgian Association of Parallel Importers and Exporters et autres et par Mukendi Kabeya et autres (numéros du rôle 7387, 7388 et 7389) ;

  het arrest nr. 111/2020, uitgesproken op 16 juli 2020, inzake de vorderingen tot gedeeltelijke schorsing van de wet van 20 december 2019 tot wijziging van diverse wetgevingen wat de tekorten aan geneesmiddelen betreft (aanvulling of wijziging van de artikelen 6, § 1sexies, 12septies en 12quinquies van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen), ingesteld door de vzw Belgian Association of Parallel Importers and Exporters en anderen en door Mukendi Kabeya en anderen (rolnummers 7387, 7388 en 7389);

 

  l’arrêt no 112/2020, rendu le 27 juillet 2020, en cause les questions préjudicielles concernant les articles 87 et 89 du décret de la Communauté flamande du 15 février 2019 sur le droit en matière de délinquance juvénile et les articles 7, 10 et 11 du décret de la Communauté flamande du 24 septembre 2019 modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait et le décret du 15 février 2019 sur le droit en matière de délinquance juvénile, en ce qui concerne les dispositions transitoires, posées par le tribunal de la jeunesse du tribunal de première instance d’Anvers, division Anvers (numéro du rôle 7335) ;

  het arrest nr. 112/2020, uitgesproken op 27 juli 2020, inzake de prejudiciële vragen over de artikelen 87 en 89 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht en de artikelen 7, 10 en 11 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 september 2019 houdende wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade en het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat de overgangsbepalingen betreft, gesteld door de jeugdrechtbank van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen (rolnummer 7335);

 

  l’arrêt no 113/2020, rendu le 31 août 2020, en cause les recours en annulation totale ou partielle de la loi du 30 mars 2018 relative à la non prise en considération de services en tant que personnel non nommé à titre définitif dans une pension du secteur public, modifiant la responsabilisation individuelle des administrations provinciales et locales au sein du Fonds de pension solidarisé, adaptant la réglementation des pensions complémentaires, modifiant les modalités de financement du Fonds de pension solidarisé des administrations provinciales et locales et portant un financement supplémentaire du Fonds de pension solidarisé des administrations provinciales et locales, introduits par le gouvernement de la Communauté française, par Muriel Hogie, par Myriam Maes, par Gilles Thône, par Natacha Crèvecoeur et Suliga Faraji et par la commune de Schaerbeek (numéros du rôle 7003, 7021, 7024, 7025, 7028 et 7029).

  het arrest nr. 113/2020, uitgesproken op 31 augustus 2020, inzake de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, ingesteld door de Franse Gemeenschapsregering, door Muriel Hogie, door Myriam Maes, door Gilles Thône, door Natacha Crèvecoeur en Suliga Faraji en door de gemeente Schaarbeek (rolnummers 7003, 7021, 7024, 7025, 7028 en 7029).

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Cour constitutionnelle – Questions préjudicielles

Grondwettelijk Hof – Prejudiciële vragen

 

En application de l’article 77 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie à la présidente du Sénat :

Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof aan de voorzitster van de Senaat kennis van:

 

  la question préjudicielle concernant l’article 4, § 2, alinéa 3, de la loi du 19 mars 2017 instituant un Fonds budgétaire relatif à l’aide juridique de deuxième ligne, posée par le juge de paix du canton d’Arlon (numéro du rôle 7405) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, § 2, derde lid, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, gesteld door de vrederechter van het kanton Aarlen (rolnummer 7405);

 

  la question préjudicielle relative aux articles 203 et 205 du Code d’instruction criminelle, posée par la cour d’appel de Gand (numéro du rôle 7406) ;

  de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 203 en 205 van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het hof van beroep te Gent (rolnummer 7406);

 

  la question préjudicielle relative à l’article XX.59, § 3, du Code de droit économique, posée par la cour d’appel de Bruxelles (numéro du rôle 7413) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel XX.59, § 3, van het Wetboek van economisch recht, gesteld door het hof van beroep te Brussel (rolnummer 7413);

 

  la question préjudicielle concernant l’article 39, § 3, du décret de la Région wallonne du 18 octobre 2007 relatif aux services de taxis et aux services de location de voitures avec chauffeur, posée par le tribunal de police du Hainaut, division Tournai (numéro du rôle 7414) ;

  de prejudiciële vraag over artikel 39, § 3, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur, gesteld door de politierechtbank Henegouwen, afdeling Doornik (rolnummer 7414);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 1798 du Code civil, posée par le tribunal de l’entreprise de Gand, division Gand (numéro du rôle 7415) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 1798 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent (rolnummer 7415);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 18/2 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, posée par le Comité permanent de contrôle des services de renseignement et de sécurité (numéro du rôle 7416) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 18/2 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gesteld door het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (rolnummer 7416);

 

  la question préjudicielle relative aux articles 122, 4º, et 124 du décret flamand du 24 février 2017 relatif à l’expropriation d’utilité publique, posée par le juge de paix du canton de Termonde (numéro du rôle 7417) ;

  de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 122, 4º, en 124 van het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut, gesteld door de vrederechter van het kanton Dendermonde (rolnummer 7417);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 6, 4º, de la loi du 19 décembre 2003 relative au mandat d’arrêt européen, posée par la chambre des mises en accusation de la cour d’appel de Bruxelles (numéro du rôle 7418) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, 4º, van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel (rolnummer 7418);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 4.8.11, § 1er, alinéa 1er, 3º, du Code flamand de l’aménagement du territoire, avant sa modification à partir du 21 février 2017, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 7419) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 4.8.11, § 1, eerste lid, 3º, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, vóór de wijziging ervan met ingang van 21 februari 2017, gesteld door de Raad van State (rolnummer 7419);

 

  la question préjudicielle concernant l’article 92, § 3, alinéa 3, du décret de la Région flamande du 15 juillet 1997 contenant le Code flamand du logement, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 7420) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 92, § 3, derde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, gesteld door de Raad van State (rolnummer 7420);

 

  les questions préjudicielles concernant les articles 61ter, § 1er, 61quater, § 1er et 235bis, § 2, du Code d’instruction criminelle, les articles 12, § 2, et 15, § 1er, de la loi du 5 août 2006 relative à l’application du principe de reconnaissance mutuelle des décisions judiciaires en matière pénale entre les États membres de l’Union européenne et les articles 5, alinéas 2 et 3, et 6 de la loi du 9 décembre 2004 sur la transmission policière internationale de données à caractère personnel et d’informations à finalité judiciaire, l’entraide judiciaire internationale en matière pénale et modifiant l’article 90ter du Code d’instruction criminelle, posées par la chambre des mises en accusation de la cour d’appel de Bruxelles (numéros du rôle 7421, 7422 et 7423, affaires jointes) ;

  de prejudiciële vragen over de artikelen 6ter, § 1, 61quater, § 1, en 235bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering, de artikelen 12, § 2, en 15, § 1, van de wet van 5 augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, en de artikelen 5, tweede en derde lid, en 6 van de wet van 9 december 2004 betreffende de internationale politiële verstrekking van gegevens van persoonlijke aard en informatie met gerechtelijke finaliteit, de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel (rolnummers 7421, 7422 en 7423, samengevoegde zaken);

 

  les questions préjudicielles concernant l’article 19bis‑14 de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, dans sa rédaction postérieure ou antérieure à sa modification par l’article 17 de la loi du 31 mai 2017, posées par le tribunal de police du Hainaut, division Charleroi (numéro du rôle 7424) ;

  de prejudiciële vragen over artikel 19bis‑14 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, na of vóór de wijziging ervan bij artikel 17 van de wet van 31 mei 2017, gesteld door de politierechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi (rolnummer 7424);

 

  la question préjudicielle concernant l’article 594 du Code d’instruction criminelle et l’article 63 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait (tel qu’il est applicable en Communauté française), posée par le tribunal de la famille et de la jeunesse du tribunal de première instance de Namur, division Namur (numéro du rôle 7425) ;

  de prejudiciële vraag over artikel 594 van het Wetboek van strafvordering en artikel 63 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade (zoals van toepassing in de Franse Gemeenschap), gesteld door de familie- en jeugdrechtbank van de rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen (rolnummer 7425);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 4.3.1, § 1er, 1º, c), du Code flamand de l’aménagement du territoire, tel que le primo a été remplacé par l’article 58, 1º, du décret de la Région flamande du 8 décembre 2017 modifiant diverses dispositions en matière d’aménagement du territoire, d’écologie et d’environnement, posée par le Conseil pour les contestations des autorisations (numéro du rôle 7427) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 4.3.1, § 1, 1º, c), van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals het 1º werd vervangen bij artikel 58, 1º, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving, gesteld door de Raad voor vergunnings-betwistingen (rolnummer 7427);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 187, § 1er, alinéa 4, du Code d’instruction criminelle, posée par le tribunal correctionnel francophone de Bruxelles (numéro du rôle 7428) ;

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 187, § 1, vierde lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Franstalige correctionele rechtbank te Brussel (rolnummer 7428);

 

  les questions préjudicielles concernant les articles 7 et 14, alinéas 1er, 1º et 3º, et 2, de la loi du 11 avril 1995 visant à instituer « la charte » de l’assuré social et l’article 2, 4º, de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration, posées par la cour du travail de Mons (numéro du rôle 7430) ;

  de prejudiciële vragen over de artikelen 7 en 14, eerste lid, 1º en 3º, en tweede lid, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het “handvest” van de sociaal verzekerde en artikel 2, 4º, van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, gesteld door het arbeidshof te Bergen (rolnummer 7430);

 

  la question préjudicielle relative à l’article 74/4bis de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, posée par la cour d’appel de Bruxelles (numéro du rôle 7431) ;

  de prejudiciële vraag over artikel 74/4bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gesteld door het hof van beroep te Brussel (rolnummer 7431)

 

  la question préjudicielle relative à l’article 1er de la loi du 6 avril 1847 « portant répression des offenses envers le Roi », posée par la chambre des mises en accusation de la cour d’appel de Gand (numéro du rôle 7434).

  de prejudiciële vraag betreffende artikel 1 van de wet van 6 april 1847 “tot bestraffing van de beleedigingen aan den Koning”, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Gent (rolnummer 7434).

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Cour constitutionnelle – Recours

Grondwettelijk Hof – Beroepen

 

En application de l’article 76 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie à la présidente du Sénat :

Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitster van de Senaat van:

 

  le recours en annulation de la loi du 14 novembre 2019 modifiant la loi du 17 avril 1878 contenant le titre préliminaire du Code de procédure pénale en vue de supprimer la prescription des infractions sexuelles graves commises sur des mineurs et de la loi du 5 décembre 2019 modifiant l’article 21 du titre préliminaire du Code de procédure pénale, introduit par l’ASBL Ligue des droits humains et l’ASBL Association syndicale des magistrats (numéro du rôle 7404) ;

  het beroep tot vernietiging van de wet van 14 november 2019 tot wijziging van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat de afschaffing van de verjaring van ernstige seksuele misdrijven op minderjarigen betreft en de wet van 5 december 2019 tot wijziging van artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, ingesteld door de vzw Ligue des droits humains en door de vzw Association syndicale des magistrats (rolnummer 7404);

 

  les recours en annulation totale ou partielle de la loi du 20 décembre 2019 transposant la directive (UE) 2018/822 du Conseil du 25 mai 2018 modifiant la directive 2011/16/UE en ce qui concerne l’échange automatique et obligatoire d’informations dans le domaine fiscal en rapport avec les dispositifs transfrontières (sic) devant faire l’objet d’une déclaration, introduits par l’association de fait Belgian Association of Tax Lawyers et autres, par l’Ordre des barreaux francophones et germanophone, par l’Orde van Vlaamse Balies en Alex Tallon, et par l’Institut des experts-comptables et des conseils fiscaux et autres (numéros du rôle 7407, 7409, 7410 et 7412, affaires jointes) ;

  de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 20 december 2019 tot omzetting van richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie, ingesteld door de feitelijke vereniging Belgian Association of Tax Lawyers en anderen, door de Ordre des barreaux francophones et germanophone, door de Orde van Vlaamse Balies en Alex Tallon, en door het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en anderen (rolnummers 7407, 7409, 7410 en 7412, samengevoegde zaken);

 

  le recours en annulation du chapitre 7, section 2 (notamment les articles 26 à 28), du décret-programme flamand du budget 2020 du 20 décembre 2019, introduit par la commune de Tessenderlo et le centre public d’action sociale de Tessenderlo (numéro du rôle 7411) ;

  het beroep tot vernietiging van hoofdstuk 7, afdeling 2 (inzonderheid de artikelen 26 tot 28), van het Vlaamse programmadecreet bij de begroting van 2020 van 20 december 2019, ingesteld door de gemeente Tessenderlo en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Tessenderlo (rolnummer 7411);

 

  le recours en annulation de l’article 12, 2º, de la loi du 4 mai 2020 portant exécution des mesures d’économies relatives aux spécialités pharmaceutiques dans le cadre du budget soins de santé 2020 (insertion d’un alinéa 7 nouveau dans l’article 191, alinéa 1er, 15ºquaterdecies, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994), introduit par l’ASBL Association générale de l’industrie du médicament et autres (numéro du rôle 7426) ;

  het beroep tot vernietiging van artikel 12, 2º, van de wet van 4 mei 2020 ter uitvoering van de besparingsmaatregelen bij de farmaceutische specialiteiten in het kader van de gezondheidszorgbegroting 2020 (invoeging van een nieuw zevende lid in artikel 191, eerste lid, 15quaterdecies, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994), door de vzw Algemene Vereniging van de geneesmiddelenindustrie en anderen (rolnummer 7426);

 

  le recours en annulation et la demande de suspension du décret flamand du 26 juin 2020 modifiant le décret du 21 juin 2013 relatif à la coopération administrative dans le domaine fiscal, en ce qui concerne l’échange automatique et obligatoire d’informations dans le domaine fiscal en rapport avec les dispositifs transfrontières (sic) devant faire l’objet d’une déclaration, introduits par l’Orde van Vlaamse balies et Alain Claes (numéro du rôle 7429) ;

  het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van het Vlaamse decreet van 26 juni 2020 tot wijziging van het decreet van 21 juni 2013 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, wat betreft de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies, ingesteld door de Orde van Vlaamse balies en Alain Claes (rolnummer 7429);

 

  le recours en annulation partielle des articles 2 et 31 de la loi du 4 février 2020 portant le livre 3 ‘Les biens’ du Code civil (articles 3.133 et 3.134 et disposition abrogatoire dans le Code rural), introduit par l’ASBL Natuurpunt et autres (numéro du rôle 7435).

  het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 2 en 31 van de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 ‘Goederen’ van het Burgerlijk Wetboek (artikelen 3.133 en 3.134 en opheffingsbepaling Veldwetboek), ingesteld door de vzw Natuurpunt en anderen (rolnummer 7435).

 

  Pris pour notification.

  Voor kennisgeving aangenomen.

 

Cours d’appel

Hoven van beroep

 

Par lettre du 16 septembre 2020, le premier président de la cour d’appel d’Anvers transmet au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 de la cour d’appel d’Anvers, approuvé lors de son assemblée générale du 11 septembre 2020.

Bij brief van 16 september 2020 zendt de eerste voorzitter van het hof van beroep te Antwerpen, overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het hof van beroep te Antwerpen, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 11 september 2020.

 

Par lettre du 18 septembre 2020, le premier président de la cour d’appel de Mons transmet au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 de la cour d’appel de Mons, approuvé lors de son assemblée générale du 17 septembre 2020.

Bij brief van 18 september 2020 zendt de eerste voorzitter van het hof van beroep te Bergen, overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het hof van beroep te Bergen, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 17 september 2020.

 

Par lettre du 30 septembre 2020, le premier président de la cour d’appel de Gand transmet au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 de la cour d’appel de Gand, approuvé lors de son assemblée générale du 29 septembre 2020.

Bij brief van 30 september 2020 zendt de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent, overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het hof van beroep te Gent, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 29 september 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Parquets généraux

Parketten-generaal

 

Par lettre du 7 octobre 2020, le procureur général de Mons transmet au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du parquet général de Mons, approuvé lors de son assemblée de corps du 30 septembre 2020.

Bij brief van 7 oktober 2020 zendt de procureur-generaal te Bergen, overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het parket-generaal te Bergen, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 30 september 2020.

 

Par lettre du 29 juin 2020, le procureur général de Gand transmet au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du parquet général de Gand, approuvé lors de son assemblée de corps du 16 juin 2020.

Bij brief van 29 juni 2020 zendt de procureur-generaal te Gent, overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het parket-generaal te Gent, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 16 juni 2020.

 

Par lettre du 2 octobre 2020, le procureur général de Liège transmet au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du parquet général de Liège, approuvé lors de son assemblée de corps du 30 septembre 2020.

Bij brief van 2 oktober 2020 zendt de procureur-generaal te Luik, overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het parket-generaal te Luik, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 30 september 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Parquets

Parketten

 

Par lettre du 25 septembre 2020, le procureur du Roi de Liège transmet au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du parquet du procureur du Roi de Liège, approuvé lors de son assemblée de corps du 24 septembre 2020.

Bij brief van 25 september 2020 zendt de procureur des Konings te Luik, overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het parket van de procureur des Konings te Luik, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 24 september 2020.

 

Par lettre du 24 septembre 2020, le procureur du Roi du Brabant wallon transmet au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du parquet du procureur du Roi du Brabant wallon, approuvé lors de son assemblée de corps du 24 septembre 2020.

Bij brief van 24 september 2020 zendt de procureur des Konings van Waals-Brabant overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het parket van de procureur des Konings van Waals-Brabant, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 24 september 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Auditorat du travail

Arbeidsauditoraat

 

Par lettre du 25 septembre 2020, l’auditeur du travail de Hal-Vilvorde transmet au Sénat, conformément à l’article 346 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 de l’auditorat du travail de Hal-Vilvorde, approuvé lors de son assemblée de corps du 22 septembre 2020.

Bij brief van 25 september 2020 zendt de arbeidsauditeur te Halle-Vilvoorde, overeenkomstig artikel 346 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van het arbeidsauditoraat te Halle-Vilvoorde, goedgekeurd tijdens zijn korpsvergadering van 22 september 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Tribunal de première instance

Rechtbank van eerste aanleg

 

Par lettre du 29 septembre 2020, le président du tribunal de première instance de Liège transmet au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du tribunal de première instance de Liège, approuvé lors de son assemblée générale du 23 septembre 2020.

Bij brief van 29 september 2020 zendt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Luik, overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van de rechtbank van eerste aanleg van Luik, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 23 september 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Tribunal du travail

Arbeidsrechtbank

 

Par lettre du 9 juillet 2020, le président du tribunal du travail de Liège transmet au Sénat, conformément à l’article 340, § 3, alinéa 5, du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement 2019 du tribunal du travail de Liège, approuvé lors de son assemblée générale du 29 juin 2020.

Bij brief van 9 juli 2020 zendt de voorzitter van de arbeidsrechtbank van Luik, overeenkomstig artikel 340, § 3, 5º, van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag 2019 van de arbeidsrechtbank van Luik, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 29 juni 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Assemblées générales des juges de paix et des juges aux tribunaux de police

Algemene vergaderingen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken

 

Par lettre du 30 septembre 2020, le président de l’Assemblée générale des juges de paix et des juges aux tribunaux de police du ressort de la cour d’appel du Hainaut transmet au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement pour l’année 2019 de l’Assemblée générale des juges de paix et des juges aux tribunaux de police du ressort de la cour d’appel du Hainaut, approuvé lors de son assemblée générale du 30 septembre 2020.

Bij brief van 30 september 2020 zendt de voorzitter van de Algemene Vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken ressorterende onder het hof van beroep van Henegouwen, overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag voor 2019 van de Algemene Vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken ressorterende onder het hof van beroep van Henegouwen, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 30 september 2020.

 

Par lettre du 15 juillet 2020, le président de l’Assemblée générale des juges de paix et des juges aux tribunaux de police de l’arrondissement du Limbourg transmet au Sénat, conformément à l’article 340 du Code judiciaire, le rapport de fonctionnement pour l’année 2019 de l’Assemblée générale des juges de paix et des juges aux tribunaux de police du ressort de la cour d’appel de l’arrondissement du Limbourg, approuvé lors de son assemblée générale du 19 juin 2020.

Bij brief van 15 juli 2020 zendt de voorzitter van de Algemene Vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken van het arrondissement Limburg overeenkomstig artikel 340 van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat over, het werkingsverslag voor 2019 van de Algemene Vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken ressorterende onder het hof van beroep van het arrondissement Limburg, goedgekeurd tijdens zijn algemene vergadering van 19 juni 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Importation, exportation et transit d’armes

In-, uit- en doorvoer van wapens

 

Par lettre du 10 septembre 2020, la ministre de l’Emploi, de l’Économie et des Consommateurs, chargée de la Lutte contre la pauvreté, de l’Égalité des chances et des Personnes handicapées transmet au Sénat, conformément à l’article 17 de la loi du 5 août 1991 relative à l’importation, à l’exportation, au transit et à la lutte contre le trafic d’armes, de munitions et de matériel devant servir spécialement à un usage militaire ou de maintien de l’ordre et de la technologie y afférente, le rapport sur l’application de cette loi pour le premier semestre de 2020.

Bij brief van 10 september 2020 zendt de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking aan de Senaat over, overeenkomstig artikel 17 van de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie, het verslag over de toepassing van deze wet voor het eerste semester van 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Conseil central de l’économie

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

 

Par lettre du 15 juillet 2020, le président de la Commission consultative spéciale Consommation du Conseil central de l’économie transmet au Sénat, conformément à l’article XIII.6 du Code de droit économique, l’avis « Modernisation des droits des consommateurs (transposition de la directive Omnibus) » (CCE 2020‑1320).

Bij brief van 15 juli 2020 zendt de voorzitter van de Bijzondere Raadgevende Commissie Verbruik van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, overeenkomstig artikel XIII.6 van het Wetboek van economisch recht, aan de Senaat over, het advies “Modernisering consumentenrechten (omzetting Omnibus-richtlijn)” (CRB 2020‑1320).

 

  Dépôt au Greffe

  Neergelegd ter Griffie.

 

Commission interdépartementale pour le Développement durable

Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling

 

Par lettre du 22 juin 2020, le président de la Commission interdépartementale du Développement durable transmet au Sénat, conformément à l’article 19 de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, le rapport annuel pour 2019.

Bij brief van 22 juni 2020 zendt de voorzitter van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling, overeenkomstig artikel 19 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, aan de Senaat over, het jaarverslag voor 2019.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Commission des provisions nucléaires

Commissie voor nucleaire voorzieningen

 

Par lettre du 28 septembre 2020, la ministre de l’Énergie, de l’Environnement et du Développement durable transmet au Sénat, conformément à l’article 8, § 1er, de la loi du 11 avril 2003 sur les provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales, le rapport annuel 2019 de la Commission des provisions nucléaires.

Bij brief van 28 september 2020 zendt de minister voor Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling overeenkomstig artikel 8, § 1, van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales, aan de Senaat over, het jaarverslag voor 2019 van de Commissie voor nucleaire voorzieningen.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (ONDRAF)

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS)

 

Par lettre du 9 septembre 2020, la ministre de l’Emploi, de l’Économie et des Consommateurs, chargée de la Lutte contre la pauvreté, de l’Égalité des chances et des Personnes handicapées, et la ministre de l’
Énergie, de l’Environnement et du Développement durable transmettent au Sénat, conformément à l’article 179, § 2, 13º, de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979‑1980, le rapport annuel 2018 de l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies.

Bij brief van 9 september 2020 zenden de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een handicap en de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling, overeenkomstig de wet van artikel 179, § 2, 13º, van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979‑1980, aan de Senaat over, het jaarverslag 2018 van de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen.

 

  Dépôt au Greffe

  Neergelegd ter Griffie.

 

Activités d’intérêt général de la Famille royale

Activiteiten van algemeen belang van de Koninklijke Familie

 

Par lettre du 6 juillet 2020, la première ministre transmet au Sénat, conformément à l’article 15 de la loi du 27 novembre 2013 concernant les dotations et les indemnités octroyées à des membres de la Famille royale ainsi que de la transparence du financement de la monarchie, le rapport des activités d’intérêt général de l’année 2019 de Leurs Majestés le Roi Albert II et la Reine Paola.

Bij brief van 6 juli 2020 zendt de eerste minister, overeenkomstig artikel 15 van de wet van 27 november 2013 met betrekking tot de dotaties en de vergoedingen die worden toegekend aan leden van de Koninklijke Familie alsook de transparantie van de financiering van de monarchie aan de Senaat over, het verslag over de activiteiten van algemeen belang tijdens het jaar 2019 van Hunne Majesteiten Koning Albert II en Koningin Paola.

 

Par lettre du 7 juillet 2020, la première ministre transmet au Sénat, conformément à l’article 15 de la loi du 27 novembre 2013 concernant les dotations et les indemnités octroyées à des membres de la Famille royale ainsi que de la transparence du financement de la monarchie, le rapport des activités d’intérêt général de l’année 2019 de Son Altesse Royale la Princesse Astrid.

Bij brief van 7 juli 2020 zendt de eerste minister, overeenkomstig artikel 15 van de wet van 27 november 2013, eerste lid, met betrekking tot de dotaties en de vergoedingen die worden toegekend aan leden van de Koninklijke Familie alsook de transparantie van de financiering van de monarchie aan de Senaat over, het verslag over de activiteiten van algemeen belang tijdens het jaar 2019 van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités

Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

 

Par lettre du 31 juillet 2020, la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l’Asile et la Migration transmet au Sénat, conformément à l’article 52, alinéa 1er, 9º, de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités, le rapport annuel 2019 de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités.

Bij brief van 31 juli 2020 zendt de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Asiel en Migratie, overeenkomstig artikel 52, eerste lid, 9º, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, aan de Senaat over, het jaarverslag 2019 van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Commission des jeux de hasard

Kansspelcommissie

 

Par lettre du 30 septembre 2020, le président de la Commission des jeux de hasard transmet au Sénat, conformément à l’article 16 de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, le rapport d’activités pour 2019.

Bij brief van 30 september 2020 zendt de voorzitter van de Kansspelcommissie, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, aan de Senaat over, het jaarverslag voor 2019.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Parlement européen

Europees Parlement

 

Par lettres du 14 juillet et du 5 août 2020, le président du Parlement européen transmet au Sénat les textes adoptés par le Parlement européen au cours de ses périodes de session du 17 au 19 juin 2020 et du 8 au 10 juillet 2020.

Bij brieven van 14 juli en van 5 augustus 2020 zendt de voorzitter van het Europees Parlement aan de Senaat over, de teksten aangenomen door het Europees Parlement tijdens zijn vergaderperiodes van 17 tot 19 juni 2020 en van 8 tot 10 juli 2020.

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.

 

Conférence internationale du Travail

Internationale Arbeidsconferentie

 

Par lettre du 5 juillet 2020, le président du comité de direction du service public fédéral Emploi transmet au Sénat, conformément aux dispositions de l’article 19, §§ 5 et 6, de la Constitution de l’Organisation internationale du Travail, amendée en 1946 et approuvée par le Parlement par la loi du 30 décembre 1947 (Moniteur belge du 3 juin 1948), les textes originaux des instruments internationaux concernant la Convention n° 190 concernant l’élimination de la violence et du harcèlement dans le monde du travail, ainsi que la recommandation n° 206 concernant l’élimination de la violence et du harcèlement dans le monde du travail, adoptés par la Conférence internationale du travail lors de sa 103e session tenue à Genève en juin 2019.

Bij brief van 5 juli 2020 zendt de voorzitter van het directiecomité van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 19, §§ 5 en 6, van de Oprichting van de Internationale Arbeidsorganisatie, geamendeerd in 1946 en door het Parlement goedgekeurd bij de wet van 30 december 1947 (Belgisch Staatsblad van 3 juni 1948) aan de Senaat over, de originele teksten van de internationale documenten betreffende het Verdrag nr. 190 betreffende de uitbanning van geweld en intimidatie in de wereld van werk, alsook de aanbeveling nr. 206 betreffende geweld en intimidatie die werden aangenomen tijdens de 103e zitting in juni 2019 in Genève door de Internationale Arbeidsconferentie..

 

  Dépôt au Greffe.

  Neergelegd ter Griffie.