5-85COM

5-85COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MERCREDI 29 JUIN 2011 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur «l'affirmation selon laquelle le ministre était depuis longtemps déjà au courant des mensonges de la Grèce à propos de ses statistiques financières» (nº 5-1110)

M. le président. - M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, répondra.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Minister Reynders zorgde onlangs voor opmerkelijk nieuws door te stellen dat de EU-landen al sinds 2001 op de hoogte waren van de leugens van de Griekse overheid over hun financiële statistieken en door te zeggen dat ook hij tijdens zijn voorzitterschap van de Ecofinraad daarvan wist.

Die eerlijkheid na de feiten siert de minister maar roept meteen vragen op, niet alleen omdat de leugens niet eerder aan de kaak werden gesteld maar ook omdat de desastreuze effecten ervan niet werden voorkomen. In die publieke biecht gaf vice-eersteminister Reynders bovendien toe dat ons land sterk lijdt onder de gevolgen van het Griekse debacle, waarbij hij zich kwetsbaar afvroeg `Hebt u liever een minister die liegt misschien?'.

Hoe verweert de minister zich tegen het oordeel dat het niet vertellen van een waarheid met alle nefaste gevolgen van dien, mag worden gelijkgeschakeld met liegen. Tien jaar lang heeft de minister inderdaad verzwegen dat een EU-lidstaat systematisch informatie vervalste.

Hoe verklaart de minister dat hij al die jaren in volle kennis van het Griekse bedrog en de nefaste gevolgen daarvan op de financiële toestand van ons land, niets ondernam om ons land te beschermen? Op welke wijze kan de minister legitimeren dat hij al die jaren het bedrog tolereerde ondanks de ernstige consequenties?

Hoe verweert de minister zich tegen een mogelijke beschuldiging van `schuldig verzuim', terwijl hij zelf verklaarde dat de maatregelen onvoldoende waren? Hoe kan de minister zijn opdracht van minister van Financiën nog vereenzelvigen met dat jarenlange bedrog, dat hij niet alleen verdoezelde maar in onthutsende onbekwaamheid liet voortbestaan?

Als ik me niet vergis kregen we vorige week over de Griekse problematiek al een kort antwoord van de minister op een vraag van collega Piet De Bruyn. Ik hoop vandaag een aanvullend antwoord te krijgen op een aantal bijkomende vragen.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - De vraag van de heer Anciaux is echt wel bedoeld voor minister Reynders zelf.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat is juist en voor de zoveelste keer betreur ik dat minister Reynders niet naar onze commissie komt.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Vorige keer was hij in het buitenland ...

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Mijnheer Clerfayt, probeer minister Reynders niet te verdedigen. Feit is dat hij te vaak afwezig is in de commissie.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Dezer dagen is hij vooral te vaak in het buitenland vanwege de Griekse crisis.

Voor het antwoord op de vraag van de heer Anciaux moet ik verwijzen naar het antwoord dat vice-eersteminister Reynders hier vorige donderdag al gaf.

Iedereen wist van de problematische betrouwbaarheid van de Griekse statistieken. Dat is geen nieuw gegeven. In het verleden hebben we van Griekenland cijfers gekregen die aangepast en verbeterd moesten worden. Ik wil daarover twee zaken zeggen.

De enige verantwoordelijke instelling op EU-vlak die de betrouwbaarheid van de Griekse statistieken kan en moet bevestigen is Eurostat. De beslissing over de toetreding van Griekenland tot de eurozone was dan ook uitsluitend gebaseerd op cijfers van Eurostat, die op dat moment door niemand werden aangevochten of konden worden aangevochten.

Tweede opmerking. Achteraf zijn bepaalde cijfers nog aangepast, ook al waren ze al bevestigd. Een paar keer heeft Europa geweigerd de door Griekenland verstrekte cijfers te bevestigen. Iedereen wist dat er een probleem was, maar deed al het mogelijke om de cijfers te verbeteren, onder de verantwoordelijkheid van Eurostat.

Het feit dat het Griekse tekort en de Griekse schuld erg verschillend evolueerden, heeft onder andere de aandacht getrokken van de ECB en van verschillende ministers en kwam ook ter sprake in de Eurogroep. In die zin kan men zeggen dat Europa en in de eerste plaats Eurostat een bepaalde verantwoordelijkheid dragen. Eurostat heeft zich achteraf verdedigd door te zeggen dat zijn onderzoeksmogelijkheden beperkt waren. Men heeft dan verschillende bijzondere missies naar Griekenland gestuurd en Eurostat nauwer bij de toestand in Griekenland betrokken door methodological visits te organiseren.

Er wordt een bijkomende aanpassing van de reglementering voorbereid om de bevoegdheden van Eurostat uit te breiden, zodat het ook preventief en stroomopwaarts tussenbeide kan komen.

De governance van het statistische systeem maakt ook deel uit van het huidige werkprogramma dat tussen de Europese Unie en Griekenland is overeengekomen. De mogelijke politieke verantwoordelijkheid bestond er waarschijnlijk in dat men Eurostat niet tijdig de nodige bevoegdheden heeft toegekend. In de discussies daarover heeft België altijd de voorstellen van de Europese Commissie gesteund.

De betrokkenheid van de eerste minister is beperkt tot het feit dat het probleem van de Griekse statistieken onvermijdelijk ook de aandacht van de Europese Raad heeft getrokken. De publieke opinie was ingelicht, aangezien zowel de cijfers zelf als de aanpassingen daarvan altijd op een zeer transparante manier zijn gepubliceerd.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik begrijp het antwoord totaal niet, en niemand met mij denk ik. Over de houding van de eerste minister heb ik overigens geen vragen gesteld.

Staatssecretaris Clerfayt komt hier gewoon een antwoord van minister Reynders voorlezen, die alle verantwoordelijkheid bij Eurostat legt.

Eurostat wist van niets en was niet in staat om het bedrog op het spoor te komen, maar minister Reynders wist het wel. Hij heeft dat onlangs nog bevestigd. Waarom heeft hij dan Eurostat niet geholpen, waarom heeft hij zijn collega's van de Europese Unie en van de eurozone niet geholpen? Waarom heeft hij Griekenland niet geholpen? Hij wist van het bedrog en hij had de macht en de mogelijkheid om het probleem op te lossen. Hij kon als reddende engel optreden, hij kon de Messias zijn van de eurozone. Waarom heeft hij niet ingegrepen? Hoewel hij zeer goed op de hoogte was, heeft hij gezwegen en daardoor is hij uiteraard medeverantwoordelijk.

(M. Richard Miller prend place au fauteuil présidentiel.)