4-1265/1

4-1265/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

1 APRIL 2009


Voorstel van resolutie betreffende de coördinatie van acties van de overheden en het verenigingsleven om de consumenten te wijzen op de gevaren van makkelijk krediet

(Ingediend door de dames Christiane Vienne en Joëlle Kapompolé)


TOELICHTING


De wereldwijde financiële crisis die met volle kracht toeslaat in de grote bankinstellingen en hen doet wankelen, heeft aangetoond hoe ver het financiële systeem verwijderd was van de werkelijkheid, hoe het zich wentelde in zelfregulering en hoe het streefde naar buitensporige winsten op erg korte tijd die niets meer te maken hadden met de reële economie. De overheid heeft massaal moeten ingrijpen om grote banken van de ondergang te redden : tegelijk moesten de spaarders, de werknemers uit de banksector en alle actoren van de reële economie worden beschermd.

Duizenden consumenten werden in de speculatieve storm meegesleurd zonder zelfs maar te beseffen dat zij er deel van uitmaakten. Zij dachten immers dat ze als een goede huisvader in aandelen hadden belegd, maar betalen vandaag het gelag voor het roekeloze gedrag van bepaalde spelers van het banksysteem.

Daarom moet er snel en met alle middelen worden gereageerd. Alle burgers moeten instrumenten krijgen aangereikt om de gevaren te kunnen herkennen en om zich tegen die gevaren te kunnen wapenen voordat zij zich, zonder na te denken over de gevolgen, tot makkelijk krediet laten verleiden.

De bevoegdheden die de consument van financiële diensten rechtstreeks aanbelangen, zijn door de institutionele organisatie van ons land versnipperd over verschillende bestuursniveaus.

Zonder enige coördinatie tussen alle spelers, is de kans dus groot dat de acties hun doel voorbij zullen schieten. Het is dus wenselijk om de acties die de overheid en het verenigingsleven willen voeren om de consumenten te wijzen op die problematiek, te coördineren.

Bovendien is het belangrijk eraan te herinneren dat de preventie-, sensibilisatie-, en coördinatiemaatregelen de banken en kredietinstellingen niet ontslaan van hun plicht en verantwoordelijkheid om consumenten informatie te verstrekken.

Christiane VIENNE.
Joëlle KAPOMPOLÉ.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. Gelet op de dringende noodzaak van een sereen en constructief debat om efficiënte actiepunten te definiëren waarover is onderhandeld met de talrijke betrokken gesprekspartners;

B. Gelet op de huidige financiële crisis waarvan de omvang voor de burgers tot op vandaag moeilijk kan worden ingeschat, maar die zwaar zal wegen op de koopkracht en zelfs op de levensomstandigheden en het pensioen van sommigen;

C. Gelet op de noodzaak om sensibilisatieacties nationaal te coördineren zonder de bevoegdheden van de federale overheid en de deelgebieden uit het oog te verliezen;

D. Overwegende dat het regeerakkoord van 18 maart 2008, zoals vastgesteld in de beleidsverklaring van 21 december 2008, bepaalt : « Het is ook aangewezen om de strijd tegen overmatige schuldenlast voort te zetten en dit door een globale aanpak zowel ten aanzien van de lener als van de ontlener, onder meer door toe te zien op de versterking van de preventie-instrumenten »;

E. Overwegende dat er door de economische conjunctuur en de ernstige financiële crisis maatregelen voor de koopkracht en de consumentenbescherming nodig zijn;

F. Overwegende dat men van jongs af aan de waarde van geld leert kennen;

G. Overwegende dat de meerderheid van de kinderen en jongeren regelmatig zakgeld krijgen van hun ouders en/of af en toe loon ontvangen voor een studentenjob;

H. Overwegende dat kinderen en jongeren soms moeite hebben om met geld om te gaan;

I. Overwegende dat jongeren een bevoorrechte doelgroep zijn van banken en kredietmaatschappijen en men nu, in vergelijking met vroeger, op veel jongere leeftijd met banken in contact komt;

J. Overwegende dat de studie « Krediet en jongeren » van oktober 2001 meer bepaald besluit dat « jongeren veelal niet leren hoe ze geld moeten beheren of wat krediet precies inhoudt », dat jongeren problemen kunnen ervaren omdat zij niet voldoende voorbereid zijn op hun financiële zelfstandigheid en dat « de relatie met geld en de plaats van geld in onze economie (...) van in de prille jeugd op een opvoedkundig verantwoorde wijze dienen te worden behandeld. » (1) ;

K. Overwegende dat het aantal dossiers dat door de erkende diensten voor schuldbemiddeling wordt behandeld, gestaag toeneemt in het Waals, Brussels en Vlaams Gewest;

L. Overwegende dat budgetbeheer een belangrijke pijler is van een preventiebeleid tegen overmatige schuldenlast;

M. Overwegende dat een samenhangend beleid belangrijk is om de burgers te wijzen op de risico's van krediet en een schuldenlast;

N. Overwegende dat de Senaat ervoor zal zorgen dat zijn vragen aan de regering een vervolg krijgen door het debat in zijn halfrond te organiseren.

Vraagt aan de regering :

1. contact op te nemen met de overheden van de deelgebieden om een gecoördineerd beleid te ontwikkelen dat de consumenten wijst op de gevaren van makkelijk krediet;

2. een rondetafel te organiseren met de betrokken actoren uit het verenigingsleven en het onderwijs om gemeenschappelijke actieplannen te bespreken en de bestaande of nog te creëren educatieve acties en instrumenten die in het bijzonder gericht zijn op het leren beheren van een budget, efficiënt te stimuleren.

11 februari 2009.

Christiane VIENNE.
Joëlle KAPOMPOLÉ.

(1) Studie van het Observatoire du crédit et de l'endettement op vraag van de heer Johan Vande Lanotte, toenmalig vice-eersteminister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie en de heer Charles Picqué, toenmalig minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek.