4-15

4-15

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 31 JANVIER 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Freya Piryns au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur «l'accès aux fichiers de la DIV par des entreprises privées» (nº 4-129)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Deze week heeft een vrederechter in Oostende geoordeeld dat privébedrijven geen toegang hebben tot het bestand van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen, DIV, en dat ze dus geen parkeerboetes of retributies kunnen uitschrijven, wegens het recht op privacy van de betrokken privépersonen.

Het uitschrijven van retributies is voor heel wat steden en gemeenten belangrijk, omdat een goed parkeerbeleid bijdraagt tot een goed mobiliteitsbeleid. Er moet dus absoluut een oplossing worden gezocht om te voorkomen dat mensen vanuit een gevoel van straffeloosheid denken dat ze hun auto zomaar overal kunnen parkeren, aangezien ze toch geen boete kunnen krijgen.

Willem De Beuckelaere, de voorzitter van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gaat akkoord met het vonnis van de vrederechter. Hij zegt dat in het koninklijk besluit ter zake duidelijk omschreven staat wie toegang heeft tot het DIV-bestand en om welke reden. Gemeenteambtenaren, politie, douane en gerechtsdeurwaarders hebben toegang, telkens voor zeer welomschreven doeleinden. Maar de privéfirma's waarvan sprake hebben dat dus niet.

Ook Michel Maus, professor fiscaliteit aan de VUB, ziet een probleem bij het opvragen van de gegevens van de DIV. Hij zegt dat dit wettelijk gezien enkel kan door de politie als het om retributies gaat, en door de politie of door beëdigd ambtenaren als het om belastingen gaat. Aangezien de gemeenten na de depenalisering massaal hebben gekozen om `parkeerboetes' als een retributie te behandelen, kan enkel de politie toegang krijgen tot de DIV-bestanden en hebben dus ook de gemeentelijke autonome parkeerbedrijven geen recht om de gegevens te gebruiken. Hij gaat zelfs nog een stap verder en zegt dat het in zijn geheel onwettelijk is dat privébedrijven controle doen over retributies.

Kan de minister garanderen dat de DIV zich houdt aan de wetten en dus geen gegevens meer zal geven aan privébedrijven?

Is de minister het eens met de VUB-professor dat ook de gemeentelijke autonome bedrijven geen toegang hebben tot de DIV-gegevens?

Is de minister van plan om veranderingen aan het wettelijk kader voor te stellen, en zo ja welke?

De heer Yves Leterme, vice-eersteminister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen. - Het loont de moeite het vonnis van de vrederechter van Oostende grondig te lezen. In de pers wordt maar een gedeelte van het probleem weergegeven. Het gaat niet alleen om het naleven van de wet betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, maar ook om de interpretatie en het toepassingsgebied van de wet van 1990 op de private bewakingsdiensten.

Het antwoord op de twee eerste vragen is duidelijk ja. Artikel 6, paragraaf 2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 omschrijft de wijze waarop toegang kan worden verleend tot het bestand van de inschrijvingen bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen. Er bestaat hierover ook een specifiek advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, niet alleen ten aanzien van de privébedrijven, maar ook ten aanzien van overheidsbedrijven en gemeentelijke bedrijven. Zij hebben inderdaad geen toegang tot het betreffende bestand.

Ik verwijs mevrouw Piryns ook naar de uitspraak van de rechtbank van Aarlen in een soortgelijk geval. Volgens de rechtbank bestaat de juiste werkwijze, conform het koninklijk besluit van 20 juli 2001, erin vanuit de concessiehouder een beroep te doen op de medewerking van de gemeentelijke ontvanger.

Er moeten twee doelstellingen met elkaar worden verzoend. Enerzijds is er de noodzaak aan effectieve garanties met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dat is een belangrijk element van onze rechtsstaat en van onze samenleving. Anderzijds, is er de noodzaak aan een efficiënt en doeltreffend parkeerbeleid en de effectieve inning van retributies ten aanzien van personen die in overtreding zijn of de verschuldigde parkeergelden niet hebben betaald.

Ik ben er niet van overtuigd dat het evenwicht tussen die twee elementen zoek is. We zullen nagaan of het koninklijk besluit van 20 juli 2001 moet worden gewijzigd. De werkwijze die ik heb geschetst is geattesteerd door de rechtbank van Aarlen. In antwoord op een vraag stelde collega Dewael anderhalf jaar geleden nog dat deze werkwijze de concessiehouders een aantal mogelijkheden biedt om aan de betrokken gegevens te komen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik dank de vicepremier voor zijn omstandig antwoord. Ik ben het met hem eens dat er een evenwicht moet zijn en dat de persoonlijke levenssfeer beschermd moet worden. Daarnaast is een efficiënt parkeerbeleid heel belangrijk voor een goed mobiliteitsbeleid. Ik hoop dat de steden en gemeenten deze keer het antwoord van de minister wel hebben gehoord. Ik neem aan dat de vicepremier zal onderzoeken welke mogelijkheden er nog openstaan.