4-11/1

4-11/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

12 JULI 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek

(Ingediend door de heren Hugo Vandenberghe en Tony Van Parys)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 25 november 2005 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-1449/1 - 2005/2006).

1. Artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « Rechters, rechters-plaatsvervangers, ambtenaren van het openbaar ministerie, griffiers, gerechtsdeurwaarders, pleitbezorgers, advocaten en notarissen mogen de processen, de betwiste rechten en rechtsvorderingen, die behoren tot de bevoegdheid van de rechtbank binnen wier rechtsgebied zij hun ambt uitoefenen, niet overnemen, op straffe van nietigheid, betaling van kosten en schadevergoeding. » (1) .

2. Het doel van dat artikel 1597 is : « ...kwade praktijken tegen te gaan, en tevens te beletten dat zekere bedieningen, die boven elke verdenking moeten verheven zijn, zouden worden blootgesteld aan vermoedens, die hun waardigheid zouden krenken en hun gezag onder het publiek zouden doen dalen. » (2) .

Nog een andere auteur schrijft dat de wetgever deze verbodsbepaling heeft aangenomen « omdat het gerecht tot taak heeft, de betwistingen te beslechten, niet, ermee te speculeren. Voorts zouden de gerechtsdienaren het betwiste recht als zeer problematisch doen doorgaan, of misbruik makend van de moedeloosheid van een partij, om het recht tegen een spotprijs af te kopen. » (3) . De laatstvermelde reden geldt vooral ten opzichte van de hulpdienaars van het gerecht; Henri De Page schrijft : « On peut toutefois ajouter la crainte des abus d'influence et — considération qui vaut surtout pour les auxiliaires de la justice — le fait que ceux-ci pourraient dépeindre le droit litigieux comme extrêmement aléatoire ou profiter de la lassitude d'un plaideur pour en réaliser l'acquisition à vil prix. » (4) .

3. De wetgever creëerde nieuwe gerechtelijke ambten, dat van referendaris bij het Hof van Cassatie, referendaris bij het hof van beroep of de rechtbank van eerste aanleg, en dat van parketjurist (zie onder andere de nieuwe artikelen 135bis, 156ter, 206bis, 206ter van het Gerechtelijk Wetboek). De ratio legis van het bestaande artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek gaat ook op voor de referendarissen bij de diverse hoven en rechtbanken, alsook voor de parketjuristen.

Het is derhalve aangewezen, mede om alle twijfel te vermijden, hen uitdrukkelijk op te nemen in de wettelijke lijst vervat in artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek.

Het is in het belang van de rechtszekerheid, van een goede rechtsbedeling en van een welbegrepen deontologie van de gerechtelijke ambtenaren, dat artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek in de voormelde zin gewijzigd wordt.

Hugo VANDENBERGHE.
Tony VAN PARYS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

De wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek gewijzigd bij de wet van 5 juli 1963 worden tussen de woorden « ambtenaren van het openbaar ministerie, » en « griffiers » de woorden « referendarissen, parketjuristen, » ingevoegd.

12 juli 2007.

Hugo VANDENBERGHE.
Tony VAN PARYS.

(1) Zie ter zake bijvoorbeeld : De Page H., Traité élémentaire de droit civil belge, IV, Brussel, 1972, 96-98, nrs. 65 tot 66ter, alsook 107-108, nr. 72; Dirix E., « Wie kopen of verkopen kan. Artikel 1597 B.W. », in Bijzondere overeenkomsten. Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, 1986, 1-2; Gougnard D., v « Cession de droits litigieux », in Nouveau dictionnaire du notariat, Tome sixième, Brussel-Leuven, 1912, 543-554; Harmel P., in Rép. Not., Tome VII, La vente, Livre I, Théorié générale de la vente, Brussel, 1985, 155-156, nrs. 132-134 : Kluyskens A., De contracten, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, 1952, 85, nr. 66; Laurent F., Principes de droit civil français, XXIV, Brussel-Parijs, 1878, 65, nr. 56 alwaar hij Portalis citeert die er tijdens de voorbereiding van het Burgerlijk Wetboek op wees : « Les ordonnances ont toujours prohibé aux juges et à tous ceux qui exercent quelque fonction de justice ou quelque ministère près les tribunaux de se rendre cessionnaires de droits litigieux ... »; Tilleman B., Overeenkomsten, in de reeks Beginselen van Belgisch privaatrecht, deel X, Antwerpen, 2001, 632-635, nrs. 1652-1663.

(2) Kluyskens A., o.c., Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, 1952, 85, nr. 66. Vergelijk : De Page H., o.c, 96, nr. 65 : « César dit que la femme de César ne peut être suspectée. C'est le fondement véritable de l'article 1597. »; De Wulf C. m.m.v. De Decker H., Het opstellen van notariële akten, deel II, Deurne, 1994, 1024, nr. 861; R.P.D.B., deel XVI, Brussel, 1961, v « Vente », nr. 131; Schicks A. en Van Isterbeek A., Traité-formulaire de la pratique notariale, III, Brussel-Leuven, 1926, 31, nr. 255; Tilleman B., o.c., 632, nr. 1652 : « Deze bepaling is ingegeven door een zorg om de waardigheid van de magistraten en de hulppersonen die zou aangetast kunnen worden door een (verdenking van) invloed. »

(3) Dekkers R., Handboek Burgerlijk Recht, II, Antwerpen, Brussel, Gent-Leuven-Kortrijk, 1971, 452, nr. 784.

(4) De Page H., o.c., 96, nr. 65.