Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Maatschappelijke Integratie

Vraag nr. 3-6965 van mevrouw Talhaoui d.d. 9 februari 2007 (N.) :
Gezondheidszorg. — Toegankelijkheid. — Illegalen.

Artsen Zonder Grenzen (AZG) stuurde begin dit jaar een brief waarin de organisatie speciale aandacht vraagt voor mensen die in ons land uitgesloten worden van gezondheidszorg. Na tien jaar terreinwerk door haar duizenden medische en psychosociale consultaties merkt AZG dat mensen zonder papieren en asielzoekers wel doorverwezen worden naar officiële structuren waar ze toegang zouden moeten krijgen maar dat dit louter theorie blijft. AZG gaat er volgens mij terecht van uit dat een patiënt een patiënt is en dat iedereen op ons grondgebied toegang tot medische zorg moet krijgen zonder enige vorm van discriminatie.

Daarom stellen zij enkele aanbevelingen voor om de knelpunten die zij ervaren aan te pakken. Deze komen trouwens sterk overeen met de knelpunten die ook de Brusselse huisartsenkringen in hun witboek schetsen.

Zo vinden zij de omschrijving van het woord « dringend » in het koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven, onvoldoende duidelijk. Ook het federaal administratief kader en de transparantie en eenvormigheid in de administratieve procedures, zowel tussen OCMW's en de overheidsdienst als tussen OCMW's en zorgverstrekkers, laten te wensen over.

Eén aanspreekpunt gezondheidszorg per stad zou ook ideaal zijn als doorgeefluik van informatie. De eerstelijnsgeneeskunde, die nodig is voor een goede preventie en een langdurige opvolging en die als buffer kan functioneren om de uiterst drukke en kostelijke spoeddiensten te ontlasten, is volgens AZG te weinig geïnformeerd over het wettelijk kader en de te volgen procedures. Een informatiecampagne dringt zich op.

Verder is er momenteel geen garantie van medische begeleiding voor asielzoekers die niet in de opvangcentra verblijven : zij kennen de weg naar medische zorg niet en stellen die daarom uit, artsen weten niet wie hun facturen gaan betalen en vinden de hele administratieve afwikkeling verwarrend, omslachtig en tijdrovend. Daarom dringt AZG aan op een centralisatie van de facturen bij Fedasil, één medische kaart voor asielzoekers en duidelijke informatie van patiënten en zorgverstrekkers over de te volgen procedures.

Ook vraagt AZG een korte, eenduidige, transparante procedure voor regularisatie van verblijf op basis van medische redenen waarbij men ook nagaat wat de effectieve toegang is tot medische zorgen in het land van herkomst en waarbij een onafhankelijke medische cel oordeelt over de aanvraag.

Ik ben het tot slot eens met Artsen Zonder Grenzen dat ernstig zieken, psychiatrische patiënten en zwangere vrouwen niet in onze gesloten centra kunnen worden opgesloten. Ik bezorg indien gewenst een kopie van deze brief aan de geachte minister.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Wat vindt de geachte minister van deze voorstellen ? Zijn deze realiseerbaar op korte termijn ?

2. Zal de geachte minister contact opnemen met AZG en met de collega-ministers van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken om overleg te plegen en om de nodige maatregelen te treffen ?

Antwoord : De door u geschetste problematiek is mij uiteraard niet onbekend, en mijn medewerkers hebben trouwens al meermaals overleg gepleegd met actoren zoals Artsen Zonder Grenzen om na te gaan welke wijzigingen er momenteel aan de bestaande systemen van toegang tot de gezondheidszorg dienen aangebracht te worden om de rechten van éénieder te kunnen waarborgen.

Wat betreft de zogenaamde « no shows », zijnde de asielzoekers die niet verblijven in de hen toegewezen opvangstructuur, werd de aanbeveling van Artsen Zonder Grenzen opgevolgd. Vanaf 15 februari 2007 is Fedasil begonnen met de centralisatie van de facturen voor deze categorie van asielzoekers. De zorgverstrekkers zullen hierover ingelicht worden.

Wat betreft de dringende medische steun aan mensen met een illegaal verblijf, besef ik ten zeerste dat het huidige stelsel geen genoegdoening geeft, noch aan de betrokken artsen of ziekenhuizen, noch aan de OCMW's, noch aan de rechthebbenden. Een oplossing ligt evenwel niet voor de hand. Organisaties zoals Artsen Zonder Grenzen hebben mij hun standpunt hierover meegedeeld. Het lijkt me geen zin te hebben om in beperkte mate, en op korte termijn, te sleutelen aan de bestaande regelgeving. Daarom heb ik beslist een werkgroep op te richten, bestaande uit vertegenwoordigers van alle betrokken instanties, die als opdracht krijgt het hele systeem structureel heruit te vinden.

Wat uw vraag betreft aangaande een duidelijke procedure tot regularisatie van ernstig zieken, verwijs ik naar de hervormingen die mijn collega, minister Dewael, onlangs doorvoerde in deze materie.

Tot slot ben ik het volledig met u eens dat psychiatrische patiënten, zwangere vrouwen en ernstig zieken niet thuis horen in gesloten centra.