Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-5906 van mevrouw Hermans van 22 september 2006 (N.) :
Rookverslaving. — Sigaretten. — Nicotinegehalte. — Chloorgehalte.

Tussen 1998 en 2004 is het gemiddeld nicotinegehalte van Amerikaanse sigaretten met bijna 10 % gestegen. Vooral merken die populair zijn bij jongeren, laten een forse stijging noteren, aldus een studie uitgebracht in The Boston Globe. 92 van de 116 geteste Amerikaanse merken in 2004 hadden een hoger nicotinegehalte dan in 1998 en 52 kenden een toename van meer dan 10 %.

Nicotine is een erg verslavend product. De bedoeling van de fabrikanten is duidelijk om nieuwe rokers gemakkelijker via hogere concentraties nicotine verslaafd te maken.

Ook de bestaande rokers hebben het moeilijker om te stoppen gezien het hogere nicotinegehalte.

Tevens blijken de fabrikanten allerlei chemische producten zoals chloor in de sigaretten te doen. Chloor zorgt ervoor dat de nicotine gemakkelijker in de longen wordt opgenomen.

Sommige merken doen er ook nog eens vanille-extracten en cacao in om de opname van nicotine te verbeteren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1. Beschikt de geachte minister over aanwijzingen dat ook de sigaretten die in België verdeeld worden, thans meer nicotine bevatten dan in het verleden en kan hij dit uitvoerig en cijfermatig toelichten ?

2. Beschikt hij over aanwijzingen dat bepaalde sigaretten die in België verdeeld worden, thans meer chloor bevatten dan in het verleden en kan hij dit uitvoerig en cijfermatig toelichten ? Welke is de impact hiervan op de gezondheid van de roker en zijn of haar omgeving ?

3. Hoeveel bedraagt het gemiddelde nicotinegehalte van de Belgische sigaretten sinds 1998 en dit jaar per jaar en in het bijzonder in 2006 ? Vloeien deze cijfers voort uit eigen onderzoek van de diensten van de geachte minister of uit onderzoek en gegevens van de betrokken industrie ?

4. Is hij bereid om onafhankelijk onderzoek te laten voeren naar de eventuele toename van de gemiddelde hoeveelheid nicotine in de sigaretten alsook andere chemische additieven ? Zo ja, tegen wanneer zal hij het onderzoek laten uitvoeren en wanneer zouden de conclusies klaar zijn ? Zo neen, waarom niet ?

5. Acht hij het niet wenselijk om de sigaretten- en tabaksverdelers in België te verplichten om op de pakjes zeer gedetailleerd aan te geven welke producten er in de sigaretten worden verwerkt en dit zowel wat betreft de chemische additieven zoals chloor alsook de natuurlijke additieven zoals cacao, vanille, en dergelijke ?

6. Welke andere maatregelen acht de geachte minister aangewezen om te voorkomen dat de fabrikanten het nicotinegehalte en andere chemische en verslavende additieven van hun sigaretten zouden verhogen ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. In de Belgische wetgeving (koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten) zijn reeds sedert 1990 maximumgehaltes voor teer en nicotine vastgelegd. Deze normen zijn enkel van toepassing op sigaretten en worden uitgedrukt in mg per sigaret. Sedert 1990 heeft de wetgever deze normen reeds twee maal verstrengd :

199019972004
Maximum teergehalte151210
Maximum nicotinegehalte1,51,21,0
Maximum CO-gehalte--10

De tabaksindustrie heeft bijgevolg sedert 1990 reeds tweemaal het teer- en nicotinegehalte van sigaretten neerwaarts moeten aanpassen. Nicotine is een zeer verslavende stof die van nature in tabak zit. Volgens de Britse wetenschapper Jarvis roken mensen omwille van de nicotine, maar sterven ze aan de teer die ze met de tabaksrook binnenkrijgen. Met een lager nicotinegehalte verzwakken we de verslavende werking van sigaretten. De gunstige werking van deze nieuwe norm mag vooral worden verwacht onder beginnende rokers (grotendeels minderjarige jongeren), die nog niet echt verslaafd zijn en dat zodoende wat minder snel zullen worden.

Sedert 2004 zijn er ook specifieke maximumgehaltes vastgelegd voor het toxische CO : 10 mg per sigaret.

Ten gevolge van een recente reorganisatie van de inspectiediensten van de vroegere ministeries van Landbouw en Volksgezondheid werd de Tabakscontroledienst binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu eind 2004 opgericht. Deze beschikt bijgevolg niet over gegevens van analyseresultaten uit het verleden. De Tabakscontroledienst heeft evenwel in de eerste helft van dit jaar wel een 50-tal verschillende sigarettenmerken laten analyseren.

Controleresultaten teer-, nicotine- en CO-gehalten van 51 sigarettenmerken
NicotineTeerCO
Conform de wetgeving49 merken/marques41 merken39 merken
Niet-conform de wetgeving 1,1 mg <2 merken <1,5 mg11 mg <9 merken <15 mg11 mg <12 merken <15 mg
15 mg < 1 merk

De tabaksfabrikanten waarvan de sigaretten een te hoog gehalte aan nicotine, teer, en CO hadden, hebben een waarschuwing gekregen. De producten in overtreding zullen door de Tabakscontroledienst verder opgevolgd worden. Zo zullen bij een volgende controle de merken, die in overtreding waren, opnieuw geanalyseerd worden.

Met deze resultaten wens ik zeker niet de Amerikaanse studie tegen te spreken.

De tabaksfabrikanten zijn zoals u weet zeer inventief om de wetgeving te omzeilen en de methoden van analyse te manipuleren.

2. Het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 reglementeert eveneens de toegestane additieven in de op de markt gebrachte sigaretten. Artikel 2, § 1, bepaalt dat « Het is verboden te fabriceren en in de handel te brengen tabaksproducten en hulponderdelen die andere zelfstandigheden bevatten dan die welke in bijlage 1 van dit besluit toegelaten zijn. ». In bijlage 1 van dit besluit wordt chloor echter niet vermeld. Dit product is derhalve in de in België verkochte tabaksproducten verboden. De enige in tabak toegelaten gechloreerde producten zijn : zoutzuur, aluminiumchloride, polymeren van epichloorhydrine-amiden of epichloorhydrine-aminen. Het huidige probleem is dat de fabrikanten weigeren de exacte concentraties van de verschillende bestanddelen op te geven onder het voorwendsel van fabrieksgeheim. De bedrijven werden ervan op de hoogte gesteld dat het vermelde koninklijk besluit hen hiertoe verplicht. Er zal bovendien een proces-verbaal opgemaakt worden tegen hen die in 2006 geen volledig dossier indienen. In die context is het zeer moeilijk om de evolutie van de concentraties van die verschillende bestanddelen te volgen. Volgens de gegevens waarover we voor het ogenblik beschikken bevatten de in België verkochte sigaretten noch chloor noch gechloreerde stoffen.

3. Er bestaan geen vergelijkende studies met betrekking tot het percentage nicotine als dusdanig. Maar zoals vermeld in het antwoord op vraag 1 beschikt de administratie dankzij het ingevoerde notificatieproces sedert 2002 over deze gegevens. Het is niet mogelijk om van een gemiddelde te spreken, omdat elke sigaret een verschillend nicotinegehalte heeft. Zoals vermeld in vraag 1 schommelen de nicotineconcentraties per sigaret tussen 0,1 tot 1 mg.

4. Het notificatieproces waarover ik reeds sprak, maakt het de administratie mogelijk om elk jaar de gegevens betreffende de bestanddelen, het nicotine-, teer- en CO-gehalte per sigaret te kennen. Die gegevens worden in een gegevensbank geregistreerd en vervolgens naar de Europese Commissie doorgestuurd. De rol van de Europese Commissie terzake bestaat in het opzetten of toch minstens het coördineren van studies over de producten in sigaretten. Zodra er een geharmoniseerd formaat voor notificatie op Europees niveau wordt gebruikt, zullen er studies van dit type worden opgezet.

5. De pakjes sigaretten staan reeds vol met waarschuwingen in tekstvorm betreffende de schadelijkheid van tabakproducten. Voorts moeten er vanaf 10 juni 2007 gecombineerde waarschuwingen (foto met tekst) op alle in België verkochte pakjes sigaretten staan. Gelet op de beperkte oppervlakte van een pakje sigaretten is het derhalve onmogelijk om volledige gegevens over de additieven in detail te vermelden.

6. Samen met de andere Europese lidstaten en de vertegenwoordigers van de tabaksindustie werkt de administratie aan een gemeenschappelijk model om aan het publiek gegevens inzake additieven en hun schadelijkheid te verstrekken. Met dit project krijgt het publiek de gelegenheid om via de website van de FOD Volksgezondheid de lijst en de overeenstemmende concentratie van de bestanddelen van elk in België verkocht tabaksproduct te raadplegen. Voor elk additief zal er eveneens duidelijke en begrijpelijke informatie beschikbaar zijn.