Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-6764 van mevrouw de Bethune d.d. 24 januari 2007 (N.) :
Samenlevingscontracten. — Heteroparen. — Stand van zaken 2006.

Sedert het van kracht worden van de wet op het wettelijk samenwonen op 1 januari 2000 kunnen zowel homo- als heteroparen bij de burgerlijke stand een verklaring afleggen dat ze wettelijk samenwonen.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Hoeveel heteroparen (in absolute cijfers en percentages) sloten in 2006 een samenlevingscontract af ?

2. Hoeveel heteroparen (in absolute cijfers en percentages) ontbonden in 2006 een samenlevingscontract ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Ik wil er vooreerst op wijzen dat in het Rijksregister niet de samenlevingscontracten als dusdanig worden geregistreerd, maar wel het aantal personen dat daarbij is betrokken.

Samenlevingsovereenkomsten kunnen bovendien ook betrekking hebben op samenlevende broers, zussen of andere leden van het gezin. Het aantal verklaringen tussen personen van verschillend geslacht laat daarom niet toe een conclusie te trekken over de aard van de relatie die tussen deze personen bestaat.

Voor het jaar 2006 werd volgend aantal samenlevingsovereenkomsten geregistreerd tussen personen van verschillend geslacht :

— mannen : 16 532 verklaringen (96 %);

— vrouwen : 16 523 verklaringen (96,8 %).

Het aantal stopzettingen van samenlevingsovereenkomsten in het jaar 2006 bedraagt voor de mannen 4 466 (93,9 %), en voor de vrouwen 4 465 (95,1 %).

De vermelde cijfers zijn gebaseerd op de gegevens opgeslagen in het Rijksregister van de natuurlijke personen op 3 februari 2007.

Deze gegevens worden door de gemeenten dagelijks bijgewerkt.

De cijfers zijn niet gelijklopend. Deze schijnbare anomalie is te wijten aan het feit dat bij bepaalde samenwonenden, bij een adresverandering, geen beëindiging van wettelijke samenwoning werd opgenomen, bijvoorbeeld bij gebrek aan een éénzijdige verklaring van beëindiging.