Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-4835 van de heer Destexhe van 7 april 2006 (Fr.) :
Rijden onder invloed. — Verkeersongevallen. — Wijziging van de straffen. — Cijfers in Walloniė.

Ongevallen op de weg als gevolg van rijden onder invloed komen steeds vaker voor.

De straffen lijken in sommige gevallen belachelijk laag ten opzichte van de daad : korte gevangenisstraffen, intrekken van het rijbewijs voor een korte periode, enzovoort.

Naar het schijnt wil u de huidige wetgeving wijzigen om ze beter aan te passen aan de huidige omstandigheden.

Kunt u me meer informatie geven over uw plan ?

Bestaat er voor de Waalse steden en het Waalse Gewest een volledige inventaris van de straffen en de veroordelingen voor ongevallen op de weg met de dood of een zware handicap tot gevolg ?

Antwoord : Sturen in staat van dronkenschap vormt ontegensprekelijk een bijzonder belangrijke risicofactor voor verkeersongevallen met soms dramatische gevolgen.

De laatste jaren hebben verschillende omzendbrieven deze problematiek gereglementeerd.

De meest recente omzendbrief, Col 8/2006, is op 31 maart 2006 in werking getreden.

Deze omzendbrief voorziet in een eenvormig vaststellings-, opsporings- en vervolgingsbeleid ter zake.

Col 8/2006 voert op die manier een eenvormige behandeling in van de overtredingen door het rijden in staat van alcoholopname of van dronkenschap of in een soortgelijke staat onder meer ten gevolge van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen. Deze Col geeft de situaties weer waarin de betrokkene een verval van de strafvordering wordt voorgesteld.

Op heden bestaat er geen volledige inventaris van de straffen en vonnissen op het vlak van verkeersongevallen met doden en zwaar handicaps tot gevolg.

Ik vestig weliswaar uw aandacht op een studie die door de KUL in juli 2005 werd uitgevoerd : « Kinderen als slachtoffer van het verkeer. Onderzoek naar de noden, behoeften en ervaringen van verkeersslachtoffers en hun nabestaanden ». De Vereniging van ouders van verongelukte kinderen en het Levenslijn-Kinderfonds liggen aan de basis van deze studie.

Op initiatief van de Vereniging van ouders van verongelukte kinderen en de KUL, had op 20 november 2006 een studiedag over verongelukte kinderen plaats. De doelstelling van deze dag was de resultaten en de grote lijnen van bovenvermelde studie voor te stellen, alsook verschillende actoren die bij 1 deze problematiek betrokken zijn — politie, justitie, slachtofferverenigingen, verzekeringswezen — samen te brengen.

Mijn diensten, met name de dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, hebben aan de debatten deelgenomen.

De interventies tijdens deze studiedag zullen de reflectie, die de laatste maanden is begonnen, in stand houden.

Ik wil immers benadrukken dat ik de volle aandacht schenk aan de door de slachtoffers en hun familie ondervonden moeilijkheden.

Ik had trouwens meerdere werkvergaderingen met verschillende verenigingen, om de wetgeving die ter zake geldt te verbeteren.

We werken samen met deze verenigingen en onder meer met de Vereniging van ouders van verkeersslachtoffers, maar ook met het College van procureurs-generaal over de verbetering van de manier waarop de slachtoffers behandeld worden in het kader van de dodelijke ongevallen. Er zijn reeds meerdere pistes in overweging genomen; de mogelijkheid om specifieke zittingen van de politierechtbanken ter zake te houden, de noodzaak om een nieuwe strafrechtelijke betichting te scheppen betreffende het in gevaar brengen van andermans leven, de noodzaak om een samenhangend en interdepartementaal beleid ter zake te voeren. Er is voor het einde van deze maand nog een vergadering gepland met de verenigingen in kwestie om verder te gaan met de denkoefening.