Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-87

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-6401 van mevrouw Derbaki Sbaï d.d. 13 december 2006 (Fr.) :
China. — Orgaanhandel. — Eventuele gevolgen. — Belgische ziekenhuizen.

Volgens de media heeft de Britse transplantatievereniging bevestigd over onweerlegbare bewijzen te beschikken dat de Chinese autoriteiten zonder toestemming organen van ter dood veroordeelde personen wegnemen om ze te verhandelen. Die situatie werd in een BBC-interview aan het licht gebracht door de voorzitter van de organisatie.

Die verantwoordelijke verklaarde dat in China de executies worden gepland naargelang de behoefte aan organen in Westerse ziekenhuizen !

Volgens de Britse transplantievereniging nemen niet alleen de gevangenisautoriteiten, maar ook sommige Chinese ziekenhuizen, eveneens illegaal organen weg bij verkeersslachtoffers.

De Chinese regering heeft die beschuldigingen, die voornamelijk afkomstig zijn van organisaties ter verdediging van de mensenrechten, systematisch ontkend. Zo schat Amnesty International dat er in het jaar 2004 zonder toestemming organen werden weggenomen bij 3 400 ter dood veroordeelden.

Kunt u me, gelet op die beweringen, meedelen of u maatregelen hebt genomen of van plan bent te nemen om na te gaan of er bij de betrokken Westerse ziekenhuizen ook Belgische ziekenhuizen zijn ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

Blijkens de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen (artikel 4, § 1), is duidelijk gestipuleerd dat afstand van organen, weefsels en cellen niet met een oogmerk van winst mag geschieden, ongeacht de partijen tussen welke deze plaatsheeft.

In de pers is er geregeld sprake van dergelijke praktijken, die zich niet alleen beperken tot China.

Vanuit meerdere betrouwbare en onderbouwde rapporten die ik recentelijk heb leren kennen, lijkt het dat bepaalde landen niet dezelfde ethische principes huldigen zoals wij en dat deze landen de orgaanhandel vanuit levende orgaandonoren niet verbieden, dit dikwijls ten koste van de meest benadeelden. Ik heb ook de echtheid van de verklaringen vernomen inzake de praktijk van wegname van vitale organen zonder toestemming bij terdoodveroordeelde Chinese gevangenen. Al deze praktijken geven bewijs van orgaanhandel en ik ben ervan overtuigd dat de strijd tegen deze handel evenzeer gebeurt door het zoeken naar oplossingen inzake het organentekort. De Belgische Raad voor transplantatie deelt deze zelfde bekommernis.

Ik zal mij daarvoor ter dege inspannen nota bene door middel van de campagne Beldonor die ik opgestart heb in juni 2005 en die een groot succes kent, alsmede door het project Gift welke zich momenteel situeert in intensieve zorgenunits van vierenzestig Belgische acute ziekenhuizen die zich als vrijwilliger hebben aangediend.

De wegname van organen in China bij terdoodveroordeelden, en vooral het gebruik van deze organen is absoluut onaanvaardbaar op menselijk en deontologisch vlak, en moet worden bestreden.

Noch bij mijn weten, noch bij weten van de Belgische Raad voor transplantatie is er sprake van het feit dat een Belgisch centrum voor transplantatie zich hiermee zou inlaten.

Ik zal mijn administratie de opdracht geven te onderzoeken hoe op korte termijn een aantal handelingen strafbaar kunnen worden gesteld in verband met de handel in menselijke organen en commerciële handelspraktijken, alsook de medewerking door medisch of verplegend personeel aan de transplantatie van dergelijke organen of weefsels.

Ik heb recentelijk het initiatief genomen om de Belgische Raad voor transplantatie te bevragen of het wenselijk zou zijn om een wet op te maken in verband met Belgische patiënten die zich zouden laten transplanteren in landen waar de handel in organen niet verboden is en/of waar de orgaanwegname gebeurt ten nadele van personen die zich daartoe niet vrijwillig akkoord hebben verklaard. Ik verwacht een antwoord van de Raad tegen eind februari 2007.