Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-87

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-5989 van mevrouw Van de Casteele van 12 oktober 2006 (N.) :
Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. — Bekendheid bij de burger. — Vertrouwenspersonen.

Artikel 11 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt handelt over de ombudsfunctie bij wie de patiënt een klacht kan indienen in verband met de uitoefening van zijn rechten.

Ombudspersonen in de geestelijke gezondheidszorg hebben tevens een opdracht van klachtenbemiddeling ten opzichte van personen die verblijven in projecten van beschut wonen of in psychiatrische verzorgingstehuizen.

Hier rijst een probleem met betrekking tot de draagwijdte van de wet patiëntenrechten. Vele personen hebben dikwijls na een lange worsteling een zo grote vooruitgang geboekt dat ze het etiket « patiënt » niet langer aanvaarden. Zo beschouwen velen die in een project van beschut wonen verblijven, zich niet langer als patiënt. Zij voelen zich pas patiënt tegenover de arts.

Tevens heeft de wet op de patiëntenrechten het over vertrouwenspersonen. In de geestelijke gezondheidszorg treden verschillende vertrouwenspersonen op waardoor verwarring gecreëerd wordt bij de hulpverleners :

— vertrouwenspersoon voor de gedwongen opname;

— vertrouwenspersoon voor de bewindvoering;

— vertrouwenspersoon in het kader van de wet patiëntenrechten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Kan de term « patiënt » niet aangepast worden voor personen die verblijven in projecten « beschut wonen » of in psychiatrische verzorgingstehuizen ?

2. Kan er bij de aanstelling van de vertrouwenspersonen in de geestelijke gezondheidszorg enige harmonisering gebracht worden ?

3. Kunnen er maatregelen worden genomen opdat de wet op de patiëntenrechten tot de parate kennis van elke burger behoort en elke burger zijn rechten kent, zodra hij ziek wordt ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. De term « patiënt » kan niet aangepast worden voor een specifieke groep personen. Het begrip « patiënt » wordt immers gedefinieerd in de wet van 22 augustus 2002 als « de natuurlijke persoon aan wie gezondheidszorg wordt verstrekt, al dan niet op eigen verzoek ». Het begrip « gezondheidszorg » wordt in deze wet ruim opgevat, namelijk « diensten verstrekt door een beroepsbeoefenaar met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezonheidstoestand van een patiënt, ... ». Elke persoon kan bijgevolg als « patiënt » worden aangeduid, binnen de context van zijn relatie tot een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, zoals bepaald in het toepassingsgebied van de wet van 22 augustus 2002.

2. Ik ben er mij van bewust dat het gebruik van het begrip « vertrouwenspersoon » in verschillende wetgevingen, die behoren tot de bevoegdheid van verschillende overheden, voor verwarring kan zorgen. Het lijkt mij in eerste instantie belangrijk dat het takenpakket van elke vertrouwenspersoon in elke specifieke wetgeving zo duidelijk mogelijk staat omschreven en door de bevoegde overheid op gepaste wijze wordt bekend gemaakt bij het grote publiek. Het lijkt mij echter onmogelijk om tot een harmonisering te komen in de aanstelling van de vertrouwenspersoon, aangezien elke wetgeving een eigen specifiek juridische kader aanreikt waarbinnen de vertrouwenspersoon kan optreden.

3. Ik heb de intentie om in 2007 opnieuw een sensibiliseringscampagne te organiseren over de rechten van de patiënt. Bij deze campagne zullen onder andere brochures over de rechten van de patiënt verzonden worden naar relevante actoren binnen de gezondheidszorg, zoals de ziekenfondsen en de ziekenhuizen.