Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-87

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-5731 van mevrouw Van de Casteele van 20 juli 2006 (N.) :
Alcoholisten. — Nazorgbehandeling. — Zelfhulpgroepen.

Volgens een studie van professor Pacolet kunnen de kosten als gevolg van alcoholmisbruik geraamd worden op 6 miljard euro.

Alcoholproblemen zorgen dus niet alleen voor veel emotioneel leed, maar ook voor een economisch gevolg. Vaak gaat het daarbij om chronische problemen met een regelmatig herval. Daarom is het van groot belang na eventuele residentiële of primaire behandeling in een (langduriger) nazorg te voorzien.

Het RIZIV voorziet voor de revalidatienazorgbehandeling van personen met een alcoholprobleem in een termijn van 3 maand met de mogelijkheid van eenmalige verlenging met nogmaals 3 maand.

Die maximumduur zou ontoereikend zijn om de intensiteit van de nazorg te kunnen maximaliseren. Bovendien zou ook de honorering, namelijk een dagprijs van 27,44 euro, niet volstaan.

De vraag rijst of de organisatie van die nazorg voldoende efficiënt kan gebeuren. Ook het feit dat dit residentieel moet gebeuren is niet altijd realistisch of opportuun.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoeveel personen met een alcoholprobleem volgen zo'n revalidatie ?

2. Wat was de kostprijs daarvan de voorbije 5 jaar ?

3. Welke zorgverstrekkers kunnen daarmee gefinancierd worden ?

4. Is het niet zinvol zorgverleners uit de eerste lijn (artsen en verpleegkundigen) in te schakelen in deze nazorg ?

5. Hoe kunnen zelfhulpgroepen optimaal geïntegreerd worden in die nazorg ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid naar de rol van de revalidatie nabehandeling voor personen met een alcoholprobleem kan ik u het volgende meedelen.

Aangezien het probleem van alcoholmisbruik gesteld wordt in het kader van de revalidatie nabehandeling verwijs ik naar de bestaande Nationale overeenkomst tussen de psychiatrische inrichtingen en diensten en de verzekeringsinstellingen, afgesloten op 23 juni 2003.

In artikel 3 van deze overeenkomst worden de voorwaarden bepaald waarbij sommige rechthebbenden, verblijvend in een psychiatrische inrichting, van deze nabehandeling kunnen gebruikmaken.

Hierbij wil ik benadrukken dat het hier gaat om psychiatrische patiënten die minstens twee weken werden gehospitaliseerd in een psychiatrisch ziekenhuis. Deze nabehandeling is niet beperkt tot alcoholverslaafden; over het type van pathologieën dat hier behandeld wordt heb ik geen informatie, maar ik ga ervan uit dat de patiënten met een alcoholprobleem een beperkt aantal is.

Dit programma nabehandeling heeft tot doel de psychiatrische patiënten bij te staan in hun resocialisatie en integratie in de maatschappij en omvat dus een « breedspectrum » programma dat wordt aangepast in functie van de patiënt(en).

Momenteel wordt getracht om hierbij programma's te ontwikkelen die gericht zijn op meer specifieke doelgroepen waarvan deze van de alcoholici eventueel deel kan uitmaken.

Wat de uitgaven binnen de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging betreft, stel ik vast dat er de laatste jaren een stijgende trend is : van 634 567,45 euro in 2003 over 953 533,00 euro in 2004 naar 1 081 062,97 euro in 2005. Wat 2007 betreft stel ik vast dat in de behoefteramingen van de Overeenkomstencommissie geen specifieke vraag is vermeld met betrekking tot de nabehandeling.

Zoals ik hiervoor heb opgemerkt, is het aantal personen met alcoholproblemen die de revalidatie nabehandeling volgen niet bekend, evenmin als het aantal zorgverleners dat hiermee zouden kunnen worden gefinancierd.

Tot slot wens ik te verwijzen naar de therapeutische projecten in de geestelijke gezondheidszorg die dit najaar van start zullen gaan. Deze projecten hebben als doelstelling het werken in « zorgcircuits en -netwerken » uit te testen bij patiëntengroepen met een chronische en complexe psychiatrische problematiek. « Nazorg voor patiënten met een alcoholverslaving » kan hier een potentieel project zijn. Ieder project zal bestaan uit minstens drie partners waarvan tenminste een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische ziekenhuisdienst van een algemeen ziekenhuis, minstens een centrum voor geestelijke gezondheidszorg en minstens een dienst in het kader van de eerstelijnsgezondheidszorg. Het is dus expliciet de bedoeling dat zorgverleners uit de eerste lijn deel uitmaken van deze projecten. Daarnaast kunnen ook andere zorg-, hulp- en dienstverleners, waaronder bijvoorbeeld zelfhulpgroepen, als partner bij de projecten betrokken worden.

Samen met mijn collega ministers van Volksgezondheid werk ik in de Cel gezondheidsbeleid drugs aan een nationaal alcohol actieplan.

De inhoudelijke discussies zullen de eerstkomende vergaderingen gevoerd worden.

Ook verschillende deskundigen zullen worden uitgenodigd om de discussies te stofferen.

De integratie van zelfhulpgroepen in de nazorg kan hier eventueel ook aan bod komen.