Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-87

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-5502 van de heer Cheffert van 21 juni 2006 (Fr.) :
Alternatieve gerechtelijke maatregelen. — Sociaal-educatieve vorming.

De sociaal-educatieve vorming, een alternatieve gerechtelijke maatregel, behoort tot de strafrechtelijke bemiddelingsprocedure en tot de wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie.

De maatregel houdt in dat daders van misdrijven worden opgenomen in responsabiliseringsgroepen.

Kan de geachte vice-eersteminister de volgende vragen beantwoorden :

1. Hoeveel daders van strafbare feiten komen in aanmerking voor die maatregel ?

2. Beschikken we over een objectieve evaluatie van die maatregel, meer bepaald wat de invloed op recidive betreft ?

3. Overweegt de geachte vice-eersteminister een uitbreiding van die alternatieve maatregel, waarmee de magistraten het blijkbaar niet eens zijn ?

Antwoord : 1. Momenteel bestaan er verschillende sociaal-educatieve vormingsmodules die in groep worden georganiseerd en die zich richten op verschillende categorieėn van daders :

— vormingen voor daders van feiten met een fysiek, identificeerbaar slachtoffer;

— vormingen voor daders van partnergeweld en intrafamiliaal geweld;

— vormingen voor daders van seksuele misdrijven;

— vormingen voor daders van verkeersovertredingen;

— vormingen voor daders van druggerelateerde misdrijven.

In 2005 hebben in totaal 2 435 daders deelgenomen aan een sociaal-educatieve groepsvorming. Daarenboven dient te worden opgemerkt dat er ook diensten worden gesubsidieerd die sociaal-educatieve vormingen in individuele modules organiseren en zich onder andere richten op bovenvermelde dadercategorieėn (het betreft 2 453 dossiers individuele vorming in 2005).

2. Op dit ogenblik bestaat er geen specifieke studie over de impact van deze sociaal-educatieve vormingen op het voorkomen van recidive.

Echter hebben in 2004-2005, de universiteiten van Gent en Tilburg, op verzoek van de FOD Justitie, een effectenstudie gevoerd. Uit deze studie, die slechts betrekking had op vier diensten, kwamen positieve resultaten voort over de impact van programma's die een gedragsverandering bij delinquenten beogen. Ter illustratie werd vastgesteld dat met de verkeersmodule « rijden onder invloed » grote vooruitgang wordt geboekt met betrekking tot rijden onder invloed en zelfoverschatting in het verkeer; dat de kennis over slachtofferschap toeneemt onder invloed van de cursus Slachtoffer in Beeld.

3. De diensten die sociaal-educatieve vormingsmaatregelen aanbieden, hebben zich sinds de oprichting ervan gaandeweg ontwikkeld.

De diensten gesubsidieerd via het koninklijk besluit van 17 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 2004), de zogenaamde « nationale projecten », bieden hun vormingen meestal aan in de gerechtelijke arrondissementen van hun taalrol. De diensten gesubsidieerd via de wet van 30 maart 1994 (Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994) in het kader van het globaal plan, organiseren vormingen op een veeleer lokaal niveau, aangezien zij verbonden zijn aan bepaalde steden of gemeenten. Het totaal aantal door deze diensten opgenomen dossiers is, sinds de oprichting van deze diensten, gestegen.

Ik ben voornemens de steun aan de bestaande projecten verder voort te zetten en dit soort alternatieve maatregelen uit te breiden.

Bij wijze van voorbeeld vermeld ik de recente inwerkingtreding van de gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal van 1 maart 2006 betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld (nr. COL 4/2006) die ertoe zou moeten leiden dat de bestaande projecten die betrekking hebben op de opvolging van daders van partnergeweld een bijkomende financiering krijgen, aangezien het een prioriteit betreft.

Bovendien wordt op basis van de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad van 21 december 2005), aan de FOD Justitie een bedrag toegekend bestemd voor de financiering van de alternatieve gerechtelijke maatregelen en straffen die met name zijn gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid. Mijn administratie analyseert de mogelijkheden voor de financiering van de bestaande diensten en/of nieuwe programma's.