Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-78

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Volksgezondheid

Vraag nr. 3-4528 van mevrouw De Roeck d.d. 3 maart 2006 (N.) :
Gedetineerde geesteszieken.

De plannen van de vice-eersteminister en minister van Justitie om een honderdtal gedetineerde geesteszieken terug onder te brengen in gevangenissen, doen heel wat stof opwaaien in de sector, zeker in Vlaanderen. Voor de proefprojecten in Bierbeek, Zelzate en Rekem zou de betoelaging verminderen met ongeveer 30 %. Deze forensische projecten hebben tot taak geesteszieke criminelen klaar te stomen voor een terugkeer in de maatschappij. Zowel op het vlak van kwaliteitsvolle zorg als dat van de maatschappelijke kostprijs heeft dit tot positieve resultaten geleid. In deze drie centra bestaat er immers een professionele knowhow, kan worden gesteund op jarenlange ervaring en is er beschikbare ruimte.

Na 5 jaar en vele positieve evaluaties wordt deze manier van werken plots te duur bevonden en moet er bespaard worden op het budgetgedeelte dat door Justitie wordt beheerd. Onder druk van protest stelde de vice-eersteminister haar beslissing met één maand uit.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Neemt de geachte minister deel aan het overleg om de « gedifferentieerde behandeling » van geïnterneerden terug te schroeven ? Welk standpunt neemt hij daarbij in ?

2. Plant hij een overleg met de specialisten uit de drie instellingen waar al 5 jaar een proefproject loopt ? Zo ja, wanneer ?

3. Welke richting wil hij uit met het gespecialiseerd zorgcircuit ? Worden de lopende projecten verlengd of uitgebreid ?

4. Welk budget wordt momenteel door hem besteed aan de 3 projecten ?

5. Hoeveel geïnterneerden zullen volgens de geachte minister uit de projecten wegvallen ? Naar waar zullen die patiënten dan verwezen worden ? Kan hij hun daar dezelfde kwaliteitsvolle zorg garanderen ?

6. Hoeveel arbeidsplaatsen en welke functies dreigen er in de 3 instellingen geschrapt te worden als het plan gerealiseerd wordt ?

7. Hoeveel bedraagt voor de begroting van de geachte minister de opvang op jaarbasis van één geesteszieke crimineel in een zorginstelling zoals Rekem ?

8. Hoe staat hij tegenover de plannen om in het Antwerpse één nieuwe centrale instelling voor alle geïnterneerden te realiseren ? Heeft hij dit reeds begroot voor zijn departement ? Welke beleidsklemtonen zal hij in voorkomend geval leggen (gevangeniscultuur of behandelcultuur) ?

9. Hoe kijkt hij aan tegen de voorstellen van de Vlaamse minister van Welzijn, die de opvang en begeleiding van geïnterneerden wil opsplitsen in 3 groepen, op basis van hun veiligheidsnoden ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. Neen. Het betreft een beslissing die enkel tot de bevoegdheid van de minister van Justitie behoort.

2. Betreffende de internering werd opgemerkt dat er twee initiatieven bestaan voor de geestelijke gezondheidszorg van geïnterneerden : enerzijds, een project tussen de FOD Justitie en 3 instellingen in Vlaanderen, en anderzijds, een project tussen Volksgezondheid en dezelfde 3 instellingen in Vlaanderen (Psychiatrisch Centrum Sint Jan Baptist in Zelzate, het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem in Rekem en het UPC Sint Kamillus in Bierbeek), 1 in Brussel (Centre hospitalier Jean Titeca) en 1 in Wallonië (Centre Hospitalier Régional « Les Marronniers » in Doornik). Probleem is dat die 2 proefprojecten dezelfde doelgroep betreffen, namelijk de op proef vrijgelaten « medium risk » geïnterneerden, maar zich op een verschillende filosofie baseren. In het project van de FOD Justitie zijn de normen met betrekking tot het personeelsbestand niet gedefinieerd, in tegenstelling tot het proefproject van Volksgezondheid dat zich baseert op de ervaring met het proefproject : Sterk gedragsgestoorde en/of agressieve patiënten. Het project van Justitie legt de nadruk op de « care », terwijl het project van Volksgezondheid de « cure » centraal stelt en de resocialisatie van de geïnterneerden als doel heeft. Zo is voor een afzonderlijke eenheid van 8 bedden (met lokalen voor opvang en raadpleging, afzonderlijke kamers, een intern observatie-, alarm- en veiligheidssysteem en met intensieve bewaking en behandeling) een aangepast personeelsbestand van 15,5 VTE waarvan 0,5 VTE psychiater, 2,5 VTE universitairen — psycholoog, kinesitherapeut, ergotherapeut — en 12,5 VTE A1-personeel, niet enkel voldoende gebleken op het vlak van de werkorganisatie (continuïteit van het toezicht) maar ook op therapeutisch vlak (grotere beschikbaarheid van het personeel, alsook een hogere frequentie van therapeutische interventies, waardoor het agressief gedrag afneemt en de leefkwaliteit verbetert). In het kader van het door Volksgezondheid gefinancierde proefproject worden regelmatig vergaderingen belegd met de vertegenwoordigers van de betrokken instellingen. Het doel van die vergaderingen bestaat erin toe te zien op en het evalueren van de vorderingsstaat van de werkzaamheden en de inachtneming van de verbintenissen van de deelnemers aan het proefproject. Bovendien superviseert een onafhankelijk wetenschappelijk team de instellingen en verschaft hen de nodige expertise.

3. Het is de bedoeling om tijdens de duur van het proefproject van Volksgezondheid de organiseerbaarheid van deze zorgverlening na te gaan, het optimaliseren van de personeelsnormen, adviezen op te stellen in verband met de samenwerking met de commissies ter bescherming van de maatschappij, Justitie, het uitbouwen van een netwerk, het bepalen van de maximumduur van de behandeling, maar vooral ook het bepalen van de inclusie- en exclusiecriteria voor geïnterneerden. Het contract van de deelnemers aan het pilootproject is voor een jaar verlengd (vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006).

4. Zoals ik al eerder aangaf, loopt het project van Volksgezondheid in 6 eenheden voor forensische psychiatrie, wat voor de 6 eenheden een bedrag van 2 974 222,3 euro vertegenwoordigt. Dit bedrag wordt via onderdeel B4 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen aan elke instelling toegekend. Het betreft een bedrag dat bovenop de basisfinanciering van 8 T-bedden komt. In overleg met de betrokken ministers werd er voor 2006 beslist vanuit Sociale Zaken en Volksgezondheid een bedrag van 550 995 euro vrij te maken teneinde het proefproject van Volksgezondheid en dat van Justitie aan elkaar te linken.

5. Dit valt niet onder mijn bevoegdheden.

6. Dit valt niet onder mijn bevoegdheden.

7. Het budget dat toegekend wordt aan elke instelling die aan het proefproject van Volksgezondheid deelneemt, betreft een globale enveloppe voor een jaar. Via onderdeel B4 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen krijgt elke instelling een bijkomend bedrag van 495 787,05 euro toegekend. Het gaat hierbij om een bedrag dat bovenop de basisfinanciering van 8 T-bedden komt.

8. Ik wens uw aandacht te vestigen op het feit dat de minister van Justitie twee instellingen voor de opvang van geïnterneerden wenst te creëren (te Antwerpen en te Gent). Wat de follow-up van de toekomstige patiënten van deze centra betreft, benadruk ik het belang van het begeleiden van het verzorgend personeel om dit type patiënten adequaat op te vangen en hen een intensieve klinische behandeling te bieden teneinde, in de mate van het mogelijke, te komen tot hun optimale resocialisatie.

9. Aan het wetenschappelijk team dat het proefproject van Volksgezondheid superviseert, werd gevraagd om tegen het einde van dit jaar een definitie van de drie doelgroepen te verschaffen (low-medium-high risk). Ik denk dat het belangrijk is die drie doelgroepen te scheiden wat het riscio betreft. De eerste groep bestaat uit geïnterneerden met een lage gevaarlijkheidsgraad of risico voor terugval in delinquentie en/of schade aan derden. Die geïnterneerden moeten in klassieke eenheden met een lage veiligheidsgraad worden opgevangen, het gaat om reguliere eenheden die in het psychiatrisch zorgtraject voorhanden zijn. De tweede groep, de « medium risk » geïnterneerden, zijn de op proef vrijgelaten geïnterneerden die men in de instellingen van het door Volksgezondheid gelanceerde proefproject terugvindt en die in de psychiatrische ziekenhuizen een groter personeelsbestand aan verzorgend personeel vereisen. De derde groep geïnterneerden met een hoge gevaarlijkheidsgraad of risico voor terugval vereist een hogere veiligheidsgraad waarvan de modaliteiten nog moeten worden bepaald.