Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-78

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Volksgezondheid

Vraag nr. 3-3879 van mevrouw Hermans van 5 december 2005 (N.) :
HIV. — Risicogroepen. — Toename van het aandeel van mannelijke homoseksuelen.

Het aantal nieuwe HIV-infecties — het virus dat aids veroorzaakt — neemt volgens de jongste cijfers in Nederland toe, vooral bij mannen met homoseksuele contacten. Volgens het rapport « Monitoring of human immunodeficiency virus (HIV) in the Netherlands » van de Stichting HIV Monitoring is bijna 3/4 van de nieuwe geïnfecteerden in Nederland mannelijk. Zowel onder homoseksuele als heteroseksuele mannen stijgt het aantal besmettingen, maar de toename is groter in de eerstgenoemde groep. De invloed van immigratie op de verspreiding van HIV is afgenomen. Ook het aandeel vrouwen onder de nieuwe HIV-geïnfecteerden nam af (van 30 % in 2003 naar 25 % in 2004), net als het aantal besmette kinderen (van 17 in 2000 tot 2 in 2004).

Ook in ons land blijkt dat het aantal besmettingen met HIV toeneemt. Dat blijkt uit cijfers van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV). Ann Defraye van het WIV licht de mogelijke oorzaken als volgt toe : « We vermoeden dat die stijging te wijten is aan het feit dat de angst voor aids is afgenomen en onveilig vrijgedrag dus toeneemt. Af en toe is er natuurlijk wel goed nieuws over de behandeling, maar het blijft wel een dodelijke ziekte. » (9) .

1. In Nederland blijkt 3/4 van de nieuwe HIV-patiënten mannelijk te zijn. Is er in België een gelijkaardige tendens te merken wat betreft het aandeel mannelijke HIV-geïnfecteerden onder de nieuwe patiënten. Kan de geachte minister dit uitvoerig toelichten met concrete cijfers ?

2. Is ook in België sprake van een verhoudingsgewijs grotere toename van nieuw HIV-geïnfecteerden bij homoseksuele mannen ten opzichte van heteroseksuele mannen ? Kan de geachte minister dit uitvoerig toelichten met concrete cijfers ?

a) Zo ja, kan hij de oorzaken hiervan toelichten en onderschrijft hij de stelling van mevrouw Ann Defraye, dat de angst voor aids is afgenomen en het onveilig vrijen bij homoseksuelen is toegenomen ?

b) Zo neen, kan hij toelichten waar het verschil ligt ten opzichte van Nederland, alsook aangeven of dit het gevolg is van het beleid hieromtrent ?

3. Welke maatregelen zal de geachte minister, in samenspraak met de gemeenschappen en de gewesten, nemen om de bevolking en in het bijzonder de specifieke risicogroepen bewust te maken van de ernstige gevolgen van een HIV-besmetting ?

4. Welke maatregelen zal hij, in samenspraak met de gemeenschappen en de gewesten, nemen om de toename van het onveilig vrijen bij homoseksuelen en de daaruit voortvloeiende toename van het aandeel homoseksuelen in de nieuwe HIV-patiënten tegen te gaan ?

5. Welke andere maatregelen acht hij opportuun om het aantal nieuwe geïnfecteerde HIV-patiënten terug te dringen ?

6. Is de gemiddelde leeftijd van de nieuwe geïnfecteerde HIV-patiënten in België de jongste jaren gedaald ? Kan de geachte minister de gemiddelde leeftijd opgeven van de nieuwe HIV-patiënten voor de laatste vijf jaren en dit opgesplitst per jaar en per geslacht ? Zo ja, wat zijn de oorzaken van deze daling ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. Onder de nieuw gediagnosticeerde gevallen van HIV-infectie in België voor het jaar 2004 is 58,6 % van het mannelijk geslacht. In Nederland bedraagt deze proportie 75 % voor 2004. Deze proportie verschilt in België naargelang de nationaliteit van de geïnfecteerde personen. Onder de in 2004 in België nieuw gediagnosticeerde gevallen van HIV-infectie met Belgische nationaliteit is 81,1 % van het mannelijk geslacht; voor de gevallen met een niet-Belgische nationaliteit bedraagt deze proportie 51,6 %. In Nederland is 91,6 % van de in 2004 nieuw gediagnosticeerde gevallen van Nederlandse origine van het mannelijk geslacht (« HIV and Sexually Transmitted Infections in the Netherlands in 2004. An update : November 2004. » RIVM).

2. De recente evolutie van HIV-infectie in België toont eveneens een belangrijke stijging van de gediagnosticeerde infecties in de mannelijke homo/biseksuele populatie (« Epidemiologie van AIDS en HIV-infectie in België. Toestand op 31 december 2004. » Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid). Het aantal infecties waarvoor de homo/biseksuele overdracht werd gerapporteerd, is bijna verdubbeld tussen 1997 en 2004 (van 100 naar 195 gevallen). In termen van proporties werd deze overdrachtswijze vermeld in 24 % van de gediagnosticeerde infecties in 2002 en in 28 % van de gediagnosticeerde infecties in 2004. Het aantal gediagnosticeerde HIV-infecties bij de mannen die een heteroseksuele overdracht rapporteerden, steeg eveneens maar minder snel (111 gevallen in 1997 en 187 gevallen in 2004). In termen van proporties werd deze overdrachtswijze zowel in 2002 als in 2004 vermeld in 27 % van alle gediagnosticeerde infecties waarvoor de overdrachtswijze werd gerapporteerd.

a) In verschillende Europese landen, met name in Nederland, Frankrijk, Duitsland en ook in België, wijst onderzoek op een toename van onveilig vrijen onder homo/biseksuele mannen sinds 1997. Een bijkomende indicatie hiervoor zijn de heroplevingen van bepaalde Seksueel Overdraagbare Infecties (SOI), met name van syfilis en Lymphogranuloma venereum (LGV), geobserveerd in Europa (« A multilevel approach to understanding the resurgence and evolution of infectious syphilis in Western Europe. » Eurosurveillance 9(12):3-4), alsook in België (« Recent syphilis trends in Belgium and enhancement of STI surveillance Systems. » Eurosurveillance 9(12):5-6). Een afname van de angst voor AIDS en/of de opmerkelijke resultaten bekomen dankzij de antiretrovirale behandelingen vormen mogelijke hypotheses die de toename van het onveilig vrijgedrag onder homo/biseksuele mannen, althans gedeeltelijk, kunnen verklaren in de landen waar deze evolutie wordt geobserveerd (« HAART, viral load and sexual risk behaviour. » AIDS 2005, 19:205-207).

b) Niet van toepassing.

3. Vraag 3 valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

4. Vraag 4 valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

5. Vraag 5 valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

6. De gemiddelde leeftijd van de nieuw gediagnosticeerde HIV-patiënten in België is in de loop van de laatste jaren vrij stabiel gebleven. Voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 is de gemiddelde leeftijd van de « volwassen » (ouder dan 12 jaar) mannen respectievelijk 37, 38, 38, 38 en 37 jaar en van de volwassen vrouwen 33, 34, 34, 34 en 35 jaar.

Graag zou ik als antwoord op uw vraag, naast deze cijfergegevens, de nadruk willen leggen op de acties die ik ondersteund en gefinancierd heb, zijnde de gratis en anonieme opsporing in Brussel en Antwerpen, alsook de promotie van de dubbele bescherming — anticonceptie en preventie tegen seksueel overdraagbare ziekten — bij adolescenten. Deze campagne is gekend onder de naam « Laura ». De referentie van de website is www.Laura.be.

Deze twee acties hebben uiteraard ook als doel de overdracht van HIV te voorkomen.


(9) Bron : Het Nieuwsblad, De Standaard van 21 november 2005.