Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-77

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-5655 van mevrouw De Roeck d.d. 12 juli 2006 (N.) :
Gezondheidsbeleid. — Aandacht voor de genderdimensie.

In bepaalde deelgebieden van het gezondheidsbeleid is er reeds sprake van een genderspecifieke benadering (bijvoorbeeld de speciale aandacht voor zwangere vrouwen in het anti-tabakbeleid).

De commissie Volksgezondheid van de Franstalige Vrouwenraad vraagt om deze benadering uit te breiden tot de hele sector van de gezondheidszorg door de oprichting van een bijzondere cel die bevoegd zou zijn voor alle aspecten van de gezondheid van de vrouw. Ze steunt zich daarbij op een stellingname van de algemene Vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie van mei 2005. Die vond het noodzakelijk dat de verschillen tussen man en vrouw duidelijk in het gezondheidsbeleid geïmplementeerd werden.

De geachte minister heeft dit verzoek van de Franstalige Vrouwenraad voor advies doorgestuurd aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. De Vrouwenraad blijft evenwel pleiten voor een onafhankelijk orgaan, samengesteld uit deskundigen en vertegenwoordigers van de diverse bevoegde overheden, van het RIZIV en van vrouwenorganisaties.

Zonet heeft de regering een wetsontwerp bij de Kamer ingediend strekkende tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen. Het ontwerp voorziet in een jaarlijkse gendernota als addendum bij de begroting en een follow-up van de genomen maatregelen. De begeleiding en ondersteuning van dit integratieproces berust bij het bovengenoemde instituut.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Welke maatregelen en acties overweegt de geachte minister om dit wetsontwerp uit te voeren in zijn beleidsdomein. Hoe zal hij de genderdimensie in het federale gezondheidsbeleid te integreren ?

2. Worden er maatregelen en acties vooropgesteld om de genderproblematiek in het gezondheidsbeleid eveneens aan te kaarten in het overleg met de gemeenschappen ? Het wetsontwerp viseert enkel de federale beleidslijnen.

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. De minister ziet erop toe dat zowel de vrouwen als de mannen als volwaardige partners zouden worden beschouwd in het kader van het beleid dat door hemzelf, de regering en de administratie wordt gevoerd.

Momenteel wordt alles in het werk gesteld opdat de statistieken die worden gemaakt op basis van de verschillende gegevens van de ziekenhuizen en de pathologiegegevens per geslacht en leeftijdscategorie zouden worden opgesteld.

Door middel van een wetsontwerp dat op 23 juni 2006 (DOC 51 2571/001) werd ingediend, probeert men bepaalde verschillen te doen afnemen of weg te werken wat betreft bepaalde gezondheidsberoepen zoals de dringende geneeskundige hulpverlening door de regering te vragen zich te ertoe te verbinden de vervrouwelijking van het personeel in de diensten civiele bescherming als een prioriteit te beschouwen. In de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu is er een ambtenaar benoemd die bevoegd is voor de diversiteit. Het diversiteitsbeleid is natuurlijk een stuk ruimer, maar het aspect « geslacht » maakt hier deel van uit. Als hij dit nodig acht, zal hij ook vragen dat er een ambtenaar van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en/of het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie alsook een ambtenaar van de FOD zelf deel zouden uitmaken van de interdepartementale groep. Dat zal worden gerealiseerd wanneer de wet in werking treedt.

2. De gemeenschappen zouden evenwel ook rekening moeten houden met de specificiteit van de vrouwen, en dit vooral in het kader van hun beleid inzake de bescherming en de preventie van de gezondheid. Er werden reeds acties in die zin ondernomen. In de Franse Gemeenschap, bijvoorbeeld, wordt in het vijfjarenplan 2004-2008 veel belang gehecht aan de opsporing van borst- en baarmoederhalskanker bij vrouwen.

Ook in de Vlaamse Gemeenschap wordt via het « Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen » een belangrijke plaats ingeruimd voor de gelijkheid van kansen.