Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-77

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-4572 van de heerVandenberghe H. d.d. 3 maart 2006 (N.) :
Rijden onder invloed. — Drugsgebruik.

Rijden onder invloed van drugs en medicijnen heeft een negatieve invloed op het rijgedrag van personen en kan grote gevolgen hebben voor onze verkeersveiligheid.

De testen op de aanwezigheid van drugs zijn echter tijdrovend, maar ook duur.

Bijgevolg ontsnapt men vaak aan dergelijke testen, hoewel heel wat personen die betrokken raken bij een zwaar verkeersongeval rijden onder invloed van drugs.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoeveel uitspraken werden de voorbije vijf jaar door de politierechtbanken en correctionele rechtbanken gedaan voor het rijden onder invloed van drugs ? Graag ontving ik een opsplitsing per rechtbank en per jaartal ?

2. Hoeveel controles werden de voorbije vijf jaar uitgevoerd op het rijden onder invloed van drugs ?

3. Vindt de geachte vice-eersteminister het wenselijk om deze controles op te voeren ?

4. In welke leeftijdscategorieën vinden de meeste overtredingen plaats ?

5. Op welke manier wil de geachte vice-eersteminister de problematiek van het rijden onder invloed aanpakken ?

Aanvullend antwoord : De onderstaande tabel biedt een antwoord op het eerste deel van de vraag over het aantal uitspraken dat de voorbije vijf jaar door de politierechtbanken werd gedaan inzake het rijden onder invloed. De gegevens die nodig zijn om deze vraag te beantwoorden werden bij de bevoegde instanties aangevraagd. Het resultaat zal later worden meegedeeld.

De vragen 2 tot 4 met betrekking tot de controles behoren tot de bevoegdheid van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken. Het is dan ook aan hem om hierop te antwoorden.

Zoals ik het reeds formuleerde in mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 480 die op 14 januari 2005 door de heer Guido De Padt werd gesteld (Kamer, Vragen en Antwoorden, QRVA 51-092, blz. 16433), zal ik zeker niet ontkennen dat de bestaande toxicologische testen in het verkeer uiterst ingewikkeld zijn en bijgevolg veel tijd van de politiediensten vergen waardoor het aantal testen per politieagent in het kader van een actie inderdaad wordt beperkt.

Met een goede opleiding en via een frequenter gebruik van de testen blijkt uit de praktijk dat die tijd kan worden verminderd. Het zal echter steeds een ingewikkelde procedure blijven als gevolg van de opeenvolgende fases die moeten worden doorlopen. Het voordeel van de bestaande testen is hun zeer grote betrouwbaarheid. Gelet op de ondervonden nadelen, wordt al jaren gezocht naar een goed alternatief. Ik verwijs hierbij naar de Europese onderzoeksprojecten Rosita I en Rosita II die dit probleem behandelen. Ik wijs er u op dat het College van procureurs-generaal meerdere omzendbrieven heeft gepubliceerd die de richtlijnen inzake het controle- en vervolgingsbeleid ter zake bepalen. Ik vestig uw aandacht op het feit dat een nieuwe omzendbrief, die de huidige omzendbrief (col 4/2004) aan de wijzigingen van de wet van 20 juli 2005 aanpast, binnenkort in werking zou moeten treden.

De huidige omzendbrief ter zake, col 8/2006, die de vorige omzendbrief (col 4/2004) aanpast aan de door de wet van 20 juli 2005 aangebrachte wijzigingen, is op 31 maart 2006 in werking getreden.

Deze omzendbrief voert een eenvormige behandeling van de overtredingen in die voortvloeien uit het rijden onder invloed van alcohol, in staat van dronkenschap of in een soortgelijke staat onder meer ten gevolge van het gebruik van drugs of geneesmiddelen. Zij verduidelijkt de gevallen waarin vervolging zal worden ingesteld voor de politierechtbank en de hypothesen waarin aan de betrokkene een voorstel tot verval van strafvordering zal worden gedaan mits betaling van een bepaald bedrag of mits naleving van bepaalde maatregelen. De doelstelling is het rijden onder invloed van dergelijke stoffen, waarvan het gevaar niet meer bewezen hoeft te worden, almaar meer te bestrijden.

Bovendien vestig ik uw aandacht op het feit dat een door het BIVV en de FOD Wetenschapsbeleid gevoerde studie over het rijden onder invloed van psychoactieve stoffen (ROPS genaamd) zonet gefinaliseerd is.

De doelstelling is de wet van 16 maart 1999 die het rijden onder invloed van drugs bestraft, in het licht van de huidige onderzoeken ter zake, te optimaliseren. De FOD Justitie heeft deel uitgemaakt van het begeleidingscomité van dit project. De resultaten van deze studie zullen tijdens een colloquium, dat eerstdaags zal plaatsvinden, worden meegedeeld.

Parket20012002200320042005
Antwerpen796732746765725
Aarlen356143177169
Asse59
Brugge734692694644678
Brussel132392578709522
Charleroi842797921854844
Dendermonde662664814900488
Dinant272261332306212
Gent617638581534593
Halle298277298277217
Hasselt42297507459423
Huy12115314113173
Ieper6197836968
Kortrijk427341371411287
Leuven694641692746666
Luik56610826971529
Marche16420118611893
Mechelen378369416462390
Bergen19347776831705
Namen488541582612395
Neufchâteau93124181154106
Nijvel535601684738647
Oudenaarde227285312332321
Tongeren312273335379270
Doornik417502482465258
Turnhout540571684760837
Verviers2518228287
Veurne8498135106109
Vilvoorde462449455459370
Totaal9 53711 01413 13713 65111 082