Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-70

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Vraag nr. 3-4192 van mevrouw Anseeuw d.d. 20 januari 2006 (N.) :
Verkrachtingen. — Maatschappelijke houding van de Belgische bevolking.

Uit een onderzoek dat Amnesty International in Groot-Brittannië voerde, blijkt dat één op de drie Britten vindt dat een vrouw gedeeltelijk of volledig verantwoordelijk is voor haar verkrachting wanneer ze flirt of dronken is.

Één vijfde van de Britse respondenten vindt dat een vrouw medeverantwoordelijk is wanneer ze verschillende partners heeft. Meer vrouwen dan mannen vinden dat een vrouw volledig verantwoordelijk is voor een verkrachting wanneer ze dronken is.

Dit heeft belangrijke implicaties voor de gerechtsdeskundigen en de gezondheidswerkers en de wijze waarop de omgeving van het slachtoffer het best wordt geïnformeerd over de feiten. Tevens moet worden gewerkt aan de maatschappelijke houding ten opzichte van slachtoffers van verkrachting.

Verder bleek ook uit het onderzoek dat de bevolking niet op de hoogte bleek te zijn van het effectieve aantal verkrachtingen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Kan de geachte minister meedelen hoe het zit met de maatschappelijke houding van de bevolking in België ten opzichte van de slachtoffers van verkrachting en kan hij dit uitvoerig toelichten ?

2. Kan hij een overzicht geven van de studies die binnen zijn departement werden gevoerd naar de houding van de bevolking ten opzichte van slachtoffers van een verkrachting ?

3. Deelt hij de mening dat de regering moet ingaan tegen deze seksistische schuldcultuur en dat dan ook concrete actie moet worden ondernomen ? Zo ja, welke maatregelen zal hij treffen ? Zo neen, kan hij uitvoerig toelichten aan de hand van concrete studies waarom dit niet hoeft ?

Antwoord : 1 en 2. Gezien er in België nog geen specifiek onderzoek is verricht naar de maatschappelijke houding van de Belgische bevolking ten opzichte van slachtoffers van verkrachting, kan ik hier geen uitvoerige toelichting over geven. Ik heb het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen de opdracht gegeven om navraag te doen bij alle betrokken departementen en instellingen om na te gaan of er rond dit thema reeds onderzoek werd gevoerd in België.

In 1998 werd een onderzoek aangevraagd door de minister van Gelijke kansen waarin men op zoek ging naar het « dark-number » van geweld en de risicofactoren om over te gaan tot geweldpleging, maar het onderzoek geeft geen informatie over de houding van Belgen ten opzichte van de slachtoffers van geweld.

Tevens vond in 2004, mede met de steun van het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen, een internationaal colloquium plaats. Dit resulteerde in de publicatie : « Verkrachting : gerechtelijke, politionele, medische en psychologische benadering ».

3. Met betrekking tot de acties die kunnen worden ondernomen om de seksistische schuldcultuur tegen te gaan kan alleszins worden verwezen naar de diverse initiatieven en maatregelen die reeds werden genomen (ten aanzien van daders, slachtoffers, op politioneel, medisch en juridisch vlak). Zo werd er in 2001 een Nationaal Actieplan tegen het geweld op vrouwen opgesteld waarin ook de strijd tegen het seksueel geweld een belangrijke doelstelling was. In het nationaal actieplan tegen partnergeweld 2004-2007 worden nog steeds acties ondernomen om mensen te sensibiliseren en om hun meer informatie te verschaffen omtrent partnergeweld, verkrachting komt als afzonderlijk thema niet meer aan bod. Verder wordt er ook preventief gewerkt naar toekomstige daders en slachtoffers om zich weerbaarder op te kunnen stellen. Sinds de interministeriële conferentie « Integratie in de maatschappij » van 8 februari 2006 zijn de acties voor 2006-2007 van alle bevoegde ministers uit de gemeenschappen en gewesten eveneens in het Nationaal Actieplan Partnergeweld opgenomen. Het Nationaal Actieplan bevat tevens een definitie die duidelijk stelt dat partnergeweld en dus ook verkrachtingen binnen een relatie het gevolg zijn van de ongelijke machtsverhoudingen die in onze samenleving nog steeds bestaan tussen vrouwen en mannen.

De sociale en educatieve boodschappen bepalen de manier waarop jongens en meisjes zich gedragen. Deze boodschappen beïnvloeden hun gedrag en de mate van sociale steun die de zogenaamde vrouwelijke of mannelijke houding krijgt. Het Nationaal Actieplan bevat dan ook vele acties die de stereotypen over mannen en vrouwen willen bestrijden. Het plan kan geraadpleegd worden op de site : www.igvm. fgov.be.