3-1834/1

3-1834/1

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

30 AUGUSTUS 2006


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 1213 van het Gerechtelijk Wetboek, inzake de vereffening van het huwelijksvermogenstelsel

(Ingediend door mevrouw Christine Defraigne)


TOELICHTING


Een echtscheidingsprocedure is emotioneel zwaar en kan lang aanslepen.

Velen zijn er vaak van overtuigd dat als het vonnis van de echtscheiding er eenmaal is, het zwaarste achter de rug ligt. Helaas is dat niet altijd het geval.

Na een echtscheidingsprocedure op grond van bepaalde feiten of op grond van feitelijke scheiding van meer dan twee jaar, wordt immers bij de uitspraak van de echtscheiding een procedure geopend die men de vereffening-verdeling noemt. Die bestaat erin de rekeningen tussen de echtgenoten op te maken. Meestal gaat het erom te beslissen wat er moet gebeuren met de roerende en onroerende goederen die de ex-echtgenoten hetzij samen hadden verworven, hetzij bij het huwelijk hadden ingebracht.

Die nieuwe fase is zwaar. Er nemen verscheidene personen aan deel : de gewezen echtgenoten, die persoonlijk op de vergaderingen aanwezig moeten zijn, hun advocaten, de notaris van beide partijen, een « subsidiaire » notaris voor de zogenaamde « afwezige en onwillige » partijen, die optreedt wanneer de echtgenoten werkelijk afwezig blijven.

Die notarissen moeten in zekere zin handelen als rechters van de vereffening.

Vaak brengt die dwingende procedure voor de gewezen echtgenoten een bijkomende morele last met zich.

Het is juist dat het nu gaat om het zuiver materiële en het vermogensaspect van de zaak, maar toch geven die vereffeningen vaak aanleiding tot agressieve confrontaties, uitingen van wrok, waardoor de wonden niet helen, maar wijd open blijven. In bepaalde gevallen draait het opmaken van de rekeningen helaas uit op een afrekening.

Het drama van die procedure is bovendien dat ze heel traag is. Het kost de notarissen tijd om die vereffening te verwezenlijken. Het vermogen dat verdeeld moet worden, is soms relatief groot, of — en dat is heel vaak het geval — bepaalde partijen zijn niet erg geneigd de notarissen en advocaten te helpen bij het vereffeningswerk. Tussen het proces-verbaal van de opening der werkzaamheden en de definitieve goedkeuring van de staat van vereffening verstrijken verscheidene jaren.

Omdat de procedure zo lang aansleept, heerst er vaak een slechte sfeer, waardoor de bladzijde niet kan worden omgeslagen.

Zoals hierboven reeds vermeld, handelen de notarissen in deze procedure een beetje als rechters. Het is aangewezen om einddatums voorop te stellen voor de diverse verrichtingen die moeten plaatsvinden, zoals dat bij de gerechtelijke procedure het geval is.

De bedoeling van dit voorstel is dus alle vereffeningsverrichtingen binnen een bepaalde tijdslimiet te houden, zodat de rechtzoekenden weten wat ze mogen verwachten. Eigenlijk komt het erop neer dat we de bakens die door artikel 747 van het Gerechtelijk Wetboek zijn vastgelegd, in de wettelijke procedure van vereffening-verdeling invoeren.

Dit voorstel past in het streven naar een efficiënter, sneller gerecht, in de ruime betekenis van het woord. Indien de notarissen en advocaten de partijen niet kunnen verzoenen om tot een minnelijke schikking te komen, is het immers aangewezen dat er een tempo, een tijdpad voor de procedure wordt vooropgesteld voor die verrichtingen. Ofwel keuren de partijen de staat van vereffening van de notarissen goed, ofwel accepteren ze hem niet. In dat laatste geval moet men terug naar de rechtbank van eerste aanleg om de discussie daar te voeren. Het is daarom beter die verrichtingen in een tijdpad te zetten.

De grootste vijand van Justitie is inertie.

Ook de federatie van notarissen vraagt een concrete oplossing, want het imago van het beroep heeft niets te winnen bij stagnerende procedures die de rechtzoekenden frustreren.

Niet onbelangrijk is dat wanneer het vastgelegde tijdpad van de procedure niet in acht wordt genomen, tot de vervanging van de notaris kan worden overgegaan. Momenteel is de vervanging van de notaris bij die procedure relatief zeldzaam. De notarissen zijn immers door de rechtbank aangesteld en voeren een justitiële opdracht uit. In die context is het moeilijker om van notaris te veranderen dan van advocaat. De rechtbanken eisen zwaarwichtige redenen om een notaris te vervangen. Het is niettemin aangewezen in een straf te voorzien bij schending van het tijdpad, zodat de maatregel daadwerkelijk doel treft.

Het kan zuiver technisch lijken, maar in dit geval is het van zeer groot praktisch belang en kan het het dagelijks leven van de rechtzoekenden lichter maken.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Het beginsel van het tijdpad wordt in artikel 1213 van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd. Het tijdpad kan worden gevraagd op het tijdstip van het proces-verbaal van de opening der werkzaamheden, maar ook op elk tijdstip in de procedure.

De notaris zal dus een tijdpad opstellen met de termijnen waarbinnen elke partij hem alle gegevens en andere nota's met richtinggevende feiten die ze nuttig acht voor de verdediging van haar belangen, moet geven.

Om dat tijdpad dwingend te maken voor de partijen, verwijst de voorgestelde tekst naar artikel 747, § 2, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt dat de stukken en conclusies die aan de rechter zijn overgelegd na het verstrijken van de termijnen die door hem zijn bepaald, ambtshalve uit de debatten worden geweerd. De notaris kan dus alle gegevens die hem buiten die vastgelegde termijnen worden bezorgd, uit de discussie weren.

Om de nieuwe bepaling zo efficiënt mogelijk te maken, is het ook noodzakelijk dat de notaris het tijdpad opstelt. De partijen kunnen bijgevolg in voorkomend geval naar de rechtbank terugkeren, die een tijdpad voor de procedure kan opleggen indien de notaris in gebreke blijft.

Indien de notaris het tijdpad op verzoek van de partijen niet opstelt of het niet in acht neemt, kunnen de partijen door het indienen van een verzoekschrift bij de griffie aan de rechtbank vragen de betreffende notaris te vervangen door een meer gerede notaris.

Christine DEFRAIGNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet

Art. 2

In artikel 1213 van het Gerechtelijk Wetboek worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd :

« Bij het proces-verbaal van de opening der werkzaamheden, of op elk tijdstip van de procedure, kan één van de partijen de notaris vragen een tijdsbestek vast te leggen, waarbinnen alle vereiste gegevens hem moeten worden verstrekt. Het tijdsbestek bevat tevens de termijn die de notaris krijgt om alle vereiste verrichtingen, zoals de boedelbeschrijvingen, de eedafleggingen, de staat van vereffening, uit te voeren.

Wanneer dat tijdsbestek niet in acht wordt genomen, zullen alle gegevens die de partijen na het verstrijken van de termijnen overleggen overeenkomstig artikel 747, § 2, zesde lid, als onontvankelijk worden beschouwd. Indien de notaris nalaat te antwoorden op het verzoek een tijdsbestek op te stellen of het opgestelde tijdsbestek niet in acht neemt, kan de meest gerede partij bij de griffie een verzoekschrift indienen tot vervanging van de notaris die in gebreke blijft. ».

9 mei 2006.

Christine DEFRAIGNE.