Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-64

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-3967 van Jacinta De Roeck van 20 december 2005 (N.) :
Chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). — Acquired Immune Dysfunction Disease (AIDD). — Aantal patiënten in België. — Medicatie. — Terugbetaling door het ziekenfonds.

De term CVS (Chronischevermoeidheidssyndroom) roept bij patiënten die aan deze ziekte lijden, vaak weerstand op. Teveel wordt inderdaad de klemtoon gelegd op de negatieve connotatie van « vermoeidheid ».

In de Verenigde Staten werd daarom de term « Acquired Immune Dysfunction Disease » gesuggereerd. Net als bij AIDS wordt het immuunsysteem aangetast.

De ziekte wordt veroorzaakt door chemische verontreiniging of door virussen. Bij AIDS gaat het hierbij om één particulier virus, bij AIDD betreft het een groot aantal virussen die het immuunsysteem disfunctioneel maken.

Kan de geachte minister meedelen hoeveel Belgen lijden aan CVS of AIDD ?

Op welke medicatie kunnen deze zieken een beroep doen ?

In welke mate betaalt het ziekenfonds de behandeling terug ?

Antwoord : Het chronischevermoeidheidssyndroom (CVS) behelst een idiopatisch syndroom : de aard, pathologie en etiologie van het syndroom blijven controversieel. De klinische symptomen omvatten een buitensporige en invaliderende vermoeidheid die leidt tot een fysisch en psychisch dysfunctioneren, vaak geassocieerd met spierpijn en een gebrekkig concentratievermogen. Men spreekt van CVS indien de symptomen reeds gedurende minstens zes maanden voorkomen en andere oorzaken van vermoeidheid werden uitgesloten.

De etiologie is ongekend maar drie categoriën van mogelijke oorzaken worden aangenomen :

— niet-gedefinieerde organische aandoeningen;

— depressieve aandoeningen en angststoornissen;

— nog onbekende hypothetische oorzaken.

Deze factoren kunnen eerder uitlokkend versterkend of bestendigend van aard zijn.

Om de diagnose te kunnen stellen, dient een breed opgevat onderzoek te worden uitgevoerd naar mogelijke organische of psychiatrische aandoeningen. Er moet navraag gebeuren naar de medische, psychische en farmaceutische antecedenten evenals naar de leef- en werkomstandigheden van de patiënt en een fysisch onderzoek moet worden uitgevoerd.

Het aantal CVS-patiënten in ons land wordt meestal geraamd tussen 10 000 en 20 000. Preciese cijfers over de prevalentie ontbreken echter. Er kan worden vastgesteld dat ook internationaal de prevalentiecijfers met betrekking tot deze aandoening uiteenlopen.

Om de toestand van CVS-patiënten zo veel mogelijk te verbeteren, is een geringe maar toenemende mate van activiteit (« graded exercise », eventueel onder begeleiding van een kinesitherapeut) aan te bevelen. Antidepressiva kunnen worden overwogen. Psychologische bijstand (in de eerste plaats cognitieve gedragstherapie) kan wenselijk zijn.

Voor diagnose en/of behandeling kunnen CVS-patiënten (met verzekeringstegemoetkoming) onder meer terecht bij hun huisarts en bepaalde geneesheren-specialisten die zich hierop hebben toegelegd. Ook in eventuele kinesitherapeutische behandelingen kan de verzekering tussenkomen.

Daarnaast zijn er in 2002 in ons land ook vijf gespecialiseerde referentiecentra opgericht voor patiënten die lijden aan het chronischevermoeidheidssyndroom. Deze multidisciplinaire centra hebben zowel een diagnostische als een therapeutische taak. De revalidatieprogramma's die deze referentiecentra aanbieden, omvatten zowel « graded excercise » als cognitieve gedragstherapie. De tussenkomsten van de referentiecentra worden door de verzekering voor geneeskundige verzorging nagenoeg volledig ten laste genomen, op basis van experimentele overeenkomsten die tussen de referentiecentra en het RIZIV zijn gesloten. De evaluatie van deze referentiecentra zal de eerstvolgende maanden worden afgerond.

Van andere behandelingen is het nut medisch-wetenschappelijk nog niet bewezen. Dit verklaart waarom er in België geen geneesmiddel in de handel is met CVS als geregistreerde indicatie en waarom er geen verzekeringstegemoetkoming is voor zulk specifiek geneesmiddel. Vanzelfsprekend is er wel een verzekeringstegemoetkoming voor bijvoorbeeld antidepressiva indien de behandelende geneesheer daar een beroep op doet.