Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-63

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Vraag nr. 3-3625 van mevrouw Geerts d.d. 25 oktober 2005 (N.) :
OCMW's. — Afschaffing van de onderhoudsplicht.

De programmawet van 9 juli 2004 geeft de OCMW's de mogelijkheid om de onderhoudsplicht af te schaffen na goedkeuring door de gemeenteraad. Indien het OCMW ervoor kiest de onderhoudsplicht niet af te schaffen, dan moet het uniforme terugvorderingsschalen hanteren, hoewel een ruime implementering van de billijkheidsredenen deze uniformiteit natuurlijk hypothekeert.

Eind 2004 sprak ik mijn bezorgdheid uit over de volgende problemen :

1. De uniformisering van voordien zeer disparate regelingen, komt voor heel wat modale inkomens neer op een drastische verhoging van de onderhoudsplicht.

2. Diverse OCMW's zijn voornemens om voor de lopende dossiers een status-quo te handhaven en daartoe billijkheidsredenen in te roepen op basis van het principe van verworven rechten.

Naar ik vernam, is er een evaluatie gestart tijdens het eerste trimester van 2005.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Wat is de stand van zaken van deze evaluatie ?

2. Zijn er reeds resultaten beschikbaar, en zo ja geven deze uitsluitsel in verband met de hiervoor geformuleerde bezorgdheid ?

Antwoord : In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Zoals aangekondigd zal een evaluatie plaatsvinden naar de effecten van de invoering van de gelijkvormige terugvorderingschaal en dit één jaar na het in werking treden van de programmawet van 9 juli 2004. Ik heb dan ook mijn diensten de opdracht gegeven een bestek uit te werken voor de uitvoering van een dergelijke evaluatie. De titel van dit bestek luidt : « Studie naar de effecten van de invoering van de gelijkvormige terugvorderingsschaal voor terugvorderingen bij onderhoudsplichtigen ».

Het bestek werd aan de betrokken universiteiten en onderzoekscentra overgezonden. De geïnteresseerde kandidaten hadden de mogelijkheid om een offerte in te dienen tot 28 oktober 2005. Na de toewijzing van de opdracht wordt een periode van maximaal 5 maanden voorzien voor het implementeren van de opdracht.

De studie werd toegewezen aan de Universiteit Luik voor het Franstalige landsgedeelte, en de Universiteit Antwerpen voor het Nederlandstalige landsgedeelte en wordt momenteel uitgevoerd.

Op basis van de resultaten van deze studie zal men kunnen nagaan of de vaststellingen die worden aangehaald door het geachte lid al dan niet worden bevestigd en bijgevolg de eventuele verbeteringen aanbrengen.

2. Het bestek voorziet in een kwantitatieve en kwalitatieve bevraging en analyse. Volgende vragen dienen in het kwantitatief luik van het onderzoek behandeld te worden (via rondvraag bij de OCMW's) :

— wat was de gehanteerde terugvorderingschaal vóór de invoering van de eenvormige schaal ?

— (gemiddeld) bedrag van de terugvorderingen voor en na de maatregel;

— aantal terugvorderingen (aantal personen waarvoor er wordt teruggevorderd, respectievelijk het aantal onderhoudsplichtigen bij wie er wordt teruggevorderd) voor en na de maatregel;

— aantal betwistingen voor en na de maatregel;

— aantal gevallen van onderhoudsplichtigen waarbij het OCMW, om billijkheidsredenen, afziet van terugvordering, vóór en na de maatregel, alsook het aantal gevallen waarbij om rentabiliteitsredenen is afgezien van de terugvordering, voor en na de maatregel;

— het aantal gevallen waarbij het OCMW geen tussenkomst kon vragen omdat het netto belastbaar inkomen van de onderhoudsplichtigen onder het grensbedrag lag;

— aantal onderhoudsplichtigen voor wie de maatregel een verhoging van de onderhoudskosten betekent, tegenover het aantal voor wie het een verlaging betekent;

— ziet het OCMW definitief af van terugvorderingen sedert de maatregel ?

De resultaten van deze bevraging dienen door de centra overgemaakt worden tegen 15 maart 2006, zodat na verwerking de eerste resultaten van de kwantitatieve enquete beschikbaar zullen zijn tegen half april 2006.

In het kwalitatief luik dienen er interviews bij 60 representatieve OCMW's voorzien te worden alsook een 60-tal interviews bij een representatief staal van onderhoudsplichtigen.

Het einde van deze kwalitatieve bevraging is voorzien tegen 20 mei 2006.

Gelet op het voorgaande kan aldus besloten worden dat ik u de resultaten van het onderzoek zal kunnen voorleggen in juni 2006.