Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-59

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen (Ambtenarenzaken)

Vraag nr. 3-4208 van mevrouw de Bethune d.d. 27 januari 2006 (N.) :
Partnergeweld. — Toepassing van de wetgeving en het « Nationaal Actieplan Partnergeweld ».

Graag verwijs ik voor deze vraag naar mijn vragen om uitleg aan de vice-eerste minister en minister van Justitie met de nummers 3-67 (Handelingen nr. 3-26 van 5 december 2003, blz. 30), 3-179 (Handelingen nr. 3-47 van 18 maart 2004, blz. 49 en 3-956 (Handelingen nr. 3-123 van 7 juli 2005, blz. 58).

Stapsgewijze heeft in ons land een gerichte wetgeving tegen geweld op vrouwen binnen persoonlijke relaties ingang gevonden, namelijk de wet van 24 november 1997 strekkende om het geweld tussen partners tegen te gaan (Belgisch Staatsblad van 6 februari 1998) en de wet van 28 januari 2003 tot toewijzing van de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende die het slachtoffers is van fysieke gewelddaden vanwege zijn partner en tot aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek (Belgisch Staatsblad van 12 februari 2003).

Daarnaast stelde de regering op 11 mei 2001 een Nationaal Actieplan tegen het geweld op vrouwen. Dit plan werd in de Senaat geëvalueerd in 2002 (stuk Senaat, nr. 2-950). Ondertussen werd ook een tweede meerjarenplan opgesteld dat nu bijna een jaar bestaat.

De geachte minister waakt over de toepassing van het plan en is verantwoordelijk voor het bevorderen van de samenwerking tussen de verschillende instanties die met deze problematiek te maken hebben en de preventie van partnergeweld en de ondersteuning en uitwerking van proefprojecten.

Op 13 juli 2005 vond er een interministeriële conferentie plaats over de integratie in de maatschappij met als thema « Gelijke Kansen ». Tijdens die conferentie zou de grondslag worden gelegd voor de samenwerking met de gemeenschappen en gewesten in het kader van de uitvoering van het Nationaal Actieplan Partnergeweld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Aangaande de toepassing van het Nationaal Actieplan

a) Welke acties heeft de geachte minister ondernomen en welke projecten werden er opgestart tot uitvoering van het tweede Nationaal Actieplan Partnergeweld in 2005 ?

b) Welke acties en projecten zijn gepland voor 2006 ?

c) Welke zijn de budgettaire implicaties van deze maatregelen en projecten voor 2005 en 2006 ?

2. Welke waren de resultaten van de interministeriële conferentie van 13 juli 2005 ? Wanneer zal deze thematiek opnieuw op de agenda staan van het interministerieel overleg ?

3. Zullen de gemeenschappen en gewesten mee uitvoering geven aan het actieplan, welke rol zijn zij bereid te spelen in de strijd tegen partnergeweld ?

4. Hoe verloopt de samenwerking met de interdepartementele werkgroep ?

Antwoord : België beschikt over een wetgevend kader om de strijd tegen het partnergeweld aan te gaan door de slachtoffers te beschermen en de daders te bestraffen.

Wetten alleen volstaan echter niet; ze moeten uitgevoerd worden en aangevuld worden met preventieve maatregelen, sensibiliseringsacties, en vormingsinitiatieven en dit, van kindsbeen af en op alle niveaus.

Met het Nationaal Actieplan Partnergeweld wil ik de strijd tegen het partnergeweld op een globale wijze aangaan en coördineren met alle betrokken partners. Dit plan is opgebouwd rond 6 strategische doelstellingen die aan deze globale aanpak gestalte moeten geven : bewustmaken van het grote publiek, opleiding en vorming, preventie, bescherming en opvang, registratie en evaluatie.

1. Zoals u weet wordt het Nationaal Actieplan Partnergeweld sinds 2004 op federaal niveau uitgevoerd door de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie, Volksgezondheid en door de minister van Gelijke Kansen (ikzelf dus) en heb ik de opdracht gegeven aan het Instituut voor de gelijkheid van mannen en vrouwen de coördinatie op zich te nemen.

a) en b) Als antwoord op gerealiseerde acties en nog te realiseren acties 2005-2006 zal ik hier de acties vermelden die door het Instituut werden verwezenlijkt en/of gepland zijn :

1) Sensibilisering van het groot publiek rond de problematiek « Partnergeweld », door :

— Het stimuleren van provinciale coördinatoren om lokale pers te betrekken en hierbij ook aandacht te hebben voor de allochtone doelgroep en allochtone pers.

— Het website van het Instituut met alle relevante informatie i.v.m partnergeweld en in de toekomst uitbreiden met informatie van andere departementen.

— De verspreiding van folder « Laat ons de stilte breken voor we gebroken zijn » (vertaald naar 12 talen) en informatieve brochure : « Geweld, wat nu ? »

Het bewustmaken van het groot publiek is van essentieel belang, want partnergeweld treft nog steeds voornamelijk vrouwen als gevolg van de nog steeds bestaande ongelijkheid van vrouwen en mannen.

2) Vorming van professionelen die met slachtoffers en daders in contact komen of kunnen in contact komen is noodzakelijk om de cyclus die slachtoffers doorlopen zo snel mogelijk te kunnen doorbreken. Naast de vormingen die door mijn collegaministers georganiseerd worden op federaal niveau verzorgt het Instituut de vorming van de mensen die de telefonische opvang verzorgen, en de provinciale coördinatoren staan borg voor de vorming naar specifieke doelgroepen op lokaal vlak.

3) Naast een algemene preventie is het belangrijk recidive te voorkomen. In dit kader sta ik garant voor de financiering tot eind 2006 van de drie pilootprojecten daderhulp.

4) Bescherming en opvang, met de uitwerking van de rechtspersoonlijkheid van het Instituut en de mogelijkheid om in rechte op te treden.

Dit instrument is eveneens van toepassing op de slachtoffers van partnergeweld.

c) Ter illustratie van de budgettaire implicaties van de acties die genomen worden in de strijd tegen partnergeweld kan ik u het volgende meegeven : Meer dan een derde van het budget acties van het Instituut wordt besteed aan de strijd tegen het partnergeweld (4) .

2. In het kader van de interministeriële conferentie van 13 juli 2005 hebben de ministers besloten wat betreft het partnergeweld een werkgroep op te richten met als taak :

— Het uitwerken van een gezamenlijk actieplan vertrekkend van een gemeenschappelijke definitie van partnergeweld alsook een timing en een opvolgingsinstrument van dit plan.

— Het onderzoek naar vragen die betrekking hebben op de financiering (met het oog op 2007) van de projecten inzake daderopvang die kaderen in de prioriteiten van het Plan tegen partnergeweld, op basis van een evaluatieverslag van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Wat deze engagementen betreft kan ik u bevestigen dat de werkgroep reeds ver gevorderd is in haar werkzaamheden en ik durf te stellen dat we op de interministeriële conferentie van 8 februari reeds een gezamenlijke definitie en een gezamenlijk actieplan zullen kunnen voorleggen.

3. Dit gezamenlijk actieplan zal alle lopende en geplande initiatieven van de Gemeenschappen de gewesten en de federale regering weergeven tot einde 2007. Dit plan wil daarenboven dynamisch zijn in die zin dat het in de toekomst kan aangevuld worden.

Om dit gezamenlijk actieplan vorm te geven werd naast de politieke werkgroep de reeds op federaal niveau bestaande interdepartementale werkgroep uitgebreid met vertegenwoordigers van de departementen van de gemeenschappen en de gewesten.

4. Na de interministeriële conferentie van 8 februari zal de werkgroep haar activiteiten voortzetten onder meer met betrekking tot de verderzetting van de daderprojecten.


(4) Totaalbudget 4 300 000 euro
 Budget acties 1 200 000
 Partnergeweld :
 360 000 euro jaarlijks voor daderhulpprojecten 25 000 euro evaluatie
 150 000 euro jaarlijks voor provinciale coördinatoren partnergeweld
 46 500 euro informatieve brochure « Partnergeweld wat nu »
 ... verschillende evaluaties