3-1698/1

3-1698/1

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

4 MEI 2006


Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake verhandeling van dieren

(Ingediend door de heer Ludwig Vandenhove)


TOELICHTING


Het koninklijk besluit van 17 februari 1997 regelt de voorwaarden waaraan inrichtingen moeten voldoen en de voorwaarden voor het verhandelen van dieren. Ondanks deze voorwaarden stoot men nog vaak op wantoestanden gaande van broodfokkers tot handelszaken die hun puppy's op grote schaal invoeren uit Oost-Europese landen, veelal op te jonge leeftijd waardoor deze dieren te kampen hebben met een al dan niet ernstige aandoening.

1. Broodfokkers

Broodfokkers houden gemiddeld zeer veel verschillende rassen : in een aantal gevallen spreken we van 60 tot 200 verschillende rassen. Deze fokkers zijn slechts uit op grote winstmarges en bezuinigen daardoor op huisvesting, goede voeding en medische zorg en hebben derhalve geen oog voor dierenwelzijn. Zij treden niet alleen de dierenwelzijnswetgeving met voeten, zij vormen tevens oneerlijke concurrentie voor bonafide fokkers.

2. Handelszaken en puppyfarms

Honden en katten worden nog vaak verkocht via handelszaken. Omwille van het groot aantal dieren is het onmogelijk elk dier de nodige aandacht te schenken. Ze zitten vaak weken, maanden achter glas, zonder enige afleiding of stimulans. Ondertussen gaat de cruciale socialisatiefase voorbij en eindigt men met een dier dat later problemen oplevert : het jonge dier heeft immers niet geleerd te leven in een gezin, met anderen, op straat, enz. In het advies van de werkgroep « agressieve honden » in de Raad voor Dierenwelzijn staat te lezen dat het verbieden van de verkoop van honden via handelszaken beschouwd wordt als de ideale manier om ontwikkelingsstoornissen, die kunnen optreden bij dieren die via deze weg verkocht worden, te voorkomen en om impulsaankopen tegen te gaan. Ondanks het verbod op de verkoop van honden en katten op markten en beurzen blijven impulsaankopen een probleem. Door het karakter van de handelszaken, zeer laagdrempelig en een ruime keuze met voor ieder wat wils, worden mensen al te gemakkelijk verleid tot een aankoop, eventueel op afbetaling. Gevolg : vele dieren eindigen na verloop van tijd in een dierenasiel. Ter illustratie : in 2004 werden maar liefst 38 586 achtergelaten honden en 33 967 achtergelaten katten opgevangen in de erkende dierenasielen in België. Dit komt neer op een stijging tegenover 2003 met respectievelijk 2 000 honden en 8 000 katten !

3. De invoer van Oost-Europese puppy's

Een ander probleem is de grootschalige invoer van puppy's uit Oost-Europa. Ook deze puppy's worden gefokt in omvangrijke puppyfarms onder onbekende, maar vermoedelijk niet al te beste omstandigheden. De puppy's worden veelal te jong verkocht aan West-Europese handelaars. Gevolg is dat één op tien dieren sterft tijdens het transport; van de dieren die overleven krijgt een groot aantal te kampen met gezondheidsproblemen gaande van schurft, heupafwijkingen, virussen, infecties, allergieën tot long- en hartproblemen. Vaak komen die problemen pas aan het licht bij de onwetende koper die het dier te goeder trouw kocht bij deze handelaars. De invoer van puppy's waarvan de herkomst onduidelijk en/of niet is gecontroleerd is de oorzaak hiervan en moet een halt toegeroepen worden.

4. Doel van het voorstel

Dit voorstel beoogt de controle op fokkers bij te schaven, het aantal honden en het aantal rassen per fokker te beperken, de verkoop van honden en katten via handelszaken te verbieden en de import van dieren enkel toe te laten onder strikte voorwaarden.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Dit artikel voert de controle in van twee onafhankelijke dierenartsen. Tevens wordt gelijktijdig met de melding aan de Dienst van het niet-navolgen van advies de erkenning geschorst. Deze aanpassingen voorkomen dat wantoestanden door de vingers worden gezien of onnodig lang blijven aanslepen.

Artikel 3

Artikel 3 betreft de beperking van het aantal dieren en het aantal rassen waarmee een kwekerij mag fokken. Dit moet komaf maken met broodfokkers. Voor de beperking van het aantal nesten per dier wordt het best-practiceprincipe toegepast. Er kan verwezen worden naar de Britse dierenwelzijnswetgeving (Breeding and Sale of Dogs Act, 1999) die één nest per jaar en per dier toelaat.

Het aantal rassen per fokker wordt ingeperkt, multiraskwekers kunnen zich onvoldoende specialiseren en alle karakteristieken kennen van alle rassen die ze aanbieden. Potentiële kopers krijgen daardoor onvoldoende of foutieve informatie.

Daarnaast hebben de potentiële kopers bij deze multiraskwekers veel meer keuze en is de kans op een impulsaankoop aanzienlijk groter.

Artikel 4

Door een verbod op de verkoop van honden en katten via handelszaken op te leggen wordt dit artikel overbodig.

Artikel 5

De wijziging van dit artikel beoogt de invoering van een verbod van de verkoop van honden en katten via handelszaken.

Artikel 6

De toevoeging aan dit artikel heeft als doel de invoer van jonge dieren, die onder dieronwaardige omstandigheden werden gefokt, te verbieden.

Ludwig VANDENHOVE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 8 van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake verhandeling van dieren, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in § 1 worden de woorden « een erkende dierenarts waarin deze belast wordt » vervangen door de woorden « twee onafhankelijke erkende dierenartsen waarin deze belast worden »;

B) in § 2 wordt het woord « dierenarts » telkens vervangen door het woord « dierenartsen » en worden de woorden « dient deze laatste » vervangen door de woorden « dienen deze laatsten »;

C) § 2, eerste zin, wordt aangevuld met de woorden « en wordt de erkenning geschorst. ».

Art. 3

In artikel 18 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) § 1 wordt vervangen als volgt :

« § 1. Het is in deze kwekerijen verboden honden of katten meer dan één maal per jaar te laten werpen. »;

B) er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :

« § 2bis. Het is in deze kwekerijen verboden te fokken met meer dan 2 rassen. »;

C) het artikel wordt aangevuld met een § 4, luidende :

« § 4. De minister bepaalt het aantal dieren waarmee in een kwekerij gefokt mag worden. ».

Art. 4

Artikel 24 van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.

Art. 5

In artikel 25 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in § 1, eerste zin, worden de woorden « honden, katten » geschrapt;

B) in § 2 wordt de laatste zin vervangen als volgt : « Honden en katten mogen niet in een handelszaak te koop worden aangeboden. ».

Art. 6

Artikel 26 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld als volgt :

« — ingevoerde dieren die gefokt werden onder ongekende of omstandigheden die in strijd zijn met de Belgische dierenwelzijnswetgeving. ».

Art. 7

De Koning kan de door deze wet aangebrachte wijzigingen opnieuw aanpassen.

23 maart 2006.

Ludwig VANDENHOVE.