Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-54

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Volksgezondheid

Vraag nr. 3-3221 van mevrouw De Roeck d.d. 18 augustus 2005 (N.) :
Euthanasie. — Wilsverklaring.

De palliatieve zorg in ons land staat op een heel hoog niveau. Patiënten worden medisch, psychologisch, sociaal en administratief bijgestaan door specialisten. Toch blijft er de palliatieve hardnekkigheid bestaan. Zelfs als elke medische ingreep nutteloos is en de patiënt uitdrukkelijk de wens uit enkel nog de « care » (pijnbestrijding en comfortbehandeling) en niet langer de « cure » (het medisch therapeutisch behandelen) te verlangen, zijn er artsen die blijven behandelen. Dit is niet alleen erg belastend voor de patiënt maar ook voor onze sociale zekerheid.

Nochtans beschikken we sinds 28 mei 2002 over de euthanasiewet, die patiënten toelaat om op een zeker ogenblik en binnen het kader en de regelgeving van de wet uit het leven te stappen. Zij moeten die wens schriftelijk uiten in een wilsverklaring volgens de voorwaarden, beschreven in artikel 4 van hogergenoemde euthanasiewet (Belgisch Staatsblad van 22 juni 2002) en meer specifiek in het koninklijk besluit van 2 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 13 mei 2003).

Helaas stellen we vast dat de bepalingen rond de wilsverklaring relatief onbekend zijn gebleven.

Heel wat ziekenhuizen en organisaties als « Waardig Sterven » hebben intussen een duidelijk en overzichtelijk modelformulier opgesteld dat ingevuld wordt samen met de patiënt en vaak ook met de familie. Het vermeldt onder meer de uitdrukkelijke wensen van de patiënt bij zijn/haar levenseinde. Zo kan de burger bijvoorbeeld vragen om niet gereanimeerd te worden bij een coma, opteren voor palliatieve zorgen dan wel voor de toepassing van de euthanasie op een door de patiënt gekozen ogenblik.

Hoewel de wet al enkele jaren in voege is, hoewel er al een positieve eerste evaluatie plaats had en de Federale Evaluatie- en Controlecommissie goed werk levert, en hoewel de LEIF-artsen heel wat vragen over euthanasie (de inhoud en toepassingsgebieden van de wet, de euthanatica, de in te vullen formulieren, ...) vakkundig begeleiden, blijft er een behoorlijk grote groep van artsen, ziekenhuizen en groeperingen die op alle mogelijke gebieden de toepassing van de euthanasiewet willen boycotten.

Spijtig genoeg zijn de patiënten hiervan het slachtoffer. Zij krijgen bijvoorbeeld niet of moeilijk te weten waar model-wilsverklaringen te verkrijgen zijn en hoe het geregistreerd kan worden. Ouderen en zieken zijn vaak niet meer zo assertief en/of niet meer zo goed te been. Voor hen kan het zoeken naar een wilsverklaring zelfs een ware nachtmerrie betekenen.

Daarnaast worden zelfgeschreven wilsuitingen door de sociale diensten van ziekenfondsen en ziekenhuizen soms argeloos opzij gelegd en vergeten.

Daarom had ik graag een antwoord op de volgende vragen :

1. Bent u ervan overtuigd dat het modelformulier « wilsverklaring euthanasie » momenteel al in alle steden en gemeenten op een eenvoudige en laagdrempelige manier te verkrijgen is ? Hoe werd dit tot op heden nagetrokken ?

2. In negatief geval, bent u van plan een schrijven te richten naar alle steden en gemeenten om hen te wijzen op het feit dat een dergelijke wilsverklaring gemakkelijk te verkrijgen moet zijn voor alle aanvragers ?

3. De inhoud van de euthanasiewet wordt nog steeds, en met opzet, fout gecommuniceerd door heel wat drukkingsgroepen. Voorziet u een korte en duidelijke informatiebrochure die gemakkelijk verkrijgbaar en vlot leesbaar is en die de bevolking de juiste draagwijdte uitlegt van de wet ? In deze brochure zou dan ook de wilsverklaring toegelicht moeten worden en aangeduid worden waar het precies te verkrijgen is.

4. Ook ziekenfondsen, bejaarden- en ziekenorganisaties en dergelijke meer informeren hun cliënten onvoldoende. Neemt u maatregelen om ervoor te zorgen dat ook de grote zorgorganisaties een formulier « wilsverklaring euthanasie » ter beschikking van hun cliënten zouden stellen wanneer deze erom verzoeken ?

5. Artikel 14, laatste lid, van de euthanasiewet regelt het geval waarbij een arts euthanasie weigert toe te passen. Hij moet dan « op verzoek van de patiënt of de vertrouwenspersoon, het medisch dossier van de patiënt meedelen aan de arts die is aangewezen door de patiënt of de vertrouwenspersoon. »

Dient dit gelezen te worden als een verplichting voor de weigerende arts om steeds door te verwijzen of enkel wanneer de patiënt of zijn vertrouwenspersoon er expliciet om verzoekt ?

6. Op welke wijze wordt er door uw diensten of derden nagegaan of artsen die een euthanasie weigeren, hun motieven kenbaar maken aan de patiënt ? Bij gebreke aan sancties in de wet, hoe kan er ingegrepen worden tegen artsen die manifest artikel 14 overtreden ?

7. De jongste maanden wordt er meer en meer op gewezen dat het niet-voorzien van sancties bij overtreding van de wet een gebrek is van de euthanasiewet. Vindt u dat er sancties moeten voorzien worden ? Neemt u desgevallend maatregelen hiertoe ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1 en 2. Naar aanleiding van de toekomstige regeling inzake de registratie van de wilsverklaring inzake euthanasie zullen informatieve omzendbrieven naar gemeenten en steden worden verstuurd. Dit voornamelijk zodat het modelfomulier « wilsverklaring euthanasie » gemakkelijk bij gemeenten en steden verkregen kan worden.

3 en 4. In deze fase is het niet voorzien de inhoud van de wet aan het grote publiek bekend te maken.

Daarentegen lopen er momenteel pilootprojecten omtrent de informering van geneesheren over de wet op euthanasie.

5. Artikel 14, laatste lid, houdt een verplichting in met betrekking tot het overmaken van het medisch dossier en niet in verband met het verwijzen van de patiënt.

6. De weigering voor het toepassen van euthanasie en de motivering daarvan gebeuren in de relatie tussen patiënt en geneesheer. Er gebeurt daarop geen controle door derden. Indien een schending van artikel 14 van de euthanasiewet op een of andere manier aan het licht zou komen, dan zijn daarop de gemeenrechtelijke sancties van toepassing.

7. Ik meen dat het niet nodig is dat specifieke sancties worden voorzien voor het overtreden van de euthanasiewet. De betreffende gemeenrechtelijke sancties evenals strafsancties zijn voldoende.