Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-54

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-2556 van de heer Willems d.d. 29 april 2005 (N.) :
Drugsdelinquenten. — Pilootproject Proefzorg. — Aanstelling van de drugscoördinator.

Het parket van Gent heeft een proefproject uitgewerkt om drugsdelinquenten te laten afkicken, in plaats van ze voor de rechter te brengen. Lichte drugsverslaafden die na een maand een bewijs kunnen leveren van opvang, zien hun dossier geseponeerd. Bij zware verslaafden is deze periode zes maanden. Alleen het dossier van dealers, die uit winstbejag drugs verkopen en drugs ter beschikking stellen van minderjarigen, wordt doorgestuurd naar de rechtbank.

De enige manier die het strafrecht ter beschikking stelt om verslaafden verplicht te laten afkicken, is ze door een rechtbank te laten veroordelen en hen een probatiemaatregel op te leggen die voorziet in een afkickprogramma. Het Gentse parket heeft echter al langer de gewoonte drugsverslaafden, die criminele feiten plegen die te maken hebben met hun verslaving, door te verwijzen naar de hulpverlening. Een justitieassistent en een parketmagistraat zijn daarom bij elkaar gaan zitten om een beter systeem uit te werken. Dat werd het project Proefzorg. Het project richt zich uitsluitend tot verslaafde drugsdelinquenten. Kleine cannabisgebruikers of eenmalige XTC-slikkers komen niet in aanmerking. Deelnemers moeten in de eerste plaats verslaafd zijn en feiten hebben gepleegd om die verslaving te bekostigen.

Wanneer gaat het proefproject Proefzorg van start en wanneer zullen de eerste resultaten gekend zijn ?

Hoe worden de « feiten om de verslaving te bekostigen » geïnterpreteerd en hoever gaan ze ?

Waarom is de drugscoördinator, die in het samenwerkingakkoord van 2 september 2002 voor een globaal en geïntegreerd drugsbeleid voorzien was om hulpcentra en parketten met elkaar in verbinding te stellen, er nog altijd niet ?

Antwoord : Één van de belangrijkste doelstellingen van het huidige drugsbeleid bestaat erin alternatieven voor strafrechtelijke sancties jegens drugsverslaafden te steunen : strafrechtelijke sancties moeten het ultieme middel zijn. Drugsverslaafden moeten zo veel mogelijk worden doorverwezen naar hulpverleningsinstellingen.

Het bedoelde project wil alternatieven bieden voor de regeling van criminele feiten die verband houden met drugs en met andere feiten en die volgens de verdachte het gevolg zijn van een ziektesymptoom of verslaving.

Het project werd opgestart op 1 augustus 2005 en wordt voor de eerste keer geëvalueerd na een jaar. De evaluatie wordt uitgevoerd door een stuurgroep met verschillende actoren.

De « feiten om de verslaving te bekostigen » worden geïnterpreteerd op basis van het dossier van het parket. Anders gesteld, de interpretatie van het parket wordt gevolgd.

Er werd uiteindelijk afgezien van de drugscoördinator. Deze wet, die voor mijn aantreden als minister van Justitie werd aangenomen, ontlokte heel wat vragen bij de actoren in het veld (in hulpverlening gespecialiseerde VZW's, magistraten en justitiehuizen), van wie de meesten het niet nodig vonden extra personeel in dienst te nemen om te zorgen voor coördinatie.