Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-51

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-2930 van de heer Mahoux d.d. 17 juni 2005 (Fr.) :
Tabaksproblematiek. — Rookverbod op openbare plaatsen, tabaksreclame en verkoop van tabak aan minderjarigen jonger dan 16 jaar. — Maatregelen en controles.

De problematiek van het passief roken heeft in verscheidene kringen al heel wat lange en stormachtige discussies uitgelokt.

De wetgeving werd voortdurend aangepast om rekening te houden met de bezorgdheid van de niet-rokers, maar ook om de gezondheid van de rokers te beschermen door het instellen van een rookverbod op verschillende plaatsen.

In 1976 werd het rookverbod op de bussen ingesteld. In 1987 kwamen de openbare plaatsen en de openbaar toegankelijke plaatsen aan de beurt.

We herinneren ons nog de debatten in de Senaat, die in 1997 leidden tot het verbod op tabaksreclame, behalve op de uitstalramen van tabaks- en krantenwinkels.

In 1998 kwam er een rookverbod in vliegtuigen.

In 2004 volgde het rookverbod in treinen, zelfs op de open treinperrons. In de loop van hetzelfde jaar werd de verkoop van tabak aan minderjarigen jonger dan 16 jaar verboden.

Het rookverbod op het werk zou in 2006 van kracht worden en in 2007 zouden de restaurants aan de beurt zijn.

De verenigingen tegen het roken zijn verheugd over die nieuwe bepalingen wegens de verwachte weerslag op de gezondheid van arbeiders en klanten en op het gebruik van tabak in het algemeen.

Sommigen pleiten voor een efficiënte toepassing van de wet zodat de maatschappij de vruchten ervan kan plukken.

De controle op de toepassing van de aangekondigde maatregelen is een reëel probleem.

Ik kreeg graag cijfergegevens met betrekking tot de maatregelen die werden genomen om de eerbiediging van het rookverbod op openbaar toegankelijke plaatsen (1987) en van het verbod op tabaksreclame (1997) te controleren.

Beschikt u over informatie over de eerbiediging van het verbod op de verkoop van tabak aan minderjarigen jonger dan 16 jaar ? Welke controles worden er op dat vlak uitgevoerd ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

In 2004 werden 3 306 horecazaken gecontroleerd op het naleven van de reglementering inzake roken. Sommige zaken werden meermaals bezocht (in totaal 3 857 bezoeken). Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen zaken die kleiner zijn dan 50 m2 en zaken die groter zijn. Enkel de grotere zijn verplicht om een ruimte voor niet-rokers in te richten maar beiden moeten een rookafzuig-of verluchtingssysteem installeren.

Er werden 2 680 inbreuken vastgesteld. Voor 1 045 inbreuken werden waarschuwingen gegeven en 104 inbreuken hebben aanleiding gegeven tot een proces-verbaal. Voor de overige inbreuken zijn mondelinge verwittigingen gegeven.

Maatregelen waarbij niet de horeca-uitbater maar de klant geverbaliseerd wordt (bijvoorbeeld roken in de rookvrije ruimte) komen in de praktijk zelden voor. De controles bij de horecazaken gebeuren meestal niet op het drukste moment van de dag (wanneer de meeste klanten aanwezig zijn) zodat de kans om overtredende klanten aan te treffen beperkt blijft. Bovendien is de controle hoofdzakelijk gericht op de toepassing van de rookreglementering door de uitbater, die er zelf moet op toezien dat de rokende klanten geen plaats nemen in de rookvrije ruimte. Het blijft echter niet uitgesloten dat een rokende klant die zich weigert te verplaatsen geverbaliseerd wordt door de controleur van het FAVV. Dat is door de wetgeving toegelaten.

In 2004 werd gedurende 14 dagen een verscherpte rookcampagne georganiseerd waarbij 536 horecazaken onderzocht werden. 72 % van de horecazaken kleiner dan 50 m2 bleken in orde terwijl dat slechts het geval was in 44 % van de horecazaken groter dan 50 m2.

In de kleinere horecazaken was voornamelijk het verversings- of zuiveringsdebiet ontoereikend. In de grotere horecazaken werd vooral vastgesteld dat er te weinig plaatsen voorzien waren voor de niet-rokers en dat de rookverbodstekens niet aanwezig waren.

In 2004 werden 1390 openbare lokalen andere dan horeca-inrichtingen op de naleving van de rookreglementering gecontroleerd door de inspectiedienst van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Enerzijds werd nagegaan of deze lokalen wel werden aangeduid dat een rookverbod van kracht is (aanwezigheid rookverbodstekens) en anderzijds werd nagegaan in de lokalen waar een rookverbod van kracht is of dit door de bezoekers of de werknemers ter plaatse werd nageleefd (of er werd gerookt). Aangezien de controledienst eind 2004 en in de eerste helft van 2005 met een 10-tal gezondheidscontroleurs werd uitgebreid zijn in 2005 reeds gevoelig meer controles uitgevoerd : 1859.

Resultaten van de controle van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor 2004 en 2005 :

  Aanduiding rookverbod in openbare lokalen
20042005
ConformNiet- conformConformNiet- conform
Jeugdopvang, Scholen, Opleidingscentra164141126146
Ziekenopvang, Rusthuizen85374658
Sportlokalen46194530
Overheidsdiensten24085266218
Culturele instellingen2528248
Andere openbare gebouwen356166615277
Totaal9164761 122737

  Roken in openbare lokalen
20042005
ConformNiet- conformConformNiet- conform
Jeugdopvang, Scholen, Opleidingscentra60623327
Ziekenopvang, Rusthuizen98258525
Sportlokalen54145712
Overheidsdiensten2902842563
Culturele instellingen513318
Andere openbare gebouwen7012481978
Totaal12081101650213

Bij de niet-naleving van de rookreglementering werd systematisch een schriftelijke waarschuwing aan de verantwoordelijke van de lokalen gestuurd. Tot op heden werd door de verantwoordelijke goed meegewerkt en werd aan de opmerkingen een gunstig gevolg gegeven. Aan de rokers die betrapt werden op het rookverbod werd een mondelinge waarschuwing gegeven. Heden geven de controleurs ook het rookstop-telefoonnummer om op die wijze een positieve medewerking te krijgen. De controleurs tonen hiermee aan dat het hen niet alleen gaat om repressief op te treden maar dat zij in de eerste plaats trachten de rokers te helpen om te stoppen met roken.

Sedert 1 december 2004 is het verbod op de verkoop van tabaksproducten aan min 16-jarigen van kracht. Gelet op het grote belang voor de volksgezondheid (de bescherming van kinderen en jongeren) heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zich geëngageerd om dit verkoopsverbod daadwerkelijk te controleren. De inbreuken kunnen enkel op heterdaad worden vastgesteld.

Resultaten van de controle van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu van 1 december 2004 tot 30 juni 2005 :

  Controle verkoopsverbod aan min 16-jarigen
ConformNiet-conform
Krantenwinkels5248
Tabakswinkels780
Supermarkten1780
Andere handelsvormen2882
Totaal1 06810

Uit de resultaten blijkt dat op 1 068 controles 10 inbreuken werden vastgesteld. Slechts bij twee krantenwinkels werd overgegaan tot het opstellen van een proces-verbaal. Beide krantenwinkels waren door de controleurs reeds voorafgaandelijk verwittigd.

Bovendien blijkt uit onze controles dat de handelaars goed op de hoogte van deze maatregel zijn. Zo heeft ongeveer 75 % van de handelszaken een aanduiding (sticker) van het verkoopsverbod aan min 16-jarigen.

Ik bereid momenteel in samenwerking met de federaties van de verdeelsector (Fedis, UNIZO, VCM) een grote sensibilisatiecampagne voor in verband met deze reglementering.

Ik denk dat er aanhoudend inspanning moet geleverd worden op vlak van informatie.

Sedert de wet van 10 december 1997 houdende verbod op de reclame voor tabaksproducten is er slechts heel beperkt reclame in bepaalde verkoopspunten toegelaten.

Zo is er enkel nog affichering van tabaksreclame in en aan de voorgevel van krantenwinkels en tabakswinkels toegelaten. In andere verkoopspunten zoals kruideniers, supermarkten, benzinestation, ... is er een totaal reclameverbod. Ook zijn alle reclametechnieken zoals speciale presentaties, het gratis verdelen van tabaksproducten en het geven van geschenken in alle verkoopspunten (ook in tabakswinkels en krantenwinkels) verboden. De controledienst van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu moet tot hun spijt echter vaststellen dat de tabaksfabrikanten zich niet wensen te schikken naar deze wetgeving. Dit leiden we af uit het aantal PV's die jaarlijks worden opgesteld en uit de reacties van de tabaksfabrikanten op deze PV's :

  Controle tabaksreclame
JaarAantal pv's
19993
200015
200120
20027
20034
200418
200514

Ik heb mijn administratie opgedragen een verslag op te stellen over de kwestie, inzonderheid over de evolutie van de reclametechnieken die gebruikt worden in de verkooppunten, zoals in krantenwinkels. Op basis van dat verslag is het de bedoeling maatregelen te voorzien die het beroep op technieken die niet behoren tot affichage in de zin van de wet van 10 december 1997 te beperken.

Ik heb ook aan mijn collega, minister van Justitie, gevraagd over te gaan tot een analyse van het vervolgbeleid betreffende inbreuken op het reclameverbod voor tabak.