(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
Tijdens het heel interessante bezoek dat de Brailleliga begin juni 2005 organiseerde, hebben de organisatoren met klem herinnerd aan het belang van een arbeidsplaats voor personen met een handicap in het algemeen.
Ik heb onder andere vernomen dat veel personen met een handicap die een inkomen of een integratieuitkering ontvangen en die willen werken, dat voornemen niet uitvoeren omdat het systeem van de toekenning en berekening van de uitkeringen verschillende remmen bevat.
De integratieuitkering kan bijvoorbeeld worden ingetrokken wegens het bedrag van de inkomsten, terwijl de bijkomende kosten blijven bestaan ...
De personen met een handicap die een beroepsactiviteit uitoefenen en die voorheen een verhoogde kinderbijslag genoten voor hun kinderen voldoen niet meer aan de voorwaarden om die verhoogde kinderbijslag te bekomen.
En als een persoon stopt met werken is de termijn op opnieuw uitkeringen te bekomen blijkbaar zeer lang en dus bestraffend. Die persoon kan bijvoorbeeld geen aanspraak meer maken op de verhoogde terugbetaling van zijn medische kosten.
Is uw departement bewust van die « werkloosheidsvallen » ? Beschikt u over aanvullende inlichtingen terzake ?
De verantwoordelijken van de Brailleliga herinneren ook aan de wetgeving inzake aanwerving van personen met een handicap in de openbare sector.
Volgens hen kan men zich met recht afvragen of alle besturen de aanwervingsquota vandaag eerbiedigen. Beschikt u over recente cijfergegevens in dit verband ?
Antwoord : Ik suggereer het geachte lid haar vraag te richten aan mevrouw Mandaila, staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap.
Wat de laatste paragraaf van de vraag betreft, preciseer ik dat een onderzoek uitgevoerd op mijn aanvraag door de Universitaire Faculteiten Notre-Dame de la Paix van Namen (FUNDP) in samenwerking met de KUL, het mogelijk heeft gemaakt een balans op te maken van de aanwezigheid en de werkomstandigheden van personen met een handicap bij het federaal openbaar ambt.
Bij de federale overheidsdiensten (FOD's) moeten personen met een handicap in principe 2 % van het personeel uitmaken. Uit een kwantitatief onderzoek is gebleken dat het percentage van personen die werden gerekruteerd via de quota in 2004, 0,8 % van het personeel van de FOD's bedraagt (zijnde 454 personen in plaats van de voorziene 1 200).
Dit kwalitatief onderzoek heeft het ook mogelijk gemaakt om de ambtenaren die officieel erkend worden als personen met een handicap, te inventariseren en hun administratieve en persoonlijke gegevens te preciseren. Het onderzoek bevat niettemin geen gegevens over de aard of de oorzaak van de handicap.
| FOD | Ambtenaren met een handicap geteld in 2004 | Percentage ambtenaren met een handicap in 2004 |
| Landsverdediging | 86 | 3,87 % |
| Mobiliteit | 32 | 2,92 % |
| Personeel en Organisatie | 10 | 2,60 % |
| Volksgezondheid | 18 | 2,50 % |
| Werk | 26 | 2,34 % |
| Binnenlandse Zaken | 43 | 1,95 % |
| Buitenlandse Zaken | 23 | 1,80 % |
| Justitie | 16 | 1,70 % |
| Sociale Zaken | 15 | 1,08 % |
| Financiėn | 129 | 0,46 % |
| Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid | 62 | Niet meegedeeld |
| Begroting | 3 | Niet meegedeeld |
| ICT | 0 | 0 % |
| Kanselarij | 0 | 0 % |
| Totaal | 454 | 0,8 % |