Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-45

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-2371 van mevrouw Hermans d.d. 21 maart 2005 (N.) :
Identiteitsfraude. — Statistieken. — Onderzoek. — Preventiecampagne.

Op 21 maart 2005 stelde ik u onder nr. 3-2371 (Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-39, blz. 2968) de volgende vraag betreffende het in rand vermelde onderwerp :

« Identiteitsfraude is sterk in opkomst, aldus het rapport « Identiteitsfraude en (reis)documenten » van de Koninklijke Nederlandse Marechaussee.

Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar fraude met nagemaakte identiteitsbewijzen, maar ook naar identiteitsfraude met bestaande documenten. Dit laatste fenomeen houdt in dat fraudeurs de identiteit van iemand anders aannemen.

Naar schatting kost elk vals of vervalst document de samenleving naar schatting 40 000 euro. In Nederland worden jaarlijks zo'n 4 000 valse of vervalste reisdocumenten in beslag genomen.

Identiteitsfraude vindt plaats bij activiteiten zoals mensenhandel, fiscale en sociale fraude en terrorisme.

Uit een studie in Groot-Brittannië blijkt dat de omvang van identiteitsfraude veel groter is dan tot nu toe gedacht. De identiteitsfraude kostte de samenleving in Groot-Brittannië in 2004 1,3 miljard pond.

Identiteitsdieven eigenen zich via een valse identiteit toegang toe op bestaande bankrekeningen, waarbij ze volop beginnen uit te geven, leningen beginnen af te sluiten en sociale fraude plegen.

Deze nieuwe vorm van criminaliteit maakt gebruik van de laatste technologieën om vertrouwelijke informatie te vinden van de slachtoffers. Soms kan het echter veel eenvoudiger : gewoon bankuittreksels uit de vuilbak halen of een enquêteformulier sturen naar de potentiële slachtoffers.

Één van de belangrijkste tips van het Britse Trading Standards is dat burgers steeds hun bankuittreksels en adresgegevens moeten vernietigen.

De samenstellers van het Nederlandse onderzoeksrapport zijn van mening dat er op het gebied van de informatievergaring, het veredelen en analyseren, een verslag gemaakt zou moeten worden.

Door de huidige werkwijze worden namelijk geen trends ontdekt maar, wat nog veel belangrijker is, worden ook geen onderzoeksvoorstellen gegenereerd, die kunnen leiden tot een recherchematige aanpak met betrekking tot identiteitsfraude.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister :

1. Tekent zich in België een gelijkaardige trend af zoals in Nederland en Groot-Brittannië ? Zo neen, kan hij dit ondersteunen met cijfergegevens ? Zo ja, om hoeveel slachtoffers van identiteitsfraude gaat het op jaarbasis ?

2. Is er reeds onderzoek verricht vanuit de FOD Justitie of de FOD Binnenlandse Zaken naar de identiteitsfraude ? Zo ja, om welk onderzoek gaat het en waar kan men dit terugvinden ? Zo neen, is de geachte minister bereid om een onderzoek te laten uitvoeren naar het fenomeen van de identiteitsfraude en kan hij aangeven wie het onderzoek gaat uitvoeren en voor wanneer de resultaten kunnen worden verwacht ?

3. Welke onderzoeksvoorstellen en beleidsmaatregelen heeft hij reeds uitgevaardigd omtrent de identiteitsdiefstal ?

4. Veel mensen zijn nog niet vertrouwd met het fenomeen van de identiteitsdiefstal en springen bijgevolg te nonchalant om met hun identiteitsgegevens. Acht hij het opportuun om een preventiecampagne te voeren ? Zo ja, kan hij dit toelichten ? Zo neen, kan hij aangeven waarom dit niet wenselijk is ?

5. Kan hij aangeven welke de kostprijs is voor de samenleving op jaarbasis van identiteitsfraude ?

6. Welke soorten identiteitsfraude komen het meest voor in België en kan hij dit toelichten ? »

Tot op heden mocht ik dienaangaande nog geen antwoord ontvangen. Derhalve ben ik zo vrij deze vraag opnieuw aan u voor te leggen. Mag ik aandringen op een spoedige mededeling van uw standpunt ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

Identiteitsfraude/identiteitsdiefstal is niet nieuw. Het is door de eeuwen heen het middel geweest om oplichtingen te plegen.

Identiteitsfraude/identiteitsdiefstal is geen misdrijf dat onder één noemer, één strafrechtelijke bepaling valt. Identiteitsdiefstal kan gedefinieerd worden als elk type misdrijf dat bestaat uit het bedrieglijk verkrijgen en gebruiken van de identiteit van een andere persoon met de bedoeling fraude te plegen of andere criminele activiteiten uit te voeren, gewoonlijk om economische winsten te maken.

Het fenomeen identiteitsfraude valt dus onder diverse strafrechtelijke bepalingen (valsheden, gebruik van valse stukken, computerfraude).

Het is bijgevolg onmogelijk om op de verschillende vragen die door het geachte lid gesteld zijn, een geconsolideerd antwoord te geven voor de diverse deelaspecten van dit fenomeen.

Wat vandaag echter opvalt, is het feit dat door de digitalisering van de activiteiten op economisch, sociaal, administratief, cultureel en recreatief vlak, de traceerbaarheid en de manipuleerbaarheid van identiteitsgegevens gevoelig zijn verhoogd.

De informatiearchieven in cyberspace (onder welke vorm ook) zijn zeer snel en makkelijk te onderzoeken met de diverse aangepaste zoekmachines. Veel acties die ooit door een internetgebruiker zijn genomen, laten vaak sporen na waardoor het voor een crimineel heel makkelijk is om rond de gevonden identiteitsgegevens ook een historiek te bouwen. Deze completere identiteit kan dan worden aangewend voor malafide praktijken.

De technische protocollen die gebruikt worden op het internet, laten vaak toe om zich voor te doen als een andere persoon. Deze protocollen werden indertijd ontwikkeld zonder echt rekening te houden met de behoefte voor een sterke authenticatie. Deze behoefte is pas de jongste jaren ontstaan omdat men, in de verschillende genoemde domeinen, wenst over te gaan tot activiteiten waarvoor het absoluut noodzakelijk is zeker te zijn van de verschillende deelnemende partijen (commerciële contracten, administratieve, bestuurlijke handelingen, ...).

Er dient echter wel opgemerkt te worden dat veel activiteiten in cyberspace onder een schuilnaam plaatsvinden zonder dat dit op zich echt een identiteitsfraude uitmaakt.

1. In België tekent zich dezelfde trend af als in de buurlanden. Identiteitsfraude/identiteitsdiefstal bij het gebruik van telecommunicatiediensten (voornamelijk over het internet) is terug te vinden in de volgende fenomenen :

— phising (combinatie van spammail/bogus websites om identiteitsgegevens te verkrijgen);

— kaping van webmail-accounts/gebruikersidentiteit;

— hacking en misbruik van slecht beveiligde computersystemen;

— onderschepping door spyware van identiteitsgegevens/bankgegevens.

2. Er is ons geen studie in die zin in België bekend. Om de identiteitsdiefstal in ons land onder de aandacht te brengen en de ervaringen van andere landen te delen, heeft de directie van de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit van de Federale Politie het initiatief genomen om, in samenwerking met uitgeverij Politeia, op 9 juni 2005 een colloquium over dit fenomeen te organiseren.

De situatie in België werd onderzocht en gevallen uit de praktijk in Canada en Oost-Europa werden uiteengezet. Dit colloquium maakt het voorwerp uit van een publicatie door voornoemde uitgeverij.

Één van de aanbevelingen aan het slot van dit colloquium is de nood aan een integrale en geïntegreerde aanpak van dit fenomeen, dat een diepgaande bestudering verdient.

3. De Kadernota Integrale Veiligheid van de regering houdt reeds rekening met de opkomst van het fenomeen identiteitsdiefstal en voorziet hierbij acties zowel op het regelgevende, preventieve als reactieve vlak.

Inzake preventie zijn er reeds verschillende acties geweest vanuit DJF/FCCU naar de media om te wijzen op de diverse gevaren bij activiteiten op internet en op de noodzaak om hierbij steeds zorgvuldig om te springen met het gebruik van identiteitsgegevens (zowel van de eigen identiteit als van de andere betrokken partners).

Op regelgevend vlak is de regering bezig om het wettelijk kader uit te tekenen dat mee garant zal staan om bij misbruiken van identiteiten op het internet, met de telecommunicatieverkeersgegevens alsnog de identiteit van de dader te achterhalen. In deze regelgevende activiteit wordt rekening gehouden met de Europese richtlijnen (in ontwikkeling) en met het evenwicht tussen het recht op een privé-leven en de noodzaak om misbruiken en misdrijven te kunnen bestrijden.

De diverse initiatieven van de regering inzake e-government zijn gebaseerd op een sterke authentificatie die in de toekomst vooral gebaseerd zal zijn op het gebruik van de electronische identiteitskaart.

Teneinde de beveiliging van de gemeentehuizen van ons land te verbeteren en met name de diefstal van identiteitsdocumenten die doorgang vinden of bewaard worden in de gemeentehuizen te voorkomen, is een geïntegreerd actieplan opgesteld.

Dit actieplan wordt momenteel uitgevoerd door middel van pilootprojecten (8 pilootgemeenten). Een deel van het actieplan omvat een project voor een e-portaal. Doel is het opzetten van een gecentraliseerde gegevensbank van gestolen identiteitsdocumenten.

Momenteel wordt overlegd met de verschillende betrokken diensten voor de identiteitsdocumenten (FOD Binnenlandse Zaken, FOD Buitenlandse Zaken, FOD Mobiliteit en Vervoer en de federale politie).

De werkgroep bestudeert de mogelijkheden voor het opzetten van deze databank.

4. Preventiecampagnes zijn een werk van lange adem. Inzake de bewustmaking van de eindgebruiker werkt de overheid (staatssecretariaat voor de Informatisering en DJF/FCCU) op dit ogenblik mee aan een campagne « National Security Days » die gedurende verschillende dagen in het najaar en via alle mediakanalen zal wijzen op de diverse aspecten van een veilig internetgebruik (waaronder ook de identiteitsbeveiliging valt).

Op initiatief van het Federaal Parket werden vergaderingen belegd met de algemene directie Controle en Bemiddeling van de federale overheidsdienst Economie en diverse privé-partners, wat geleid heeft tot de ontwikkeling van een netwerk voor uitwisseling en verspreiding van informatie over de nieuwe vormen van financiële oplichtingen via internet. Dit netwerk heeft in de eerste plaats een preventieve bedoeling, en wel door informatie te verschaffen over de nieuwe modi operandi die in dit verband door criminelen worden gebruikt.

5. Het is momenteel niet mogelijk aan te geven welke de kostprijs van identiteitsfraude is voor de samenleving op jaarbasis. Bepaalde effecten van identiteitsfraude zijn bovendien niet meetbaar.

Gekaapte webmailboxen van internetgebruikers zijn voor de rechtmatige gebruikers niet meer toegankelijk waardoor zij geen kennis meer kunnen nemen van bepaalde berichten die hen worden overgemaakt. Bovendien lijden zij soms schade omdat de kapers van de webmailbox in hun naam schadelijke berichten verzenden.

6. cf. vraag 1.