Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-40

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (Sociale Zaken)

Vraag nr. 3-2346 van mevrouw Hermans d.d. 11 maart 2005 (N.) :
Transseksualiteit. — Behandeling. — Wettelijke erkenning van de diverse medische ingrepen.

Wereldwijd voelt 1 op 11 000 mannen en 1 op 30 000 vrouwen zich uiterst onbehaaglijk in het « aangeboren » geslacht en kan dus transseksueel of genderdysfoor worden genoemd. België : 1 op 16 000 mannen voelt zich vrouw; 1 op 40 000 vrouwen voelt zich man.

In geval van transseksualiteit is de aversie tegen het eigen lichaam zo groot dat zonder een geslachtaanpassende behandeling nauwelijks of niet te leven valt.

Transseksuelen zijn personen die alle fysieke kenmerken van een bepaald geslacht vertonen, maar die psychologisch tot het tegenovergestelde geslacht behoren. Er is een discrepantie tussen geest en lichaam.

Reeds in 1989 keurde het Europees Parlement een resolutie goed die discriminatie van transseksuele mensen veroordeelt.

Deze resolutie maant de lidstaten aan werk te maken van een wettelijke regeling voor de opvang, begeleiding en behandeling van genderdysfore mensen. Tot op heden is deze resolutie dode letter gebleven.

In het regeerakkoord wordt alvast tegemoetgekomen aan één verzuchting van de transseksuelen, namelijk het in het bezit stellen van een voorlopige identiteitskaart. Omtrent het recht op naamsverandering en wijziging van het geslacht in de geboorteakte voor transseksuelen die een geslachtsveranderende operatie ondergaan, werd een wetsvoorstel ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers op 11 maart 2004 (Kamer, 51-0903/001).

Dankzij de medische vooruitgang bestaat de behandeling uit een geslachtsaanpassende behandeling waarbij het lichaam wordt aangepast aan de psychologische geslachtsbeleving. Deze behandeling verloopt in stadia en wordt doorgaans uitgevoerd door gespecialiseerde teams van artsen, psychiaters, chirurgen en endocrinologen.

Het hele proces duurt drie jaar. In een eerste fase wordt een diagnose gesteld en worden andere vormen van psychiatrische of somatische problemen uitgesloten. Tijdens de tweede fase vindt een real life test plaats in combinatie met een hormonale behandeling. Deze laatste dient levenslang te worden verder gezet.

In de derde fase ondergaat de patiënt een heelkundige ingreep waarbij het nieuwe geslacht wordt geconstrueerd. Dat dit zeer ernstige heelkundige ingrepen, zijn hoeft geen betoog.

Momenteel is het echter zo dat er geen enkele wettelijke regeling bestaat die de behandeling van transseksualiteit erkent. In de praktijk zijn er bepalingen binnen het RIZIV waarbij medische ingrepen, die ook worden toegepast bij de behandelingen van transseksualiteit, worden erkend als vergoedbaar door de mutualiteiten.

Het gebrek aan wettelijke erkenning van de behandeling van transseksualiteit heeft zeer verregaande gevolgen op financieel en sociaal vlak voor de betrokkene.

Momenteel worden een groot deel van de medische ingrepen in het kader van de behandeling van transseksuelen beschouwd als esthetische ingrepen door het RIZIV. Dit betreft onder meer de borstamputatie bij vrouw-man transseksuelen.

Door deze ingrepen te kwalificeren als esthetische ingrepen kan de prijs voor deze interventie vrij worden bepaald door de chirurg. Bovendien dient de betrokken patiënt een verklaring te ondertekenen waarin hij aangeeft dat hij de operatie ondergaat op eigen risico.

Jammer genoeg is, gezien de ernst van de ingreep, het risico op blijvende letsels groot. Zo zijn er diverse patiënten die een blijvende, soms algehele, verlamming hebben opgelopen. Daar deze ingrepen echter als esthetische ingrepen worden gecatalogiseerd, hebben de patiënten geen recht op een vergoeding wegens arbeidsongeschiktheid of een vergoeding wegens invaliditeit. Hun handicap wordt niet erkend.

Hierbij zou ik in herinnering willen brengen dat het risico op zelfmoord bij de transseksuelen zeer hoog ligt. Deze mensen hebben het sowieso al zeer moeilijk en ik meen bijgevolg dat de overheid hierbij niet in gebreke mag blijven.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister :

1. Is hij het ermee eens dat medische ingrepen in het kader van transseksualiteit worden beschouwd als esthetische ingrepen, gezien de lange diagnostische fase van drie jaar, gezien zij zelf niet kiezen voor hun transseksualiteit en gezien deze behandeling voor hen een zware medische lijdensweg met zich brengt, waarbij de uitkomst verre van gegarandeerd is ? Kan hij zijn visie hieromtrent uitvoerig toelichten ?

2. Is hij het met mij eens dat er een dringende behoefte is aan een wettelijk kader inzake de behandeling en de geneeskundige ingrepen inzake transseksualiteit, gezien het gebrek aan een wettelijk kader voor veel patiënten financiële drama's met zich brengt ? Zo neen, kan hij dit uitvoerig toelichten en aangeven welke de redenen zijn die pleiten tegen een wettelijke erkenning ? Zo ja, kan hij dan aangeven tegen wanneer dit wettelijk kader naar zijn mening kan worden ingevoerd ?

3. Is hij zich er van bewust dat diverse transseksuelen, na het ondergaan van medische ingrepen, blijvende letsels oplopen die lijden tot arbeidsongeschiktheid van bepaalde of onbepaalde duur en dikwijls tot blijvende invaliditeit en dat zij, doordat deze ingrepen als esthetische ingrepen worden beschouwd, geen financiële tegemoetkoming krijgen voor hun arbeidsongeschiktheid en hun invaliditeit ? Zo ja, is hij bereid enige tegemoetkomingen te doen aan deze bijzonder kwetsbare categorie van patiënten ?

Antwoord : 1. De essentiële ingrepen in het kader van een behandeling van transseksualiteit worden niet beschouwd als esthetische ingrepen en worden door de ziekteverzekering ten laste genomen. Zo wordt in het kader van een transformatie van man naar vrouw de borstreconstructie met inplanting van prothesen, de castratie, de penisamputatie, de clitorisplastiek en de creatie van een neo-vagina ten laste genomen. Voor een transformatie van vrouw naar man worden de borstamputatie, de hysterectomie, de verlenging van de ureter, de clitorisplastiek en de penisplastie terugbetaald.

2. Alhoewel ik hierover geen concrete informatie heb kan ik niet uitsluiten dat op het terrein, bij de artsen en de ziekenfondsen, onvoldoende bekend is welke verstrekkingen al dan niet mogen aangerekend worden. Een wettelijk kader in de vorm van een specifieke nomenclatuur zou een verbetering zijn. Er zijn wat mij betreft dus geen redenen die pleiten tegen een wettelijke erkenning in die zin. Integendeel, ik zal de Technische Geneeskundige Raad vragen de nomenclatuur voor geslachtsveranderende ingrepen te verduidelijken om zo de rechtszekerheid voor deze patiënten te verbeteren.

3. Artikel 100, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, bepaalt : wordt als arbeidsongeschikt erkend als bedoeld in deze gecoördineerde wet, de werknemer die alle werkzaamheid heeft onderbroken als rechtstreeks gevolg van het intreden of het verergeren van letsels of functionele stoornissen waarvan erkend wordt dat ze zijn vermogen tot verdienen verminderen tot een derde of minder dan een derde van wat een persoon, van dezelfde stand en met dezelfde opleiding, kan verdienen door zijn werkzaamheid in de beroepencategorie waartoe de beroepsarbeid behoort, door betrokkene verricht toen hij arbeidsongeschikt is geworden, of in de verschillende beroepen die hij heeft of zou kunnen uitoefenen hebben uit hoofde van zijn beroepsopleiding.

De oorzaak van deze letsels of functionele stoornissen wordt hierbij niet in overweging genomen en deze patiënten kunnen dus wel als arbeidsongeschikt erkend worden indien ze aan de voorwaarden voldoen.