Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-40

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (Sociale Zaken)

Vraag nr. 3-2198 van mevrouw Hermans d.d. 9 februari 2005 (N.) :
Depressie. — Behandeling. — Nieuwe inzichten. — Terugbetaling van antidepressiva.

Luidens de meest recente bevolkingsenquête door het Wetenschappelijk Instituut voor volksgezondheid verklaarden 6,3 % van de ondervraagde Belgen dat zij het afgelopen jaar een depressie hadden doorgemaakt. In 2002 werden 165 miljoen doses van antidepressiva verkocht. Het aantal Belgen dat naar een antidepressivum grijpt, is toegenomen met 9 % verleden jaar, aldus het RIZIV.

Alles samen gaven de Belgen 177 miljoen euro uit aan allerhande pillen om depressie te lijf gaan in 2002. In 2003 gaven de Belgen nog meer uit aan antidepressiva : 200 miljoen euro. Daarvan betaalt de overheid 155 miljoen euro terug.

Depressie dreigt tot een echte volksziekte uit te groeien. Deskundigen stellen dat 10 % van de mannen en 20 % van de vrouwen eens in het leven zo'n ziekte meemaken. Veel antidepressiva worden geslikt door mensen die zich depressief voelen maar absoluut niet beantwoorden aan dit ziektebeeld.

In veel gevallen worden antidepressiva voorgeschreven terwijl dit helemaal niet nodig is. Het betreft onder meer gevallen van depressiviteit die van psychosociale aard (personele depressiviteit) zijn. Psychiaters Arnoud Tange en Els De Winter stellen dat ingeval van een zuiver personele depressie antidepressiva contraproductief zijn. Zij stellen dat depressies vaak slordig en arbitrair worden behandeld. In sommige gevallen schrijven artsen fanatiek antidepressiva voor, terwijl die helemaal niet zijn aangewezen. In andere gevallen worden patiënten die lijden aan een ernstige, biologische depressie, aan hun lot overgelaten.

Anderzijds is het zo dat 43 op de 100 Belgen die een depressie (biologische depressie) doormaken zelfs geen professionele hulp zoeken, aldus professor Koen De Muytenaere.

De Britse overheid heeft naar aanleiding van een grootschalig onderzoek naar de impact van antidepressiva volgende aanbeveling uitgevaardigd : artsen wordt aanbevolen om lichte depressies niet met antidepressiva te bestrijden, doch met zelfhulp of praattherapie.

Ook in Nederland beweegt er veel op het vlak van de behandeling van depressies. Een nieuwe richtlijn voor de behandeling van depressies stelt paal en perk aan het veelvuldig voorschrijven van antidepressiva in Nederland. Psychologen, psychiaters, huisartsen, verpleegkundigen, apothekers en patiënten hebben drie jaar lang gewerkt aan de nieuwe richtlijn, die is gestoeld op de laatste wetenschappelijke inzichten en ervaringen.

Bij mensen met milde depressies die nog geen half jaar duren, is voorlichting in eerste instantie belangrijk. De werking van gesprekstherapie en beweging is gemiddeld zeker zo goed.

Bij mensen met klachten die langer duren, is juist veelal sprake van onderbehandeling. Hier hebben de patiënten veelal baat bij medicatie, psychotherapie of een combinatie van beide. Het is een kwestie van op tijd door te verwijzen naar een psychiater of een psycholoog. Als dat niet het geval is bestaat het risico dat de klachten chronisch worden.

Klinisch psycholoog Henkelman, secretaris van de stuurgroep die de Nederlandse richtlijn heeft opgesteld, verwacht dat huisartsen voortaan minder antidepressiva zullen voorschrijven.

De Belgische minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid voerde in november 2004 verschillende besparingen door in de gezondheidszorg. Het economisch voorschrijven van antidepressiva en antibiotica zou 20 miljoen euro besparingen opleveren. Wie de antidepressiva echt nodig heeft, zou niet extra moeten betalen. Wie depressief is omdat zijn favoriete voetbalclub heeft verloren, zal meer moeten betalen, aldus de mededeling van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer Rudy Demotte.

Er kan worden gevreesd dat de aanpak van de overconsumptie van antidepressiva teveel van uit financiële overwegingen en te weinig vanuit patiëntenbelangen is benaderd.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister :

1. Hoe wil hij concreet de controle organiseren die nodig zal zijn om « een onderscheid in terugbetaling inzake antidepressiva » te realiseren ? Kan hij dit in detail toelichten ?

2. Hoe staat hij als minister ten opzichte van de hoger aangehaalde nieuwe richtlijn in Nederland omtrent de behandeling van depressies ? Acht hij het opportuun om deze tevens in België te implementeren, in overleg met artsen en patiëntenverenigingen en zo ja, binnen welke termijn ? Kan hij zijn standpunt hieromtrent uitvoerig toelichten ?

3. Zoals aangegeven in de toelichting bij deze vraag is het behandelen van depressie en depressiviteit bijzonder complex. De Hoge Gezondheidsraad stelde dan ook onlangs voor om huisartsen meer tijd te laten besteden aan patiënten met psychologische klachten. Hiervoor is dan wel noodzakelijk dat de huisartsen een speciale bijkomende opleiding krijgen en dat zij daar extra voor worden verloond. Kan de geachte minister zijn standpunt hieromtrent toelichten en aangeven welke concrete stappen hij zal ondernemen om hieraan tegemoet te komen alsook welk bijkomend budget hij voor de bijkomende verloning gaat uittrekken en tegen wanneer dit eventueel zal worden gerealiseerd ?

4. 43 % van de Belgen die een depressie doormaken zoeken geen professionele hulp. Acht de geachte minister het opportuun om hieromtrent een voorlichtingscampagne te voeren ? Zo ja, kan hij dan aangeven binnen welke termijn die campagne zal plaatsvinden ? Zo neen, kan hij dit toelichten en aangeven welke andere maatregelen hij eventueel hieromtrent zal doorvoeren ?

Antwoord : Ter gelegenheid van de Ministerraad van 26 november 2004 is de nota betreffende de « Begroting gezondheidszorg 2005 en structurele beheersing van de uitgaven » goedgekeurd.

De herziene technische ramingen voor 2005 tonen een overschrijding aan van 86,021 miljoen euro ofwel ongeveer 3 % van de partiële begrotingsdoelstellingen van de farmaceutische specialiteiten vastgesteld op 3 071,185 miljoen euro.

De herraamde overschrijding van ditzelfde budget van farmaceutische specialiteiten in 2004 van 347,896 miljoen euro toont aan dat de problematiek van de geneesmiddelensector een algemeen probleem is en niet verbonden is aan een geïsoleerd gedrag van één of enkel actoren, maar dat het gaat om alle actoren.

Er moeten dus strikte maatregelen genomen worden om de uitgaven voor geneesmiddelen terug te brengen op een aanvaardbaar niveau voor de volksgezondheid en voor de ziekteverzekering.

Dit algemeen uitgangspunt ligt mee aan de basis van de beslissing tot « herziening van de terugbetalings-voorwaarden van antidepressiva » teneinde op dit domein een besparing te realiseren.

De consumptie van antidepressiva heeft in België een sterke explosie gekend. Er werd een toename vastgesteld van 105 miljoen DDD (Daily Defined Doses) in 1997 naar 181 miljoen in 2004.

1. In de nota die is goedgekeurd door de Ministerraad van 26 november 2004 worden reeds enkele mogelijke pistes aangehaald. Teneinde snel een voorstel van procedure en van oplossing te kunnen geven, is inmiddels (informeel) overleg hieromtrent gestart.

2. De Nederlandse richtlijn reikt interessante informatie aan. Deze richtlijn is weliswaar alleen maar bestemd voor huisartsen.

Het is de bedoeling in België een dergelijke werkwijze voor te stellen maar de voorgestelde maatregel moet wel van toepassing zijn op alle artsen (algemeen geneeskundigen én geneesheren-specialisten).

3. Het is inderdaad zo dat de diagnose van depressie meer tijd vereist dan de gemiddelde duur (ongeveer 15 minuten) van een consultatie bij de algemeen geneeskundige.

Het is niet realistisch om binnen dergelijk korte tijdsspanne een goede diagnose van depressie te kunnen stellen.

In principe zouden 30 tot 45 minuten consultatietijd nodig zijn om enerzijds de diagnose te kunnen stellen en om anderzijds, in aanwezigheid van de betrokkene, de verschillende therapeutische behandelingsmogelijkheden te bespreken en, onder andere, de farmacotherapie te kaderen in de globale aanpak van de depressie.

Het lijkt me evenwel niet wenselijk om het honorarium voor de raadpleging te laten variëren in functie van de aard van de problematiek. Het honorarium is een vergoeding voor een gemiddelde duur, die zoals reeds eerder vermeld, ongeveer 15 minuten is.

4. Een globale campagne kan zeker zinvol zijn als instrument om de bevolking voor te lichten over de depressie en over de mogelijkheden van behandeling.