3-113

3-113

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 26 MEI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Fatma Pehlivan aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over «de aanpak van familiaal geweld» (nr. 3-812)

De voorzitter. - Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw, antwoordt namens mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie.

Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - De minister is het ongetwijfeld met mij eens dat de jongste jaren de houding tegenover familiaal geweld een sterke kentering heeft gekend. Dat is bijvoorbeeld te merken bij de politiediensten en de parketten, die voor deze misdrijven nu veel korter op de bal spelen. Recentelijk hebben onder meer de politiediensten en het parket van Antwerpen afspraken gemaakt over concrete actieplannen tegen familiaal geweld. De minister zelf heeft onlangs beloofd om in samenspraak met het college van procureurs-generaal een eenvormige richtlijn met betrekking tot de aanpak van familiaal geweld rond te sturen.

Is deze omzendbrief reeds verstuurd? Zo neen, tegen wanneer zal dat gebeuren? Zo ja, wat is de concrete inhoud van deze omzendbrief?

Hoe staat de minister tegenover het zogeheten Oostenrijkse model, waarbij de pleger van familiaal geweld onmiddellijk de woning moet verlaten? We willen dat met enkele senatoren in ons Belgisch recht integreren.

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - Ik lees voor mevrouw Pehlivan het antwoord dat minister Onkelinx mij heeft bezorgd.

Het college van procureurs-generaal bereidt inderdaad een omzendbrief voor om het beleid inzake familiaal geweld te verbeteren. Deze omzendbrief zal tegen de aanvang van het gerechtelijk jaar klaar zijn.

Hij bevat een definitie van familiaal geweld, tegen partners en tegen ascendenten en descendenten, instructies inzake het opsporen en registreren van deze feiten door de politiediensten en de parketten en richtlijnen voor het strafrechtelijk beleid. De omzendbrief zal ook de huidige wetgeving in herinnering brengen, de instelling van een referentiemagistraat vermelden en een uitnodiging bevatten om met lokale diensten als slachtofferhulp, jeugdbescherming en diensten voor het uitvoeren van alternatieve straffen samen te werken.

Aangezien het strafrechtelijk beleid inzake familiaal geweld moet worden gevoerd in samenwerking met zeer uiteenlopende instanties, waarvan verschillende van de gemeenschappen en gewesten afhangen, zal het ontwerp van omzendbrief ook worden besproken op de interministeriële conferentie `Integratie in de maatschappij', die in juni plaatsvindt en die speciaal gewijd is aan de gelijkheid van kansen.

In het Oostenrijkse model is het mogelijk dat de pleger van familiaal geweld onmiddellijk na het plegen van de feiten de gezinswoning moet verlaten. Een wet van 1996 biedt er de ordediensten de mogelijkheid om de pleger van feiten van fysiek geweld uit de woning van het slachtoffer te zetten en hem te verbieden er gedurende meerdere dagen terug te keren.

Ook in België kan de pleger van familiaal geweld onmiddellijk na de feiten verplicht worden de gezinswoning te verlaten, maar de magistraat moet hiertoe het initiatief nemen in het kader van een `pretoriaans contract' en van de alternatieve maatregelen voor het aanhoudingsbevel.

In het kader van het pretoriaans contract kan de procureur des Konings de pleger van de feiten, na hem van zijn vrijheid te hebben beroofd, uit de gezinswoning zetten. Indien de dader dat weigert, vordert de procureur des Konings een aanhoudingsbevel of verplicht hij hem om dadelijk te verschijnen. De wetgeving maakt het verder mogelijk om de pleger van familiaal geweld bij het aanhoudingsbevel onder voorwaarden in vrijheid te stellen. De verwijdering uit de gezinswoning kan een dergelijke voorwaarde zijn.

Moeten we ons inspireren op de Oostenrijkse wet en aan de politie de mogelijkheid geven om een pleger van familiaal geweld uit de gezinswoning te zetten? Dat zou immers een belangrijke verandering invoeren in onze gerechtelijke organisatie. De minister van Justitie is van mening dat we eerst een stand van zaken moeten opmaken over de repressieve mogelijkheden inzake familiaal geweld in ons huidige systeem. Gelet op de problemen inzake de registratie van feiten van familiaal geweld, zowel op het niveau van de politie als van de parketten, is het momenteel moeilijk de bestaande voorzieningen te evalueren.

De omzendbrief tracht tegemoet te komen aan dit probleem door een efficiënte methode voor het opsporen en registreren van familiaal geweld in te voeren, waardoor het mogelijk wordt te analyseren welke gerechtelijke gevolgen hieraan werden gegeven.

Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - Ik weet dat de minister zeer begaan is met het probleem van familiaal geweld. Wij hebben daarover met een paar collega's een wetsvoorstel ingediend. Ik hoop dat we bij de bespreking van dat wetsvoorstel inzage kunnen krijgen in de evaluatie van de gerechtelijke aanpak van familiaal geweld.