Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-38

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-1005 van de heer Vandenhove d.d. 29 juni 2004 (N.) :
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. — Bewakingscamera's. — Aangiften.

Overeenkomstig de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, dienen bewakingscamera's bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer aangegeven te worden. Volgens verklaringen van zowel de algemeen directeur veiligheid en preventie bij de FOD Binnenlandse Zaken, als een lid van de privacycommissie gebeurt dit evenwel nauwelijks of niet. Op dit moment zouden er slechts een 500-tal bewakingscamera's aangegeven zijn. De overige bevinden zich in de complete illegaliteit.

1. Zijn de hierboven genoemde cijfers correct ?

2. Wat is de sanctie indien een bewakingscamera niet aangegeven is bij de commissie ?

3. Overweegt de geachte minister maatregelen om deze toestand te verhelpen, en zo ja, welke maatregelen liggen ter overweging ?

Antwoord : 1. Met betrekking tot de eerste vraag, herinner ik eraan dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer sedert 26 juli 2003 niet langer onder de FOD Justitie ressorteert, maar onder de Kamer (artikel 23, eerste lid, van de wet, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 26 februari 2003, Belgisch Staatsblad van 26 juni 2003).

Het geachte lid moet derhalve zijn vraag rechtstreeks aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer stellen.

2. De aangifte moet plaatsvinden voordat wordt overgegaan tot verwerking, zulks op straffe van een geldboete van 100 frank tot 100 000 frank overeenkomstig artikel 39, 7º, van de wet.

3. De parketten moeten de inbreuken op de wet vervolgen.