Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-30

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-1698 van mevrouw Van dermeersch d.d. 5 november 2004 (N.) :
Bejaardenmishandeling. — Toename.

Het « Vlaams Meldpunt voor ouderenmishandeling » stelt dat het aantal meldingen van bejaardenmishandeling de jongste twee jaar verdrievoudigd is in Vlaanderen. Er wordt vermoed dat er in Vlaanderen ongeveer 2 000 bejaarden psychisch of fysiek worden misbruikt.

Internationale studies schatten het aantal mishandelde bejaarden op 25 %. Waarschijnlijk ligt het echte aantal nog een stuk hoger, omdat in die studies enkel bejaarden die zelf meldingen doen, worden opgenomen.

Hulpbehoevende ouderen zijn vaak overgeleverd aan de goede wil van hun omgeving. Het misbruik en de verwaarlozing blijft daarom vaak verborgen achter vier muren. De helft van de « daders » zijn de kinderen of kleinkinderen, in een kwart van de gevallen is het de partner of een ander familielid.

Mishandeling komt vaker voor naarmate een bejaarde meer afhankelijk wordt van andere personen.

Daarom deze vragen :

a) Is u op de hoogte van het toenemende probleem van ouderenmishandeling ?

b) Houden justitie en de parketten statistieken bij van de aangifte van fysisch of psychisch geweld in het kader van ouderenmishandeling en zo ja, welke trend vinden we daarin de laatste jaren weer ?

c) Welke maatregelen worden er genomen om deze problematiek tegen te gaan, inzonderheid wat de vervolging van deze strafbare feiten betreft ?

Antwoord : Het centraal meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel is sedert 1 januari 2003 operationeel. Het is ingebed in het CAW Zuid-Oost-Vlaanderen VZW, afdeling Sociaal Huis Pandora te Zottegem. Het centraal meldpunt verzamelt alle meldingen die binnen de respectievelijke provinciale steunpunten worden genoteerd en is vooral bedoeld voor meldingen in de thuissituatie. Melding van mogelijke institutionele mis(be)handeling kunnen worden gemeld via de rusthuisinfofoon.

Wat de vragen a) en b) betreft, kan ik het geachte lid het volgende meedelen : in 2003 waren er 272 meldingen binnengekomen bij het centraal meldpunt voor heel Vlaanderen en Brussel. De onderstaande tabel geeft de onderverdeling aan voor de aard van de hulpvraag.

Aard van hulpvraagAantal in 2003
Informatie90
Advies85
Enkel registratie24
Doorverwijzingen7
Interventies66
Totaal272

Bron : Centraal Meldpunt Ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel. Jaarverslag 2003, blz. 21.

Bovenstaande cijfers geven het aantal meldingen weer, wat niet mag verward worden met het aantal situaties van effectieve mishandeling.

Volgens dezelfde statistieken van het centraal meldpunt is de relatie pleger-slachtoffer als volgt te verdelen voor de cijfers van 2003 :

Relatie plegerslachtofferAantal in 2003
Hulpverleners en verzorgenden25
Kinderen/kleinkinderen123
Andere familieleden45
Kennissen/buren9
Huisartsen1
Partner/ex-partner32
Slachtoffer zelf2
Anderen/onbekend35
Totaal272

Bron : Centraal Meldpunt Ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel. Jaarverslag 2003, blz. 28.

Op basis van deze gegevens kan er dan ook geen enkele tendens worden afgeleid, gelet op het feit dat dit om een eerste meting gaat.

De statistische gegevens die door de parketten worden aangemaakt voorzien niet in een aparte criminele figuur « ouderenmis(be)handeling ».

c) Het regeerakkoord 2003 spreekt, in het kader van de ontwikkeling van een duurzaam preventiebeleid, de wens uit om bijzondere aandacht te gaan besteden aan bepaalde kwetsbare bevolkingsgroepen, waaronder bejaarden.

De Kadernota Integrale Veiligheid, zoals goedgekeurd op de Ministerraad van 30 en 31 maart 2004, heeft het intrafamiliale geweld als één van de prioritaire aandachtspunten naar voren gebracht. Naast het partnergeweld en kindermishandeling is de ouderenmis(be)handeling immers evenzeer een ontoelaatbare vorm van intrafamiliaal geweld.