Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-29

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Ministre van Mobiliteit

Vraag nr. 3-1380 van de heer Vandenberghe H. d.d. 15 september 2004 (N.) :
Verkeersagressie. — Omvang. — Veroordelingen. — Maatregelen.

Dagelijks leest men in de krant allerlei vormen van verkeersagressie. Onder verkeersagressie verstaat men niet alleen chauffeurs die met elkaar op de vuist gaan of die bijvoorbeeld moedwillig elkaar de pas afsnijden of hinderen. Ook agressief rijgedrag valt hieronder. Begin september overleed bijvoorbeeld een automobilist na een hoogoplopende discussie met een andere automobilist.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1. Welke is de omvang van de verkeersagressie in ons land ? Hoeveel gevallen van verkeersagressie werden met andere woorden de voorbije tien jaar door de politie vastgesteld ? Ik had graag een uitsplitsing per politiezone gekregen.

2. Hoeveel personen overleden de voorbije tien jaar aan de gevolgen van agressief gedrag in het verkeer ?

3. Hoeveel personen werden de voorbije tien jaar veroordeeld voor verkeersagressie ?

4. Hoeveel personen volgden de voorbije tien jaar een sensibiliseringscursus na agressief gedrag in het verkeer ?

5. Welke maatregelen zal de geachte minister nemen om de verkeersagressie te doen afnemen ?

6. Acht de geachte minister het wenselijk om de problematiek van de verkeersagressie op Europees niveau te bespreken ?

Antwoord : 

1. Algemeen wordt met agressief verkeersgedrag elke vorm van egocentrisch gedrag in het verkeer bedoeld en ook daden van agressieve aard die begaan worden in samenhang met sturen, waarbij twee personen betrokken zijn die vreemd zijn aan elkaar en met het inzicht de andere bestuurder te verwonden.

Ter zake verwijs ik ook naar de richtlijn van 20 juli 2000 van de minister van Justitie inzake verkeersagressie, in werking getreden op 1 september 2000, waar twee gevallen worden onderscheiden, te weten agressieve verkeersovertredingen en overtredingen met agressief karakter, zonder dat evenwel verkeersregels zijn overtreden.

Ik beschik niet over cijfers betreffende vaststellingen door de politie inzake agressief verkeersgedrag. Ik kan wel meedelen dat de politiezone Antwerpen voor de periode juli 1997 tot juni 1998, 299 incidenten van die aard geregistreerd heeft. Het aandeel van agressief verkeersgedrag in het geheel van agressieve daden en opzettelijke slagen bedroeg 8 %.

2. Ik heb geen gegevens hieromtrent. Mogelijks kunnen ze verstrekt worden door mijn collega van Justitie.

3. Het antwoord op deze vraag inzake veroordelingen behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Justitie.

4. Sinds 1996 richt het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) sensibiliseringscursussen in voor daders van verkeersagressie (duurtijd 20 uur). Deze cursussen kunnen gegeven worden in het kader van bemiddeling in strafzaken, probatie, genade of voorwaardelijke invrijheidsstelling.

Voor deze periode zijn 41 cursussen georganiseerd voor 220 personen.

5. Ofschoon ze niet specifiek strafbaar is gesteld, kan verkeersagressie toch reeds beteugeld worden in toepassing van het verkeersreglement. Zo bepaalt artikel 7.2 dat de weggebruikers zich zo moeten gedragen op de openbare weg dat ze geen hinder of gevaar veroorzaken voor de andere weggebruikers; het niet eerbiedigen is een gewone overtreding. Artikel 10.4 verbiedt van zijn kant een bestuurder aan te sporen of uit te dagen overdreven snel te rijden; het niet eerbiedigen is een overtreding van de eerste graad. Maar ook via bepaalde bepalingen uit onder andere het Strafwetboek.

Voornoemde richtlijn van de minister van Justitie, gericht aan de politiediensten en de parketten, is het justitieel antwoord op agressieve gedragingen in het kader van het wegverkeer.

Anderzijds stel ik vast dat op basis van de ontwerpovereenkomsten 2004 inzake verkeersveiligheid die tot op vandaag afgesloten zijn tussen de federale staat en de politiezones, 37 % van de politiezones een prioritair thema maken van verkeersagressie, één van de bij koninklijk besluit van 3 mei 2004 reglementair opgelegde mogelijke thema's. Alzo rusten sommige politiediensten zich uit met camera's waarmee ze een agressieve bestuurder in het verkeer volgen om hem vervolgens te confronteren met zijn eigen gedrag via de beelden (educatief luik van de tussenkomst).

Daarnaast voorziet ook de federale politie in het nieuw actieplan verkeersveiligheid 2005-2007 de inzet van dergelijke middelen en methodes.

Het BIVV heeft daarenboven reeds meermaals een campagne gewijd aan het thema.

6. Op dit ogenblik overweeg ik niet de problematiek op Europees niveau te bespreken.