3-92

3-92

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 JANUARI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de nood aan erkenning van geconventioneerde centra voor de behandeling van kinderen met overgewicht» (nr. 3-515)

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Er is stilaan een consensus gegroeid over het opnemen van de bestrijding van overgewicht en obesitas in de beleidsprioriteiten. Bijzondere aandacht moet hierbij uitgaan naar de problematiek van overgewicht en obesitas bij kinderen. Een vroegtijdige opsporing en behandeling is noodzakelijk om een verdere toename te voorkomen. Dit ernstige probleem vereist verschillende acties, zowel op het federale vlak als op vlak van de gemeenschappen. De minister heeft al vaak uiting gegeven van zijn bezorgdheid voor dit probleem. Daarom zou ik graag weten wat hij hiervoor concreet zal doen.

De medische sector is vragende partij voor de erkenning van geconventioneerde centra waarin kinderen en adolescenten met overgewicht kunnen worden behandeld. Er wordt bijvoorbeeld voorgesteld om één geconventioneerd centrum per provincie te laten erkennen. Zo'n centrum dient voor ambulante behandeling, beschikt over een multidisciplinair team en voorziet in individuele en/of groepstherapeutische begeleiding.

Knelpunt is dat de overheid geen enkele ondersteuning geeft voor de ambulante behandeling van overgewicht en obesitas in dergelijke centra, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de geconventioneerde centra voor metabole stoornissen en diabetes mellitus. Sommige ziekenhuizen hebben nu al een multidisciplinaire aanpak georganiseerd, maar ze klagen over het gebrek aan ondersteuning. Ik heb in Hasselt zo'n centrum bezocht en was onder de indruk van de professionele aanpak van het team en van de resultaten die er worden geboekt. Ik raad de minister aan hetzelfde te doen.

Daarnaast is er in gevallen van ernstige obesitas ook nood aan een residentiële begeleiding. In Vlaanderen is dat momenteel alleen mogelijk in het medisch pediatrisch centrum van het Zeepreventorium in De Haan, maar we vernemen dat de capaciteit er te klein is waardoor lange wachttijden ontstaan. Tevens is het Zeepreventorium moeilijk bereikbaar voor inwoners van de oostelijke provincies. In Limburg vraagt men dan ook de erkenning van een bijkomend medisch pediatrisch centrum voor de behandeling van kinderen met obesitas.

Praktisch gezien is de afstand vaak een hinderpaal omdat kinderen gedurende de behandeling nood hebben aan steun van hun ouders en familieleden.

Graag had ik van de minister vernomen of hij bereid is om, zoals ik in een wetsvoorstel aanbeveel, door diëtisten verleende hulp via de ziekteverzekering terugbetaalbaar te maken in het kader van de medische begeleiding en de behandeling van overgewicht bij kinderen en obesitas bij volwassen. Tot op heden wordt advies van een diëtist niet terugbetaald. In het kader van een goed preventiebeleid is het wellicht zinvoller in een vroege fase een diëtistenadvies terug te betalen in plaats van daarna een dure medische begeleiding te moeten terugbetalen.

Ziet de minister het belang in van één geconventioneerd centrum per provincie en is hij bereid dergelijke centra te erkennen of de oprichting ervan in de begroting op te nemen?

Erkent de minister de problemen op het vlak van capaciteit en bereikbaarheid van het medisch pediatrisch centrum in De Haan? Is hij bereid een tweede centrum in Vlaanderen te erkennen?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik deel de bezorgdheid betreffende overgewicht en obesitas bij kinderen en volwassenen.

In antwoord op de eerste twee vragen kan ik mevrouw de Bethune meedelen dat de terugbetaling van ambulante hulp door diëtisten in centra, analoog aan de centra voor zeldzame metabole aandoeningen of voor diabetes mellitus, wegens de begrotingsproblemen in de geneeskundige verzorging in 2005 niet mogelijk zal zijn. In de revalidatiesector moest zelfs 9,6 miljoen euro op jaarbasis worden bezuinigd om de aangekondigde initiatieven in de sector te kunnen realiseren zonder het budget voor 2005 te overschrijden. Het betreft onder meer een vroegtijdige diagnose en gecoördineerde aanpak van kinderen met autisme, de verzorging van spina-bifidapatiënten, autopsie in geval van wiegendood en chronische pijn.

Terugbetaling van residentiële behandeling in een tweede centrum is wegens het gebrek aan financiële middelen helaas evenmin mogelijk.

Ten slotte wijs ik erop dat een wetenschappelijk verantwoorde en gecoördineerde actie door alle betrokken overheden voor problemen als overgewicht en obesitas van het grootste belang is. Op de Interministeriële Conferentie van 6 december 2004 werden tien werkgroepen opgericht die werden belast met het opstellen van een actieplan op basis van de resultaten van het onderzoek dat thans wordt uitgevoerd. Ik hoop dat we op het einde van dit jaar de nodige beslissingen kunnen nemen en dat de maatregelen in de loop van 2006 kunnen worden uitgevoerd.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik weet dat de minister in verschillende werkgroepen een nationaal actieplan uitwerkt. Er zijn echter verschillende maatregelen waarvan we weten dat ze efficiënt zijn. Het wachten op het plan betekent dus uitstel. Ik begrijp dat de minister moet besparen en dat daarom de oplossing voor dit probleem op de lange baan wordt geschoven. De gevallen en de aandoeningen die de minister vermeldt, verdienen alle steun, maar dat belet niet dat moet worden nagedacht over hoe op federaal niveau kan worden tegemoet gekomen aan deze gezondheidsnood.