3-82

3-82

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 OKTOBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Jacinta De Roeck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de penibele situatie van het sociale werk in de geestelijke gezondheidszorg» (nr. 3-400)

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Reeds jarenlang bestaat er in het psychiatrisch maatschappelijk werk een ernstig probleem van stijgende werkdruk. Dat is onder meer het gevolg van een steeds groter verloop van cliënten, van cliënten met complexe problemen, van toenemende verwachtingen van de cliënten en hun families en van nieuwe wetgeving. Hierop kan met de huidige personeelsbezetting niet langer een gepast antwoord geboden worden. De huidige bezetting van de sociale diensten overstijgt nu reeds de totaal verouderde norm.

In 2000 heeft een werkgroep het probleem van de achterhaalde normen reeds aangekaart bij toenmalig minister Aelvoet. Zij nam het probleem ter harte en vroeg een advies aan de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen. Dat advies kwam er op 12 juli 2001. Er werd echter tot op heden geen enkel gevolg aan dit advies gegeven. Nochtans is het probleem sinds 2000 alleen maar groter geworden. Het leveren van kwaliteitsvolle zorg door de sociaal werker komt vandaag ernstig in het gedrang.

De minister heeft gezondheidsdialogen georganiseerd waarin de geestelijke gezondheidszorg zijn plaats kreeg. Dit werd in de sector erg geapprecieerd. Uit deze dialogen blijkt duidelijk dat de minister het probleem kent en erkent en dat hij van plan is er iets aan te doen. Ik citeer: "... binnen de grenzen van de beschikbare begroting de maatregelen toepassen die in de adviezen van de NRZ zijn voorgesteld betreffende de sociale functie in het psychiatrisch ziekenhuis."

Is de minister van plan de norm voor maatschappelijk werk in de psychiatrische ziekenhuizen te verhogen zodat de patiënten de begeleiding kunnen krijgen waarop ze recht hebben?

De minister weet dat er ook psychiatrische verzorgingstehuizen nodig zijn om die patiënten op te vangen die niet terecht kunnen in de gewone RVT's. Deze afdelingen vereisen heel veel zorg en ook heel veel sociale en psychische begeleiding om de patiënten een kwaliteitsvolle oude dag te kunnen bezorgen. Is hij van plan om ook een norm maatschappelijk werk in de psychiatrische verzorgingstehuizen in te voeren?

De maatschappelijk werker tracht op alle noden een antwoord te bieden. Hij is een spilfiguur in het aanbieden en organiseren van een geïntegreerde zorg waarbij de patiënt en de continuïteit van de zorg centraal staan. In die zin is het ontslagmanagement een essentieel element van kwaliteit in de psychiatrische behandeling. De maatschappelijk werker speelt hierin een centrale rol. Het project `Ontslagmanagement in de psychiatrische ziekenhuizen' is echter nog steeds niet gedefinieerd in de financiering. Is de minister van plan om het ontslagmanagement in de reguliere financiering van de psychiatrische ziekenhuizen te integreren? Zal hij de werkingsmiddelen voor ontslagmanagement verhogen voor psychiatrische diensten met een groot aantal patiënten met verhoogd risico op herval?

Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD). - Ik sluit me aan bij de vragen van collega De Roeck. Wellicht hebben we te weinig oog voor deze problematiek. Het betreft een groep patiënten die zich moeilijk kan laten horen. Ik deed met een paar collega's stages op het terrein. We hebben verwaarloosd om rond alle problemen van de geestelijke gezondheidszorg in de commissie met de minister een debat te voeren dat ruimer en gemakkelijker kan verlopen dan in de plenaire vergadering.

Ik zou de minister willen vragen de adviezen aan iedereen te bezorgen. Voor de tewerkstelling van ex-psychiatrische patiënten is er niet enkel de sector waarnaar mevrouw De Roeck verwees. Ook in de reguliere sector kunnen stimuli voor de werkgevers de tewerkstelling van ex-psychiatrische patiënten verhogen.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - De problematiek van het maatschappelijk werk in de geestelijke gezondheidszorg is mij bekend.

Een specifieke personeelsnorm is noodzakelijk, rekening houdend met de acute problemen van sommige patiënten, de omvang van de betaalbaarheids-/betalingsproblemen en de omvang van het maatschappelijk werk. Daarom heb ik mijn administratie de opdracht gegeven te onderzoeken welke budgettaire implicaties het voorstel in het advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen inhoudt.

Concreet werden de budgettaire implicaties van volgende voorstellen nagegaan: de toevoeging van 1 voltijds equivalent (VTE) maatschappelijk werker per 120 PVT-plaatsen en de toevoeging van 1 VTE maatschappelijk werker per 120 IBW-plaatsen; de toevoeging van 1 VTE maatschappelijk werker per 150 bedden, dus volledige én partiële ziekenhuisopname, in A-, T-, K-, en Sp-psychogeriatrische diensten in psychiatrische en/of algemene ziekenhuizen; de toevoeging van 1 VTE sociaal werker per 300 niet-psychiatrische bedden, dus volledige én partiële opname, in algemene ziekenhuizen.

Deze berekeningen maakten deel uit van de voorstellen voor de begroting 2005, maar werden niet in aanmerking genomen. Bij het toewijzen van de budgetten moeten immers bepaalde prioriteiten worden vooropgesteld. Er werd geopteerd voor het opstarten van proefprojecten in zorgcircuits en zorgnetwerken.

Thans nemen 49 van de 69 psychiatrische ziekenhuizen in ons land deel aan het project `Ontslagmanagement in de psychiatrische ziekenhuizen'. Sinds de beginperiode krijgt een ziekenhuis 18.592,01 euro voor de tewerkstelling van ½ VTE met een diploma van maatschappelijk assistent of sociaal verpleegkundige.

Momenteel wordt nagegaan hoe de registratie van relevante gegevens gekoppeld kan worden aan de financiering. 2005 zal waarschijnlijk nog een overgangsjaar worden. Tegen 2006 moet een nieuwe registratiemethode worden uitgewerkt. De teams van de KU Leuven en de universiteit van Luik die tot 2000 het project wetenschappelijk hebben begeleid, zijn opnieuw betrokken bij de denkfase. Wij willen uiteindelijk komen tot een gestructureerde financiering voor het ontslagmanagement van de psychiatrische ziekenhuizen, analoog aan de bestaande regeling voor de algemene ziekenhuizen met een G-dienst.

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Wanneer zal de gestructureerde financiering voor het ontslagmanagement geregeld zijn? Dat is inderdaad heel belangrijk, want het kan ervoor zorgen dat er minder psychiatrische patiënten opnieuw moeten worden opgenomen. Een psychiatrisch patiënt die is opgenomen, is immers veel duurder dan iemand die wordt begeleid bij zijn ontslag en opnieuw in de samenleving wordt geïntegreerd.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik kan daar niet precies op antwoorden.

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Mijnheer de voorzitter, ik vind het voorstel van mevrouw Van de Casteele heel positief. Ik stel dan ook voor daarvoor tijd te maken in de commissie voor de Sociale Aangelegenheden. De vragen hieromtrent zijn immers zeer specifiek en ze interesseren ook andere collega's. Ik hoop dat mevrouw Van de Casteele een initiatief neemt. Ik ben ervan overtuigd dat de minister daar graag zal op ingaan.