3-82

3-82

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 OKTOBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Jacinta De Roeck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de financiering van projecten betreffende de zorgfunctie-activering» (nr. 3-386)

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - De vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg met als bedoeling mensen met ernstige en langdurige problemen in de samenleving te laten functioneren, zorgde voor een heuse omwenteling in de psychiatrische zorgverlening en plaatste de uitbouw van een ambulant opvangnet op de voorgrond. Een goede omkadering van de psychiatrische patiënt in de samenleving is immers noodzakelijk om zijn levenskwaliteit te bewaken. Dat voorkomt niet alleen langdurige opnames in het psychiatrische ziekenhuis, maar vermindert ook het psychische lijden dat ermee gepaard. De zorglast van de familie wordt verlicht en er is geen overlast meer voor de buurt.

Tegen die achtergrond werden sinds de jaren '80, naast de eerste initiatieven Beschut Wonen, in de hele provincie Limburg dagactiviteitencentra uitgebouwd voor een steeds groter wordende doelgroep. In 2002 bereikten de 7 Limburgse centra samen 570 deelnemers. Via de rechtstreekse dialoog met de doelgroep werd een expertise op het vlak van activering uitgebouwd, tot voor kort evenwel zonder overheidsfinanciering.

Einde 2001 selecteerde de federale overheid 19 proefprojecten rond activering en verstrekte daarvoor een beperkte personeelsfinanciering.

De projecten worden wetenschappelijk begeleid door het onderzoeksinstituut LUCAS. Sindsdien constateren we een kentering. De doelgroep en zijn noden worden erkend en de formule van `pilootprojecten' was een aanzet tot reflectie over activering.

Met de proefprojecten belicht de overheid vooral één aspect van de activering, namelijk de trajectbegeleiding naar arbeid of vorming. Een diepgaand onderzoek toont echter aan dat er nood is aan een ruimer aanbod van activering.

Een aantal personen kunnen, ondanks alle inspanningen, haast onmogelijk aansluiten bij de bestaande voorzieningen in het reguliere arbeidsmilieu, het beschermde arbeidsmilieu en zelfs het alternatieve circuit van dag- en vrijetijdsinvulling. Hoewel we ook voor deze mensen de poort naar mogelijke alternatieven moeten blijven openhouden, kan een langere of zelfs permanente inschakeling in een activiteitencentrum een zinvolle en de meest haalbare vorm van dagbesteding zijn.

De wensen en mogelijkheden van personen met blijvende beperkingen als gevolg van een psychiatrisch probleem moeten het uitgangspunt zijn in de activering van die doelgroep. De beperkingen bij de restgroep zijn vaak van die aard dat de patiënten blijvende zorg nodig hebben en sommigen zelfs een tijdje niet meer naar reguliere sectoren kunnen overstappen. Zij hebben een dagbesteding nodig die hen een basaal, maar toch nog uitdagend aanbod biedt, opdat zij niet zouden afglijden in de marginaliteit.

De vermelde pilootprojecten eindigen op 20 december 2004. De interministeriële conferentie van 20 mei 2004 stelt de activering voorop als stapsteen in de ontwikkeling naar zorgcircuits en netwerken in de geestelijke gezondheidszorg. Dat verplicht de federale overheid om beleidsbeslissingen te nemen inzake de continuïteit en veralgemening van de zorgfunctie-activering in de geestelijke gezondheidszorg.

Zal de minister de huidige projecten blijven financieren?

Is hij van plan een structurele financiering uit te bouwen via samenwerkingsinitiatieven, zoals Beschut Wonen?

Gaat hij akkoord met een verruiming van de doelstellingen van de projecten zodat ook de in de laatste alinea van mijn betoog vermelde restgroep, zij die volgens de huidige doelstellingen van het project onmogelijk te activeren zijn, kunnen worden bereikt?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik onderschrijf de doelstellingen van het proefproject rond activering dat tijdens de vorige regeerperiode werd opgestart. Daarom heb ik mijn administratie vorig jaar de opdracht gegeven de contracten onder dezelfde voorwaarden te verlengen voor de duur van een jaar tot en met 20 december 2004. Het doel was psychiatrische patiënten begeleiding te geven op het vlak van werk en vorming in een regulier kader door gebruik te maken van een netwerk van partners in de zorgverlening en daarbuiten.

Niettemin was een diepgaande evaluatie nodig. Het heeft geen zin experimenten voort te zetten als ze niet beantwoorden aan de vooropgestelde doelstellingen. De projectverantwoordelijken werden geïnformeerd over een komende evaluatie door mijn administratie, waarbij rekening wordt gehouden met het onderzoek door twee onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeksequipes en op basis van de tussentijdse verslagen van de deelnemers aan het project. Uit deze evaluatie en uit het wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de doelstelling van het proefproject niet werd gerealiseerd.

De belangrijkste doelstelling van de projecten is het ondersteunen van de deelnemers bij het zoeken naar gepast werk of naar een gepaste opleiding binnen het reguliere circuit, met als doel de sociale herintegratie te bevorderen. Minder dan 8% van de patiëntenpopulatie die bij dit project was betrokken, vond effectief werk in het reguliere arbeidscircuit.

Uit de praktijk is gebleken dat de deelnemers vooral de nadruk hebben gelegd op vrijetijdsbesteding. Mijn administratie heeft de projectverantwoordelijken er verschillende keren aan herinnerd dat hun deelname aan het proefproject betreffende de zorgfunctieactivering hen ertoe verplicht de beide componenten van de activeringsfunctie te realiseren. De begeleiders gaven zelf toe dat ze aanzienlijk minder of geen werk hebben gemaakt van vormingstrajectbegeleiding in het reguliere circuit. Als reden daarvoor halen ze aan dat het veeleer op vraag van de gebruikers gebeurt, dat er te weinig expertise voorhanden is en dat er niet zoveel mogelijkheden zijn voor de doelgroep van patiënten waarop ze zich in de eerste plaats hebben gericht, namelijk personen met ernstige psychische problemen.

De realisatie van de functieactivering in de geestelijke gezondheidszorg zal echter, net als de realisatie van zorgcircuits en -netwerken, op de agenda blijven van de werkgroep van de Interministeriële Conferentie, waarin alle bevoegde federale, gemeenschaps- en gewestelijke overheden zitting hebben. Daarbij zal worden rekening gehouden met het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, de NRZV.

De financiering voor het proefproject activering zal in de toekomst onder meer worden gebruikt voor het opstarten van proefprojecten betreffende de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken in de geestelijke gezondheidszorg.

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - De minister antwoordt dat `slechts' 8% van de patiëntenpopulatie werk heeft gevonden in het reguliere arbeidscircuit. Ik vraag me af of de doelstellingen van het project wel realistisch zijn. Voor vele psychiatrische patiënten zijn begeleid werk of vrijwilligerswerk de enige mogelijkheden. Een schizofreen komt voor dit project niet in aanmerking.

Vorig jaar kon al worden vastgesteld dat activering meer is dan mensen aan het werk krijgen binnen het reguliere circuit. De begeleiders van dergelijke al dan niet gefinancierde projecten, kunnen advies geven over de haalbaarheid van de doelstellingen voor psychiatrische patiënten. Het vinden van begeleid werk of vrijwilligerswerk kan de levenskwaliteit van psychiatrische patiënten verhogen en kan hun heropname in de maatschappij bevorderen.

Ik dring erop aan dat de minister overlegt met de verantwoordelijken op het terrein. Voorts zou ik graag de resultaten van de evaluatieverslagen zien.